Organisatie | Venray |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening garantstelling gemeente Venray |
Citeertitel | Verordening garantstelling gemeente Venray |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Besluit nadere regels garantstelling
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-12-2011 | 01-11-2011 | Nieuwe regeling | 20-12-2011 Peel en Maas d.d. 29-12-2011 | Nieuwe regeling |
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
garantstelling gemeente Venray
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN 3
Artikel 1 Begripsomschrijving 3
Artikel 2 Reikwijdte verordening 4
Artikel 3 Uitvoering verordening 4
Artikel 4. De algemene uitgangspunten. 4
Artikel 5 Verplichting aanvrager 5
Artikel 6 De garantstelling. 6
HOOFDSTUK 2 AANVRAAG, SUBSIDIEVERLENING EN –VASTSTELLING 8
Artikel 9 De Subsidieverlening 8
Artikel 10 De borgtochtovereenkomst. 9
Artikel 11 Subsidievaststelling 10
Artikel 12 De Subsidieintrekking en – wijziging 11
HOOFDSTUK 3 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN 13
Artikel 16 Hardheidsclausule 13
Artikel 17 Overgangsbepaling 13
In deze verordening wordt verstaan onder:
garantstelling: een financieringsinstrument, waarbij de gemeente zich, middels een borgtochtovereenkomst als bedoeld in artikel 7:850 Burgerlijk Wetboek, tegenover een geldverstrekker verplicht in te staan voor de betalingsverplichtingen van een geldnemer, waardoor deze geldverstrekker bereid is een lening te verstrekken;
geldnemer: een rechtspersoon naar burgerlijk recht waaraan een geldverstrekker een lening verstrekt en ten behoeve waarvan de gemeente een borgstelling geeft voor de betaling van een deel van de betalingsverplichtingen uit de overeenkomst uit geldlening voor het geval dat de geldnemer in gebreke is;
subsidievaststelling: het definitief beslissen dat de aanvrager subsidie ontvangt ter hoogte van een bepaald bedrag na een verzoek tot nakoming van de borgtochtovereenkomst vanwege in gebreke zijn met de betaling van de rente en aflossing door de geldnemer of de bepaling van de subsidie op nihil nadat de looptijd van de borgtochtovereenkomst is verstreken zonder dat een verzoek tot nakoming van de borgtochtovereenkomst is gedaan;
Artikel 2 Reikwijdte verordening
Deze verordening geldt enkel voor subsidies in de vorm van een garantstelling.
Artikel 3 Uitvoering verordening
Het college is bevoegd besluiten te nemen tot verlening en vaststelling van subsidies in de vorm van garantstelling, alsmede besluiten tot weigering, intrekking of wijziging van subsidies in de vorm van garantstelling in het kader van de SWSW, WEW en SWS. Voor overige garantstellingen bestaat die bevoegdheid bij garantstellingen tot en met maximaal €100.000,-. Voor overige garantstellingen hoger dan €100.000,- bestaat die bevoegdheid slechts na instemming van de raad.
Artikel 4. De algemene uitgangspunten.
Het gemeentelijk beleid wordt niet alleen gevormd door regelgeving op het betreffende beleidsterrein maar ook door de regelgeving op het gebied van (overheids-) financiën. Dit betekent dat besluiten mede gebaseerd dienen te zijn op de Gemeentewet, de Wet Fido, de Verordening op de uitgangspunten financieel beleid, financieel beheer en de inrichting van de financiële organisatie Gemeente Venray, het Treasurystatuut, de startnotitie risicomanagement en rechtmatigheid, de nota steunverlening en subsidieverstrekking aan ondernemingen en de nota garantstellingsbeleid. Dit alles vormt het toetsingskader voor de beoordeling van een aanvraag voor een garantstelling.
Artikel 5 Verplichting aanvrager
beschikbare financiële middelen niet risicovol aan te wenden voorafgaande aan en gedurende de periode van garantstelling, tenminste tot het moment van vaststelling van de subsidie. Daarbij kan o.a. gedacht worden aan beleggen, particuliere investeringen, achtergestelde spaarregelingen en buitenlandse rekeningen;
indien het college dit noodzakelijk acht, voor eigen rekening, de haalbaarheid van de investering en de toekomstige exploitatie te laten toetsen aan de hand van de financiële jaarstukken en het investeringsplan inclusief bijbehorende prognoses en het college mededeling te doen van de resultaten hiervan;
Subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien de doelstellingen, activiteiten, statuten of reglementen van de aanvrager dan wel het beoogd gebruik van de subsidiegelden discriminatie oplevert wegens godsdienst, levensovertuiging, ras, geslacht, seksuele geaardheid of welke grond dan ook, behoudens het onderscheid ter opheffing van maatschappelijke achterstand.
HOOFDSTUK 2 AANVRAAG, SUBSIDIEVERLENING EN –VASTSTELLING
Artikel 9 De Subsidieverlening
Het college neemt een besluit over verlening van een subsidie binnen 13 weken na ontvangst van de subsidieaanvraag. Indien goedkeuring van de raad is vereist op grond van artikel 3 lid 3 van deze verordening wordt binnen maximaal 26 weken na ontvangst van de subsidieaanvraag een besluit over verlening van een subsidie genomen door het college.
Het college geeft in het subsidiebesluit aan voor welk bedrag het garant staat en voor welk tijdvak. Daarnaast wordt in ieder geval vermeld dat de garantstelling alleen strekt tot zekerheidsstelling aan de geldverstrekker van de betaling van de rente en aflossing voor het geval dat de geldnemer in gebreke is gebleven. Tevens worden de voorwaarden en verplichtingen vermeld die gesteld worden ten aanzien van de geldnemer, de geldverstrekker en de overeenkomst tot geldlening.
Het college bepaalt in het subsidiebesluit dat, gelet op artikel 4:44 lid 1 van de wet, vaststelling van de verleende subsidie zal plaatsvinden indien een verzoek tot nakoming van de borgtochtovereenkomst wordt ingewilligd of, indien de garantstelling verloopt zonder dat een dergelijk verzoek wordt gedaan, na afloop van het in de beschikking vermelde tijdvak vaststelling van de subsidie op nihil zal plaatsvinden conform het gestelde in artikel 11 lid 2 van deze verordening.
Het college is bevoegd om uit hoofde van de publieke taak, het algemeen belang of met het oog op het risico van de garantstelling nadere regels vast te stellen met betrekking tot de op te leggen voorwaarden of verplichtingen ten aanzien van de geldnemer, de geldverstrekker, de overeenkomst tot geldlening, de zekerheidsstelling door de aanvrager en de door de geldnemer op grond van de geldlening te verkrijgen roerende of onroerende zaken waarvoor garantstelling wordt gevraagd.
Artikel 10 De borgtochtovereenkomst.
In de borgtochtovereenkomst worden in ieder geval de volgende voorwaarden en verplichtingen opgenomen:
Indien de gemeente krachtens een verleende garantstelling een betaling heeft verricht in de plaats van een in gebreke gebleven geldnemer, is de regresvordering van de gemeente in een eventueel faillissement van de geldnemer bevoorrecht op eventuele andere vorderingen die een geldverstrekker op de geldnemer heeft;
Artikel 11 Subsidievaststelling
Indien de looptijd van de borgtochtovereenkomst is verstreken zonder dat een verzoek tot nakoming van de borgtochtovereenkomst is gedaan, wordt de subsidie vastgesteld op nihil. De geldnemer informeert daartoe binnen vier weken na het verstrijken van de overeenkomst het college en verzoekt om vaststelling van de subsidie.
De subsidie kan naast de gevallen, vermeld in artikel 4:46, tweede en derde lid van de wet, lager worden vastgesteld, indien:
de geldnemer feitelijk niet of niet voldoende overeenkomstig zijn doelstellingen werkzaam is geweest. Dit geldt zowel indien dit reeds vóór de vaststelling is geconstateerd en hierin ondanks een schriftelijke waarschuwing geen verandering is gebracht dan wel indien dit wordt geconstateerd op het moment van vaststelling;
Artikel 12 De Subsidieintrekking en – wijziging
Het college kan, zolang de subsidie niet is vastgesteld, de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen als zich een geval voordoet als genoemd in artikel 4:48, eerste lid en artikel 4:50, eerste lid van de wet, of een geval als genoemd in het vierde lid, sub a tot en met f van artikel 11 van deze verordening.
HOOFDSTUK 3 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Het college kan in individuele gevallen van een of meer bepalingen van deze verordening afwijken dan wel deze buiten toepassing laten, voor zover toepassing ervan voor een of meer belanghebbenden gevolgen heeft die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepaling(en) te dienen doelen, dan wel leidt tot onbillijkheden van zwaarwegende aard.
Op subsidies in de vorm van garantstellingen die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend of vastgesteld zijn, is deze verordening niet van toepassing. Dit is slechts anders indien tussentijds, na inwerkingtreding van deze verordening, aanpassing van de garantstelling heeft plaatsgevonden.