Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Harlingen

Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen enbelanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHarlingen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening inzake de wijze waarop ingezetenen enbelanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken 2005
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-12-200516-10-2013Onbekend

21-12-2005

Onbekend

-

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen enbelanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken 2005

 

DE RAAD VAN DE GEMEENTE HARLINGEN;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 november 2005;

gelet op artikel 150 van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

 

I. in te trekken zijn besluit van 14 januari 1998, tot vaststelling van “de verordening over

de wijze, waarop ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en

rechtspersonen bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken”

(de Inspraakverordening);

 

II. vast te stellen de “Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en

belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken”

(Inspraakverordening 2005);

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

a. inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de

voorbereiding van gemeentelijk beleid;

b. inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;

c. beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of

wijzigen van beleid.

 

Artikel 2 Onderwerp van inspraak

1. Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak

wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid.

2. Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.

3. Geen inspraak wordt verleend:

a. ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld

beleidsvoornemen;

b. indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

c. indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het

bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

d. inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en

belastingen, bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

e. indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat

inspraak niet kan worden afgewacht;

f. indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de

verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de

samenleving.

 

Artikel 3 Inspraakgerechtigden

Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

 

Artikel 4 Inspraakprocedure

1. Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht

van toepassing.

2. Het bestuursorgaan kan voor één of meer beleidsvoornemens een andere

inspraakprocedure vaststellen.

 

Artikel 5 Eindverslag

1. Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

2. Het eindverslag bevat in elk geval:

a. een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;

b. een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of

schriftelijk naar voren zijn gebracht;

c. een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt

aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het

beleidsvoornemen wordt overgegaan.

3. Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

4. De burgemeester vermeldt het eindverslag in zijn burgerjaarverslag.

 

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt zes weken na de dag van bekendmaking in werking.

Vastgesteld door de raad in zijn

vergadering van 21 december 2005.

, de voorzitter.

, de raadsgriffier.