Organisatie | Wijk bij Duurstede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regionaal Meldpunt en Coördinatiepunt (RMC) Voortijdig Schoolverlaters |
Citeertitel | Regionaal Meldpunt en Coördinatiepunt (RMC) Voortijdig Schoolverlaters |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-01-2012 | Nieuw | 07-12-2011 www.wijkbijduurstede.nl | Onbekend |
Regionaal Meldpunt en Coördinatiepunt (RMC) Voortijdig Schoolverlaters
Gemeenten : Bunnik, de Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist
Het RMC subregio Utrecht Zuidoost dient een activiteitenplan op te stellen waarin staat aangegeven welke acties ondernomen worden om het aantal voortijdig schoolverlaters te verminderen.
Het RMC en diverse scholen hebben met het ministerie een convenant afgesloten. Afspraak is dat eind schooljaar 2010-2011 er een reductie is van 30% van het aantal nieuwe vsv-ers ten opzichte van het schooljaar 2005-2006. Op basis van de gegevens van het ministerie (Dienst Uitvoering Onderwijs) heeft de subregio de target van 30% niet gehaald. Er is slechts een reductie van 17%. In totaal is het aantal voortijdig schoolverlaters feitelijk 494 en procentueel 3,3%. Kanttekening: gegevens van DUO zijn vervuild, waardoor deze niet overeenkomen met de praktijk. Inmiddels is het ministerie bezig dit probleem aan te pakken.
De RMC subregio Utrecht Zuidoost is een onderdeel van de RMC regio 19. Binnen deze regio vindt periodiek overleg plaats op beleidsmatig (kerngroep) en bestuurlijk (stuurgroep) niveau. De RMC regio 19 heeft met de scholen (MBO, VO en de samenwerkingsverbanden VO) is een werkplan opgesteld. Op basis van de resultaten van voorgaande jaren zijn zes speerpunten gekozen: De subregio voert deze speerpunten ook uit en heeft daarop een aanvulling gemaakt specifiek gericht op de vijf UZO gemeenten. Schematisch ziet dit er als volgt uit:
Voor de uitvoering van de subregionale acties is een bedrag van 160.00 beschikbaar voor reguliere activiteiten en 160.000 voor de uitvoering van de kwalificatieplicht.
Het RMC subregio Utrecht Zuidoost dient een activiteitenplan op te stellen waarin staat aangegeven welke acties ondernomen worden om het aantal voortijdig schoolverlaters te verminderen.
Om de activiteiten uit te voeren ontvangt het RMC UZO van het ministerie, via de gemeente Utrecht, subsidie. Het betreft subsidie voor reguliere activiteiten en subsidie voor de uitvoering van de kwalificatieplicht. Daarnaast wordt in regio RMC 19 verband gezamenlijke met gemeenten en scholen activiteiten uitgevoerd met convenantmiddelen. In dit document staat hoe de middelen worden ingezet.
Subregionale activiteiten kunnen niet los gezien worden van landelijke en regionale afspraken, beleid en acties. Om het activiteitenplan van de subregio in perspectief te kunnen plaatsen wordt in hoofdstuk 1 ingegaan op de landelijke afspraken en in hoofdstuk 2 op de regionale acties. Hoofdstuk 3 betreft de specifieke acties van de subregio en is daarmee de kern van het activiteitenplan. Het plan sluit af met de begroting in hoofdstuk 4.
Het RMC en diverse scholen hebben met het ministerie een convenant afgesloten. Afspraak is dat eind schooljaar 2010-2011 er een reductie is van 30% van het aantal nieuwe vsv-ers ten opzichte van het schooljaar 2005-2006. In bijlage 1 staan de resultaten van het schooljaar 2009-2010. Op basis van de gegevens van het ministerie (Dienst Uitvoering Onderwijs) heeft de subregio de target van 30% niet gehaald. Er is slechts een reductie van 17%. In totaal is het aantal voortijdig schoolverlaters feitelijk 494 en procentueel 3,3%.
De cijfers van het ministerie zijn echter ‘vervuild’ omdat particuliere en scholen voor speciaal onderwijs nog niet zijn meegenomen in de cijfers. De subregio heeft een analyse van de cijfers gemaakt en komt tot de conclusie dat de targets wel behaald zouden zijn als er geen sprake was van vervuiling. Hierover is een brief uitgegaan naar het ministerie. Belangrijkste reactie op de brief is dat het ministerie die nu nog niet registreren via DUO dit vanaf huidig schooljaar grotendeels wel doen. Zij verwacht niet dit schooljaar maar komend schooljaar dat alle scholen registreren via DUO waardoor vervuilingprobleem is opgelost.
Maandelijks is overleg met het ministerie, centrumgemeenten van de RMC subregio’s en scholen. Hierin worden cijfers besproken en afspraken gemaakt. Scholen en gemeenten hebben gezamenlijk een werkplan opgesteld waarin de activiteiten voor het komend schooljaar staan vermeld. Een samenvatting van dit plan staat in hoofdstuk 2.
Positionering subregio Utrecht Zuidoost
De subregio Utrecht Zuidoost is samen met de subregio Utrecht Zuid, Westelijk Weidegebied en Stad Utrecht de RMC regio 19. Aangezien vermindering van voortijdig schoolverlaten niet alleen een gemeentelijke taak is, is nauwe samenwerking met de scholen. Maandelijks is overleg (kerngroep) tussen de centrumgemeenten van de subregio’s, de scholen en het ministerie. Zij bespreken de voortgang van de activiteiten, de resultaten en ontwikkelen nieuw beleid. Eens per kwartaal worden in de stuurgroep RMC besluiten genomen over de activiteiten. De gemeente Zeist is de centrumgemeente van de subregio Utrecht Zuidoost. Bijlage 6 en 7 bevat een weergave van de structuur en de opsomming van taken en verantwoordelijkheden van scholen en gemeenten.
Gezamenlijk met de scholen (MBO, VO en de samenwerkingsverbanden VO) is een werkplan opgesteld. Op basis van de resultaten van voorgaande jaren zijn zes speerpunten gekozen: registratie, kwaliteit aan de basis, zorg in en om de school, soepele overgang, monitoring en ‘wie doet wat’.
Inhoud van het werkplan en reactie ministerie
Onderstaande tekst is de samenvatting van het werkplan van de RMC regio 19. Aangezien dit plan al in een eerder stadium is vastgesteld, zijn enkele data gepasseerd. In het kader van de zuiverheid is gekozen om toch de exacte tekst te hanteren. Dit werkplan is positief ontvangen door het ministerie van OC&W.
1. Registratie op orde: verzuim en uitval 100% in beeld
·Met ingang van maart 2011 vinden maandelijks gesprekken plaats tussen leerplicht/RMC en de programmamanagers/beleidsmedewerkers vsv van de ROC’s om alle (dreigende) uitschrijvingen tot 18 jaar en alle uitschrijvingen zonder startkwalificatie te analyseren op achtergrond.
Voor iedere jongere moet in beeld zijn:
De leerplichtambtenaar/schoolcontactpersoon levert hiervoor de informatie. Gemeenten en scholen garanderen de benodigde capaciteit voor deze gesprekken en de verslaglegging daarvan.
·Met ingang van augustus 2011 leveren contactgemeente en ROC’s maandelijks een gezamenlijke regionale analyse van uitschrijvingen en verzuimmeldingen. Als de analyse daar aanleiding toe geeft, vraagt de kerngroep aan MBO-instellingen en gemeenten welke verbeteracties ondernomen
gaan worden om de doelstelling (verzuim en uitval 100% in beeld) te behalen. Voor deze acties worden afspraken gemaakt over het gewenste resultaat en het tijdpad waarbinnen de verbeteringen gerealiseerd moeten zijn.
2. Kwaliteit aan de basis: professionalisering van leerplicht/RMC
3. Zorg in en om de school: begeleiding en opvang, signaleren en doorverwijzen
In juni 2011 wordt het eindadvies van Zios MBO besproken met de opdrachtgevers. Bij positief besluit over een vervolg wordt de verdere uitvoering onder regie van de stuurgroep jeugd en zorg gebracht, onder leiding van de directeur DMO. Hierbij wordt ook de verbinding gelegd met het voortgezet onderwijs in de regio en met de subregio’s.
In het najaar van 2011 maakt de werkgroep plusvoorziening een contourenschets van een regionale plusvoorziening voor VO/MBO. Deze schets vormt de aftrap voor een brede oriëntatie op de wenselijkheid en mogelijkheid van een dergelijke voorziening en op alternatieve maatregelen voor overbelaste jongeren. De werkgroep verwerkt de opbrengst hiervan in een startdocument dat in begin 2012 in de stuurgroep RMC wordt besproken, waarna besluitvorming plaatsvindt.
4. Soepele overgang: van school naar school, van school naar werk en van werk naar school
In het najaar van 2011 wordt onderzocht of en hoe de zij-instroom in de regio in beeld kan worden gebracht. Parallel aan dit traject wordt in het najaar van 2011 verkend welke (aanvullende) regionale afspraken nodig zijn voor de inschrijving, intake, overdracht van informatie en begeleiding van zij-instromers nodig zijn.
In 2011 en 2012 worden activiteiten ontplooid om werkgevers die jongeren zonder startkwalificatie in dienst hebben bewust te maken van het belang van een startkwalificatie en met hen de mogelijkheden van combinaties van leren en werken te verkennen. Het Platform Midden Nederland speelt hierin een coördinerende rol.
5. Monitoring: cijfers en resultaten in beeld
6. Wie doet wat: helderheid over processen, rollen en verantwoordelijkheden
In 2011en 2012 wordt voortgang en evaluatie van de regionale samenwerking een vast agendapunt van het overleg van kerngroep en stuurgroep. Zowel op bestuurlijk als op uitvoerend niveau is openheid en vertrouwen het uitgangspunt voor samenwerking. Knelpunten of onduidelijkheden in de samenwerking worden via de maandelijkse gesprekken of in regulier overleg ingebracht en zo mogelijk opgelost.
In 2011 en 2012 wordt de regionale informatievoorziening geoptimaliseerd. Jongeren, ouders, docenten, scholen en gemeenten zijn geïnformeerd over de werkwijze van leerplicht/RMC en de mogelijkheden voor (combinaties van) leren en werken in de regio en over de mogelijkheden voor begeleiding, ondersteuning en opvang.
Het werkplan bevat hele concrete acties die niet alleen betrekking hebben op de partners in de kern- en stuurgroep maar op alle gemeenten en scholen die zich hebben verbonden aan het convenant.
Voor de subregio betekent dit dat wij meewerken aan de uitvoering van de acties. Dit is de reden dat de subregionale acties zijn gekoppeld aan dit werkplan.
3. Activiteiten subregio Utrecht Zuidoost
Kern van het activiteitenplan subregio Utrecht Zuidoost staat in dit hoofdstuk. Het bevat activiteiten aanvullend op het werkplan van de RMC regio 19. Het verminderen van voortijdig schoolverlaten is niet alleen een taak van de gemeenten. Scholen spelen een belangrijke rol. Zij melden verzuim en signaleren problemen. Aangezien de gemeente Utrecht periodiek overleg heeft met de MBO’s richt de subregio UZO zich voornamelijk op de VO scholen.
Het plan is tot stand gekomen na een brainstormsessie met de beleidsmedewerkers RMC. Uitkomst van de conceptversie is besproken met de wethouder van de gemeente Zeist, die het RMC vertegenwoordigt in de stuurgroep. Op basis van deze input is het activiteitenplan nader uitgewerkt. Het wordt vastgesteld in december 2011 in het beleidsoverleg RMC en het portefeuillehoudersoverleg regionaal arbeidsmarktbeleid van de vijf subregiogemeenten Utrecht Zuidoost. Daarna stelt elke individuele gemeente het plan vast middels een voorstel en besluit aan de colleges van B&W. Het plan wordt ter kennisname aangeboden aan de gemeenteraad.
1.Registratie op orde: verzuim en uitval lokaal 100% in beeld
Periodiek vindt overleg plaats met de VO scholen die zich verbonden hebben aan het convenant over de oorzaken van schooluitval. Per school wordt een overzicht gemaakt van de situatie in relatie tot schooluitval en verzuim. Bezoeken scholen vinden plaats door de RMC coördinator en de leerplichtambtenaren.
Alle gemeenten actualiseren de werkprocessen met betrekking tot de registratie. Hierbij is speciale aandacht voor de effectrapportage. In het kader van de efficiency streven alle gemeenten naar automatisering van het inlezen van mutaties (koppeling DUO).
Ter bevordering van de samenwerking organiseren leerplichtambtenaren spreekuren op VO scholen. Door betere samenwerking ontvangen verzuimleerlingen integrale ondersteuning, wat de kwaliteit van de dienstverlening kan bevorderen.
VO: Leerplichtambtenaren bezoeken scholen om het verzuimprotocol onder de aandacht te brengen.
MBO: In 2011 is in overleg met de scholen de basis gelegd voor het opstellen van een verzuimprotocol. In 2012 gaan alle scholen en (kwalificatie) leerplichtambtenaren werken volgens het protocol. Hierin staan afspraken over de termijn waarbinnen verzuimmeldingen in behandeling worden genomen, de taakverdeling tussen scholen en de (kwalificatie)leerplicht en hoe te handelen bij (dreigend) uitval.
Regionale klpa’s en trajectbegeleider jongerenloket gaan participeren in het regionale project. Zij nemen deel aan de training ‘oplossingsgericht werken’ Doel is het uniformiseren van de werkwijze in de hele RMC regio 19. Na de training vinden intervisiebijeenkomsten plaats. Het mengen van groepen uit alle subregio’s bevordert de uniformiteit in samenwerking.
3.Zorg in en om de school: begeleiding en opvang, signaleren en doorverwijzen
3.1 Optimaliseren samenwerking SWV VO en PO en het CJG
In het kader van de ontwikkelingen rondom het wetsvoorstel Passend Onderwijs wordt nauw samengewerkt met de samenwerkingsverbanden primair- en voortgezet onderwijs. Voor leerlingen met achterstanden of beperkingen in het volgen van onderwijs worden de samenwerkingsverbanden geadviseerd door individuele gemeenten. Aansluiting met de Centra voor Jeugd en Gezin is hierbij essentieel. Accent komt daarin te liggen hoe onderwijs voorzieningen goed aansluiten op voorzieningen die de CJG’s bieden.
3.2 Onderzoek overheveling taken RZT+
Het regionaal zorgteam plus geeft advies aan scholen en leerplichtambtenaren over leerlingen in multiproblemsituaties die ongeoorloofd verzuimen. Afgelopen schooljaar zijn 42 leerlingen besproken in het RZT+. Hieruit blijkt dat er behoefte is aan advies. Het is echter de vraag of deze voorziening nog langer bekostigd moet worden uit RMC middelen. Door ontwikkelingen rondom passend onderwijs kan het orgaan niet meer in dezelfde samenstelling voort blijven bestaan. In 2011 wordt gestart met een onderzoek naar alternatieven. Dit vindt plaats in nauwe samenwerking met de CJG’s en het samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs. Besluitvorming van schoolbesturen is daarin cruciaal.
3.3 Participatie thuiszitterstafel
Het initiatief tot het organiseren van bijeenkomsten rond thuiszitters is voortgekomen uit landelijk onderzoek onder leerplichtambtenaren in 2009. In overleg tussen INGRADO, Gedragswerk, OCW en (de voormalige) WEC-raad is besloten op het niveau van de RMC regio’s partijen bijeen te brengen die een belangrijke rol kunnen spelen in de oplossing van deze problematiek. In RMC regio Utrecht is in mei gestart met de eerste bijeenkomst. Vertegenwoordigers in de bijeenkomsten ‘thuiszitterstafel’ zijn afkomstig uit VO scholen, Bureau Jeugdzorg, speciaal onderwijs en leerplichtambtenaren De leerplichtambtenaar uit de gemeente de Bilt vertegenwoordigt de subregio Utrecht Zuidoost. Zij woont de bijeenkomsten structureel bij en neemt daarin bij toerbeurt een leerplichtambtenaar uit een andere gemeente van de subregio mee. Zij koppelt de resultaten terug in het RMC beleidsoverleg en het PLUZO.
Doel van het project is het in beeld krijgen van leerlingen die ongeoorloofd verzuimen (thuiszitten) en passende maatregelen te treffen om het verzuim te stoppen en uitval te voorkomen.
3.4 Preventie door het geven van voorlichting aan het primair en voortgezet onderwijs
Kerntaak van het onderwijs is het geven van lessen aan leerlingen. Door toenemende problematiek hebben scholen ook een zorgtaak gekregen. Eén van de taken is het signaleren van problemen en het melden van ongeoorloofd schoolverzuim. Afgelopen jaren hebben leerplichtambtenaren, de RMC coördinator en de participanten in het RZT+ scholen voorlichting gegeven over hun zorgtaken. Ook het komende jaar blijft dit een aandachtspunt. Gemeenten voeren acties uit tijdens de Dag van de Leerplicht en de krokusvakantie. Ook tijdens het periodiek overleg met de scholen zal voorlichting gegeven worden. Dit heeft betrekking op ondersteuning aan leerlingen maar ook op het terrein van de registratie (o.a. verzuimmeldingen in DUO, Aanmelding in Beeld).
4.Soepele overgang: van school naar school, van school naar werk, van werk naar school
4.1 Participatie project warme overdracht
In overleg met het samenwerkingsverband VO en de ROC’s wordt een uniform project gestart om de warme overdracht van het VO naar het ROC te organiseren. Het RMC kan daarin een coördinerende rol spelen. Het project is niet alleen voor de subregio Utrecht Zuidoost, maar voor de hele RMC regio 19.
4.2 Heroriëntatie jongerenloket
Partners in het jongerenloket zijn het UWV werkbedrijf, de Regionale Sociale Dienst en het RMC. Tot 1-1-2012 ontvangen jongeren in het kader van de Wet Werk en Bijstand ondersteuning in het vinden van een passende opleiding al dan niet in combinatie met een leerwerkbaan of volledige betaalde arbeid. Gemeenten waren verplicht een leerwerkaanbod aan jongeren te doen. Vanaf 2012 hebben gemeenten deze verplichting niet meer. Overweging binnen de RSD is om jongeren pas na vier weken nadat zij zich hebben gemeld bij het jongerenloket, begeleiding te bieden. Daarnaast kan het UWV in verband met bezuinigingen geen begeleiding bieden aan jongeren. Een groot deel van de formatie van het jongerenloket wordt bekostigd uit middelen ‘actieplan jeugdwerkloosheid’ deze subsidie stopt eind 2012. Het Werkgeversservicepunt zoekt in opdracht van het UWV en de RSD naar banen voor werkzoekenden. Door bezuinigingen op het participatiebudget, waar mee de RSD trajecten naar werk bekostigt zal ook minder aanbod van trajecten voor jongeren zijn. Voor het jongerenloket zijn dit geen goede ontwikkelingen. Het RMC streeft naar het zo snel mogelijk begeleiden van jongeren. In overleg met de partners uit het jongerenloket wordt bezien hoe het jongerenloket in 2012 vorm gegeven gaat worden.
Sinds augustus 2011 participeert het ROCMN in het jongerenloket. Zij begeleiden jongeren in het vinden van een passende opleiding. Tot op heden zijn de ervaringen meer dan positief. Niet alleen jongeren ontvangen intensievere begeleiding, maar ook de medewerkers van het jongerenloket krijgen meer kennis van het aanbod van de ROC’s. Bekostiging vindt plaats uit middelen actieplan jeugdwerkloosheid tot augustus 2012. In overleg met het ROC en de partners uit het jongerenloket wordt bezien hoe deze voorziening mogelijk voorgezet kan worden.
4.4 Alternatief voor Web project
Uit middelen Wet Educatie Beroepsonderwijs (momenteel is dit opgenomen in het participatiebudget wat gemeenten ontvangen van het ministerie) is een project opgezet voor jongeren die niet stonden ingeschreven bij een ROC. Deze jongeren konden zich oriënteren op het aanbod scholing, de arbeidsmarkt en verrichtten onderzoek naar hun wensen en mogelijkheden. Door een tekort aan het aantal meldingen en wachtlijsten bij andere doelgroepen is de bekostiging uit WEB middelen niet meer mogelijk. In overleg met gemeenten en de ROC’s wordt gezocht naar alternatieven.
4.5 Aansluiting CJG-jongerenloket
Belangrijke partners in het organiseren van een soepele overdracht van school naar werk of van werk naar school zijn het jongerenloket en de Centra voor Jeugd en Gezin. Het jongerenloket heeft door de inzet van het werkgeversservicepunt goede contacten met werkgevers uit de subregio UZO. De centra voor Jeugd en Gezin bieden ondersteuning aan ouders, jongeren en professionals over kleine en grote problemen. Het RMC tracht de samenwerking tussen deze partijen te optimaliseren zodat het aanbod in ondersteuning goed op elkaar is afgestemd. Aangezien CJG’s lokaal zijn gevestigd, is hier een belangrijke taak weggelegd voor de individuele gemeenten.
Bijzondere aandacht is er dit jaar voor de begeleiding van leerlingen zonder startkwalificatie van 18 jaar en ouder. Deze jongeren vallen niet meer onder de leerplichtwet, waardoor geen sanctiemogelijkheden zijn, indien zij ongeoorloofd verzuimen of zich uitschrijven op een school. Begeleiding op maat is daarbij nodig.
In de jaren 2007, 2008 en 2009 heeft het RMC van convenantsmiddelen een speeddate met de titel ‘Jouw toekomst begint nu’ georganiseerd voor eindexamenkandidaten Vmbo. Tijdens de speeddate konden leerlingen korte gesprekken voeren met ROC leerlingen en potentiële werkgevers. Na 2009 zijn de convenantsmiddelen niet meer beschikbaar gesteld aan individuele RMC subregio’s maar zijn alleen RMC regio 19 breed activiteiten uitgevoerd zoals het project aanmelding in beeld. Daarnaast is het grootste deel van de convenantsmiddelen beschikbaar gesteld aan de scholen. Door gebrek aan financiële middelen was het voor het RMC niet meer mogelijk een speeddate te organiseren. In 2012 wordt gezocht naar een manier om eindexamenkandidaten in contact te laten treden met ROC leerlingen en potentiele werkgevers uit RMC middelen. Naar verwachting zullen meer onderdelen van de organisatie in eigen handen van de gemeenten, ROC’s en participanten uit het jongerenloket plaats vinden.
5.monitoring: cijfers en resultaten in beeld
Maandelijks leveren gemeenten overzichten aan waarin de stand van zaken rondom verzuimmeldingen en uitschrijvingen zonder startkwalificatie zichtbaar zijn. Deze maandrapportages bevatten de gegevens die gemeenten van DUO ontvangen. De gemeente Zeist als centrum gemeente van het UZO analyseert de cijfers en bespreekt deze tijdens het beleidsoverleg. Zo nodig vindt door de gemeenten sturing op cijfers plaats. Resultaten worden meegenomen in het subregionaal portefeuillehoudersoverleg, de kerngroep en de stuurgroep RMC.
5.2 onderzoek op individueel niveau naar uitschrijvingen zonder startkwalificatie
Daarnaast wordt de schoolloopbaan van alle leerlingen die door DUO worden gemeld als ‘uitschrijvingen zonder startkwalificatie’ geverifieerd in de gemeentelijke leerlingadministratie. De correcte cijfers worden gepresenteerd in het beleidsoverleg UZO, het subregionaal portefeuillehoudersoverleg en zo nodig in de kerngroep en stuurgroep RMC regio 19.
5.3 begeleiden en volgen van ‘echte voortijdig schoolverlaters’
De jongeren tot 23 jaar die op basis van deze analyse ‘echte vsv-ers’ zijn worden benaderd en gevolgd door de kwalificatieleerplichtambtenaren in samenwerking met het jongerenloket en zo nodig met andere ketenpartners.
6.wie doet wat: helderheid over processen, rollen en verantwoordelijkheden
6.1 integrale benadering voortijdig schoolverlaten met regionaal arbeidsmarktbeleid en participatie
Na het aantreden van de nieuwe colleges van B&W is besloten dat vraagstukken voortijdig schoolverlaten, leerplicht, participatie en arbeidsmarktbeleid integraal wordt benaderd. Op bestuurlijk niveau wordt over al deze onderwerpen in één vergadering gesproken. Op ambtelijk niveau is dit (nog) niet het geval. Het jaar 2012 staat in het teken van de doorontwikkeling van de regionale afstemming met beleidsterrein onderwijs, sociale zaken, arbeidsmarktbeleid en participatie (
6.2afstemming andere subregio’s RMC regio 19
In 2010 is besloten de kerngroep anders in te richten. Verzoek aan de centrumgemeenten van de subregio’s was om een manager te laten participeren in de kerngroep en de RMC coördinatoren niet meer deel te laten nemen aan de kerngroep en stuurgroep. In 2012 wordt deze nieuwe werkwijze geëvalueerd.
Bijlage 1: relevante cijfers subregio Utrecht Zuidoost : de meest recente officiële cijfers
Gemiddelde uitval per subregio
Figuur 1 bevat de uitval per subregio in relatie tot het peiljaar 2005-2006. In alle subregio’s is sprake van een daling van het aantal vsv-ers. Utrecht Zuidoost heeft relatief de minste daling gerealiseerd. Hierbij moet worden opgemerkt dat een relatief lage daling ten opzichte van 2005-2006 niet op voorhand betekent dat er weinig progressie is gemaakt. De uitgangssituatie in 2005-2006 kan gunstig zijn geweest, waardoor er in 2009-2010 naar verhouding minder daling is gerealiseerd.
figuur 1: Vsv RMC-regio 19 per subregio (Bron: VSV-verkenner OCW)
Gemiddelde uitval in het VO per subregio
Figuur 2 bevat cijfers uitval VO per subregio. Het percentage nieuwe vsv-ers in het VO is over de hele linie gering en ligt op of rond het landelijk gemiddelde (1.0%). Er is sprake van een forse daling ten opzichte van 2005-2006. De daling voor de regio blijft iets achter op het landelijk gemiddelde (-41.6%).
figuur 2: Vsv-ers in het VO in RMC-regio 19, per subregio (Bron: VSV-verkenner OCW)
Gemiddelde uitval in het MBO per subregio
Figuur 3 bevat de uitval in het MBO per subregio. Het percentage nieuwe vsv-ers in het MBO ligt in alle subregio’s hoger dan het landelijk gemiddelde (7.5%). Er is sprake van een daling ten opzichte van 2005-2006. De daling voor de regio blijft achter op het landelijk gemiddelde (-18.2%).
figuur 3: Vsv-ers in het MBOin RMC-regio 19, per subregio (Bron: VSV-verkenner OCW)
Bijlage 2 : Regionaal kader (bron werkplan Utrechtse RMC regio 19)
De organisatie van de Utrechtse RMC regio 19 ziet er schematisch als volgt uit:
De stuurgroep bestaat uit bestuurlijke vertegenwoordigers van het voortgezet onderwijs, de ROC’s Midden-Nederland en ASA, gemeenten Utrecht, Woerden, Zeist en Nieuwegein en de provincie Utrecht. De OCW accountmanager voor de RMC regio is toehoorder. Deze laatste rol is gekoppeld aan het convenant. Als dit convenant stopt dan heeft de accountmanager ook geen zitting meer in de regionale stuurgroep. De gemeente Utrecht is voorzitter van de stuurgroep en draagt verantwoordelijkheid voor het secretariaat. De stuurgroep houdt het toezicht op de uitvoering van de maatregelen. De stuurgroep krijgt via de kerngroep elke 3 à 4 maanden een overzicht van de voortgang. De stuurgroep komt minimaal vier maal per jaar bijeen, afwisselend in de vier hiervoor genoemde gemeenten. Belangrijkste bespreek- en besluitpunten: beleidskaders RMC/VSV, voortgang VSV convenant, monitoring RMC ontwikkeling, vaststellen effectrapportage, zonodig instellen van projectmatige werkgroepen en financiën.
De kerngroep bestaat vanuit de gemeenten, uit de RMC coördinatoren en een vertegenwoordiger vanuit de regiegemeente Utrecht. Vanuit de scholen is er vertegenwoordiging vanuit de ROC’s, VO scholen stad enVO-scholen regio. De leden hebben allen een gelijkwaardige rol binnen de kerngroep en de daaruit voortvloeiende taken. Vertegenwoordiger van ministerie OC&W heeft een klankbordrol. Binnen de kerngroep wordt vanuit OMC (Open Methode van Coördinaitie) toevoegen gedachte verantwoording aan elkaar afgelegd. Naast deze vorm van verantwoording is er ook sprake van een formele vorm van verantwoording afleggen tussen subsidieverstrekker en ontvanger. Deze vorm van verantwoording afleggen blijft belegd buiten de kerngroep en vindt plaats op bilaterale basis tussen betrokken partijen. De kerngroep stuurt de werkgroepen aan. De kerngroep kan het beleid en de resultaten van de betrokken partijen evalueren op basis waarvan zij beleidsaanbevelingen voor de stuurgroep kan formuleren. De kerngroep heeft een beleidsadviesrol voor de stuurgroep. Bij het uitbrengen van advies aan de stuurgroep wordt gestreefd naar consensus. Blijkt dit niet mogelijk dan heeft Utrecht de verantwoordelijkheid om een – zo breed mogelijk gedragen – advies voor te dragen aan de stuurgroep. De wettelijke RMC taken en het werkplan 2010-2011 zijn hierbij belangrijke toetsstenen.
De eventuele werkgroepen worden op basis van het werkplan VSV door de stuurgroep ingesteld en bemenst vanuit de betrokken actoren op basis van expertise, relevantie en strategische positie. De werkgroepen starten de werkzaamheden altijd met het opstellen van een projectplan waarin in ieder geval doorlooptijd en op te leveren producten en resultaat beschreven worden.
·Contactgemeente en regiegemeente Utrecht
De gemeente Utrecht is aangewezen als contact- en regievoerende gemeente. Zij blijft vanuit die rol de voorbereiding van het beleid en de besluitvorming hierover coördineren. Zij blijft ook de verantwoording houden voor de effectrapportage, de financiële rapportage én de resultaten van het VSV convenant. Dit laatste is ook een onderbouwing voor de uitspraak dat er subsidieverantwoording apart blijft bestaan.
De Utrechtse RMC regio 19 omvat vier subregio’s die ieder een eigen zgn. centrumgemeente hebben.
Centrumgemeenten hebben elk voor zich de verantwoordelijkheid om de gemeenten in hun respectievelijke subregio's te informeren en er voor te zorgen dat alle gemeenten zich aan de gemeenschappelijke afspraken houden. Waar ze hierbij op problemen stuiten of vaststellen dat afgesproken resultaten onvoldoende behaald worden melden zij dit aan de gemeente Utrecht. Vanuit Utrecht kan in voorkomende gevallen worden ingegrepen, inhoudelijk en zo nodig ook financieel. Indien dit niet tot de gewenste resultaten leidt, attendeert de gemeente Utrecht het ministerie van OCW.
1.2 Wijze van samenwerking: open methode van coördinatie
Kenmerkend voor de Open Methode van Coördinatie (OMC) is dat er gemeenschappelijke doelen en richtlijnen geformuleerd worden. Betrokken partijen kunnen naar eigen inzicht beleid ontwikkelen om deze doelen na te streven, waardoor de resultaten centraal staan en niet het beleid zelf. Door het opstellen van gemeenschappelijke indicatoren kunnen de prestaties met elkaar worden vergeleken. Daardoor kan er van elkaar geleerd worden. OMC is een vorm van gestructureerde informatie-uitwisseling tussen actoren aan de hand van vooraf geformuleerde evaluatiecriteria. Deze methode kenmerkt zich door het hanteren van prikkels en drukmiddelen in de vorm van ‘peer pressure’ of zachte collegiale interventies. OMC is een vorm van besturen op uitkomst en participatie. De methode van werken wordt overgelaten aan de betrokkenen en de kwaliteit van de deelname en betrokkenheid telt als eerste en daarna pas de uitkomst. De centrale vraagstellingen worden: wordt bereikt wat men wil bereiken binnen de afgesproken termijnen en zijn de relevante participanten betrokken bij de beleidsvorming en gebeurt dat op adequate wijze.
Instrumenten van de OMC bij VSV beleid kunnen zijn:
Bijlage 3 Taken en verantwoordelijkheden scholen en gemeenten in RMC-regio Utrecht
VO-scholen en MBO-instellingen
zorgen in samenspraak met de samenwerkingsverbanden VO voor een goed functionerende zorgstructuur met mogelijkheden voor hulp en ondersteuning in de nabijheid van jongeren. Binnen een half jaar na uitschrijving worden jongeren zonder voortraject binnen de zorgstructuur van het MBO teruggeleid en krijgen alsnog een trajectaanbod.
Contact- en regiegemeente Utrecht
Centrumgemeenten in RMC-regio Utrecht
VO-scholen die zijn aangesloten bij het VSV-convenant RMC Subregio Utrecht Zuidoost
Christelijk College Zeist Christelijk Lyceum Zeist Revius Lyceum Doorn Revius Lyceum Wijk bij Duurstede De Breul Groenhorst college, locatie Maartensdijk Nieuw Lyceum Bilthoven OSG Schoonoord, Zeist SGM Maarsbergen Werkplaats de Kindergemeenschap
MBO-instellingen die zijn aangesloten bij het VSV-convenant RMC Regio Utrecht
Grafisch Lyceum Utrecht ROC ASA, regio Utrecht ROC Midden Nederland NIMETO Sgm MBO KMBO ID College Wellant College Houten SVO Houten
MBO-instellingen buiten de regio die zijn aangesloten bij het VSV-convenant RMC Regio Utrecht
Albeda College Rotterdam ROC Nova College Haarlem ROC Onderwijsgroep A12 ROC van Amsterdam ROC Zadkine Hoornbeeck College Groenhorst college, locatie Maartensdijk