Organisatie | Harlingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening winkeltijden gemeente Harlingen 2012 |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-07-2015 | Onbekend | 14-12-2011 Onbekend | - |
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. de wet: de Winkeltijdenwet;
b. winkel: een winkel als bedoeld in artikel 1 van de wet;
c. feestdag: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste
1. Het college beslist op een aanvraag om een ontheffing binnen acht weken.
2. Het college kan de beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen.
1. Een ontheffing op grond van deze verordening is overdraagbaar na verkregen toestemming
2. In geval van een voorgenomen overdracht doet de houder van de ontheffing hiervan
onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college onder vermelding van de naam en het
Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:
a. ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;
b. veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten dit noodzakelijk maken in verband met
het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;
c. het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel gevaar
oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;
d. de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;
e. van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij
gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;
1. De verboden genoemd in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b van de wet, gelden niet
op ten hoogste twaalf, door het college aan te wijzen, zondagen of feestdagen per
2. Deze bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.
1. Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder
a en b van de wet genoemde verboden aan winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en
drinkwaren plegen te worden verkocht met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel
1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet.
2. Het college kan de ontheffing voor ten hoogste één winkel verlenen.
3. Aan de ontheffing worden in elk geval het volgende voorschrift verbonden:
a. de winkel dient gesloten te zijn tussen 0.00 uur en 16.00 uur.
4. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woonsituatie of de leefsituatie, de veiligheid of
de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt
1. Het college kan voor wat betreft zondagen of feestdagen ontheffing verlenen van de in artikel
2 van de wet genoemde verboden, ten behoeve van:
a. bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;
b. het uitstallen van goederen;
c. tentoonstellingen in kunstateliers en galeries
2. De ontheffing kan worden verleend in geval van feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen of
De vrijstelling, bedoeld in artikel 12, eerste lid van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet, geldt
1. Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste
2. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woonsituatie of de leefsituatie, de veiligheid of
de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt
De verboden, bedoeld in artikel 2, eerste lid van de wet gelden, om reden van op de gemeente
gericht toerisme, voor zover zij betrekking hebben op de zondagen en de feestdagen, niet
a. voor het gehele grondgebied van de gemeente;
b. gedurende de periode 1 januari tot en met 31 december;
c. op zon- en feestdagen van 12.00 uur tot 18.00 uur;
d. voor de verkoop van de alle mogelijke soorten van artikelen.
Nota-toelichting 1 Algemene toelichting
Op 1 juni 1996 is de Winkeltijdenwet tezamen met het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet in
werking getreden. Deze wet stelt ruimere regels voor de openingstijden van winkels dan zijn
voorganger, de Winkelsluitingswet 1976.
De tekst van de Winkeltijdenwet en het bijbehorende Vrijstellingenbesluit zijn gepubliceerd in het
Staatsblad van 28 maart 1996, onder nummer 182 en 183. In 2010 is een wijziging van de
Winkeltijdenwet door de Eerste Kamer in goedgekeurd. Deze wijziging heeft tot doel een
inkadering te geven van de bevoegdheid om toeristische gebieden aan te wijzen, waar de winkels
op alle zon- en feestdagen open mogen zijn. Het gaat om een aantal extra eisen aan de
besluitvorming en een aanscherping van de bevoegdheid op grond van artikel 3, derde lid, onder
a, van de wet. Verder worden door deze wetswijziging de vrijstellingen die de raad op basis van dit
artikel bij verordening kan geven, vatbaar voor bezwaar en beroep bij het College van Beroep voor
Uitgangspunten gewijzigde Winkeltijdenwet
In concreto komen deze uitgangspunten neer op het volgende.
a. Op maandag t/m zaterdag, de werkdagen, is openstelling van winkels toegestaan tussen 06.00
en 22.00 uur. Gemeenten mogen tijdens deze uren geen beperkingen opleggen aan de
b. Aan het aantal openingsuren per winkel per week is geen maximum verbonden.
c. Tijdens de nachturen van 22.00 tot 06.00 uur is winkelopening op werkdagen niet toegestaan.
Gemeenten kunnen echter vrijstellingen of ontheffingen van deze verplichte winkelsluiting
verlenen. Op Goede Vrijdag, Kerstavond (24 december) en. Dodenherdenking (4 mei) moeten
de winkels vanaf 19.00 uur dicht zijn.
d. Op zon- en feestdagen is winkelopening niet toegestaan. Voor maximaal 12 zon- en
feestdagen per kalenderjaar kan de gemeente vrijstelling of ontheffing van deze verplichte
sluiting verlenen. De Winkeltijdenwet merkt in dit verband als feestdagen aan: Nieuwjaarsdag,
tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag.
e. Winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk levensmiddelen worden verkocht (in de praktijk gaat
het vaak om supermarkten) kunnen ontheffing krijgen om op zon- en feestdagen vanaf 16.00
uur open te zijn. Ze moeten dan wel op alle zon- en feestdagen voor 16.00 uur dicht zijn, ook
als die als koopzondag zijn aangewezen. Belangrijk is ook dat er in een gemeente maar één
ontheffing per 15.000 inwoners mag worden verleend.
f. De raden kunnen bij verordening vrijstelling verlenen van de verplichte winkelsluiting op zonen
feestdagen in verband met op de gemeente of een deel daarvan gericht autonoom
toerisme. Zoals hiervoor vermeld wordt deze bevoegdheid door het wetsvoorstel 31728 nader
De Winkeltijdenwet is niet alleen van toepassing op winkels: het is op de in artikel 2, eerste lid, van
de wet bedoelde dagen en tijden ook verboden om in de uitoefening van een bedrijf (anders dan
in een winkel) goederen te koop aan te bieden of te verkopen aan particulieren. Dit volgt uit artikel
Als algemene regel geldt dat op zon- en feestdagen de winkels gesloten zijn. Hierop bestaat een
aantal uitzonderingen in de vorm van vrijstellings- en ontheffingsmogelijkheden. Hiermee kan het
gemeentebestuur ook buiten de wettelijk geregelde sluitingstijden winkelopening toestaan. Deze
bevoegdheden kunnen worden ingedeeld in de volgende vier categorieën.
De gemeentelijke bevoegdheden op werkdagen behelzen feitelijk de mogelijkheid om ook na
22.00 uur winkelopening toe te staan (art. 7 van de Winkeltijdenwet). De
winkeltijdenverordening moet in een grondslag voorzien om de detailhandelsactiviteiten
mogelijk te maken die na 22.00 uur op werkdagen plaatsvinden. Dat is gebeurd in artikel 9 van
2. Bevoegdheden op zon- en feestdagen en 19-uurdagen:
De gemeenteraad heeft op grond van artikel 3, eerste lid, Winkeltijdenwet de bevoegdheid om
per kalenderjaar maximaal twaalf zondagen of feestdagen als koopzondag aan te wijzen. Deze
bevoegdheid geldt per deel van de gemeente afzonderlijk en kan worden overgedragen aan
het college van burgemeester en wethouders. Ook kan de raad het college van burgemeester
en wethouders een ontheffingsbevoegdheid toekennen.
Artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a, Winkeltijdenwet bepaalt dat de winkels op zondag
gesloten moeten zijn. In het eerste lid, onder b, wordt een aantal andere dagen genoemd
waarop de winkels gesloten moeten zijn, namelijk Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag,
Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag. Deze dagen zijn in
artikel 1 van de verordening gedefinieerd als feestdagen. Daarnaast noemt artikel 2, eerste
lid onder b, van de Winkeltijdenwet nog drie dagen waarop de winkels gesloten moeten
zijn vanaf 19.00 uur: Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december. Deze dagen vallen dus niet
onder het begrip feestdagen. In deze toelichting worden ze verder aangeduid als “19-
Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en
tweede Kerstdag zijn ook in artikel 1 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet
Artikel 3, eerste lid, van de Winkeltijdenwet noemt als dagen die als koopzondag kunnen
worden aangewezen naast de zondagen alleen de hiervoor vermelde feestdagen
Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en
tweede Kerstdag. Daaruit volgt dat de 19uurdagen niet als koopzondag kunnen worden
aangewezen indien zij op een zondag vallen.
3. Bevoegdheden voor specifieke situaties:
De gemeente heeft de bevoegdheid om bij verordening een vrijstelling te verlenen van het
verbod om op zon- en feestdagen open te zijn vanwege op de gemeente of een deel daarvan
gericht autonoom toerisme (artikel 3, derde lid, onder a). Deze vrijstelling kan worden verleend
voor de gehele gemeente of een deel daarvan. Hierbij geldt de wettelijke voorwaarde dat de
lokale aantrekkingskracht voor toeristen niet wordt bepaald door de (vrijgestelde)
winkelopening. Deze bevoegdheid is uitgewerkt in artikel 10 van de verordening.
De wet voorziet in artikel 3, vierde lid, in een bevoegdheid van de gemeenteraad om in een
verordening een bevoegdheid aan het college van burgemeester en wethouders toe te
kennen om aan winkels die uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren verkopen een
ontheffing te verlenen voor opening op zon- en feestdagen vanaf 16.00 uur. Per 15.000
inwoners van de gemeente mag slechts één winkel worden aangewezen. In gemeenten
met minder dan 15.000 inwoners mag aan één winkel een dergelijke ontheffing worden
verleend. Deze bepaling komt in plaats van de avondwinkelbepaling in de
Winkelsluitingswet 1976. Net als onder de Winkelsluitingswet 1976 moeten deze winkels
zich uitsluitend of hoofdzakelijk richten op de verkoop van eet- en drinkwaren, met
uitzondering van sterke drank in de zin van artikel 1 van de Drank en Horecawet. Het gaat
in de praktijk vaak om supermarkten. Doordat artikel 3, vierde lid van de Winkeltijdenwet
verwijst naar artikel 2, tweede lid onder a en b, kan een dergelijke supermarkt dus op
zondagen, feestdagen en op 19uur dagen geopend zijn. Zie verder de toelichting bij artikel
Winkels die een ontheffing op grond van artikel 3, vierde lid, hebben mogen op werkdagen
ook op de reguliere winkeltijden, dus tussen 06.00 uur en 22.00 uur, onbeperkt geopend
zijn. Daarnaast kan nog vrijstelling of ontheffing worden verleend voor de uren tussen
22.00 uur en 06.00 uur (artikel 7 Winkeltijdenwet). De betrokken winkels moeten echter wel
op alle zon- en feestdagen gesloten zijn tot 16.00 uur. Dit geldt dus ook voor die zon- en
feestdagen die als koopzondag zijn aangewezen.
Daarnaast heeft de gemeente de mogelijkheid om voor grensoverschrijdend verkeer een
vrijstelling te verlenen aan winkels in de nabijheid van grensovergangen langs daarop
aansluitende doorgaande wegen.
Het college heeft op grond van artikel 4, eerste lid, van de wet de bevoegdheid om bij
plotseling opkomende bijzondere omstandigheden een vrijstelling van de verplichte
winkelsluiting te verlenen. Daarnaast kan de raad het college in bij de verordening
aangewezen gevallen de bevoegdheid toe kennen op verzoek een ontheffing verlenen bij
bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard en voor het uitstallen van goederen. Zie
daarover ook de toelichting bij artikel 7.
Het college kan op grond van artikel 6 van de Winkeltijdenwet op verzoek een ontheffing
verlenen voor de openstelling van de winkel op zondag aan winkeliers die tot een
kerkgenootschap behoren dat de wekelijkse religieuze rustdag op een andere dag dan de
zondag houdt. Deze winkeliers moeten dan wel op hun eigen religieuze rustdag hun
Alle op grond van de wet en de verordening te verlenen vrijstellingen en ontheffingen kunnen
onder beperkingen worden verleend; ook kunnen er voorschriften aan worden gebonden. Aan
de ontheffingen op grond van artikel 3, vierde lid, en op grond van artikel 7 van de
Winkeltijdenwet (avondopenstelling op zondag respectievelijk op werkdagen) kan
bijvoorbeeld de beperking worden verbonden dat er na een bepaald tijdstip geen
alcoholhoudende drank mag worden verkocht (CBB 18-03-2009, AWB 08/802 S2, Zaanstad)
Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet
In het Vrijstellingenbesluit worden aan enkele vormen van detailhandel landelijke
vrijstellingen verleend van de openingsverboden uit de Winkeltijdenwet. Hierbij worden landelijke
vrijstellingen voor de gehele week en landelijke vrijstellingen voor de zondagen en de feestdagen
onderscheiden. Voor de detailhandelsactiviteiten van de laatste categorie kunnen voor de
werkdagen op lokaal niveau vrijstellingen en ontheffingen worden verleend. De twee categorieën
zijn hieronder nader uitgewerkt.
Aan dit onderscheid ligt de keuze ten grondslag om het zwaartepunt bij de mogelijkheid voor het
verlenen van vrijstellingen bij de gemeenten te leggen. Voor een beperkt aantal
detailhandelsactiviteiten wordt de vrijstelling gedurende de gehele week echter van zo groot
landelijk belang geacht, dat hiervoor landelijke vrijstellingen zijn opgenomen. Het gaat om de
detailhandel in instellingen voor de volksgezondheid, verkeer en vervoer en de verkoop van
nieuwsbladen en tijdschriften. Omdat de bevoegdheid van gemeenten om detailhandel op zonen
feestdagen toe te staan beperkt blijft tot twaalf dagen per jaar, geeft het besluit ook landelijke
vrijstellingen voor enkele soorten detailhandel die van oudsher op zon- en feestdagen plaatsvindt.
Het gaat deels om winkels die gewoonlijk ook op werkdagen na 22.00 uur geopend zijn. Om de
openstelling van deze winkels dan mogelijk te maken, kan in de verordening een vrijstelling of
mogelijkheid voor het verlenen van een ontheffing worden opgenomen.
1. Vrijstellingen voor zon- en feestdagen en werkdagen
De vrijstellingen die voor de hele week gelden zijn alleen van toepassing op:
a. Instellingen van volksgezondheid (apotheken en winkels in en op het terrein van
ziekenhuizen en verpleeghuizen). Het college krijgt daarbij de bevoegdheid om op
verzoek een ontheffing te verlenen voor verkooppunten van uitsluitend of
hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften,
alsmede bloemen en planten, op ten hoogste 250 meter afstand van de
publieksingang van een ziekenhuis of verpleeghuis. Deze ontheffing mag gelden vanaf
een half uur voor de aanvang van de bezoektijden tot het einde daarvan.
b. Instellingen van verkeer en vervoer (winkels in NS-stationsgebouwen,
luchtvaartterreinen voor intercontinentaal verkeer, shops in benzinestations en
wegrestaurants en verkoop ten behoeve van de beroepsscheepvaart). Het college
krijgt daarbij de bevoegdheid op verzoek een ontheffing te verlenen aan winkels
gericht op reizigers in een gebouw voor een knooppunt van openbaar vervoer of voor
het verkopen van bloemen en planten op een afstand van ten hoogste 100 meter
c. Instellingen voor de verkoop van nieuwsbladen en tijdschriften.
2. Vrijstellingen uitsluitend voor zon- en feestdagen
Vrijstellingen voor uitsluitend de zon- en feestdagen worden in dit besluit verleend voor:
a. Bepaalde winkels (musea; winkels waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie
geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, via een automaat, tabak en
tabaksproducten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband
worden verkocht; videotheken, mits geen andere goederen te koop worden
aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede
tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden
b. Openstelling van winkels anders dan voor verkoop, indien noodzakelijk voor het
betreden van een restaurant of lunchroom en voor fietsenwinkels voor zover
noodzakelijk voor het huren van fietsen en bromfietsen.
c. Straatverkoop van eetwaren voor directe consumptie en alcoholvrije dranken. Indien
de plaatselijke omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan de raad bij verordening
bepalen dat deze vrijstelling niet geldt voor de betrokken gemeente of een of meer
delen daarvan. Daarin is voorzien in artikel 8 van de verordening.
d. Verkoop van bloemen en planten gedurende de openingstijden op een afstand van
ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats.
e. Verkoop van rechtstreeks verband houdende goederen bij voorstellingen,
uitvoeringen of evenementen van culturele aard vanaf een uur voor aanvang tot een
f. Verkoop van rechtstreeks verband houdende goederen in of op het terrein van
sportcomplexen gedurende de openingstijden van die sportcomplexen.
g. Winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eeten
drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften, alsmede bloemen en
h. Winkels in fotoartikelen, indien betreden noodzakelijk is voor het maken van
portretfoto's ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie.
i. Verkoop van bloemen en planten op dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden
j. Verkoop van brood en gebak dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de
Ramadan houden, en wel tussen twee uur vóór zonsondergang tot zonsondergang
gedurende de Ramadan, mits in die winkel dat brood en gebak ook pleegt te worden
verkocht buiten de periode van de Ramadan.
k. Verkoop van eetwaren voor directe consumptie en alcoholvrije dranken, religieuze
artikelen en souvenirs, alsmede bloemen en planten, in de directe omgeving van een
bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht.
l. Verkoop van feestartikelen op zondag waarop carnaval wordt gevierd, vanaf 12.00 uur
en op zon- en feestdagen waarop in de gemeente een kermis wordt gehouden,
gedurende de openingstijden van die kermis.
De controle op de naleving van de regels is in eerste instantie een taak van de plaatselijk bevoegde
politie in overleg met de gemeente. De Belastingdienst/FIOD-ECD wordt daarbij ingeschakeld als
er een landelijke coördinatie vereist is. Uiteraard is ook bestuursrechtelijke handhaving mogelijk.
Over de handhaving van de Winkeltijdenwet heeft de Minister van Economische Zaken op 22
december 2006 een brief naar alle gemeenten gestuurd. Over de samenloop van strafrechtelijke en
bestuursrechtelijke handhaving heeft de VNG nadere informatie gegeven. Deze is te vinden op de
website van de VNG, http://www.vng.nl/eCache/DEF/62/907.html.
Voor de definitie van winkel wordt verwezen naar artikel 1 van de Winkeltijdenwet. Daarin is een
winkel gedefinieerd als: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin goederen aan
particulieren plegen te worden verkocht.
Voor de omschrijving van het begrip feestdag is aansluiting gezocht bij artikel 2, eerste lid onder b
van de Winkeltijdenwet. In de wet is geen definitie opgenomen van feestdag, maar worden de
volgende dagen genoemd als dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn (naast de zondag):
Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede
Kerstdag. Deze dagen zijn in artikel 1 van de verordening gedefinieerd als feestdag. Daarnaast
noemt artikel 2, eerste lid onder b van de Winkeltijdenwet nog drie dagen waarop de winkels
gesloten moeten zijn vanaf 19.00 uur: Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december. Deze dagen vallen
dus niet onder het begrip feestdag in de verordening.
Door in de verordening het begrip feestdag te definiëren, kan waar nodig worden volstaan met het
woord “feestdag” of “feestdagen” en hoeven niet steeds alle dagen bij naam genoemd te worden.
Koninginnedag en Bevrijdingsdag (5 mei) zijn, voor zover deze dagen niet op zondag vallen, in de
wet niet aangemerkt als een dag waarop de winkels gesloten moeten zijn.
Aangesloten is bij een redelijke termijn zoals deze in de Algemene wet bestuursrecht is geregeld
Artikel 3. Overdracht van de ontheffing
De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van het college. De
ontheffing kan aan een (rechts)persoon worden verleend als het gaat om straatverkoop als
bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Winkeltijdenwet. Als het om een winkel gaat, heeft de
ontheffing naar zijn aard betrekking op het pand waarin het winkelbedrijf wordt uitgeoefend. Als
het om een ontheffing voor straatverkoop gaat biedt de tussenkomst het college de gelegenheid
om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger. Als het gaat om overdracht van het
winkelpand aan een ander rechthebbende, moet het college kunnen toetsen of de ontheffing in
stand kan blijven of dat er eventueel andere voorschriften aan moeten worden verbonden. Er kan
immers sprake zijn van een heel ander soort winkel dan voorheen.
Artikel 4. Intrekken of wijzigen van de ontheffing
De bevoegdheid om ontheffingen te verlenen, impliceert automatisch ook de bevoegdheid om
deze in te trekken of te wijzigen. De omstandigheden waaronder worden in dit artikel geregeld.
Artikel 5. Zon- en feestdagenregeling (koopzondagen)
Dit artikel is een uitwerking van artikel 3, tweede lid, Winkeltijdenwet, dat de raad de mogelijkheid
geeft de bevoegdheid die in het eerste lid aan de raad wordt gegeven, te delegeren aan het
college. Dit is wel een beperkte delegatie: de raad zelf verleent vrijstelling, B&W bepalen wanneer
die precies geldt door het aanwijzen van maximaal 12 koopzondagen per jaar.
Artikel 6. Openstelling van avondwinkels op zon- en feestdagen
Dit artikel van de verordening steunt op artikel 3, vierde lid, van de Winkeltijdenwet. Hiermee is
voldaan aan de wettelijke verplichting dat maximaal één avondwinkel per 15.000 inwoners is
toegestaan. De redactie van lid 3 maakt het mogelijk om ook andere voorschriften aan de
ontheffing te verbinden. Zo kan bijvoorbeeld aan de ontheffing het voorschrift worden verbonden
dat na een bepaald tijdstip geen alcoholhoudende dranken meer mogen worden verkocht. Dit
wordt situationeel en per aanvraag bekeken.
Artikel 7. Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situaties
Dit artikel steunt op artikel 4, tweede lid, Winkeltijdenwet. Aangezien de Winkeltijdenwet in artikel
7, eerste lid een directe bevoegdheid verleent aan het college om vrijstelling te verlenen op grond
van plotseling opkomende bijzondere omstandigheden hoeft deze mogelijkheid niet afzonderlijk
te worden genoemd in de verordening. Wel worden hier op grond van het tweede lid van artikel 4
van de Winkeltijdenwet de gevallen aangewezen waarin ontheffing kan worden verleend ten
behoeve van bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard.
Uit de bewoordingen van artikel 4, eerste lid, van de Winkeltijdenwet in relatie tot die van 3, vierde
lid volgt dat deze ontheffing zowel op aanvraag als ambtshalve kan worden verleend.
Artikel 8. Verbod straatverkoop van bepaalde goederen op zon- en feestdagen
De vrijstelling die hier wordt bedoeld betreft het te koop aanbieden en verkopen van voor directe
consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken. In de vorige versie van de verordening
was deze bevoegdheid gedelegeerd aan het college. De bevoegdheidgrondslag ontbreekt
hiervoor echter in het Vrijstellingenbesluit en ook in de Winkeltijdenwet. Op grond van art 10.15
van de Algemene wet bestuursrecht is delegatie alleen mogelijk als daartoe bij wettelijk voorschrift
is voorzien. De raad dient daarom zelf gebieden aan te wijzen waar straatverkoop op zon- en
feestdagen niet is toegestaan. In deze verordening geldt de betreffende vrijstelling niet binnen het
gehele gebied van de gemeente.
Artikel 9. Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur (nachtwinkels)
Dit artikel steunt op artikel 7, tweede lid, van de Winkeltijdenwet. Er is overeenkomstig de
voorgaande verordening sprake van een ontheffingenstelsel. Er geldt een algemeen verbod
waarvan ontheffing kan worden verleend. De bevoegdheid ligt bij het college. Per aanvraag is een
afweging mogelijk of de gewenste openstelling zich verhoudt met belangen van de woon- en
leefomgeving, de veiligheid en de openbare orde. De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder
beperkingen en voorschriften worden verleend.
De grondslag van het artikel in de verordening is artikel 3, derde lid, onder a van de
Winkeltijdenwet. De wet laat de keuze tussen het verlenen van vrijstelling door de raad of het op
basis van de verordening verlenen van ontheffing door burgemeester en wethouders.
De gewijzigde Winkeltijdenwet heeft het beleid aangescherpt in die zin dat er sprake moet zijn van
substantieel toerisme in de gemeente en dat de raad dan wel het college bij zijn besluit
nadrukkelijk de volgende belangen moet meewegen:
a. werkgelegenheid en economische bedrijvigheid in de gemeente, waaronder mede wordt
begrepen het belang van winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel,
b. de zondagsrust in de gemeente, en
c. de leefbaarheid, veiligheid en de openbare orde in de gemeente.
Verder bepaalt het wetsvoorstel dat bij de verordening een toelichting moet worden gevoegd
waarin wordt gemotiveerd dat er sprake is van toeristische aantrekkingskracht van de gemeente of
het gebied in kwestie. De toelichting moet verder expliciet de belangen beschrijven die bij de
besluitvorming zijn betrokken, in elk geval die belangen die hiervoor onder a, b en c zijn genoemd.
In artikel 10 van de verordening heeft de raad op gronden van autonome toeristische
aantrekkingskracht (zie kader) besloten de openstelling zo ruim mogelijk te maken. Dat betekent
dat alle winkels binnen de gemeente, gedurende het hele jaar op zon- en feestdagen geopend
mogen zijn van 13.00 uur tot 18.00 uur en dat zij alle soorten van artikelen mogen verkopen. Dit is
de meest ruime interpretatie die mogelijk moet worden geacht.
Op grond van de gewijzigde Winkeltijdenwet is het verplicht een toelichting bij de verordening te
voegen, waarin de belangen zijn beschreven die bij de besluitvorming zijn betrokken. In het kader
hieronder is deze afweging verwoord.
Gemeente Harlingen als autonoom toeristisch gebied
Geconcludeerd wordt dat sprake is van toerisme van een substantiële omvang in de gemeente
Harlingen. De overwegingen betreffende de werkgelegenheid, zondagsrust en aspecten van
leefbaarheid, veiligheid en openbare orde worden hieronder nader uitgewerkt.
Er zit groei in de werkgelegenheid in de toeristische sector van (gemeten van 2004 tot 2009). In
2008 is de werkgelegenheid in de R&T sector 12.6 % van de totale werkgelegenheid in gemeente
Harlingen. De detail en horeca bevat 24% van de totale werkgelegenheid in gemeente Harlingen.
Hiermee wordt aangetoond dat de toeristische sector van wezenlijk belang is voor de
Aan de Harlinger Ondernemersvereniging is gevraagd een reactie te geven over het belang van
winkeliers en winkelpersoneel in het kader van zondagsopenstelling. Middels een brief (datum 26
juni 2011) stellen zij voor om aan het winkelbestand in de gemeente Harlingen ontheffing te
verlenen voor de zondag na 12.00 uur. Dat in de verordening uiteindelijk is gekozen voor 13.00 uur
heeft te maken met de zondagswet.
Gemeten in 2008 betreft de werkgelegenheid in de R&T sector 12.6 % van de totale
werkgelegenheid in gemeente Harlingen met een aantal overnachtingen naar schatting 130.000 in
Daarnaast blijkt dat uit het ‘Consumentenonderzoek toerisme 2009’ uitgevoerd door Toerdata
Noord, datacentrum voor recreatie en toerisme (2010) het volgende:
Top 10 bezochte plaatsen door verblijfstoeristen in de provincie Friesland
Harlingen staat op plaats 5 (2009)
Top 5 bezochte plaatsen verblijfstoeristen in Friesland naar regio _ IJsselmeerkust
Harlingen staat op plaats 3 (2009)
Top 5 bezochte plaatsen verblijfstoeristen in Friesland naar regio _ overig
Friesland, Harlingen staat op plaats 4 (2009)
Top 10 verbeterpunten dagtoeristen in provincie Friesland ( 2009)
Toelichting bij vergelijking top 10 activiteiten dagtoeristen 2000 – 2009:
‘Fietsen’ is al jaren de meest ondernomen activiteit door dagtoeristen. ‘Winkelen’ als activiteit
wordt in Noord-Nederland steeds meer ondernomen.
Suggesties (slechtweer) voorzieningen dagtoeristen (2009) in provincie Friesland
Bezoekersmotieven van dagtoeristen provincie Friesland (2009)
Winkels en funshoppen 5% - hoogste notering 8%
Activiteiten dagtoeristen in provincie Friesland (provincie als zijn geheel genomen)
Toelichting bij regio IJsselmeerkust:
In deze regio wordt er veel gefietst en wordt er relatief veel gezwommen. De bezoekers geven ook
aan relatief vaak te winkelen.
Gekeken naar de bovenstaande feiten wordt geconcludeerd dat er sprake is van toerisme van een
substantiële omvang in de gemeente Harlingen. Daarnaast blijkt uit de cijfers dat de bezoekers
winkelen niet als hoofdactiviteit hebben. Wel wordt ‘winkelen’ als verbeterpunt en suggestie voor
slechtweervoorziening genoemd. Daaruit kan men concluderen dat de winkelopening op zondag
ter ondersteuning dient van het toerisme.
Zondagsrust is een onderdeel van het geloof zoals dit onder bepaalde groepen christenen in
gebruik is. Het houdt in dat zij de zondag zien als een gewijde rustdag, die uitsluitend bedoeld is
voor rust, overdenking, bijbellezing en kerkgang. In Nederland wordt vooral in de gereformeerde
gezindte de zondagsrust in acht genomen. De zondagsrust speelt echter ook een rol buiten de
gereformeerde gezindte en is daarom mee genomen in de wetgeving.
In Nederland is de zondagsrust geregeld in de Zondagswet en de Winkeltijdenwet. De Zondagswet
is een onderdeel van de Nederlandse wetgeving waarin de zondagsrust geregeld wordt. De wet
kwam tot stand op 15 oktober 1953 (wettekst nog steeds geldend) in aanvulling op de
Winkeltijdenwet. Bij het opstellen van een nieuwe verordening moet daarom rekening gehouden
De Zondagswet beperkt een aantal niet-godsdienstgebonden activiteiten. Tegelijkertijd is er ook
ruimte voor activiteiten. Door het verlenen van toestemming aan het winkelbestand van gemeente
Harlingen komt de Zondagswet niet in het geding en daarmee blijft ook de zondagsrust
Als de winkels vanaf 13.00 uur geopend worden wordt voldaan aan artikel 4.1 (zie memorie van
toelichting). Daarbij speelt mee dat het openstellen van winkels niet voor geluidsoverlast zorgt. Zo
kan ook aan artikel 3.1 voldaan worden (zie memorie van toelichting).
c) Leefbaarheid, veiligheid en openbare orde
Afstemming heeft plaatsgevonden met de ambtenaar openbare orde en veiligheid en de politie
omtrent aspecten van leefbaarheid, veiligheid en openbare orde. Vanuit deze zijde zijn geen
belemmeringen genoemd. Met andere woorden: vanuit oogpunt van leefbaarheid, veiligheid en
openbare orde kan ingestemd worden met een ruime regeling voor openstelling op zondag.
Binnen een goed functionerende beleidscyclus is het gebruikelijk dat het nieuwe beleid wordt
geëvalueerd. Bij de eerstvolgende evaluatie worden de aspecten van openbare orde en veiligheid
Artikel 11. Intrekking voorgaande regeling
De voorgaande “Verordening winkelsluiting Harlingen” van 14 augustus 1996 moet worden
In de verordening is gekozen voor een vaste datum van inwerkingtreding, zijnde 1 januari 2012.
Dat is duidelijker en later makkelijker terug te vinden dan een afzonderlijk besluit van het college.
Na inwerkingtreding van de wijziging van de Winkeltijdenwet per 1 januari 2011 hadden de
gemeentebesturen nog een jaar de tijd om hun vrijstellingen en ontheffingen in verband met de
toeristische aantrekkingskracht te heroverwegen, te onderbouwen en te voorzien van de
toelichting die het nieuwe lid 7 van artikel 3 voorschrijft.
Deze verordening voorziet daarin en met de inwerkingtreding van de verordening per 1 januari
2012, wordt voldaan aan de overgangstermijn.
Om duidelijk te maken dat het hier om een nieuwe verordening gaat, is via artikel 11 de
voorgaande verordening ingetrokken en is een nieuwe verordeningsnaam gekozen waarin zowel