Organisatie | Lelystad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VERORDENING op de heffing en de invorderingvan hondenbelasting 2012 |
Citeertitel | Verordening hondenbelasting Lelystad 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Verordening hondenbelasting Lelystad 2011 van 14 december 2010.
1.Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 20-12-2011 Flevopost, 28-12-2011 | Nr. B11-17189 |
Onder de naam “hondenbelasting” wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.
Eveneens in afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting voor honden, die uitsluitend voor verkoop in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting als bedoeld in artikel 1, onder b, van het Honden- kattenbesluit 1999, welke inrichting is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit, niet meer dan € 317,56.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar gelang van tijd
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting terzake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een belastingaanslag van minder dan € 50,00 en een belastingaanslag van € 5.000,00 of meer worden betaald in één termijn, die vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een belastingaanslag van € 50,00 of meer doch minder dan € 5.000,00 worden betaald in vier gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 en in afwijking van het tweede lid van dit artikel geldt dat, zolang een belastingaanslag van € 50,00 of meer doch minder dan € 5.000,00 door middel van automatische betalingsincasso kan worden afgeschreven, deze aanslag moet worden betaald in elf gelijke termijnen.
Artikel 10 Nadere regels door het college van de gemeente Lelystad
Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.
Artikel 11 Geen kwijtschelding
Bij de invordering van de hondenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.