Organisatie | Harlingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Kadegeldverordening 2012 |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 02-01-2013 | Onbekend | 14-12-2011 Onbekend | - |
Onder de naam kadegeld wordt een recht geheven ter zake van vaartuigen voor het gebruik van voor
de openbare dienst bestemde kaden, die in eigendom zijn van of in beheer of onderhoud zijn bij de
gemeente. Onder gebruik wordt verstaan het met een vaartuig innemen van een ligplaats aan deze
Voor de toepassing van de bepalingen van deze verordening wordt verstaan onder:
1. Algemene wet:de Algemene wet inzake rijksbelastingen van 2 juli 1959 (Stb. 301);
2. Invorderingswet: Invorderingswet 1990;
1. elk drijvend lichaam, dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt of is bestemd
voor het vervoer te water van personen, koopwaren, grondstoffen, producten en
voorwerpen van allerlei aard, al dan niet met het drijvende lichaam een geheel
2. elk ander drijvend lichaam zoals een werkvlot, ponton, houtvlot, elevator, drijvend
werktuig, booreiland en elke andere drijvende inrichting ten dienste van de exploratie
of exploitatie van olie- en gasvelden of het winnen van mineralen in de waterbodem;
4. Meetbrief: de meetbrief als bedoeld in artikel 24 van de Meetbrievenwet 1981;
5. Reddingsvaartuig: een vaartuig, in dienst van de Koninklijke Nederlandse
Reddingsmaatschappij, dat uitsluitend is bestemd of wordt gebruikt voor het redden van
6. Passagiersschip: een vaartuig, dat is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig
vervoer van (meer dan twaalf) passagiers;
7. Veerschip: een passagiersschip dat is bestemd of wordt gebruikt voor het vervoer van
passagiers volgens een vooraf aangekondigd, volledig en voor ieder verkrijgbaar vaarplan,
waarin Harlingen als haven van herkomst of van bestemming is opgenomen;
8. Zeilend bedrijfsvaartuig: een vaartuig dat met behulp van zeilen wordt voortgestuwd en dat
is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen;
9. Vissersschip: een vaartuig dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het vangen van vis of
andere levende rijkdommen van de zee;
10. Pleziervaartuig: een vaartuig, dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor de
11. Havenmeester: de havenmeester van de gemeente Harlingen of diens plaatsvervanger;
12. Termijn: de tijdsduur waarin het gebruik van de kade plaatsvindt met dien verstande dat,
indien het schip gedurende die tijdsduur vertrekt en weer terugkeert, een nieuwe termijn
13. Sportvissersschip: een vaartuig dat is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig
vervoer van personen die de sportvisserij beoefenen;
14. Laden/lossen: het laden/lossen van goederen alsmede het inschepen/ontschepen van
15. Etmaal: periode van 24 uren of een gedeelte daarvan;
16. Haven: de voor de openbare dienst bestemde wateren of van voor de openbare dienst
bestemde werken of inrichtingen, zoals deze zijn aangegeven op de bij de verordening
17. Kadegeld: het recht als bedoeld in artikel 1 van deze verordening;
18. Kade: kaden, steigers, palen, oevers en andere waterwerken, bestemd voor het afmeren van
vaartuigen. Vaartuigen afgemeerd langszij andere vaartuigen worden geacht afgemeerd te
1. elk vaartuig dat wordt gebruikt of is bestemd voor de vaart buitengaats, als bedoeld
in artikel 1, eerste lid, van de Schepenwet;
2. elk vaartuig dat in verband met sloop of voorgenomen sloop voor de onder ten eerste
bedoelde vaart niet meer wordt gebruikt of de bestemming daartoe heeft verloren;
20. Lengte: lengte van het vaartuig over alles, zoals blijkt uit de meetbrief vermeerderd met
vaste uitstekende delen of ambtshalve wordt vastgesteld;
- een vaartuig dat ten behoeve van de Koninklijke Marine of de marine van een
vreemde mogendheid wordt gebruikt, waarover een militair het bevel voert en dat
hoofdzakelijk met militairen is bemand, mits geen lading wordt gelost en
- een vaartuig dat ter bevoorrading dient van de Nederlandse of een andere
krijgsmacht, mits de behandeling van de goederen in de haven en de doorvoer
daarvan uitsluitend door militairen geschiedt;
22. Opleidingsvaartuig: een vaartuig dat uitsluitend is bestemd of wordt gebruikt voor het
opleiden van schepelingen voor de koopvaardij;
23. Binnenschip: een vaartuig dat uitsluitend wordt gebruikt of is bestemd voor de vaart op de
24. Tabel: de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Belastingplichtig is de kapitein, de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene aan wie
het vaartuig in gebruik is gegeven of degene die als vertegenwoordiger voor een van dezen optreedt.
Het kadegeld wordt geheven naar:
1. de lengte van het vaartuig, uitgedrukt in meters;
2. de tijdsduur waarin het gebruik van de kade plaatsvindt, uitgedrukt in etmalen, perioden van
a. Het kadegeld wordt geheven naar de tarieven, die opgenomen zijn in de bij deze verordening
behorende tarieventabel, met inachtneming van het bepaalde in artikel 6.
b. Bovengenoemde tarieven zijn exclusief de door de gemeente verschuldigde omzetbelasting.
Bij de toepassing van de tarieven wordt:
1. een gedeelte van een meter naar boven afgerond op een volle eenheid;
2. de lengte ambtshalve bepaald als geen meetbrief wordt overlegd;
3. het te betalen bedrag aan kadegeld naar beneden op gehele euro’s afgerond.
Kadegeld wordt niet geheven ter zake van het gebruik van de haven met:
1. Vaartuigen, die in eigendom toebehoren aan de leden van het Koninklijk Huis;
2. Doorvarende binnenvaartuigen, met uitzondering van ladende/lossende vaartuigen, zeilende
bedrijfsvaartuigen, sportvissersschepen en passagiersschepen, die tot een verblijf van
maximaal 6 uren, zon- en erkende christelijke feestdagen niet meegerekend, ligplaats
3. Reddingsvaartuigen van de Koninklijke Nederlandse Reddingsmaatschappij, benevens
opleidingsvaartuigen voor zee- en binnenvaart, zolang zij uitsluitend voor dit doel worden
4. Pleziervaartuigen, liggende in de door de gemeente als jachthaven verhuurde wateren;
5.. Volgboten, behorende bij een vaartuig, waarvoor kadegeld is betaald, of waarvoor krachtens
deze verordening geen kadegeld is verschuldigd;
6.. Vaartuigen liggende aan de geleidewerken van de Tjerk Hiddessluizen, wachtende op de
7.. Vaartuigen kleiner dan 4 meter;
9. Oorlogsvaartuigen en hospitaalschepen, bedoeld in de wet van 30 december 1905 (staatsblad
10. Vaartuigen liggende in de binnenwateren van de gemeente Harlingen met uitzondering van
Het kadegeld is verschuldigd zodra het in artikel 1 bedoelde gebruik van de kade begint.
1. De aangifte wordt, gelijktijdig met de betaling bij de comptabele, gedaan bij burgemeester
en wethouders. Bij de aangifte wordt de meetbrief van het schip overlegd;
2. Het kadegeld moet overeenkomstig de aangifte aan de comptabele worden betaald op de
eerste werkdag volgende op de dag van het begin van het gebruik van de kade, doch vóór het
tijdstip waarop het gebruik van de kade wordt beëindigd;
3. Bij voortgezet gebruik van de kade, na afloop van de termijn waarover kadegeld is betaald,
moet opnieuw aangifte worden gedaan en worden betaald op de eerste werkdag van elke
4. In afwijking van het bepaalde in het tweede en derde lid kan worden betaald binnen 30 dagen
na het begin van het gebruik van de kade, onderscheidenlijk de dag waarop het gebruik van
de kade wordt voortgezet, mits ten genoegen van de comptabele zekerheid tot betaling van
1. Van het kadegeld dat is voldaan bij abonnement voor een jaar wordt, indien het gebruik van
de kaden is beëindigd voor het verstrijken van het einde van die termijn, op schriftelijk
verzoek van de belastingplichtige, het jaarabonnement omgezet in kwartaalabonnementen en
ontheffing verleend van een bedrag gelijk aan het verschil tussen het voor de verstreken
kwartalen te betalen kadegeld en het betaalde kadegeld voor het jaarabonnement. Van de
verstreken kwartalen wordt een gedeelte van een kwartaal voor een vol kwartaal gerekend.
2. Indien kadegeld bij wege van kwartaalabonnement of 30-dagen abonnement is geheven,
wordt geen restitutie verleend.
3. Een abonnement kan voor de verdere duur van kracht worden verklaard op een vervangend
vaartuig, mits het vervangend vaartuig wordt gebruikt door dezelfde belastingplichtige.
1. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot
de heffing en de invordering van het kadegeld.
2. Het college van burgemeester en wethouders heeft de discretionaire bevoegdheid om in
die gevallen waar sprake is van een kennelijke onredelijkheid, dan wel
onevenwichtigheid in termen van concurrentieverhoudingen, in de tariefstelling zoals
bedoeld in artikel 5 van deze verordening, van deze tarieven af te wijken.
1. De ‘Verordening op de heffing en de invordering van Kadegeld 2011 van 8 december 2010
wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de
heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.
4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Kadegeld 2012".
Vastgesteld door de raad in zijn
Zeilende bedrijfsvaartuigen, (5) sportvissers, passagiersschip |
||||||
(1) Tarieven staan in euro's per meter, per etmaal of een deel daarvan.
Waar geen tarief is ingevuld is gebruik van de kade door de betreffende categorie resp. tariefstelling niet aan de orde resp. van toepassing.
(2) Voor de eerste 24 uur bedraagt het kadegeld € 0,24.
(3) Voor de eerste 10 dagen bedraagt het kadegeld € 1,35.
(4) Voor de eerste 7 dagen inclusief zon- en feestdagen bedraagt het kadegeld € 0,39.
(5) Van maandag 12.00 uur tot vrijdag 12.00 uur vrijgesteld van kadegeld.
(6) Voor de eerste 7 dagen inclusief zon- en feestdagen vrijgesteld van kadegeld.