Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Simpelveld

Stand plaatsenverordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSimpelveld
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingStand plaatsenverordening
CiteertitelStand plaatsenverordening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Standplaatsverordening, zoals vastgesteld op 29 augustus 1985.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 168

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-09-1999nieuwe regeling

26-08-1999

Weekblad Troef, 08-09-1999

R, 26-08-99

Tekst van de regeling

Intitulé

Stand plaatsenverordening

De raad van de gemeente Simpelveld;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 juni 1999;

gelet op artikel 168 der Gemeentewet;

 

BES LU IT:

 

a.met ingang van de dag waarop de hierna onder b. bedoelde "Standplaatsverordening"

in werking treedt in te trekken de "Standplaatsverordening" zoals deze is

vastgesteld bij besluit van de raad der gemeente Simpelveld d.d. 29 augustus 1985;

b. vast te stellen de "Standplaatsenverordening".

Algemene bepalingen.
Artikel 1.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    standplaats: een ruimte op of aan de openbare weg, door burgemeester en wethouders aangewezen voor het uitstallen, te koop aanbieden of verkopen van waren; te weten: parkeerplaats Wilhelminastraat te Bocholtz en Markt te Simpelveld;

  • b.

    vaste standplaats: een standplaats die voor onbepaalde tijd wordt toegewezen;

  • c.

    standplaatshouder: ieder aan wie door burgemeester en wethouders een standplaats is toegewezen;

  • d.

    standplaatscontroleur/marktmeester: de als zodanig door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar;

  • e.

    de commissie: de commissie van advies in standplaatsaangelegenheden.

Artikel 2.
  • 1.

    Het is verboden standplaats in te nemen zonder schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Het is verboden standplaats in te nemen op een andere plaats dan is toegewezen.

  • 3.

    Het is verboden standplaats in te nemen op een andere dag of tijdstip dan waarvoor vergunning is verleend.

Artikel 3.

Het is verboden op een standplaats gebruik te maken van een andere verkoopinrichting dan waarvoor vergunning is verleend.

Artikel 4.
  • 1.

    Het is verboden op een standplaats andere artikelen in voorraad te houden, uit te stallen, te koop aan te bieden of te verkopen dan waarvoor vergunning is verleend.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen, als hun dit in het belang van de openbare orde of van de volksgezondheid noodzakelijk voorkomt, de handel in bepaalde artikelen gedurende een bepaalde termijn verbieden.

Artikel 5.
  • 1.

    Voor de verkoop van andere goederen dan levensmiddelen, kleine eet- en drinkwaren,bloemen en planten en kerstbomen worden geen standplaatsvergunningen afgegeven.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen als naar hun oordeel bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, een standplaatsvergunning afgeven in afwijking van het eerste lid.

  • 3.

    Voor toepassing van het in tweede lid bepaalde, horen burgemeester en wethouders de commissie.

Artikel 6.

Op vrijdag tijdens de uren dat de wekelijkse warenmarkt in de dorpskern Simpelveld wordt gehouden, worden geen standplaatsen toegewezen.

Artikel 7.

Per dagdeel (morgen of middag) worden nooit meer dan 2 standplaatsen met verschillende producten per woonkern toegewezen, die gelijktijdig of gedeeltelijk gelijktijdig kunnen worden bezet.

Artikel 8.
  • 1.

    Burgemeester en wethouders wijzen voor de beide dorpskernen maximaal 6 standplaatsen toe.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen een standplaats toewijzen voor door hen aan te wijzen dag of dagen per week.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen, indien dringende omstandigheden daartoe aanleiding geven, aan een stand plaatshouder tijdelijk een andere standplaats toewijzen.

Artikel 9.
  • 1.

    De op een standplaats in gebruik zijnde verkoopinrichting mag op geen enkele wijze aan opstallen of vaste voorwerpen zijn verbonden, noch zijn aangesloten op de elektriciteit -, gas -, waterleiding - of telefoon - net.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen, als naar hun oordeel bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, ontheffing verlenen van het in het eerste lid bepaalde.

Artikel 10.
  • 1.

    Burgemeester en wethouders benoemen een commissie van advies in standplaatsaangelegenheden.

  • 2.

    In de commissie hebben ten minste zitting:

    • a.

      de wethouder in wiens portefeuille standplaatsaangelegenheden behoren (voorzitter);

    • b.

      de standplaatscontroleur/marktmeester;

    • c.

      één vertegenwoordiger van de plaatselijke politie;

    • d.

      één vertegenwoordiger van de plaatselijke winkeliers;

    • e.

      één vertegenwoordiger van de plaatselijk werkende ambulante handelaren op de weekmarkt;

    • f.

      één vertegenwoordiger van de plaatselijk werkende ambulante handelaren;

    • g.

      een ambtenaar die de functie van secretaris vervult.

  • 3.

    De commissie adviseert burgemeester en wethouders in stand plaatsaangelegenheden.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders regelen de samenstelling en werkwijze van de commissie.

Toewijzing van standplaatsen.
Artikel 11.

Uitsluitend natuurlijke personen komen in aanmerking voor een standplaatsvergunning.

Artikel 12.
  • 1.

    Aanvragen voor toewijzing van een vaste standplaats moeten steeds schriftelijk worden ingediend bij burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders zenden de aanvrager binnen 8 dagen na ontvangst van de aanvraag een bericht van ontvangst.

  • 3.

    De aanvragen worden in volgorde van binnenkomst vermeld op een doorlopend te nummeren lijst.

  • 4.

    De in het vorige lid bedoelde lijst wordt bijgehouden per woonkern en per branche.

  • 5.

    De aanvraag moet een keer per kalenderjaar worden herhaald.

  • 6.

    De aanvragen die niet een keer per jaar worden herhaald, worden op de lijst, bedoeld in het derde lid, doorgehaald.

Artikel 13.
  • 1.

    Om voor een standplaats in aanmerking te kamen is vereist dat de aanvrager aantoont:

    • a.

      handelingsbekwaam te zijn;

    • b.

      dat hij als ondernemer, dan wel dat de onderneming waarvan hij als bedrijfsleider optreedt, voldaan heeft aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie;

    • c.

      dat hij van het bedrijven van handel zijn hoofdberoep maakt;

    • d.

      dat hij genoegzaam verzekerd is tegen eisen tot het betalen van schadeloosstellingen, waartoe hij als gebruiker van een verkoopinrichting op een standplaats krachtens wettelijke aansprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden verplicht wegens aan derden toegebracht lichamelijk letsel en wegens beschadiging van eigendommen van derden. Betrokkene dient jaarlijks het bewijs over te leggen dat de door hem ter zake verschuldigde premie is voldaan.

  • 2.

    In zeer bijzondere gevallen, te hunner beoordeling, kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen aan het bepaalde in lid 1, ander c.

Artikel 14.

Voor de toewijzing van standplaatsen wordt door of vanwege burgemeester en wethouders aan de standplaatshouders een schriftelijk bewijs afgegeven, vermeldende:

  • a.

    naam en voornamen, geboortedatum en -plaats alsmede woonplaats en adres;

  • b.

    een duidelijke omschrijving van de toegewezen standplaats met vermelding van de afmetingen van de standplaats;

  • c.

    een omschrijving van de verkoopinrichting;

  • d.

    de artikelen of de groep van artikelen welke door de standplaatshouder op de hem toegewezen standplaats mogen worden verkocht;

  • e.

    de dag of de dagen, het tijdvak en de tijden waarop van de standplaats gebruik mag worden gemaakt.

Artikel 15.

Houders van vaste standplaatsen worden, met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen, op een doorlopend te nummeren lijst ingeschreven. Bij deze inschrijving worden tevens de artikelen of de groep van artikelen als bedoeld in artikel 14, sub d, vermeld.

Artikel 16.

Burgemeester en wethouders kunnen, gehoord de commissie, besluiten een vrijgekomen vaste stand plaats niet meer uit te geven of uit te geven voor de verkoop van andere artikelen dan waarvoor de standplaats eerder was uitgegeven.

Artikel 17.
  • 1.

    Voor vrijgekomen vaste standplaatsen komen allereerst in aanmerking de houders van vaste standplaatsen, die aan burgemeester en wethouders de wens te kennen hebben gegeven van standplaats te willen veranderen, zulks in de volgorde, waarin zij op de in artikel 15 bedoelde lijst zijn ingeschreven.

  • 2.

    Daarna komen in aanmerking de op de in artikel 12, lid 3 bedoelde lijst, ingeschrevenen.

  • 3.

    Degenen die de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt, kunnen alleen dan voor een vaste standplaats in aanmerking komen, als zij zich tenminste 5 jaar voor het bereiken van genoemde leeftijd als gegadigde op de in artikel 12, lid 3, bedoelde lijst hebben doen inschrijven.

Artikel 18.

De inschrijving op de in artikel 12, lid 3, bedoelde lijst wordt doorgehaald:

  • a.

    op verzoek van de ingeschrevene;

  • b.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • c.

    wanneer niet langer wordt voldaan aan een of meer van de eisen, gesteld in artikel 13, lid 1;

  • d.

    wanneer aan de ingeschrevene een vaste standplaats wordt toegewezen;

  • e.

    wanneer de ingeschrevene voor een vaste standplaats in aanmerking komt, doch deze zonder geldige redenen weigert een vaste standplaats te aanvaarden;

  • f.

    wanneer de aanvraag, bedoeld in artikel 12, lid 1, in een kalenderjaar niet is herhaald.

Artikel 19.
  • 1.

    Het recht op een vaste standplaats vervalt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij overlijden van de stand plaatshouder;

    • c.

      wanneer niet langer wordt voldaan aan een of meer van de eisen, gesteld in artikel 13, lid 1;

    • d.

      als de stand plaatshouder gedurende 3 achtereenvolgende dagen of gedurende zes dagen binnen een tijdvak van drie maanden, geen gebruik heeft gemaakt van de standplaats. Met achtereenvolgende dagen worden bedoeld de achtereenvolgende dagen waarop de stand plaatsvergunning geldig is.

  • 2.

    Het recht op een vaste standplaats vervalt eveneens ten aanzien van degene, die na het bereiken van de 65-jarige leeftijd, gedurende een tijdvak van 24 achtereenvolgende maanden, van zijn recht op het bezetten van een vaste standplaats persoonlijk geen of nagenoeg geen gebruik heeft kunnen maken.

  • 2.

    Als het bepaalde in beide voorgaande leden toepassing vindt, wordt de inschrijving op de in artikel 15 bedoelde lijst van houders van een vaste standplaats doorgehaald.

Artikel 20.
  • 1.

    Bij het overlijden van de standplaatshouder of van de, op de in artikel 12, lid 3, bedoelde lijst ingeschrevene, wordt het recht op de standplaats, respectievelijk op de inschrijving, overgeschreven op de overblijvende echtgenote (echtgenoot), indien een daartoe strekkend verzoek binnen één maand na het overlijden wordt ingediend.

  • 2.

    De verzoekster (verzoeker) bedoeld in het eerste lid, die rechthebbende is op een andere standplaats binnen de gemeente of op een andere inschrijving op bedoelde lijst, verliest het recht op die standplaats, respectievelijk die inschrijving.

Artikel 21.

Een standplaats die elk jaar gedurende een beperkte tijd wordt gebruikt (seizoenplaats), wordt beschouwd als vaste standplaats.

Artikel 22.
  • 1.

    Een standplaats moet door de houder ervan persoonlijk worden ingenomen; hij mag deze derhalve niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2.

    De houder van een standplaats mag zich doen bijstaan.

Artikel 23.
  • 1.

    Houders van standplaatsen, die wegens ziekte verhinderd zijn hun standplaats te bezetten, dienen de standplaatscontroleur/marktmeester daarvan schriftelijk in kennis te stellen.

  • 2.

    Deze schriftelijke mededeling moet tijdig voor de dag waarop de standplaats bezet moet worden, worden ingezonden. Bij plotselinge verhindering moet de standplaatscontroleur/marktmeester mondeling of telefonisch worden ingelicht, gevolgd door een schriftelijke bevestiging van deze melding.

  • 3.

    Bij langdurige afwezigheid van een standplaatshouder wegens ziekte, dient van deze reden van verhindering iedere drie maanden een geneeskundige verklaring te worden overlegd.

Artikel 24.
  • 1.

    Houders van vaste standplaatsen die wegens vakantie de standplaats niet zullen bezetten, moeten daarvan tijdig, onder opgave van de duur van de vakantie, schriftelijke mededeling doen aan de controleur.

  • 2.

    De in artikel 19, sub d, vervatte regeling inzake de verplichting tot een regelmatige bezetting van een toegewezen vaste standplaats teneinde de verkregen rechten op de. vaste standplaats te behouden, blijft per kalenderjaar ten hoogste 5 weken buiten werking, als de rechthebbende, na te hebben voldaan aan het onder lid1genoemde voorschrift, wegens vakantie afwezig is.

Artikel 25.
  • 1.

    In bijzondere gevallen kan door of namens burgemeester en wethouders aan standplaatshouders, op schriftelijk verzoek, tijdelijk ontheffing worden verleend van de verplichting om persoonlijk op de standplaats aanwezig te zijn.

  • 2.

    In de gevallen bedoeld in het eerste lid, alsmede in die bedoeld in artikel 23 of in artikel 24 kunnen burgemeester en wethouders de houder van een standplaats vergunning verlenen zich te laten vervangen.

Overige maatregelen van orde.
Artikel 26.
  • 1.

    De standplaats mag niet eerder in gebruik worden genomen dan één uur voordat met de verkoop mag worden begonnen.

  • 2.

    De standplaats moet volledig zijn ontruimd binnen één uur nadat de verkoop moet zijn Beëindigd.

Artikel 27.

Het is de stand plaatshouder verboden:

  • a.

    zich behoudens toestemming van de standplaatscontroleur/marktmeester langer dan 15 minuten van zijn uitstalling te verwijderen; gedurende deze tijd mag hij zijn standplaats niet onbeheerd achterlaten;

  • b.

    de doorgangen buiten de standplaats op enigerlei wijze te verhinderen of te belemmeren.

Artikel 28.
  • 1.

    De standplaatshouder is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn standplaats, zulks ter beoordeling van de standplaatscontroleur/marktmeester, steeds een verzorgd aanzien biedt.

  • 2.

    Hij dient de standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan tijdens en na het gebruik vrij te houden van afval en verpakkingsmaterialen.

Artikel 29.
  • 1.

    Het is de standplaatshouder verboden gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen, zo nodig onder door hen te stellen voorwaarden, ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

Artikel 30.
  • 1.

    Het is de standplaatshouder verboden verwarmingstoestellen en/of kook- en baktoestellen te gebruiken op de standplaats.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 31.

Standplaatshouders, wie het is toegestaan op de standplaats geringe eet- en drinkwaren voor de consumptie gereed te maken, dienen aan de voorzijde van hun verkoopinrichting 2 korven of bakken van voldoende grootte te plaatsen voor het inwerpen van afval.

Artikel 32.

Standplaatshouders zijn verplicht, gedurende de tijd dat zij goederen of waren ten verkoop aanbieden, op een duidelijk zichtbare plaats aan of in de verkoopinrichting een bord te hebben waarop duidelijk leesbaar de naam en voorletters van de standplaatshouder zijn vermeld. Het naambord moet ten genoegen van de standplaatscontroleur/marktmeester in goede staat worden gehouden.

Straf en slotbepalingen.
Artikel 33.

Degene, die in strijd handelt met de bepalingen van deze verordening of zich aan wangedrag of bedrog schuldig maakt, de standplaatscontroleur/marktmeester in de uitoefening van zijn taak belemmert, dan wel direct of indirect de orde verstoort of in gevaar brengt, een en ander ter beoordeling van de standplaatscontroleur/ marktmeester, kan, onverminderd het bepaalde in de artikelen 34 en 36 door de stand plaatscontroleur/marktmeester gelast worden zich met zijn goederen of waren ogenblikkelijk van de standplaats te verwijderen, aan welke last ogenblikkelijk gevolg dient te worden gegeven.

Artikel 34.

Burgemeester en wethouders kunnen, gehoord de commissie, het recht op een standplaats, al dan niet voorwaardelijk vervallen verklaren, dan wel het recht op een standplaats telkens voor ten hoogste 2 achtereenvolgende dagen dat de standplaatsvergunning geldig is ontnemen, als:

  • a.

    de rechthebbende de in deze verordening opgenomen bepalingen overtreedt;

  • b.

    van de standplaats gebruik wordt gemaakt strijdig met het doel waarvoor zij is bestemd;

  • c.

    de rechthebbende zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • d.

    de rechthebbende niet of niet tijdig het recht, onder welke naam dan ook verschuldigd, voor het gebruik van de standplaats voldoet.

Artikel 35.

leder die wegens wanbetaling hat recht op zijn standplaats heeft verloren wordt niet opnieuw als gegadigde voor een standplaats ingeschreven zolang bet verschuldigde recht niet is voldaan.

Artikel 36.

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2, 3, 4 en 33 van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste f 300,--, of hechtenis van ten hoogste 2 maanden.

Artikel 37.

Van een beslissing door de standplaatscontroleur/marktmeester op grond van deze verordening genomen, kan degene, te wiens aanzien deze beslissing geldt, binnen 8 dagen nadat de beslissing te zijner kennis is gebracht, schriftelijk bij burgemeester en wethouders in beroep gaan.

Artikel 38.

Deze verordening kan worden aangehaald als "Stand plaatsenverordening".

Artikel 39.

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking

Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Simpelveld in zijn openbare vergadering van 26 augustus 1999.

DE RAAD VOORNOEMD,

De secretaris, De voorzitter,

J.M.G. Hermans H.G.G. Bogman.