Organisatie | Simpelveld |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de gemeentelijke begraafplaats 2004 |
Citeertitel | Verordening op de gemeentelijke begraafplaats van de gemeente Simpelveld |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders, uiteraard met inachtneming van de bepalingen in de Wet op de lijkbezorging.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-05-2004 | nieuwe regeling | 22-04-2004 Weekblad Troef, 5-5-2004 | R, 22-04-04 |
DE RAAD DER GEMEENTE SIMPELVELD;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 maart 2004
gelet op artikel 149van de Gemeentewet en artikel 33 Wet op de lijkbezorging;
met ingang van de dag waarop de hierna onder B. bedoelde "Verordening op de algemene begraafplaats van de gemeente Simpelveld in werking treedt in te trekken de "Verordening op de algemene begraafplaats van de gemeente Simpelveld" zoals deze laatstelijk is gewijzigd bij besluit van de raad van de gemeente Simpelveld van7 november 2000;
De gemeentelijke begraafplaats bestaat uit 2 delen genoemd naar de straat waaraan de ingang is gelegen, te weten
Ter gemeentesecretarie,afdeling Burgerzaken, sector Welzijn Algemeen juridische zaken en Bevolking, worden in de gravenadministratie ingeschreven de naam en voornamen, het adres alsmede de datum van geboorte en overlijden van de personen waarvoor een verlof tot begraving op de gemeentelijke begraafplaats is verleend.
Voor de toepassing van deze verordening wordt als lijk aangemerkt het stoffelijk overschot alsmede de as ná crematie geborgen in een asbus. Onder graftekenen verstaat men de op de graven aanwezige kruisen, grafstenen, gedenktekenen en andere grafbedekkingen.
Met eerbiediging van de bestaande en verworven rechten voor het in werking treden van deze verordening worden de graven en asbezorging ingedeeld in:
De onder a. genoemde graven zijn graven ten aanzien waarvan men een uitsluitend recht heeft om daarin twee lijken te begraven tegen betaling van een bepaald recht, en welke tegen betaling van een nieuw recht kunnen worden bijgehuurd, telkens wanneer zij aan de beurt komen om te worden geroerd. Het recht op een huurgraf kan uitsluitend schriftelijk worden gevestigd voor niet langer dan twintig jaren. Het recht wordt op ver¬zoek, mits binnen een jaar voor het verstrijken van de termijn gedaan, verlengd, doch telkens voor niet langer dan tien jaren. In deze graven mogen ook asbussen worden geplaatst.
De onder b. en c. genoemde graven zijn urnengraven/urnennissen ten aanzien waarvan men een uitsluitend recht heeft om daarin twee asbussen te begraven/bij te zetten tegen betaling van een bepaald recht, en welke tegen betaling van een nieuw recht kunnen worden bijgehuurd, telkens wanneer zij aan de beurt komen om te worden geroerd. Het recht op een huurgraf kan uitsluitend schriftelijk worden gevestigd voor niet langer dan twintig jaren. Het recht wordt op ver¬zoek, mits binnen een jaar voor het verstrijken van de termijn gedaan, verlengd, doch telkens voor niet langer dan tien jaren.
De onder d. genoemde verstrooiingsplaatsen ten aanzien waarvan men een uitsluitend recht heeft om aldaar tegen betaling as te verstrooien.
De onder e. genoemde graven zijn graven niet vallende onder a. die ná verloop van tien jaren kunnen worden geruimd en waarin geen bijbegravingen of bijzet¬tingen van asbussen zijn toegestaan.
Het lijk of de lijken welke in een kosteloos graf zijn begraven kunnen gedurende het tijdvak van de eerste tien jaren ieder moment beschouwd worden als zijnde begraven in een huurgraf, mits de verschuldigde rech¬ten worden voldaan en aan de verplichtingen van de huurgraven gevolg wordt gegeven. Behoudens het vorenstaande vervallen de rechten op een kosteloos graf na tien jaren, tenzij dan de verschuldigde rechten voor de volgende tien jaren worden voldaan en tevens de verplichtingen van de huurgraven worden nagekomen. De zich op een kosteloos graf bevinden opstanden en dergelijke worden bij het vervallen van het grafrecht gedurende dertig dagen ter beschikking van de nabestaanden gesteld. Worden deze niet van zijnentwege weggehaald, dan kan de gemeente hierover naar eigen goed-vinden beschikken.
Er mogen niet meer dan twee lijken boven elkaar worden begraven voor de onder sub 1 bedoelde personen; voor de onder sub 2 bedoelde personen slechts één lijk, eveneens slechts één lijk in een kosteloos graf. In een urnengraf mogen slechts 2 urnen, diagonaal ten opzichte van elkaar, worden begraven c.q. bijgezet in een urnenmuur.
De graven worden voor ingebruikneming aangewezen in opvolging van de nummering der graven, tenzij de begraving in een geroerd graf moet plaatsvinden. Aanwijzing van vorenbedoelde graven vindt niet eerder plaats dan nadat het verlof tot begraven als bedoeld in de Wet op de lijkbezorging is ontvangen.
Op beide begraafplaatsen wordt de aanleg van grafkelders niet toegestaan. Reeds voor de overname van de begraafplaats gerealiseerde grafkelders mogen gehandhaafd blijven.
Op de graven als bedoeld in artikel 8, sub 1, mogen alleen opstanden worden geplaatst die aan de volgende voorschriften voldoen:
a begraafplaats Schilterstraat:
- op de huurgraven opstanden van uitsluitend natuursteen met een maxi¬male hoogte van 1 meter en een minimale hoogte van 0,90 meter; een maximale breedte van 1 meter en een minimale breedte van 0,90 meter. De dikte moet minimaal 10 centimeter en mag maximaal 15 centimeter bedragen.
- op kosteloze graven mag een opstand uit kunst- of natuursteen worden geplaatst met een maximale hoogte van 1 meter en een minimale hoogte van 0,90 meter; een maximale breedte van 1 meter en een minimale breedte van 0,90 meter. De dikte moet minimaal 10 centimeter en mag maximaal 15 centimeter bedragen.
b. begraafplaats Oranjeplein: op de huurgraven:
- opstanden van natuursteen met een maxi¬male hoogte van 1 meter en een minimale hoogte van 0,90 meter; een variabele breedte, maximale 1 meter. De dikte moet minimaal 10 centimeter en mag maximaal 15 centimeter bedragen. De graven dienen te zijn voorzien van banden van natuursteen met een maximale hoogte van 10 cm. boven maaiveld. De graven mogen worden voorzien van een natuurstenen afdekplaat, beplanting, natuursteensplit of siergrind;
- liggende stenen of grafzerken van natuursteen¬¬;
- hout of smeedwerk in de vorm van een kruis;
- op kosteloze graven mag een opstand uit kunst- of natuursteen worden geplaatst met een maximale hoogte van 1 meter en een minimale hoogte van 0,90 meter; een maximale breedte van 1 meter en een minimale breedte van 0,90 meter. De dikte moet minimaal 10 centimeter en mag maximaal 15 centimeter bedragen.
Op de graven als bedoeld in artikel 8, sub 2, mogen alleen opstanden worden geplaatst die aan de volgende voorwaarden voldoen:
a. begraafplaats Schilterstraat: op de huurgraven opstanden van:
- natuursteen met een hoogte van maximaal 0,60 en minimaal 0,55 meter. De dikte mag maximaal 15 en minimaal 10 centimeter bedragen; - op kosteloze graven mag een opstand uit kunst- of natuursteen worden geplaatst met een hoogte van maximaal 0,60 en minimaal 0,55 me¬ter. De dikte mag maximaal 15 en minimaal 10 centimeter bedragen.
- natuursteen met een hoogte van maximaal 0,60 en minimaal 0,55 meter. De dikte mag maximaal 15 en minimaal 10 centimeter bedragen; - hout of smeedijzer in de vorm van een kruis;
- op kosteloze graven mag een opstand uit kunst- of natuursteen worden geplaatst met een hoogte van maximaal 0,60 en minimaal 0,55 meter. De dikte mag maximaal 15 en minimaal 10 centimeter bedragen.
Op de graven als bedoeld in artikel 8, sub 3, mogen alleen opstanden worden geplaatst van uitsluitend natuursteen met een hoogte van 25 centimeter aflopend naar 15 centimeter boven maaiveld en afgedekt met een dekplaat van hetzelfde materiaal en de afmetingen 55 x 55 cm. De dikte van de te bezigen dekplaat dient 5 centimeter te bedragen.
Het oprichten van opstanden is onderworpen aan de goedkeuring van burge¬meester en wethouders. Hiertoe dient een tekening schaal 1 : 10 met voor-, boven- en zijaanzicht van de grafsteen, de afmetingen, de aandui¬ding van het te bezigen materiaal en de naam van de begravene te worden over¬gelegd. Tot plaatsing kan pas worden overgegaan na het betalen van het verschuldigde recht. De plaatsing der opstanden, zomede het aanbrengen van de fundering dient te geschieden onder toezicht van de door burge-meester en wethouders aangewezen beheerder of diens plaatsvervanger.
Bij het plaatsen van grafopstanden op graven bedoeld in artikel 8, sub 1, dient vooraf een fundering te worden aangebracht welke reikt tot 2 meter beneden maaiveld, voor graven als bedoeld in artikel 8, sub 2 tot 1,20 meter beneden maaiveld en voor graven als bedoeld in artikel 8, sub 3 een betonplaat van 5 cm. dikte.
De bij het graf op de begraafplaats Schilterstraat aan de opstand aansluitende strook, ter diepte van 35 centimeter, kan door de rechthebbende op het graf worden beplant met heesters of bloemplanten die volgroeid geen grotere hoogte mogen bereiken dan 40 centimeter; eveneens kunnen ter plaatse snijbloemen worden geplaatst of gelegd. Eenieder die een zodanige beplanting heeft aangebracht is verplicht die te onderhouden. Bij niet voldoen aan deze verplichting zijn burgemeester en wethouders gerechtigd de beplanting te doen wegnemen of te doen onderhouden op kosten van belanghebbenden.
Het onderhoud van de opstanden, met inbegrip van hun funderingen, is ten laste van de belanghebbenden. Bij niet voldoen aan deze verplichting tijdens de huurtijd kunnen burgemeester en wethouders, zo mogelijk na een voorafgaande waarschuwing, overgaan tot het uitvoeren van de verbeteringen van opstand en/of fundering c.q. het opruimen van opstanden en/of fundering, zulks op kosten van de nalatigen.
Eenieder moet gedogen, dat graf- en gedenktekens of andere voorwerpen, door of namens hem op enig graf geplaatst, vanwege de gemeente en op haar kosten tijdelijk worden weggenomen of verplaatst, indien zulks ter begraving van lijken in de nabijheid van het betreffende graf of om andere redenen nodig is.
Indien een bijlegging in een bestaand graf dient te geschieden, behoort de rechthebbende zorg te dragen dat de voorwerpen welke zich op het betreffende graf bevinden, dan wel de afsluitplaat, zulks naar genoegen van burgemeester en wethouders, op kosten van de rechthebbende worden weggenomen en herplaatst.
Het plaatsen van opstanden en het verrichten van daarmede verband houdende werkzaamheden is toegestaan, na voorafgaande toestemming van burgemeester en wethouders, iedere werkdag - behalve zaterdag - van 09.00 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 16.00 uur, uitgezonderd in het tijdvak van 27 oktober t/m 3 november.
Indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders in het onderhoud van een graf niet of niet op behoorlijke wijze wordt voorzien, zal de rechthebbende, indien mogelijk, mondeling dan wel schriftelijk worden aangemaand alsnog binnen dertig dagen nadat de eventuele aanmaning heeft plaatsgevonden aan zijn verplichtingen te voldoen. Indien hieraan geen gevolg wordt gegeven kan burgemeester en wethouders verklaren dat het verkregen recht door genoemd verzuim is komen te vervallen, van welke verklaring, indien mogelijk, mededeling wordt gedaan aan de rechthebbende. De zich op het graf bevindende voorwerpen blijven dan nog gedurende dertig dagen ter beschikking van de rechthebbende. Worden deze niet verwijderd van zijnentwege, dan kan de gemeente hierover naar eigen goedvinden beschikken.
Indien, met inachtneming van het bepaalde in artikel 29, eerste lid, van de Wet op de lijkbezorging, het opgraven en overbrengen van lijken noodzakelijk is, zal dit, voor zover mogelijk, geschieden gedurende de uren dat de begraafplaats is gesloten.
De door burgemeester en wethouders aangewezen beheerder of diens plaatsvervanger, belast met het dagelijks toezicht op de begraafplaats, is bevoegd personen die zich niet behoorlijk gedragen zonodig van de begraafplaats te doen verwijderen. Wanneer hij van deze bevoegdheid gebruik heeft gemaakt doet hij hiervan mededeling aan burgemeester en wethouders.
Op de begraafplaats worden geen fietsen, bromfietsen en andere vervoermiddelen, uitgezonderd invalidenvoertuigen en kinderwagens. toegelaten.
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders, uiteraard met inachtneming van de bepalingen in de Wet op de lijkbezorging.