Organisatie | Simpelveld |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid |
Citeertitel | Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Simpelveld |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de verordening procedure overleg huisvesting onderwijs gemeente Simpelveld.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-02-1999 | nieuwe regeling | 28-01-1999 Weekblad Troef, 10-02-1999 | R, 28-01-99 |
De raad van de gemeente Simpelveld gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 december 1998
gelet op de bepalingen over het op overeenstemming gericht overleg in de Wet op het primair onderwijs (Wpo) en deel II van de Wet op het voortgezet onderwijs (Wvo II);
gezien het advies van de commissie welzijnszorg/onderwijs van 11 januari 1999;
gezien het gevoerde overleg met de vertegenwoordigers van de schoolbesturen;
overwegende dat het noodzakelijk is een regeling vast te stellen voor het overleg tussen de ge-meente en het schoolbestuur over het lokaal onderwijsbeleid;
Paragraaf 2.2 voorbereiding overleg
Burgemeester en wethouders kunnen een voorbereidend overleg tussen vertegenwoordigers van het schoolbestuur en burgemeester en wethouders instellen dat voorafgaat aan het overleg in het overlegorgaan. Dit voorbereidend overleg wordt afgerond met een inventarisatie van de onderwerpen waarover al dan niet overeenstemming is bereikt. Per onderwerp wordt aangegeven of het gaat om een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid onder a.
Paragraaf 2.3 Uitvoering overleg
Artikel 9 Advies Onderwijsraad
Indien het schoolbestuur of burgemeester en wethouders een advies wensen over een on-derwerp waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is, maken ze dit uiterlijk kenbaar in het overleg, waarin het onderwerp in finale zin aan de orde is. Dit gebeurt aan de hand van een schriftelijk gemotiveerde omschrijving van het onderwerp, waarover het advies wordt verwacht. Hierbij wordt tevens het verband aangegeven tussen het onder-werp en de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichting van het onderwijs.
De wettelijke termijn voor het uitbrengen van het advies wordt opgeschort met ingang van de dag waarop de Onderwijsraad burgemeester en wethouders uitnodigt het verzoek voor het uitbrengen van het advies aan te vullen met de gegevens die hij nodig heeft voor een goede vervulling van zijn taak, tot de dag waarop het verzoek is aangevuld.
Burgemeester en wethouders zenden zo spoedig mogelijk een afschrift van het uitgebrachte advies toe aan het schoolbestuur. Indien het geheel of gedeeltelijk opvolgen van het advies zou leiden tot een of meer inhoudelijke bijstellingen van het voorstel over een onderwerp waarover advies is gevraagd, wordt het schoolbestuur bij de toezending van het afschrift van het advies uitgenodigd voor nader overleg.
In alle andere gevallen beoordelen burgemeester en wethouders of nader bestuurlijk overleg over het advies wenselijk is. Zij geven dit aan bij de toezending van het afschrift van het ad-vies.
Artikel 10 Verslaglegging; informeren raad
Het overlegorgaan stelt het verslag vast. In afwijking hiervan kunnen burgemeester en wet-houders spoedheidshalve het verslag ter commentaar toezenden aan het schoolbestuur. Binnen tien week na de dag waarop het conceptverslag is toegezonden, maakt het schoolbestuur, wanneer het deel heeft genomen aan het overleg, schriftelijk zijn opmerkingen over het concept van het verslag kenbaar. Burgemeester en wethouders stellen het verslag, met inachtneming van de opmerkingen, vast.
Burgemeester en wethouders brengen het verslag gelijktijdig met het voorstel ter kennis van de raad. Voor zover door burgemeester en wethouders afwijken van de tijdens het overleg naar voren gebrachte zienswijzen, wordt dit gemeld in het voorstel aan de raad. Daarbij ge-ven zij de redenen aan van het niet of niet geheel overnemen van deze zienswijzen.
Indien uit het oordeel van de betrokken raadscommissie over het voorgenomen voorstel aan de raad over een onderwerp blijkt dat de meerderheid van de raadscommissie of een deel van de raadscommissie dat volgens burgemeester en wethouders geacht wordt een meer-derheid in de raad te vertegenwoordigen, van oordeel is dat het voorstel inhoudelijk bijstel-ling behoeft, dan kan een heropening van het overleg plaatsvinden. Burgemeester en wet-houders beslissen daarover. Zij heropenen het overleg in ieder geval, indien de inhoudelijke bijstelling betrekking heeft op een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, waarover overeenstemming in het overlegorgaan was bereikt.
Indien burgemeester en wethouders het overleg heropenen, dan roepen zij het overlegorgaan zo spoedig mogelijk bijeen, doch uiterlijk vóór het moment waarop de raad een defini-tief besluit neemt over het onderwerp. In het overleg hebben de vertegenwoordigers de gele-genheid om hun zienswijzen te geven op het oordeel van de raadscommissie. Burgemees-ter en wethouders informeren de raad over het resultaat van dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 10. De raad betrekt de in dit aanvullend ver-slag neergelegde zienswijzen bij zijn definitieve besluitvorming over het onderwerp.