Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Kampen

Verordening Winkeltijden 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKampen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Winkeltijden 2011
CiteertitelVerordening Winkeltijden 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpfinanciën

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening Winkeltijden 2001.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet art 149
  2. Winkeltijdenwet art. 3.1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-07-2019wijz. art. 1; art. 5

04-07-2019

gmb-2019-171578

41411-2019
17-12-201517-07-2019wijz. art. 5

10-12-2014

Gemeenteblad 2015, 121206

15ADV00472
12-02-201401-07-201317-12-2015wijz. art. 7a t/m 7k

30-01-2014

Gemeenteblad, 2014, 6515

13ADV00391 
20-01-201217-07-2019nieuwe regeling

22-12-2011

Gemeeteblad, 2012, 08

b&w 13-9-2011

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Winkeltijden 2011

De Raad van de gemeente Kampen,

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 13 september 2011;

gelet op de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet,

 

besluit:

  • 1.

    in te trekken de "Verordening Winkeltijden 2001", zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Kampen op 4 januari 2001;

  • 2.

    vast te stellen de volgende verordening:

Verordening Winkeltijden 2011

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • b.

    winkel: een winkel als bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • c.

    feestdag: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    supermarkt: een detailhandelsbedrijf in de vorm van een zelfbedieningswinkel waar in hoofdzaak levensmiddelen en voedingsmiddelen - inclusief versartikelen zoals groente, brood, vlees en zuivel – en in beperkte mate huishoudelijke artikelen worden verkocht.

Artikel 2 Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist op een aanvraag om een ontheffing binnen acht weken.

  • 2.

    Het college kan de beslissing voor ten hoogste twee weken verdagen.

Artikel 3 Overdracht van de ontheffing

  • 1.

    Een ontheffing op grond van deze verordening is overdraagbaar na verkregen toestemming van het college.

  • 2.

    In geval van een voorgenomen overdracht doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtsverkrijgende.

Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten dit noodzakelijk maken in verband met hetbelang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebrekevan een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • f.

    de houder dit aanvraagt.

Artikel 5 Algemene vrijstellingen

  • 1.

    Voor de in artikel 2, eerste lid aanhef en onder b, van de wet vervatte verboden geldt voor winkels een algemene vrijstelling op tweede Paasdag, Hemelvaartsdag en tweede Pinksterdag, alsmede op Nieuwjaarsdag en tweede Kerstdag voor zover deze dagen niet op zondag vallen.

  • 2.

    Voor het in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a, van de wet vervatte verbod geldt voor supermarkten een algemene vrijstelling van 12.00 uur tot 18.00 uur, met uitzondering van eerste Paasdag, eerste Pinksterdag en eerste Kerstdag.

  • 3.

    Voor de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder b, van de wet vervatte verboden geldt voor supermarkten de in het tweede lid opgenomen algemene vrijstelling op Nieuwjaarsdag en tweede Kerstdag voor zover deze dagen op zondag vallen.

  • 4.

    Aan de op grond van het tweede lid geldende algemene vrijstelling wordt het voorschrift verbonden, dat het niet is toegestaan op zondag goederen te laden of te lossen.

Artikel 6 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situaties

  • 1.

    Het college kan voor wat betreft zondagen en feestdagen ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet genoemde verboden in verband met een tijdelijk toeristisch evenement met een cultureel en/of ideëel karakter.

  • 2.

    De aanvraag om een ontheffing of een ambtshalve ontheffing als bedoeld in lid 1 geeft in ieder geval weer: de organisator, de aard van het evenement, de periode(-s), de dag(-en), de locatie en het tijdstip waarop de ontheffing betrekking heeft evenals een opsomming van eventueel ten toon te stellen artikelen.

  • 3.

    Het college kan voorschriften verbinden aan de ontheffing.

Artikel 7 Ontheffing sluitingsuren op werkdagen voor bijzondere situaties

  • 1.

    Het college kan voor wat betreft de sluitingsuren op werkdagen ontheffing verlenen van het in artikel 2 genoemde verbod, voor zover dit betrekking heeft op werkdagen tussen 22.00 uur en 06.00 uur in verband met een bijzondere incidenteel evenement met een cultureel karakter.

  • 2.

    De aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 1 geeft in ieder geval weer: de organisator, de aard van het evenement, de dag(-en), de locatie en het tijdstip waarop de ontheffing betrekking heeft evenals een opsomming van eventueel ten toon te stellen artikelen.

  • 3.

    Het college kan voorschriften verbinden aan de ontheffing.

Artikel 7a Bepaalde winkels

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

  • 1.

    musea;

  • 2.

    winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, door middel van een automaat, tabak en tabaksprodukten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband plegen te worden verkocht;

  • 3.

    winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde videobanden en andere voorbespeelde beelddragers, mits in die winkel geen andere goederen worden te koop aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment.

Artikel 7b Openstelling anders dan voor verkoop

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

    • a.

      winkels, waarin zich een restaurant of lunchroom bevindt, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het bezoeken van het restaurant of de lunchroom;

    • b.

      winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren van fietsen en bromfietsen.

  • 2.

    De in het eerste lid vervatte vrijstellingen gelden niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

  • 3.

    De in het eerste lid onder a vervatte vrijstelling geldt niet, indien in de onder dat onderdeel bedoelde omstandigheden het openstellen van het restaurant of de lunchroom terwijl in de winkel geen goederen worden verkocht met het bestemmingsplan strijdig gebruik oplevert.

Artikel 7c Straatverkoop van bepaalde goederen

De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

Artikel 7d Begraafplaatsen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht en die zijn gelegen op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op een begraafplaats dan wel op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang daarvan, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

Artikel 7e Culturele evenementen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van gebouwen, waar voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met aldaar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het ter gelegenheid van voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met die voorstellingen, uitvoeringen of evenementen, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

Artikel 7f Sportcomplexen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van sportcomplexen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het in of op het terrein van sportcomplexen te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

Artikel 7g Bejaardenoorden

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in of op het terrein van bejaardenoorden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten.

Artikel 7h E.H. Communie

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk foto-artikelen plegen te worden verkocht, voor zover het betreden van die winkel noodzakelijk is voor het vervaardigen van portretfoto's ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie.

  • 2.

    De in het eerste lid vervatte vrijstelling geldt niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

Artikel 7i Allerheiligen en Allerzielen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht, op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

Artikel 7j Ramadan

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van winkels, waar brood en gebak wordt verkocht dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden, mits in die winkel dat brood en gebak ook pleegt te worden verkocht buiten de periode van de Ramadan.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van brood en gebak dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden.

Artikel 7k Kermis

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht, indien in de gemeente, waarin de winkel is gelegen, een kermis wordt gehouden, gedurende de openingstijden van die kermis.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen en speelgoed op een terrein, waar een kermis wordt gehouden.

Artikel 8 Toerisme

De verboden, vervat in artikel 2 van de wet, gelden voorts niet voor verkoop aan hoofdzakelijk toeristen en recreanten vanuit een winkel of een bedrijf gelegen op of in de directe omgeving van een kampeerterrein:

- op zondagen in het tijdvak van 1 april tot 1 oktober, van 06.00 tot 22.00 uur.

Artikel 9 Inwerking treden

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Winkeltijden 2011".

Kampen, 22 december 2011

De Raad van de gemeente Kampen,

drs. H.A. van der Meulen, griffier                drs. mr. B. Koelewijn, voorzitter

Toelichting bij 1e wijziging van de Verordening Winkeltijden 2011  

Op 1 juli 2013 is de ‘Wet van 11 juni 2013, tot wijziging van de Winkeltijdenwet in verband met het verruimen van de bevoegdheid van gemeenten om vrijstelling te verlenen van de verboden met betrekking tot de zondag en een aantal feestdagen (Stb. 2013, 217)’ in werking getreden. Dit heeft onder andere gevolgen voor het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet. De in dit vrijstellingenbesluit opgenomen vrijstellingen zijn van rechtswege te vervallen. Datzelfde geldt voor bepalingen in gemeentelijke verordeningen die gebaseerd zijn op artikel 12, tweede lid, van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet.

 

Deze vervallen vrijstellingen kunnen gemeenten vervolgens wel op grond van artikel 3, eerste lid, van de Winkeltijdenwet (nieuw) bij verordening vaststellen. Gemeenten die de huidige situatie ongewijzigd wensen voort te zetten dienen deze vrijstellingen dus te ‘kopiëren’ naar de eigen verordening. Met deze wijzigingsverordening wordt hieraan uitvoering gegeven.

 

Het gaat hier om vrijstellingen voor vormen van detailhandel die traditioneel reeds veel (ook) op zon- en feestdagen plaatsvinden. Hierbij zijn detailhandelsbedrijven betrokken in de sfeer van onder meer snackbars, ijscomannen, videotheken, bloemenwinkels bij begraafplaatsen, winkels in musea en in bejaardenoorden en winkels in feestartikelen, alsmede openstellingen ter gelegenheid van sport- en culturele evenementen en openstellingen bij bijzondere gelegenheden van religieuze aard, zoals de Ramadan en de Eerste Heilige Communie.

 

De genoemde vrijstellingen zijn met ingang van 1 juli 2013 vervallen. Deze wijzigingsverordening treedt echter pas op later moment in werking. Om te voorkomen dat in de periode tussen deze momenten sprake is van een verbod om de betreffende winkels geopend te hebben, wordt aan deze wijzigingsverordening terugwerkende kracht tot en met 1 juli 2013 toegekend. Hierdoor is alsnog vanaf dat moment sprake van vrijstelling van de in de Winkeltijdenwet opgenomen verboden.