Subsidieverordening vrijwilligersactiviteiten Opsterland 2011
De raad van de gemeente Opsterland;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 8 november 2011, inzake de Subsidieverordening vrijwilligersactiviteiten Opsterland 2006;
gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Opsterland 2005;
Besluit vast te stellen de volgende:
Subsidieverordening vrijwilligersactiviteiten Opsterland 2011
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
- 1.
Alle begrippen die in deze regeling gebruikt worden en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als de begrippen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en in de Algemene Subsidieverordening Opsterland 2005.
Artikel 2 Doelstelling van de regeling / bevoegdheid
- 1.
Het college kent, met inachtneming van het bepaalde in de Algemene Subsidieverordening 2005, aan aanvragers subsidie toe voor:
- a.
eenmalige activiteiten van vrijwilligers en/of vrijwilligersorganisaties uit Opsterland die bijdragen aan versterking van de leefbaarheid en/of de sociale cohesie binnen de gemeente Opsterland en/of
- b.
eenmalige activiteiten die de positie van vrijwilligers en/of vrijwilligersorganisaties versterkt (bijvoorbeeld activiteiten die bijdragen aan deskundigheidsbevordering van vrijwilligers, het vinden/binden van vrijwilligers, promotie van het vrijwilligerswerk, etc.)
- c.
te betalen leges voor evenementen welke door vrijwilligers worden georganiseerd. Deze vorm van subsidie wordt intern bij de gemeente verrekend. In afwijking van artikel 6 hoeft hiervoor geen aanvraag te worden gedaan.
- 2.
Projecten waarbij specifieke aandacht wordt gegeven aan vrijwillige inzet door jongeren en/of mensen met een beperking of sociale achterstand hebben binnen het beleid van de gemeente extra aandacht.
- 3.
Activiteiten die als regulier voor de organisatie kunnen worden aangemerkt komen niet voor subsidie in aanmerking.
Artikel 3 Hoogte van de subsidie
- 1.
De subsidie bedraagt niet meer dan 50% van de begrote kosten, met een maximum van € 1.000,- en nooit meer dan het ontstane tekort .
- 2.
Een aanvraag kan alleen worden gehonoreerd als daarmee het subsidieplafond (het budget) niet wordt overschreden. Met ingang van 1 januari 2012 is het subsidieplafond € 12.000,-; per jaar.
- 3.
Het onder lid 2 genoemde bedrag wordt vanaf 1 januari 2013 jaarlijks aangepast met hetzelfde percentage als het percentage waarmee de raad de budgetten in de begroting aanpast.
Artikel 4 Subsidiabele kosten
- 1.
De volgende subsidiabele kosten worden onderscheiden:
- a.
- b.
- c.
organisatie- / materiële kosten;
- d.
- e.
overige door het college goedgekeurde kosten.
- 2.
Geen subsidiabele kosten zijn:
- a.
kosten van acties en dergelijke ter verwerving van inkomsten;
- b.
kosten van consumpties, traktaties, rookwaren, geschenken en attenties;
- c.
kosten verbonden aan festiviteiten ter gelegenheid van jubilea en dergelijke;
- d.
specifieke door ouders gemaakte kosten van aan activiteiten deelnemende kinderen en dergelijke;
- e.
materiële en financiële ondersteuning van derden;
- f.
kosten van barexploitatie;
- g.
kosten van levering van goederen en diensten aan derden, tenzij het college hiervoor vooraf toestemming heeft verleend en het derden betreft voor wie de gesubsidieerde activiteiten bestemd zijn.
Artikel 5 De subsidieaanvraag
- 1.
Een aanvraag wordt ten minste acht weken voordat met de activiteiten wordt aangevangen ingediend.
- 2.
Een subsidie kan zowel door rechtspersonen als door een natuurlijke persoon worden aangevraagd.
- 3.
Een aanvraag om subsidie bevat minimaal de volgende gegevens:
- a.
naam en adres van de aanvrager;
- b.
- c.
een voldoende onderbouwde raming van de met de in het activiteitenplan vermelde activiteiten samenhangende inkomsten en uitgaven.
- 4.
De aanvrager kan hiervoor gebruik maken van een door de gemeente te verstrekken aanvraagformulier.
- 5.
Het college kan met betrekking tot de subsidieaanvraag nadere regels vaststellen.
Artikel 6 Verzuimherstel
Het college kan besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen, indien niet is voldaan aan de vereisten zoals die gesteld zijn in deze regeling, mits de aanvrager in de gelegenheid is gesteld het verzuim te herstellen binnen een daartoe gestelde termijn.
Artikel 7 Weigeringsgronden
Subsidieverlening kan naast de in artikel 4:35 van de wet genoemde gronden geweigerd worden indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:
- a.
De activiteiten van de aanvrager niet gericht zullen zijn op de gemeente of niet aanwijsbaar ten goede zullen komen aan de ingezeten van de gemeente.
- b.
De gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden aan het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld.
- c.
De aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde,
- d.
De aanvrager naar het oordeel van het college ook zonder de gevraagde subsidie over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan of heeft kunnen beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken.
Artikel 8 Subsidieverlening
Het college beslist op een aanvraag binnen 6 weken nadat de aanvraag volledig is. Deze beslissing houdt tevens een beoordeling in van alle door de aanvrager te overleggen bescheiden.
Artikel 9 Vaststelling van de subsidie
- 1.
Subsidieontvangers dienen binnen twaalf weken na afloop van de activiteit een aanvraag tot vaststelling in bij het college, voorzien van een financieel en inhoudelijk verslag dat op dezelfde wijze is ingericht als de subsidieaanvraag.
- 2.
De subsidieontvanger kan hiervoor gebruik maken van een door de gemeente te verstrekken formulier aanvraag subsidievaststelling.
- 3.
Het college kan de termijn van lid 1 op verzoek van de subsidieontvanger verlengen.
- 4.
Het college kan met betrekking tot de subsidievaststelling nadere regels stellen
Artikel 10 Termijn voor herstel verzuim
Indien de aanvraag tot vaststelling niet voldoet aan de vereisten zoals gesteld in de wet en artikel 9 van deze regeling wordt een termijn gegeven van vier weken na dagtekening van het verzoek om de aanvraag aan te vullen.
Artikel 11 Vaststelling subsidie bij onvolledige aanvraag
Indien na afloop van de termijn zoals genoemd in artikel 10 de aanvraag tot vaststelling nog steeds niet aangevraagd is dan wel onvolledig is, kan het college besluiten tot een ambtshalve vaststelling van de subsidie, overeenkomstig artikel 4:47 van de wet.
Artikel 12 Beslistermijn
Het college beslist binnen 12 weken op een volledige aanvraag om subsidievaststelling.
Artikel 13 Voorschotten
- 1.
Er kunnen voorschotten worden verleend.
- 2.
Het college beslist met betrekking tot de hoogte en de wijze van bevoorschotting.
Artikel 14 Uitbetaling
- 1.
De subsidie wordt overeenkomstig de subsidievaststelling betaald onder verrekening van de betaalde voorschotten. Indien feiten of omstandigheden aanleiding geven tot een lagere vaststelling kan verrekening plaatsvinden.
- 2.
De subsidie wordt binnen twee weken na de subsidievaststelling betaald, tenzij in de beschikking tot vaststelling anders is bepaald.
Artikel 15 Terugvordering
Het college is gerechtigd, met inachtneming van art. 4:57 van de wet, reeds betaalde subsidie geheel of gedeeltelijk terug te vorderen, indien onjuiste inlichtingen zijn verstrekt waarvan verzoeker wist of redelijkerwijs had moeten weten dat deze van invloed is op de hoogte van de subsidie.
Artikel 16 Bijzondere gevallen
In gevallen waarin deze regeling niet of niet voldoende voorziet, beslist het college.
Artikel 17 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel
- 1.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012.
- 2.
De subsidieverordening vrijwilligersactiviteiten Opsterland 2006 van 3 oktober 2006 wordt ingetrokken met ingang 1 januari 2012, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 3.
Deze verordening wordt aangehaald als “Subsidieverordening vrijwilligersactiviteiten Opsterland 2011”.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 12 december 2011
De voorzitter, De griffier,