Organisatie | Simpelveld |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening speelhalautomaten |
Citeertitel | Verordening speelhalautomaten |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening Speelautomaten gemeente Simpelveld, zoals vastgesteld in 1988 en voor het laatst gewijzigd in 1993.
Wet op de kansspelen, art. 30c, lid 1c
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-06-2001 | 01-06-2001 | nieuwe regeling | 31-05-2001 Weekblad Troef, 13-06-2001 | R 31-05-01 |
Besluit tot vaststelling van de verordening speelautomatenhallen
De raad van de gemeente Simpelveld;
gelet op artikel 30c, lid 1 onder c van de Wet op de kansspelen;
gelet op het besluit van de raad van 30 november 2000 om zijn beleid met betrekking tot de vestiging en exploitatie van speelautomatenhallen niet te wijzigen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 april 2001
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
openbare weg: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot die wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.
De burgemeester beslist binnen twaalf weken na de datum waarop hij de aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste twaalf weken worden verdaagd.
Het aantal speelautomaten dat mag worden opgesteld bedraagt ieder geval niet meer dan 26 kansspelautomaten.
Indien een overeenkomstig artikel 5, tweede lid, in de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de ondernemer onder overlegging van de in artikel 3, onder d, genoemde bescheiden een nieuwe vergunning aan te vragen binnen twee weken nadat de in artikel 3 bedoelde verklaring omtrent het gedrag aan hem is verzonden.
De vergunning vervalt indien de beslissing op een aanvrage voor een nieuwe vergunning voor het vestigen dan wel exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel indien geen aanvrage is ingediend binnen zes maanden na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid.
Artikel 10 Strafbaarstelling overtredingen
Overtreding van artikel 2 van deze verordening en van de krachtens dit artikel gegeven voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.
De opsporing van de in artikel 10 strafbaar gestelde feiten is, behalve aan de in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.
Zo dikwijls de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, wordt de bevoegdheid te allen tijde de speelautomatenhal, desnoods tegen de wil van de rechthebbende of gebruiker, te betreden verleend aan de ambtenaren:
Deze verordening treedt in werking op 1 juni 2001. Per dezelfde datum wordt de Verordening Speelautomaten gemeente Simpelveld, vastgesteld in 1988 en voor het laatst gewijzigd in 1993, ingetrokken.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Simpelveld op 31 mei 2001.
De Raad van de gemeente Simpelveld,
de wnd. secretaris, de voorzitter,
P.J.J.M. Schillings H.G.G. Bogman
De gemeenteraad heeft in zijn vergadering van 30 november 2000 vastgesteld dat het beleid met betrekking tot de vestiging en exploitatie van speelautomatenhallen niet mag veranderen.
Het beleid met betrekking tot de vestiging en exploitatie van speelautomatenhallen is in een verordening vastgelegd. Om een aantal redenen is aan de raad voorgesteld om de oude verordening te vervangen door een geheel nieuwe, dat wil zeggen de thans voorliggende.
De nieuwe verordening regelt alleen de vestiging en exploitatie van speelautomaten-hallen. De oude verordening (artikel 15) gaf in aanvulling op de Wet op de kansspelen ook nadere regels voor de burgemeester met betrekking tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning voor speelautomaten in andere inrichtingen dan speelautomatenhallen. Deze nadere regels voor hoog- en laagdrempelige inrichtingen, denk aan café’s, cafetaria’s, broodjeszaken, sporthallen, zwembaden, lunchrooms en restaurants, zijn verhuisd naar artikel 2.3.3.2 van de Algemene plaatselijke verordening.
Een aantal bepalingen in de oude verordening (zie art. 4, lid 2, art. 5 en art. 9, lid 2 van de oude verordening) is niet overgenomen in de nieuwe, omdat vanaf 1 januari 1994 de Awb van toepassing is op de uitvoering van de speelautomatenverordening en genoemde bepalingen daarmee overbodig zijn geworden.
Met de laatste herziening van de Wet op de kansspelen is de mogelijkheid van productdifferentiatie in speelautomatenhallen ingevoerd. De redenering hierachter is dat indien er voor speelautomatenhallen een toegangsbewijs, op basis van een legitimatieplicht, wordt ingevoerd het ook mogelijk moet zijn om meer en andere producten aan te bieden in speelautomatenhallen. Op deze wijze zouden speelautomatenhallen voor wat betreft het aanbod van kansspelautomaten een ‘tussenpositie’ kunnen gaan innemen tussen horecagelegenheden enerzijds en casino’s anderzijds. Productdifferentiatie houdt in dat speelautomatenhallen andere (afwijkende) typen kansspelautomaten kunnen worden geplaatst dan in horeca-inrichtingen. Dit geldt alleen voor speelhallen en dus niet voor hoogdrempelige inrichtingen. Dit staat in artikel 30n van de wet. In artikel 13 van het Speelautomatenbesluit 2000 zijn de normen vastgelegd. Meer achtergrondinformatie over aantal, productdifferentiatie en ideale mix van speelautomaten staat opgenomen in de VNG-uitgave (1999) Handreiking gemeentelijk speelautomatenbeleid op blz. 25 en 26.
In artikel 5 (oud: artikel 6) staat dat de burgemeester aan de vergunning voorschriften en beperkingen moet verbinden. Deze moeten onder andere betrekking op het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld. In de oude verordening had bij artikel 2, lid 2 laten opnemen dat de aanwezige cq. te plaatsen speelautomaten het aantal van 30, waarvan maximaal 26 kansspeelautomaten, niet te boven gaat. In de nieuwe verordening staat dit geregeld in artikel 5a.
Artikel 13a vervangt het oude artikel 16.
Bij het redigeren van de tekst van deze verordening is zoveel mogelijk de tekst gevolgd van de model-speelautomatenhallen verordening van de VNG. Alleen in de artikelen 5a en 13a wordt van deze tekst afgeweken.
Handreiking gemeentelijk speelautomatenbeleid (boek)
Meer uitvoerig over het gemeentelijk speelautomatenbeleid kan men lezen in de Handreiking gemeentelijk speelautomatenbeleid van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, VNG-uitgeverij, Den Haag 1999.