Organisatie | Albrandswaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | 14e wijziging van de Bouwverordening van de gemeente Albrandswaard |
Citeertitel | 14e wijziging van de Bouwverordening Albrandswaard |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | Bouwverordening Albrandswaard |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-04-2019 | 01-07-2018 | Wijz. art. 1.1 en par. 5 | 04-03-2019 | 40536 | |
13-07-2012 | 01-04-2012 | 09-04-2019 | Nieuwe regeling | 03-07-2012 | 113112 |
De raad van de gemeente Albrandswaard;
Gezien de ledenbrief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten kenmerk ECGR/U201100606 d.d. 20 september 2011;
Overwegende, dat het nodig is om de regels te wijzigen in verband met de inwerkingtreding van het Bouwbesluit 2012 per 1 april 2012;
Gelezen het advies van het college van de gemeente Albrandswaard d.d. 24 april 2012;
Gelet op artikel 8 van de Woningwet en het Bouwbesluit 2012 (Stcrt. 2011, 416);
Vast te stellen de 14e wijziging van de Bouwverordening van de gemeente Albrandswaard;
In deze verordening wordt verstaan onder:
bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, met inbegrip van een gedeelte daarvan, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;
Paragraaf 4 Het tegengaan van bouwen op verontreinigde grond
Op een bodem die zodanig is verontreinigd dat schade of gevaar is te verwachten voor de gezondheid van de gebruikers, mag niet worden gebouwd voorzover dat bouwen betrekking heeft op een bouwwerk:
In afwijking van het bepaalde in artikel 2.4.1 en onverminderd het bepaalde in artikel 2.4, onder d, van de Regeling omgevingsrecht, kan het bevoegd gezag voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen, in het geval zij op grond van het in de Regeling omgevingsrecht bedoelde onderzoeksrapport en/of andere bij hen bekende onderzoeksresultaten dan wel op grond van het overeenkomstig het tweede lid van artikel 39 van de Wet bodembescherming goedgekeurde saneringsplan bedoeld in artikel 39, eerste lid, van die wet van oordeel zijn, dat de bodem niet geschikt is voor het beoogde doel maar door het stellen van voorwaarden alsnog geschikt kan worden gemaakt.
Paragraaf 5 Voorschriften van stedenbouwkundige aard en bereikbaarheidseisen (vervallen)
Paragraaf 6 Voorschriften inzake brandveiligheidinstallaties en vluchtrouteaanduidingen (vervallen).
HOOFDSTUK 4 PLICHTEN TIJDENS EN BIJ VOLTOOIING VAN DE BOUW EN BIJ INGEBRUIKNEMING VAN EEN BOUWWERK
HOOFDSTUK 5 STAAT VAN OPEN ERVEN EN TERREINEN, AANSLUITING OP DE NUTSVOORZIENINGEN EN WEREN VAN SCHADELIJK EN HINDERLIJK GEDIERTE
Paragraaf 2 Uitzonderingen op het vereiste van omgevingsvergunning voor het slopen
De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit stelt jaarlijks een verslag op van haar werkzaamheden voor het college, waarin ten minste aan de orde komt:
op welke wijze toepassing is gegeven aan de welstandcriteria uit de welstandsnota; | |
op elke wijze uitwerking is gegeven aan de openbaarheid van vergaderen; | |
De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit kan in haar jaarverslag aanbevelingen doen ten aanzien van het gemeentelijk ruimtelijk kwaliteitsbeleid in het algemeen en de aanpassing van de gemeentelijke welstandsnota in het bijzonder.
Het bevoegd gezag is bevoegd om rekening te houden met de herziening en vervanging van de NEN-normen, voornormen, praktijkrichtlijnen en andere voorschriften waarnaar in deze verordening - of in de bij deze verordening behorende bijlagen - wordt verwezen, indien de bevoegde instantie de betrokken norm, voornorm, praktijkrichtlijn of het voorschrift heeft herzien of vervangen en die herziening of vervanging heeft gepubliceerd.
Bijlage 9 Reglement van Orde Commissie Ruimtelijke Kwaliteit in de gemeente Albrandswaard
9.1 De advisering door de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit
9.1.3 Niet wettelijk verplichte taken
9.2 Samenstelling van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit
9.2.1 Samenstelling en besluitvorming
9.2.2 Niet betrokken zijn bij een aanvraag om een Omgevingsvergunning
9.4.1 Jaarlijkse verantwoording
9.6 Openbaarheid van vergaderen en mondelinge toelichting
9.6.1 Openbaarheid van vergaderen en mondelinge toelichting
9.6.2 Openbaarheid van de adviezen
9.7 Afdoening onder verantwoordelijkheid
9.7.1 Afdoening onder verantwoordelijkheid
9.8 Vorm waarin het advies wordt uitgebracht
9.8.1 Vorm waarin het advies alsmede de motivering daarvan
9.10 Citeertitel 9.0 Begripsbepalingen
Het advies dat betrekking heeft op de welstandsaspecten van een aanvraag om een
omgevingsvergunning voor het bouwen of voor een reclame-activiteit.
De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen: de welstandscommissie), in casu Stichting Dorp, Stad & Land.
Dit Reglement van Orde Commissie Ruimtelijke Kwaliteit.
Als de commissie advies uitbrengt als bedoeld in dit Reglement, fungeert de commissie als welstandscommissie.
Dit Reglement behoort bij en maakt onderdeel uit van de bouwverordening van de gemeente uitsluitend indien en voor zover hierin de samenstelling, inrichting en werkwijze van de welstandscommissie is geregeld.
9.1 De advisering door de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit
De commissie regelt zelf haar wijze van werken, zulks met inachtneming van de bepalingen in dit Reglement.
De commissie heeft tot taak op verzoek van burgemeester en wethouders of uit eigen beweging: advies uit te brengen aan burgemeester en wethouders over aanvragen voor een omgevingsvergunning.
Voorts heeft de commissie tot taak op verzoek van burgemeester en wethouders of uit eigen beweging: advies uit te brengen aan burgemeester en wethouders over aanvragen voor een omgevingsvergunning activiteit reclame, tenzij burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat voor reclame-activiteiten geen advies van de commissie noodzakelijk is.
De commissie baseert haar advies op de in de gemeentelijke welstandsnota genoemde welstandscriteria, of op criteria in andere – als aanvulling op de welstandsnota vastgestelde – beleidsdocumenten, zoals bijvoorbeeld een beeldkwaliteitplan.
De commissie is ook de monumentencommissie van de gemeente, conform de Monumentenwet 1988 art. 15, en heeft tot taak op verzoek van burgemeester en wethouders of uit eigen beweging: advies uit te brengen aan burgemeester en wethouders over de monumentale aspecten van aanvragen voor een omgevingsvergunning.
9.1.3 Niet wettelijk verplichte taken
De commissie krijgt de opdracht om – op verzoek van burgemeester en wethouders - naast de reguliere taken de volgende (niet wettelijk verplichte) taken uit te voeren:
Onder de regie van de gemeente - en op verzoek van de commissie, de gemeente of de aanvrager - noodzakelijk geacht vooroverleg voeren met betrokkenen bij de voorbereiding van bouwplannen.
Advies uitbrengen aan burgemeester en wethouders over de ruimtelijke kwaliteits aspecten van in voorbereiding zijnde structuurvisies, bestemmingsplannen, ontheffingen / projectbesluiten, beheersverordeningen, beeldkwaliteitplannen, stedenbouwkundige plannen, landschappelijke plannen, en andere relevante gemeentelijke beleidsstukken waaronder de welstandsnota. De commissie krijgt deze stukken reeds in het ontwerpstadium voorgelegd ter advisering en brengt hier desgevraagd schriftelijk advies over uit.
Advies uitbrengen over stedenbouwkundige en architectonische ontwikkelingen die van belang zijn voor de ruimtelijke kwaliteit in de gemeente.
Adviseren in het geval van excessen: buitensporigheden in het uiterlijk van bouwwerken die ook voor niet-deskundigen evident zijn.
Voorlichting inzake ruimtelijke kwaliteit aan de gemeenteraad, burgemeester en wethouders, ambtenaren en burgers.
9.2 Samenstelling van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit
9. 9.2.1 Samenstelling en besluitvorming
De commissie bestaat ten minste uit drie leden, waaronder een voorzitter en een secretaris, die deskundig zijn op het gebied van architectuur, ruimtelijke kwaliteit, stedebouw dan wel cultuurhistorie.
De commissie kan zich naar eigen inzicht laten bijstaan door extra adviseurs. Dit betreft o.a. disciplines als cultuur- en bouwhistorie, landschapsarchitectuur of beeldende kunst. Afhankelijk van de aanvraag om een omgevingsvergunning die moet worden beoordeeld, nemen de extra adviseurs deel aan de vergadering. Zij hebben geen stemrecht, tenzij ze als commissielid zijn benoemd door de gemeenteraad.
Indien een lid van de commissie verhinderd is, draagt Dorp, Stad & Land zorg voor een plaatsvervanger met vergelijkbare deskundigheid op het gebied van architectuur, ruimtelijke kwaliteit, stedenbouw of cultuurhistorie.
De commissie kan slechts adviezen uitbrengen indien ten minste twee leden aanwezig zijn.
De leden van de commissie zijn onafhankelijk van het gemeentebestuur.
9.2.2 Niet betrokken zijn bij een aanvraag om een omgevingsvergunning
De leden van de commissie en hun eventuele plaatsvervangers of extra adviseurs die als opdrachtgever, ontwerper of anderszins bij een door de commissie te beoordelen aanvraag om een omgevingsvergunning betrokken zijn, onthouden zich van medewerking aan de beoordeling daarvan en zijn niet betrokken bij beraadslaging, beoordeling en advisering over de aanvraag om een omgevingsvergunning.
9.4.1 Jaarlijkse verantwoording
De commissie stelt jaarlijks een verslag op van haar werkzaamheden voor de gemeenteraad, waarin ten minste aan de orde komt:
De commissie kan in haar jaarverslag aanbevelingen doen ten aanzien van het gemeentelijk ruimtelijk kwaliteitsbeleid in het algemeen en de aanpassing van de gemeentelijke welstandsnota in het bijzonder.
De commissie brengt het advies over een aanvraag om een omgevingsvergunning uit binnen drie weken nadat door of namens burgemeester en wethouders daarom is verzocht.
De commissie brengt het advies over de aanvraag om een omgevingsvergunning, indien deze vergunning betrekking heeft op een deel van een project of wanneer het een gefaseerde aanvraag betreft, uit binnen twee weken nadat door of namens burgmeester en wethouders daarom is verzocht.
Burgemeester en wethouders kunnen in hun verzoek om advies de commissie een langere termijn dan genoemd in de bovengenoemde leden van dit artikel geven indien de beslistermijn met toepassing van artikel 3.9, tweede lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is verlengd.
9.6 Openbaarheid van vergaderen en mondelinge toelichting
9.6.1 Openbaarheid van vergaderen en mondelinge toelichting
De vergaderingen van de commissie zijn openbaar. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen.
Tijdstip en plaats van de vergadering van de commissie worden tijdig bekendgemaakt in een van overheidswege uitgegeven blad, dagblad, nieuwsblad of huis-aan-huisblad, de gemeentelijke internetsite of op een andere geschikte wijze. De agenda voor de vergadering kan op het gemeentehuis worden ingezien.
Indien burgemeester en wethouders - al dan niet op verzoek van de aanvrager - een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dienen zij daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen.
Indien de aanvrager van een omgevingsvergunning hierom bij het indienen van de aanvraag om omgevingsvergunning heeft verzocht, wordt hij door of namens de commissie in staat gesteld tot het geven van een toelichting op de aanvraag.
In het geval de aanvraag om een omgevingsvergunning in de vergadering van de commissie wordt behandeld en een verzoek door de aanvrager tot het geven van een toelichting is gedaan, dient de aanvrager van de omgevingsvergunning een uitnodiging te ontvangen voor de vergadering van de commissie, waarin de aanvraag wordt behandeld.
Belanghebbenden hebben in toelichtende zin spreekrecht. De voorzitter stelt, afhankelijk van de agenda, de maximale spreektijd van eenieder vast. Spreektijd kan slechts worden gebruikt voor het geven van een visie op de welstandsaspecten van het plan. Een belangenafweging of beoordeling, anders dan op basis van de vastgestelde welstandscriteria vindt niet plaats tijdens de welstandsbeoordeling.
9.6.2 Openbaarheid van de adviezen
De commissie adviseert aan burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders besluiten op welke wijze de adviezen van de commissie openbaar gemaakt worden.
9.7 Afdoening onder verantwoordelijkheid
9.7.1 Afdoening onder verantwoordelijkheid
De commissie kan de advisering over een aanvraag om een omgevingsvergunning, onder verantwoordelijkheid van de commissie, overlaten aan een of meerdere daartoe aangewezen leden. Het aangewezen lid of de aangewezen leden kunnen, zowel positief als negatief, adviseren over bouwplannen waarvan volgens hen het oordeel van de commissie als bekend mag worden verondersteld.
De commissie is eindverantwoordelijk voor het advies.
In geval van twijfel wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in het bovenstaande alsnog voorgelegd aan de commissie.
Behandeling onder verantwoordelijkheid van een aanvraag om een omgevingsvergunning is openbaar. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen. Indien burgemeester en wethouders - al dan niet op verzoek van de aanvrager - een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dienen zij daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen.
Indien dit wettelijk mogelijk is kan de gemeente de advisering over een aanvraag om een omgevingsvergunning, buiten verantwoordelijkheid van de commissie, overlaten aan een of meerdere daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren van de gemeente.
9.8 Vorm waarin het advies wordt uitgebracht
9.8.1 Vorm waarin het advies alsmede de motivering daarvan wordt uitgebracht
De gemeente regelt zelf haar wijze van ondertekenen en /of waarmerken van het advies en de bijbehorende stukken, zulks met inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke bepalingen.
De commissie adviseert schriftelijk of digitaal.
Negatieve adviezen worden gemotiveerd; positieve adviezen alleen als daarom verzocht wordt.
Zodra het advies wordt uitgebracht, wordt het door of namens burgemeester en wethouders gevoegd bij de aanvraag om een omgevingsvergunning.
Dit Reglement kan worden aangehaald als Reglement van Orde Commissie Ruimtelijke Kwaliteit.
Overgangsbepalingen bouwverordening
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente