Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Kerkrade

Nadere regels ter uitvoering van artikel 3.1.3. APV

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKerkrade
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels ter uitvoering van artikel 3.1.3. APV
CiteertitelNadere regels ter uitvoering van artikel 3.1.3. APV
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene plaatselijke verordening gemeente Kerkrade 2001, artikel 3.1.3. APV.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-2000nieuwe regeling

14-08-2000

Zuid-Limburger

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

NADERE REGELS TER UITVOERING VAN ARTIKEL 3.1.3. APV

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN KERKRADE,

 

Overwegende, dat het in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- en leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de verkeersvrijheid of -veiligheid, de gezondheid of zedelijkheid en de arbeidsomstandigheden van de prostitué(e),  geboden is de exploitatie van seksinrichtingen en escortbedrijven aan nadere regels te binden;

gelet op het bepaalde in artikel 3.1.3. van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Kerkrade;

 

BESLUITEN:

 

vast te stellen:  Nadere regels ter uitvoering van artikel 3.1.3 APV.

Paragraaf 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • 1.

    Inrichting: een seksinrichting en een escortbedrijf;

  • 2.

    Seksinrichting:de inrichting als bedoeld in artikel 3.1.1., onder c, APV, met inbegrip van prostitutiebedrijven en parenclubs;

  • 3.

    Escortbedrijf:het bedrijf als bedoeld in artikel 3.1.1, onder e, APV;

  • 4.

    Exploitant:de exploitant als bedoeld in artikel 3.1.1., onder g,  APV;

  • 5.

    Beheerder:de beheerder als bedoeld in artikel 3.1.1., onder h, APV;

  • 6.

    Bouwwerk:een bouwwerk als bedoeld in artikel 1.1 van de Bouwverordening Kerkrade;

  • 7.

    Werkruimte:de verblijfsruimte waar de feitelijke seksuele dienstverlening plaatsvindt;

  • 8.

    Verblijfsruimte:een besloten ruimte, bestemd voor het verblijven van mensen;

  • 9.

    Bouwbesluit:het Besluit als bedoeld in artikel 2 Woningwet houdende de technische voorschriften omtrent het bouwen van bouwwerken en de staat van bestaande bouwwerken;

  • 10.

    Bouwverordening:de Bouwverordening Kerkrade door de gemeenteraad vastgesteld.

Paragraaf 2 Inrichtingseisen

Artikel 2 Inrichtingseisen prostitutiebedrijven

  • 1.

    Tot een prostitutiebedrijf moeten tenminste behoren:

    a. een of meer werkruimten; 

    b. een keuken;

    c. een kleedkamer met een afsluitbare hang/legkast;

    d. een verblijfsruimte ingericht als dagverblijf met een oppervlakte van ten minste 3,6 m x 3,6 m

  • 2.

    Samenvoeging van de keuken en het dagverblijf, dan wel de kleedkamer en het dagverblijf, is toegestaan als daarmee, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, een gelijkwaardige situatie wordt bereikt. 

  • 3.

    Het dagverblijf, de keuken en de kleedkamer mogen niet voor prostitutie - doeleinden worden gebruikt.

  • 4.

    Elke werkruimte moet voorzien zijn van een wasbak (dan wel andere wasgelegenheid) met gecombineerd warm en koud stromend water, een afsluitbare hang-/legkast en een vloeroppervlakte hebben van ten minste 9 m2.

  • 5.

    In een prostitutiebedrijf moet uitsluitend ten behoeve van de prostitu(e)e en het overige personeel tenminste één toiletruimte en één badruimte aanwezig zijn.

Artikel 3 Overige voorzieningen prostitutiebedrijven

De werkruimten van een prostitutiebedrijf  moeten gedurende de aanwezigheid van de prostitué(e), hetzij door daglicht, hetzij door kunstlicht, hetzij door beide, voldoende en doelmatig zijn verlicht.

Artikel 4 Veiligheidsvoorzieningen prostitué(e)

  • 1.

    Iedere werkruimte dient voorzien te zijn van een zogenaamd stil alarm, welke bediend moet kunnen worden Vanaf de werkplek.

  • 2.

    De toegangsdeur van een werkruimte mag niet van binnen uit afsluitbaar zijn.

  • 3.

    Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing indien een toegangsdeur van een werkruimte is gelegen aan de openbare weg.

Paragraaf 3 Brandveiligheidseisen prostitutiebedrijven

Artikel 5 Brandveiligheidsvoorschriften

Een prostitutiebedrijf dient te voldoen aan de desbetreffende eisen gesteld in het Bouwbesluit en de Bouwverordening (gebruiksvergunning).

Paragraaf 4 Gebruiks- gedrags- en gezondheidsvoorschriften

Artikel 6 Algemeen

De exploitant van een seksinrichting of escortbedrijf is verplicht maatregelen te treffen in het belang van de veiligheid, de hygiëne en de bescherming van de gezondheid van de in de inrichting of het bedrijf werkzame prostitué(e), alsmede de bescherming van de volksgezondheid

Artikel 7 Technische Hygiënezorg

  • 1.

    De exploitant van een seksinrichting dient er voor zorg te dragen dat de inrichting voldoet aan de hygiëne-eisen die door de GGD worden gesteld, zoals vermeld in het hygiëne protocol GGD - en Limburg.

  • 2.

    De exploitant verleent aan de GGD toegang tot de seksinrichting en werkt  mee aan het bezoek van de medewerker van de GGD die jaarlijks een  technische-hygiëne inspectie uitvoert. Van deze hygiëne-inspectie wordt door de GGD een rapport gemaakt hetgeen wordt toegezonden aan de exploitant. Een afschrift van dit rapport wordt aan de gemeente gezonden.

Artikel 8 Preventie

  • 1.

    De exploitant van een inrichting verleent de GGD toegang tot de inrichting en verleent medewerking aan preventieactiviteiten van de GGD gericht op verbetering van de gezondheidssituatie van de bij hem werkzame prostitué(e)s.

  • 2.

    De exploitant van een inrichting voert een 'veilig seks beleid'. Hij ziet erop toe dat er geen onveilige seks wordt aangeboden en dat veilige seks wordt bewerkstelligd.

  • 3.

    De exploitant van een inrichting draagt zorg voor verspreiding onder de bij hem werkzame prostitué(e)s van voor hen toegankelijk en in begrijpelijke taal geschreven  voorlichtings- en informatiemateriaal, over gezondheidsrisico=s van hun werk, m.n. seksueel overdraagbare aandoeningen, en over de aanwezigheid en bereikbaarheid van gezondheidszorg- en hulpverleningsinstellingen.  

  • 4.

    De exploitant van een prostitutiebedrijf of escortbedrijf dient zorg te dragen voor een lijst van hulpverleningsinstanties en belangenverenigingen voor prostitué(e)s die voor de werkzame prostitué(e)s steeds toegankelijk is.

  • 5.

    De exploitant van een prostitutiebedrijf stelt huisregels op om de klant te informeren over de toepassing van 'veilig sekstechnieken' en het in de huisregels beschreven zelfbeschikkingsrecht van de prostitué(e)s. De huisregels dienen op een voor de klant duidelijk zichtbare plaats opgehangen te worden. 

  • 6.

    In de onder lid 5 bedoelde huisregels wordt in ieder geval opgenomen: a. de prostitué(e) mag klanten weigeren;

    b. de prostitué(e) is niet verplicht als daarom wordt verzocht met de klant alcoholhoudende dranken te drinken en andere verdovende middelen te gebruiken;

    c. de prostitué(e) is niet verplicht om, als daarom wordt verzocht, zonder gebruik van een condoom te werken;

    d. de  prostitué(e) mag handelingen weigeren.

  • 7.

    De huisregels genoemd in het vorige lid gelden ook voor ieder escortbedrijf.

  • 8.

    De exploitant van een seksinrichting draagt er zorg voor dat op een voor de klant duidelijk zichtbare plaats actueel foldermateriaal ten aanzien van veilige seks en seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) ter inzage liggen.

  • 9.

    De exploitant van een seksinrichting draagt er zorg voor dat in de inrichting te allen tijde voldoende wettelijk goedgekeurde condooms voor gebruik beschikbaar zijn.

Artikel 9 Geneeskundig onderzoek

  • 1.

    De exploitant van een prostitutiebedrijf en escortbedrijf stelt de bij hem werkzame prostitué(e) in de gelegenheid zich ten minste vier keer per jaar op seksueel overdraagbare aandoeningen en overige aan het beroep gerelateerde klachten bij de GGD of bij een bij de GGD bekende arts geneeskundig te laten onderzoeken.

  • 2.

    Indien het in het vorige lid bedoelde onderzoek door een andere arts wordt verricht meldt de exploitant de GGD schriftelijk naam en adres van die arts.

Paragraaf 5 Overige verplichtingen van exploitant en beheerder

Artikel 10 Leeftijdsgrens bezoekers

De exploitant  mag gedurende de uren dat de inrichting geopend is geen personen jonger dan 16 jaar in zijn  inrichting toelaten.

Artikel 11 Bewoningsverbod prostitutiebedrijf

  • 1.

    Het is verboden om het gedeelte van een gebouw dat door de exploitant bestemd is als prostitutiebedrijf te (laten) wonen of te (laten) logeren/overnachten.

  • 2.

    De exploitant is verplicht op het bepaalde in het vorige lid toezicht uit te oefenen.

Artikel 12 Verboden reclame

Het is verboden voor een prostitutiebedrijf of escortbedrijf reclame te maken waarbij de garantie wordt gegeven of op andere wijze wordt aangegeven dat de in het prostitutiebedrijf of escortbedrijf werkzame prostitué(e)s vrij zijn van seksueel overdraagbare aandoeningen.

Artikel 13 Escortbedrijf

De exploitant van een escortbedrijf is verplicht aan de gemeente door te geven onder welke telefoonnummers het bedrijf haar diensten aanbiedt. Wijzigingen dienen terstond, doch uiterlijk binnen 2 dagen na doorvoering van de wijziging, te worden doorgegeven.

Artikel 14 Toegang inrichting

De exploitant en beheerder zijn verplicht er voor zorg te dragen dat de toezichthouders als bedoeld in artikel 6.1A van de Algemene plaatselijke verordening Kerkrade onmiddellijk en onbelemmerd toegang hebben tot de inrichting:

1. gedurende de tijd dat de inrichting voor bezoekers geopend is dan wel

2. gedurende de tijd dat de inrichting gesloten dient te zijn, indien die toezichthouders het vermoeden uiten dat daarin of aldaar bezoekers aanwezig zijn.

Paragraaf 6 Slotbepaling

Artikel 15 Slotbepaling

Deze nadere regels treden in werking op 1 oktober 2000.

Aldus vastgesteld op 14 augustus 2000 door Burgemeester en Wethouders van Kerkrade,

De Secretaris,              De Burgemeester,

mr. C.M. Kuikman          J.J.M. Som