Organisatie | Harlingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Parkeerverordening 2012 |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-08-2013 | Onbekend | 12-10-2011 Onbekend | - |
Afdeling I. Definities en begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van eenmotorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de WVW 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven dan wel degene, die middels een leasecontract of werkgeversverklaring aan kan tonen houder te zijn;
Afdeling II. Plaatsen voor vergunninghouders, vergunningen en vergunningbewijzen
Een vergunning kan worden verleend aan:
de eigenaar of houder van een motorvoertuig wanneer deze woont in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, te noemen bewonersvergunning; − Per woonadres binnen gebied Centrum worden maximaal 2 bewonersvergunningen verleend. Voor eventuele extra motorvoertuigen kan een bewonersvergunning voor gebied Kwartieren worden verleend.
de eigenaar of houder van een motorvoertuig wanneer deze een beroep of bedrijf uitoefent, terwijl het vestigingsadres ligt in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en aantoont dat het in het belang van diens beroeps- of bedrijfsuitoefening, waarbij op basis van de voorzienbaarheid, planbaarheid, samenvoegbaarheid van het autogebruik ten behoeve van het bedrijf alsmede de aard van de te vervoeren goederen (vies, vers, vuil), noodzakelijk is in dat gebied een voertuig te parkeren, te noemen bedrijfsvergunning; − Het college van burgemeester en wethouders neemt in het uitvoeringsbesluit een lijst op met branches welke in aanmerking komen voor een bedrijfsvergunning; − Een bedrijfsvergunning kan daarnaast worden verleend aan bouw gerelateerde bedrijven, welke werkzaamheden uitvoeren in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn.
degene die bedrijfsmatig en tegen betaling nachtverblijf biedt aan personen, ten behoeve van het parkeren van het motorvoertuig van die personen, terwijl het vestigingsadres ligt in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, te noemen toeristenvergunning;
de eigenaar of houder van een motorvoertuig wanneer deze als werknemer werkzaam is bij een bedrijf gevestigd in het gebied waar parkeerapparatuuren/ of belanghebbendenplaatsen aanwezig zijn en die wil parkeren op de in het betreffende gebied aanwezige belanghebbendenplaatsen, te noemen werknemersvergunning;
de eigenaar van een bestaand stallingsbedrijf, die ook als zodanig in het bestemmingsplan is opgenomen, terwijl het vestigingsadres ligt in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, te noemen stallingsbedrijvenvergunning;
de organisator van evenementen, terwijl het evenementenadres ligt in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en aantoont dat het in het belang van het evenement noodzakelijk is in dat gebied een voertuig te parkeren, te noemen evenementenvergunning;
Het college van burgemeester en wethouders kan aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte. Aan een vergunning kan het college van burgemeester en wethouders voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer, waaronder mede wordt begrepen het stimuleren van selectief autogebruik.
Het college van burgemeester en wethouders kan een vergunning intrekken of wijzigen:
a. op verzoek van de vergunninghouder;
b. wanneer de vergunninghouder niet meer woonachtig is of geen beroep of bedrijf
meer uitoefent in het gebied, waarvoor de vergunning is verleend;
c. wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant
waren voor het verlenen van de vergunning;
d. wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te
e. wanneer de vergunninghouder niet of niet tijdig aan zijn betalingsverplichting voor
zijn vergunning heeft voldaan;
f. wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning
g. wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn
h. wanneer de vergunninghouder zijn vergunning vervalst of ter vervalsing heeft
1. Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een
belanghebbendenplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een
motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden:
b. zonder dat het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van de voor dat
motorvoertuig afgegeven vergunning;
c. in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften.
2. Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van het
Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan wel met
andere munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan
1. Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, te plaatsen of te
a. op een parkeerapparatuurplaats;
b. op een belanghebbendenplaats.
2. Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze
tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een
normaal gebruik daarvan wordt belemmerd of verhinderd.
3. Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van het