Organisatie | Simpelveld |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke participatie WWB gemeente Simpelveld |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke participatie WWB |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
De verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2012.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-07-2012 | 01-01-2012 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 24-05-2012 Weekblad d’r Troebadoer, 03-07-2012 | R, 24-05-12 |
De raad van de gemeente Simpelveld
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 mei 2012, met overneming van de daarin vermelde motieven;
gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel g, artikel 8 lid 2 onderdeel d en artikel 35 lid 5 van de Wet werk en bijstand;
Vast te stellen: de Verordening maatschappelijke participatie WWB gemeente Simpelveld.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Ten laste komend kind: het kind jonger dan 18 jaar voor wie aan de alleenstaande ouder of de gehuwde op grond van artikel 18 van de Algemene Kinderbijslagwet kinderbijslag wordt betaald, zal worden betaald of zou worden betaald indien artikel 7, tweede lid, van die wet niet van toepassing zou zijn, zoals genoemd in artikel 4 lid 1 sub e van de Wet;
Algemene toelichting Verordening maatschappelijke participatie WWB
Kinderen moeten in hun kansen en mogelijkheden tot ontwikkeling niet worden belemmerd door de slechte financiële positie van hun ouders. Maatschappelijke participatie van een kind is van groot belang met het oog op zijn of haar kansen op een zelfredzame toekomst. De wetgever beoogt
inkomensondersteuning rechtstreeks aan zoveel mogelijk minderjarige kinderen van de doelgroep ten goede te late komen.
Artikel 8 lid 1 onderdeel g WWB bepaalt dat de gemeenteraad bij verordening regels moet stellen over het verlenen van categoriale bijzondere bijstand aan een persoon met een hem ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt met betrekking tot de kosten in verband met maatschappelijke participatie van dat kind. Hierbij moet in ieder geval worden bepaald op welke wijze invulling wordt gegeven aan het begrip maatschappelijke participatie’ (artikel 8 lid 2 onderdeel d WWB).
De verordening krijgt op voorhand geen structureel karakter. De effecten van de verordeningsplicht op de participatie van de betreffende doelgroep worden na twee jaar geëvalueerd. Vervolgens vindt een beoordeling plaats of het wel of niet wenselijk is om structureel te blijven verplichten om op het beleidsterrein van participatie van kinderen, regels in een verordening vast te leggen en is er een afwegingsmoment om te bezien hoe hiermee verder moet worden omgegaan.
Bij de verordening gaat het niet om specifieke kosten. De kosten hoeven niet te worden aangetoond om in aanmerking te komen voor deze financiële bijdrage. Het feit dat men valt onder de genoemde categorie is aanleiding om aan te nemen dat men die kosten gewoon heeft. Aanvragen om bijstand moeten in beginsel schriftelijk worden gedaan. Het ambtshalve toekennen van bijstand is alleen toegestaan bij wijze van hoge uitzondering. We zullen zo laagdrempelig mogelijk werken bij de aanvragen op grond van de Verordening maatschappelijke participatie. Indien mogelijk door de bekende verkorte procedure in te zetten (aanvraag en beschikking in één keer en betaling binnen 10 werkdagen).
Door de invoering van deze verordening hebben schoolgaande kinderen tot 18 jaar de mogelijkheid om maatschappelijk te participeren voor een bedrag van € 150,00 per kind per kalenderjaar. Deze doelstelling wordt ook gerealiseerd in de bestaande “Extra-geld-regeling” ad € 100,- per kind. Vandaar dat is gekozen om bij de uitvoering van de “Extra-geld-regeling” deze verordening als voorliggende voorziening te beschouwen voor kinderen tot 18 jaar die naar school gaan. Dit betekent dat deze kinderen € 50,00 per jaar meer gaan ontvangen voor maatschappelijke participatie dan nu het geval op grond van de “Extra-geld-regeling”.
Het betreft hier categoriale bijzondere bijstand waardoor op grond van artikel 46 lid 2 WWB deze bijstand niet vatbaar is voor beslag.
Artikelsgewijze toelichting Verordening maatschappelijke participatie WWB
Er is voor gekozen om een aantal begrippen die al zijn omschreven in de WWB, Awb of
de Gemeentewet voor de duidelijkheid toch afzonderlijk te definiëren in deze verordening met name het begrip belanghebbende als zijnde:
Belanghebbende: personen als omschreven in artikel 35 lid 5 van de wet, zijnde een persoon die:
Artikel 2. Maatschappelijke participatie
In artikel 8 lid 2 onderdeel d WWB is expliciet bepaald dat de gemeenteraad in de verordening maatschappelijke participatie regels moet stellen over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het begrip ‘maatschappelijke participatie’. In artikel 2 van deze verordening is aangegeven dat uitsluitend kosten in verband met maatschappelijke participatie van een ten laste komend kind in aanmerking komen voor bijstandsverlening op grond van deze verordening.
In artikel 3 zijn algemene voorwaarden opgenomen om in aanmerking te komen voor categoriale bijzondere bijstand zoals bedoeld in artikel 35 lid 5 WWB.
In artikel 3 lid 1 van deze verordening wordt voor de duidelijkheid verwezen naar de voorwaarden die volgen uit de wet.
In artikel 3 lid 2 van deze verordening is voorts bepaald dat uitsluitend kosten maatschappelijke participatie zoals bedoeld in artikel 1 lid 1 sub d in aanmerking komen voor categoriale bijzondere bijstand op grond van deze verordening. Hierbij kan worden gedacht aan de kosten van:
Artikel 4. Hoogte van de vergoeding
Er is geen limiet gesteld aan de te verstrekken voorzieningen. De categoriale bijzondere bijstand voor de kosten van maatschappelijke participatie is op grond van deze verordening gemaximaliseerd op
€ 150,00 per kind per kalenderjaar.
In artikel 5 eerste lid is opgenomen dat deze categoriale bijstand op aanvraag wordt verstrekt.
Het gaat niet om specifieke kosten. De kosten hoeven niet te worden aangetoond om in aanmerking te komen voor deze financiële bijdrage. Het feit dat u valt onder de genoemde categorie is aanleiding om aan te nemen dat u die kosten gewoon heeft.
Bijstand wordt op grond van artikel 44 WWB in principe niet verleend met terugwerkende kracht. Met betrekking tot deze regel is in het tweede lid van deze verordening een uitzondering gemaakt.
Dit wil zeggen dat bijstandsverlening met terugwerkende kracht beperkt mogelijk is tot 1 april volgend op het afgelopen kalenderjaar.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012, aangezien de gemeenteraad per deze datum verplicht is een verordening vast te stellen over het verlenen van categoriale bijzondere bijstand aan een persoon met een hem ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt met betrekking tot de kosten in verband met maatschappelijke participatie van dat kind.
In dit artikel is de citeertitel neergelegd van deze verordening.