Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vlieland

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVlieland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van leges 2012
CiteertitelLegesverordening 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 156
  2. Gemeentewet, art. 229
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201201-01-2017Onbekend

19-12-2011

Uit het Kastje 2011, 24 december 2011

Onbekend
01-01-2012Onbekend

19-12-2011

Uit het Kastje 2011, 24 december 2011

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2012

 

De raad van de gemeente Vlieland;

Gelezen; het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 december 2011 ;

gelet op: de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229 , eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van leges 2012

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ’maand’: het tijdvak dat loopt van de eerste dag in een kalendermaand tot de eerste dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de eerst dag in een kalenderjaar tot de eerste dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • c.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 21 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);

    • 5.

      hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • 6.

      onderdeel 1.9 1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 7.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

1.De ‘Verordening leges 2011’ van 20 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten: a. die zich voor die datum hebben voorgedaan; b. waarop de Wet ruimtelijke ordening of de woningwet zoals deze luidden voor de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht nog moeten worden toegepast, met dien verstande dat de van toepassing zijnde tarieven worden verhoogd met 2%, waarbij de uitkomst rekenkundig wordt afgerond op gehele bedragen in Euro’s. 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 3.

    In afwijking van het eerste en tweede lid treden de onderdelen 2.3.4.9 en 2.3.4.10 van de tarieventabel in werking op het tijdstip dat het voorstel van wet, houdende regels voor het verlenen van vergunning voor de onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen (Wet vergunning onrechtmatige bewoning recreatiewoningen), Kamerstukken II 2010/11, 32366, nr. 2, tot wet wordt verheven en in werking treedt, welk tijdstip tevens de datum van ingang van de heffing is.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2012.

 

Aldus vastgesteld door de raad der Gemeente Vlieland in zijn openbare

Vergadering van 19 december 2011.

 

voorzitter,

griffier,

Bijlage 1 tarieventabel

 

Indeling tarieventabel

 

 

 

 

 

 

Titel 1

Algemene dienstverlening

 

 

Hoofdstuk 1

Burgerlijke stand

 

 

Hoofdstuk 2

Reisdocumenten

 

 

Hoofdstuk 3

Rijbewijzen

 

 

Hoofdstuk 4

Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

 

 

Hoofdstuk 5

Verstrekkingen uit het Kiezersregister

 

 

Hoofdstuk 6

Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

 

 

Hoofdstuk 7

Bestuursstukken

 

 

Hoofdstuk 8

Vastgoedinformatie

 

 

Hoofdstuk 9

Overige publiekszaken

 

 

Hoofdstuk 10

Gemeentearchief

 

 

Hoofdstuk 11

Huisvestingswet

 

 

Hoofdstuk 12

Leegstandwet

 

 

Hoofdstuk 13

Gemeentegarantie

 

 

Hoofdstuk 14

Marktstandplaatsen

 

 

Hoofdstuk 15

Winkeltijdenwet

 

 

Hoofdstuk 16

Kansspelen

 

 

Hoofdstuk 18

Telecommunicatie

 

 

Hoofdstuk 19

Verkeer en vervoer

 

 

Hoofdstuk 20

Diversen

 

 

 

 

 

 

Titel 2

Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

 

 

Hoofdstuk 1

Begripsomschrijvingen

 

 

Hoofdstuk 2

Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag

 

 

Hoofdstuk 3

Omgevingsvergunning

 

 

Hoofdstuk 4

Vermindering

 

 

Hoofdstuk 5

Teruggaaf

 

 

Hoofdstuk 6

Intrekking omgevingsvergunning

 

 

Hoofdstuk 7

Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

 

 

Hoofdstuk 8

Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

 

 

Hoofdstuk 9

Sloopmelding

 

 

Hoofdstuk 10

In deze titel niet benoemde beschikking

 

 

 

 

 

 

Titel 3

Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

 

 

Hoofdstuk 1

Horeca

 

 

Hoofdstuk 2

Organiseren evenementen of markten

 

 

Hoofdstuk 3

Prostitutiebedrijven

 

 

Hoofdstuk 4

Splitsingsvergunning woonruimte

 

 

Hoofdstuk 5

Leefmilieuverordening

 

 

Hoofdstuk 6

Brandbeveiligingsverordening

 

 

Hoofdstuk 7

In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

 

 

 

 

 

Titel 1

  Algemene dienstverlening

 

 

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

 

 

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

 

 

1.1.1.1

maandag tot en met vrijdag tijdens openstellingsuren van het bureau burgelijke stand:

€ 188,00

 

In de raadzaal

€ 188,00

 

In het Armhuys

€ 188,00

 

In het Reddingshuisje

€ 188,00

 

Op de vuurtoren

€ 188,00

 

In het Oude Raadhuis

€ 188,00

 

In de kerk

€ 188,00

 

In Podium Vlieland

 

 

1.1.1.2

Maandag van 9.00 uur tot 9.30 uur

€ 0,00

 

1.1.1.3

Zaterdag en andere tijden dan die onder 1.1.1.1 en 1.1.1.2

€ 426,00

 

 

In de raadzaal

€ 426,00

 

 

In het Armhuys

€ 426,00

 

 

In het reddingshuisje

€ 426,00

 

 

Op de vuurtoren

€ 426,00

 

 

In het Oude Raadhuis

€ 426,00

 

 

In de kerk

€ 426,00

 

 

In podium Vlieland

 

 

1.1.1.4

Woensdagavond in de vuurtoren gedurende de maanden april tot en met september rond zonsondergang

€ 426,00

 

 

 

 

 

1.1.2

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op:

 

 

1.1.2.1

maandag tot en met vrijdag tijdens openstellingsuren van het bureau burgelijke stand:

€ 188,00

 

1.1.2.2

Zaterdag en andere tijden dan die onder 1.1.1.1 en 1.1.1.2

€ 426,00

 

1.1.3

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 6,00

 

1.1.4

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

 

 

1.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.2.1.1

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen (inclusief € 19,60 rijksleges)

€ 48,70

 

1.2.1.2

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1.1 (zakenpaspoort) (inclusief € 19,60 rijksleges)

€ 48,70

 

1.2.1.3

tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort) (inclusief € 19,60 rijksleges)

€ 48,70

 

1.2.1.4

tot het bijschrijven van een kind in een reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 direct bij de aanvraag van dit nieuwe reisdocument

€ 9,37

 

1.2.1.5

tot het bijschrijven van een kind door middel van een bijschrijvingssticker in een al uitgegeven reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3

€ 21,86

 

1.2.1.6

vervallen

 

 

1.2.1.7

tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) aan personen in de leeftijd tot en met dertien jaar (inclusief € 3,85 rijksleges)

€ 30,00

 

1.2.1.8

tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) aan personen in de leeftijd van veertien jaar en ouder (inclusief € 13,90 rijksleges)

€ 40,00

 

1.2.2

De tarieven genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.3 alsmede in 1.2.1.7 en 1.2.1.8 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van

€ 45,90

 

1.2.3

Het tarief genoemd in 1.2.2 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 en het bijschrijven van één of meer kinderen als bedoeld in 1.2.1.4, slechts één keer per reisdocument berekend.

 

 

1.2.4

Het tarief genoemd in onderdeel 1.2.1.5 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag per bijschrijvingssticker van

€ 21,83

 

1.2.5      

Tot het afgeven van een reisdocument, indien aan de aanvrager reeds eerder een reisdocument werd verstrekt, welk document bij de aanvraag, niet  kan worden overlegd, de ter zake verschuldigde leges, verhoogd met

€ 8,25

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

 

 

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs (inclusief 9,50 rijksleges)

€ 28,40

 

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 33,50

 

1.3.3                           

Tot het afgeven van een rijbewijs, indien de aanvrager reeds eerder een rijbewijs werd verstrekt  welk document niet kan worden overlegd, de ter zake verschuldigde leges, verhoogd met

€ 8,25

 

                         

 

 

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

 

 

1.4.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 6,00

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

 

 

Gereserveerd

 

 

 

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

 

 

Gereserveerd

 

 

 

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

 

 

Gereserveerd

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

 

 

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.8.1.1

tot het verstrekken van een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan:

 

 

1.8.1.1.1

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 0,25

 

1.8.1.1.2

in formaat A3, vervallen

 

 

1.8.1.2

tot het verstrekken van een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de wegenlegger, structuurplan of stadsvernieuwingsplan, per dm2 lichtdruk

€ 7,00

 

1.8.2

vervallen

 

 

1.8.3

vervallen

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

 

 

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.9.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

€ 30,05

 

1.9.2

tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn

€ 11,80

 

1.9.3

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

gratis

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

 

 

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 6,00

 

1.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

 

1.10.2.1

een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina

€ 0,25

 

1.10.2.2

een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk

€ 6,00

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet

 

 

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.11.1

tot het verkrijgen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Huisvestingswet

€ 60,00

 

1.11.2

tot het inschrijven in een register van woningzoekenden als bedoeld in artikel 14 van de Huisvestingswet

€ 21,00

 

1.11.3

tot het verkrijgen van een vergunning tot gehele of gedeeltelijke onttrekking van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel a, van de Huisvestingswet

€ 58,00

 

1.11.4

tot het verkrijgen van een vergunning tot samenvoeging van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel b, van de Huisvestingswet

€ 58,00

 

1.11.5

tot het verkrijgen van een vergunning tot omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, van de Huisvestingswet

€ 58,00

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

 

 

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.12.1

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 58,00

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie

 

 

Gereserveerd

 

 

 

Hoofdstuk 14 Marktstandplaatsen

 

 

Gereserveerd

 

 

 

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

 

 

Gereserveerd

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 16 Kansspelen

 

 

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

 

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 21,00

 

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

€ 21,00

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 42,00

 

1.16.1.3

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 104,00

 

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 21,00

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 17 Kinderopvang

 

 

Vervallen

 

 

 

Hoofdstuk 18 Telecommunicatie

 

 

Gereserveerd

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer

 

 

1.19

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.19.1

voor de eerste afgifte van een A-ontheffing zoals bedoeld in de notitie ontheffingenbeleid gemeente Vlieland van 27 maart 2007 aan een houder / kentekencombinatie voor een ontheffing van het besluit van de raad der gemeente Vlieland van 28 oktober 1991, inhoudende de geslotenverklaring van alle wegen binnen de gemeente Vlieland

€ 17,00

 

1.19.2

voor de eerste afgifte van een B-ontheffing zoals bedoeld in de notitie ontheffingenbeleid gemeente Vlieland van 27 maart 2007 aan een houder/kentekencombinatie voor een ontheffing van het besluit van de raad der gemeente Vlieland van 28 oktober 1991, inhoudende de geslotenverklaring van alle wegen binnen de gemeente Vlieland

€ 17,00

 

1.19.3

voor de afgifte van een B-ontheffing als bedoeld in het vorige lid, die wordt afgegeven aan een houder/kentekencombinatie waaraan reeds een B-ontheffing was verleend, welke ontheffing is geeindigd doordat de geldigheidsdatum van de betreffende ontheffing is verlopen, indien de nieuwe ontheffing voor deze houder/kentekencombinatie geldig is direct aansluitend aan de verlopen ontheffing

€ 4,00

 

 

 

 

 

 1.19.4

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 21,00

 

 1.19.5

voor een tijdelijke ontheffing zoals bedoeld in de notitie ontheffingenbeleid gemeente Vlieland van 27 maart 2007 aan een houder/kentekencombinatie voor een ontheffing van het besluit van de raad der gemeente van 28 oktober 1991, inhoudende de geslotenverklaring van alle wegen binnen de gemeente Vlieland

€ 54,00

 

1.19.6

voor een tijdelijke ontheffing zoals bedoeld in de notitie ontheffingenbeleid gemeente Vlieland van 27 maart 2007 aan de houder / kentekencombinatie voor een ontheffing van het besluit van de raad der gemeente Vlieland van 28 oktober 1991, inhoudende de geslotenverklating van alle wegen binnen de gemeente Vlieland zoals bedoeld in lid 1.19.5 op vertoon van een invalidenparkeerkaart

€ 27,00

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 20 Diversen

 

 

1.20.1

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.20.2.1 en 1.20.2.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk

€ 7,00

 

 

 

 

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

 

 

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

 

 

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 

 

2.1.1.1

aanlegkosten:

 

 

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

 

2.1.1.2

bouwkosten:

 

 

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.1.1.3

sloopkosten:

 

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting,, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

 

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

 

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

 

 

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

2.2.1

om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is, voor elke toets

€ 40,00

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

 

 

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

 

 

 

 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 

 

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten minder of gelijk dan € 3.000  bedragen:

€ 51,00

 

Indien de bouwkosten meer dan € 3.000 maar minder dan € 250.000 bedragen:

2,14%

 

vermeerderd met:

 

van de bouwkosten;

 

 

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 250.000 tot € 500.000 bedragen:

€ 51,00

 

vermeerderd met:

2,10%

 

van de bouwkosten;

 

 

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten € 500.000 tot € 5.000.000 bedragen:

€ 51,00

 

vermeerderd met:

2%

 

van de bouwkosten;

 

 

2.3.1.1.4

indien de bouwkosten meer bedragen dan € 5.000.000 wordt voor de legesberekening een bedrag van € 5.000.000 aangehouden.

 

 

 

 

 

 

 

welstandstoets

 

 

2.3.1.2

Indien de aanvraag omgevingsvergunning voor advies wordt voorgelegd aan de welstandscommissie wordt het bedrag genoemd in 2.3.1.1.1 t/m 2.3.1.1.4 verhoogd met een bedrag zijnde het tarief dat de welstandscommissie voor advisering in rekening bengt. De kosten die door de welstandscommissie aan de gemeente worden berekend, worden doorberekend aan de aanvrager.

 

 

 

 

 

 

 

Verplicht advies agrarische commissie

 

 

2.3.1.3

Niet van toepassing

 

 

 

 

 

 

 

Achteraf ingediende aanvraag

 

 

2.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

110%

 

 

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

 

 

 

 

 

 

 

Beoordeling aanvullende gegevens

 

 

2.3.1.5

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen en die moeten worden getoetst door een externe deskundige:

 

 

De kosten die de externe deskundige in rekening brengt bij de gemeente.

 

 

 

 

 

2.3.2

Aanlegactiviteiten

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

Indien de aanlegkosten minder of gelijk zijn aan € 3.000

€ 51,00

 

Indien de aanlegkosten meer zijn dan € 3.000

€ 51,00

 

Vermeerderd met

2,14%

 

Van de aanlegsom die de € 3.000 te boven gaat met een maximum aanlegsom van € 5.000.000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

 

 

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 201,00

 

 

 

 

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 201,00

 

 

 

 

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 201,00

 

hier worden alle externe kosten doorberekend aan de aanvrager verhoogd met

 

 

 

 

2.3.3.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

€ 201,00

 

 

 

 

2.3.3.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 201,00

 

 

 

 

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 201,00

 

 

 

 

2.3.3.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 201,00

 

 

 

 

2.3.3.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 201,00

 

 

 

 

 

 

 

 

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 201,00

 

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 201,00

 

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 201,00

 

Hier worden alle externe kosten doorberekend aan de aanvrager verhoogd met

 

2.3.4.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

€ 201,00

 

2.3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 201,00

 

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 201,00

 

hier worden alle externe kosten doorberekend aan de aanvrager verhoogd met

 

2.3.4.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 201,00

 

hier worden alle externe kosten doorberekend aan de aanvrager, verhoogd met

 

2.3.4.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 1,00

 

2.3.4.9

indien artikel 3 van de Wet vergunning onrechtmatige bewoning recreatiewoningen wordt toegepast

€ 201,00

 

2.3.4.10

indien artikel 4 van de Wet vergunning onrechtmatige bewoning recreatiewoningen wordt toegepast

€ 201,00

 

 

 

 

 

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 162,00

 

 

 

 

 

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

 

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

 

 

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

€ 153,00

 

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 153,00

 

2.3.6.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo

€ 153,00

 

 

 

 

 

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

 

2.3.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief:

 

 

2.3.7.1.1

in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo:

€ 68,00

 

2.3.7.1.2

in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo

€ 68,00

 

 

 

 

 

2.3.7.2

Asbesthoudende materialen

 

 

 

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

Aanleggen of veranderen weg

 

 

2.3.8

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of <artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening> een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 51,00

 

 

 

 

 

 

2.3.9

Uitweg/inrit

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of in de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 21,00

 

 

 

 

 

2.3.10

Kappen

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 21,00

 

 

 

 

 

2.3.11

Opslag van roerende zaken

 

 

 

vervallen

 

 

 

 

 

 

2.3.12

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

 

 

2.3.12.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 worden alle externe kosten doorberekend aan de aanvrager.

 

 

2.3.12.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 worden alle externe kosten doorberekend aan de aanvrager.

 

 

 

 

 

 

2.3.13

Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, worden alle externe kosten doorberekend aan de aanvrager.

 

 

 

 

 

 

2.3.14

Andere activiteiten

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

 

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 201,00

 

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 201,00

 

2.3.14.2.1

Gereserveerd

 

2.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft verhoogd met;

€ 54,00

 

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft verhoogd met

€ 57,00

 

 

 

 

 

2.3.16

Beoordeling bodemrapport

 

 

 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

 

2.3.16.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 55,00

 

2.3.17

Advies gereserveerd

 

 

 

 

 

 

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

 

 

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

 

2.3.18.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 207,00

 

2.3.18.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 501,00

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 4 Vermindering

 

 

Gereserveerd

 

 

 

Hoofdstuk 5 Intrekking omgevingsvergunning

 

 

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:

gratis

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 6 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

 

 

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 31,00

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 7 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

 

 

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening worden alle externe kosten doorberekend verhoogd met

€ 207,00

 

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 207,00

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 8 Sloopmelding

 

 

2.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.2.1 van de Bouwverordening

€ 68,00

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking

 

 

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 207,00

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

 

 

Hoofdstuk 1 Horeca

 

 

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 83,00

 

3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

€ 21,00

 

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 21,00

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

 

 

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), indien het betreft:

 

 

3.2.1.1

een grootschalig evenement of een evenement met verhoogd risicoprofiel

€ 21,00

 

3.2.1.2

een herdenkingsplechtigheid

€ 21,00

 

3.2.1.3

een braderie

€ 21,00

 

3.2.1.4

een optocht, niet zijnde een betoging, op de weg

€ 21,00

 

3.2.1.5

een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg

€ 21,00

 

3.2.1.6

een klein evenement dat niet voldoet aan de eisen bedoeld in artikel 2.25, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening

€ 21,00

 

3.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5.23 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 21,00

 

3.2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vergunning voor het organiseren van een markt als bedoeld in artikel 4 van de  Marktverordening 2008 (vergunning organisatie)

€ 21,00

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

 

 

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

 

3.3.1

een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.2.1 eerste lid:

 

 

3.3.1.1

voor een seksinrichting

€ 333,00

 

3.3.1.2

voor een escortbedrijf

€ 333,00

 

3.3.2

wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3.15, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

 

 

3.3.2.1

voor een seksinrichting

€ 83,00

 

3.3.2.2

voor een escortbedrijf

€ 83,00

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte

 

 

3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 33 van de Huisvestingswet

€ 60,00

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 5 Brandbeveiligingsverordening

 

 

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening

€ 163,00

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 6 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

 

3.7

vervallen