Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vlieland

Verordening precariobelasting 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVlieland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening precariobelasting 2012
CiteertitelVerordening precariobelasting 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 228

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201201-01-2013Onbekend

19-12-2011

Uit het Kastje 2011, 24 december 2011

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening precariobelasting 2012

De raad van de gemeente Vlieland;

gezien: het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 december 2010 ;

gelet op: artikel 228 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VANPRECARIOBELASTING 2012

Artikel 1 Belastbaar feit

1.Er wordt in deze gemeente, onder de benaming van precariobelasting, een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder "openbare gemeentegrond" de gemeentegrond, welke voor de openbare dienst is bestemd.

  • 2.

    Gedeelten van een jaar worden voor een geheel berekend.

  • 3.

    Gedeelten van meters en vierkante meters worden voor een geheel berekend.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene, die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat

    voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, de gene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 4 Belastingtarieven

De belasting bedraagt per kalenderjaar of een gedeelte daarvan:

1.Algemeen tarief.

Voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond, behoudens de onder 2 en 3 vermelde bijzondere tarieven, per m2 van: € 45,00

  • 2.

    Uithangborden. Voor het boven openbare gemeentegrond hebben van lichtbakken, lantaarns, uithangborden of uithang- tekens, uitstalkasten, gevelborden, gevelplaten en andere voorwerpen, voor elk voorwerp, al dan niet dienende tot reclame, gemeten naar de grootte van het voorwerp over de grootste oppervlakte, voor zover het zich bevindt boven de openbare gemeentegrond:

    • a)

      bij een grootte van 25 dm2 of minder voor: € 23,00

    • b)

      bij een grootte van meer dan 25 dm2, doch niet meer dan 60 dm2: € 45,00

    • c)

      bij een grootte van meer dan 60 dm2, doch niet meer dan 1 m2 voor: € 90,00

    • d)

      bij een grootte van meer dan 1 m2, per m2 voor: € 135,00

  • 3.

    Beerputten enz. Voor het hebben in openbare gemeentegrond van een septictank, beerput, bak of andere verzamelplaats van stoffen, voor elk gebouwd eigendom dat een uitlozing heeft in deze verzamelplaats: € 17,00

Artikel 5 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor:

  • 1.

    het hebben op, onder of boven openbare gemeentegrond van voorwerpen, welke aan de gemeente of gemeentelijke instellingen in eigendom behoren;

  • 2.

    het hebben in, op of boven openbare gemeentegrond van buizen en geleidingen van nutsbedrijven;

  • 3.

    het hebben op openbare gemeentegrond van wegwijzers en verkeersaanwijzigingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB en van andere overeenkomstige instellingen;

  • 4.

    het hebben op, onder of boven openbare gemeentegrond van voorwerpen, welke daar ingevolge

wettelijk voorschrift kosteloos of tegen een bij of krachtens dat voorschrift bepaalde vergoeding moeten worden gedoogd;

  • 5.

    het hebben van voorwerpen op, boven of onder gemeentegrond, waarvoor uit andere hoofde betaling aan de gemeente moet geschieden;

  • 6.

    het hebben van voorwerpen op, boven of onder gemeentegrond voor niet-commerciële instellingen die diensten verlenen in het kader van sociale, culturele en of educatieve doeleinden;

  • 7.

    het hebben van voorwerpen op, boven of onder gemeentegrond voor particuliere doeleinden;

  • 8.

    de in artikel 4 lid 2 en 3 genoemde voorwerpen, indien deze voorwerpen zich bevinden op, onder of boven openbare gemeentegrond waarvoor conform artikel 4 lid 1 reeds een aanslag is opgelegd.

Artikel 6

Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen .

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

1.De "Verordening precariobelasting 2011" van 20 december 2010 wordt ingetrokken met ingang van de

in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening precariobelasting 2012".

 

 

Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Vlieland in zijn openbare

vergadering van 19 december 2011.

 

, voorzitter

, griffier