Organisatie | Simpelveld |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke ondersteuning |
Citeertitel | Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Simpelveld 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting op de verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning |
Deze regeling is vervangen door de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Simpelveld 2015.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2015 | intrekking | 13-11-2014 Elektronisch Gemeenteblad, 18-11-2014 | R, 13-11-2014 | |
15-01-2010 | 01-01-2010 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 10-12-2009 Weekblad Parkstad, 07-01-2010 | R, 10-12-09 |
Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning.
De raad van de gemeente Simpelveld,
gelezen het voorstel van het college, gelet op artikel 4 en 5 Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en artikel 149 Gemeentewet;
overwegende dat het noodzakelijk is om voorzieningen te treffen om de beperkingen, die iemand heeft om te kunnen participeren in de samenleving, te compenseren;
besluit vast te stellen de volgende verordening maatschappelijke ondersteuning:
In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:
Persoon met beperkingen: een persoon die ten gevolge van ziekte of gebrek, inclusief chronische psychische en psychosociale problemen, aantoonbare beperkingen ondervindt bij het uitvoeren van activiteiten op het gebied van het voeren van het huishouden, bij het normale gebruik van de woning; bij het verplaatsen in en om de woning, bij het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel of bij het ontmoeten van medemensen en het op basis daarvan aangaan van sociale verbanden;
Maatschappelijke participatie: normale deelname aan het maatschappelijke verkeer, te weten het voeren van een huishouden, het normale gebruik van de woning; het zich in en om de woning verplaatsen; het zich zodanig verplaatsen dat aansluiting wordt gevonden bij regionale, bovenregionale en landelijke vervoersystemen; het ontmoeten van andere mensen en het aangaan en onderhouden van sociale verbanden om op die manier deel te nemen aan het lokale maatschappelijke leven;
Eigen bijdrage of eigen aandeel in de kosten: een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen bijdrage, die bij respectievelijk de verstrekking van een voorziening in natura, een persoonsgebonden budget (een eigen bijdrage) of een financiële tegemoetkoming (een eigen aandeel) betaald moet worden en waarop de regels van het Besluit maatschappelijke ondersteuning van toepassing zijn;
Lid 2. Een voorziening wordt niet toegekend:
indien een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze, dan wel krachtens de aan deze verordening voorafgaande Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Simpelveld is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet is verstreken, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen.
Een individuele voorziening kan verstrekt worden in natura, als financiële tegemoetkoming en als persoonsgebonden budget. Het college stelt vast in welke situaties de bij wet verplichte keuze tussen een voorziening in natura en een persoonsgebonden budget niet wordt geboden aan de hand van de in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Simpelveld neergelegde criteria.
Artikel 4. Voorziening in natura.
Indien een voorziening in natura wordt verstrekt is de bruikleenovereenkomst, huurovereenkomst of dienstverleningsovereenkomst tussen de leverancier en de aanvrager van toepassing.
Indien een voorziening in natura wordt verstrekt is de bruikleenovereenkomst, huurovereenkomst of dienstverleningsovereenkomst gemeente Simpelveld van toepassing.
Artikel 5. Financiële tegemoetkoming.
Bij verstrekking van een financiële tegemoetkoming worden de toepasselijke voorwaarden zoals genoemd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Simpelveld in de beschikking opgenomen.
Artikel 6. Persoonsgebonden budget.
Lid 1: Op het persoonsgebonden budget zoals genoemd in artikel 6 van de wet zijn de volgende voorwaarden van toepassing:
de omvang van het persoonsgebonden budget is de tegenwaarde van de in de betreffende situatie goedkoopste, adequaat te verstrekken voorziening in natura, indien nodig aangevuld met een vergoeding voor instandhoudingkosten, zoals vastgelegd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Simpelveld;
Lid 5: Na aanschaf van de voorziening, waarvoor het persoonsgebonden budget is verstrekt, dan wel na afloop van de periode waarop het persoongebonden budget van toepassing is, wordt aan het college door de budgethouder voorzover van toepassing verantwoording afgelegd door verstrekking van
volgens de voorschriften zoals door het college opgenomen in het Besluit maatschappelijk ondersteuning gemeente Simpelveld.
Artikel 7. Eigen bijdragen en eigen aandeel.
Bij het verstrekken van individuele voorzieningen op grond van de wet kan het college bepalen dat de aanvrager een eigen bijdrage is verschuldigd of dat de financiële tegemoetkoming afgestemd kan worden op het inkomen. Het college legt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Simpelveld de omvang van de eigen bijdrage en het eigen aandeel vast.
Artikel 8. Vormen van hulp bij het huishouden.
De door het college, ter compensatie van beperkingen ten gevolge van ziekte of gebrek bij het voeren van een huishouden, te verstrekken voorziening kan bestaan uit:
Artikel 9. Primaat van de algemene hulp bij het huishouden.
Lid 1. Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 4, 5 en 6 van de wet kan voor de in artikel 8 onder a. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien:
het zelf uitvoeren van een of meer huishoudelijke taken onmogelijk maken en de algemene hulp bij het huishouden dit snel en adequaat kan oplossen.
Artikel 10. Gebruikelijke zorg.
In afwijking van het gestelde in artikel 9 komt een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 4, 5 en 6 van de wet niet in aanmerking voor hulp bij het huishouden als tot de leefeenheid waar deze persoon deel van uitmaakt een of meer huisgenoten behoren die wel in staat zijn het huishoudelijk werk te verrichten.
Artikel 11. Omvang van de hulp bij het huishouden.
De omvang van de voorziening hulp bij het huishouden wordt uitgedrukt in uren, afgerond naar decimalen, per week.
Artikel 12. De hoogte van het persoonsgebonden budget.
De bedragen die per tijdseenheid van een uur, zoals genoemd in artikel 11, in de vorm van een persoonsgebonden budget worden verstrekt, worden jaarlijks door het college vastgesteld en opgenomen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Simpelveld.
Artikel 13 Het recht op Individuele begeleiding
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 4,5 en 6 van de wet heeft aanspraak op de voorziening Individuele begeleiding op psychosociale grondslag wanneer er sprake is van: a. ernstige beperkingen in de sociale redzaamheid; b. een ernstige (psychische) ontwrichting van het functioneren van cliënt en het gezin in
relatie tot zijn sociale omgeving en deze ontwrichting kan leiden tot ernstige problemen op het gebied van de sociale redzaamheid.
Artikel 14 Vormen van individuele begeleiding
De door het college, ter compensatie van beperkingen ten gevolge van ziekte of gebrek of vanwege een ernstige ontregeling van meerdere of alle leefgebieden van de aanvrager, te verstrekken voorziening kan bestaan uit:
Artikel 15 Omvang van de individuele begeleiding
De omvang van de voorziening individuele begeleiding wordt uitgedrukt in uren, afgerond naar decimalen, per week.
In afwijking van het gestelde in artikel 14 komt een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 4,5 en 6 van de wet niet in aanmerking voor Individuele begeleiding op psychosociale grondslag als tot de leefeenheid waarvan de persoon deel uitmaakt, een of meer huisgenoten behoren die wel in staat zijn de ondersteuning te bieden.
Artikel 17 De hoogte van het persoonsgebonden budget
De bedragen die per tijdseenheid van een uur, zoals genoemd in artikel 11, in de vorm van een persoonsgebonden budget worden verstrekt, worden jaarlijks door het college vastgesteld en opgenomen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Simpelveld.
Artikel 18. Vormen van woonvoorzieningen.
De door het college, ter compensatie van beperkingen bij het voeren van een huishouden, te verstrekken woonvoorziening kan bestaan uit:
Artikel 19. Primaat algemene woonvoorzieningen en recht op individuele woonvoorzieningen.
Lid 1. Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor de in artikel 18, onder a. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien aan toonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek een aanpassing aan de woning noodza- kelijk maken en de algemene woonvoorziening dit snel en adequaat kan oplossen.
Lid 2. Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor de in artikel 18, onder b. c. en d. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien de in het vorige lid genoemde oplossing niet aanwezig is of niet tot een snelle en adequate oplossing leidt.
Artikel 20. Soorten individuele woonvoorzieningen.
De in artikel 18 onder b., c. en d. genoemde voorzieningen kunnen bestaan uit:
Artikel 21. Primaat van de verhuizing.
Lid 2. Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor een voorziening als bedoeld in artikel 20 onder b. en c. in aanmerking worden gebracht wan neer de in het eerste lid genoemde voorziening niet mogelijk is of niet de goedkoopst adequa te voorziening is.
Lid 3. Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor een voorziening als bedoeld in artikel 20, onder d. in aanmerking worden gebracht wan neer sprake is van een op basis van aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek aanwezige gedragsstoornis met ernstig ontremd gedrag tot gevolg, waarbij alleen het zich kunnen afzonderen kan leiden tot een situatie waarin deze persoon tot rust kan komen.
In geval van huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte, die voor een bedrag zoals door het college is vastgesteld in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Simpelveld is aangepast, kan het college een financiële tegemoetkoming verlenen aan de eigenaar van de woning in verband met derving van huurinkomsten voor de duur van maximaal 6 maanden, waarbij de eerste maand huurderving niet voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komt.
Het college kan een financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting verlenen die door de persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet moeten worden gemaakt in verband met het aanpassen van zijn huidige woonruimte of de nog te betrekken woonruimte, alleen voor de periode dat de woonruimte ten gevolge van het verrichten van de woningaanpassing niet bewoond kan worden en de persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet als gevolg daarvan voor dubbele woonlasten komt te staan.
In de onder sub a bedoelde gevallen kan alleen een tegemoetkoming in de kosten worden verleend als deze kosten gemaakt werden in verband met het tijdelijk betrekken van een zelfstandige woonruimte of het tijdelijk betrekken van een niet-zelfstandige woonruimte, of het langer moeten aanhouden van de te verlaten woonruimte.
Artikel 22. Primaat van de losse woonunit.
Indien een bouwkundige woonvoorziening bestaat uit een aanbouw aan of een aanzienlijke verbouwing van een woning die het eigendom is van een verhuurder, die niet bereid is de aangepaste woning blijvend ter beschikking te stellen van personen die op basis van aantoonbare beperkingen ten gevolge van ziekte of gebrek behoefte hebben aan een dergelijke woning, zal het college een herplaatsbare losse woonunit verstrekken, aan een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet, indien daartegen geen bezwaren van overwegende aard bestaan.
Lid 6. Burgemeester en wethouders van de gemeente Simpelveld verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten van een woonwagen indien:
Indien de technische levensduur van de woonwagen ten tijde van de indiening van de aanvraag minder dan vijf jaar is, of de standplaats van de woonwagen binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt, worden de aanpassingskosten tot een door het college in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Simpelveld bepaald maximum vergoed.
Artikel 25. Aanvullende begrenzing recht op woonvoorzieningen.
De aanvraag voor een woonvoorziening als bedoeld in dit hoofdstuk wordt geweigerd indien:
Artikel 26. Terugbetaling bij verkoop.
De eigenaar-bewoner, die krachtens deze verordening een woonvoorziening vanaf een in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Simpelveld opgenomen bedrag heeft ontvangen die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van 10 jaar na gereedmelding van de voorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden. De meerwaarde van de woning dient volgens het in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Simpelveld door het college vastgelegde afschrijvingsschema te worden terugbetaald.
Artikel 27. Vormen van vervoersvoorzieningen.
De door het college, ter compensatie van beperkingen bij het zich verplaatsen te verstrekken voorziening kan bestaan uit:
Artikel 28. Het recht op een algemene voorziening.
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor de in artikel 27 onder a. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek het onmogelijk maken om:
Artikel 29. Het primaat van het collectief vervoer.
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor de in artikel 27, onder b. en c. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht wanneer:
Artikel 30. Algemeen gebruikelijke vervoersvoorzieningen.
Indien het inkomen van een ongehuwde persoon of het gezamenlijk inkomen van gehuwde personen meer bedraagt dan de in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Simpelveld voor de diverse categorieën genoemde inkomensgrenzen, wordt ook het bezit van een personenauto algemeen gebruikelijk geacht, zodat een auto of een met een auto vergelijkbare voorziening en de daarmee samenhangende gebruiks- en onderhoudskosten niet in aanmerking komen voor verstrekking of vergoeding.
Artikel 31. Omvang in gebied en in kilometers.
Lid 2. In afwijking op het gestelde in het eerste lid wordt rekening gehouden met de vervoersbehoefte buiten de directe woon- of leefomgeving in een situatie waarin een bovenregionaal contact, dat uitsluitend door de aanvrager zelf bezocht kan worden, terwijl het bezoek voor de aanvrager noodzakelijk is om dreigende vereenzaming te voorkomen.
Artikel 32. Vormen van rolstoelvoorzieningen.
De door het college, ter compensatie van beperkingen bij het verplaatsen in en om de woning, dan wel voor sportbeoefening te verstrekken rolstoelvoorziening kan bestaan uit:
Artikel 33. Incidenteel en dagelijks rolstoelgebruik en sportrolstoel.
Lid 1. Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g., onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor de in artikel 32, onder a. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek incidenteel zittend verplaatsen in en om de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt worden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of een andere wettelijke regeling geen adequate oplossing bieden.
Lid 2. Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g., onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor de in artikel 32, onder b. en c. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek dagelijks zittend verplaatsen in en om de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt worden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of een andere wettelijke regeling geen adequate oplossing bieden.
Artikel 34. Aanspraak op rolstoelvoorzieningen voor AWBZ-bewoners.
In uitzondering op het gestelde in artikel 33, komt een persoon die verblijft in een op grond van artikel 5 van de Wet toelating zorginstellingen erkende instelling uitsluitend voor een rolstoel in aanmerking indien hij geen recht heeft op een rolstoel, verstrekt op grond van de AWBZ.
Artikel 36. Relatie met de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.
De aanvraag dient te worden ingediend bij de gemeente Simpelveld, in welk loket / op welke plaats zowel aanvragen voor voorzieningen inzake de wet alsook aanvragen zorg inzake de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten kunnen worden ingediend.
Artikel 37. Inlichtingen, onderzoek, advies en beschikking.
Artikel 38. Samenhangende afstemming.
Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de aanvrager laat het college onderzoek verrichten naar de situatie van de aanvrager.
Artikel 39. Wijzigingen in de situatie.
Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
Artikel 40. Intrekking van een besluit
Lid 2. Een besluit tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden bud- get kan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van de voorziening waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.
Artikel 42. Hardheidsclausule.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Simpelveld geldende bedragen verhogen of verlagen conform de ontwikkelingen van de prijsindex voor de gezinsconsumptie volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt eenmaal per jaar geëvalueerd. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt deze verordening aangepast. Het college zendt hiertoe telkens na 1 jaar na de inwerkingtreding van de verordening aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effectiviteit van de verordening in de praktijk.