Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Capelle aan den IJssel

Gedragscode politieke ambtsdragers 2009 gemeente Capelle aan den IJssel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Capelle aan den IJssel
Officiële naam regelingGedragscode politieke ambtsdragers 2009 gemeente Capelle aan den IJssel
CiteertitelGedragscode politieke ambtsdragers 2009 gemeente Capelle aan den IJssel
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

1.Deze gedragscode vervangt de Gedragscode voor bestuurders 2002 gemeente Capelle aan den IJssel.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-07-200902-06-2010nieuwe regeling

07-07-2009

IJselpost, 3 september 2009

Verzameling 2009, nummer 35 / a
07-07-200922-09-2011nieuwe regeling

07-07-2009

IJselpost, 3 september 2009

Verzameling 2009, nummer 35 / a

Tekst van de regeling

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

De raad van de gemeente Capelle aan den IJssel;

Gelezen het raadsvoorstel van het college van burgemeester en wethouders en de raadswerkgroep Gedragscode;

b e s l u i t :

  • 1.

    de Gedragscode voor bestuurders 2002 gemeente Capelle aan den IJssel in te trekken;

  • 2.

    de Gedragscode politieke ambtsdragers 2009 gemeente Capelle aan den IJssel vast te

    stellen als volgt:

Gedragscode politieke ambtsdragers 2009 gemeente Capelle aan den IJssel

Deel I Kernbegrippen integriteit van politieke ambtsdragers

Leden van het college van burgemeester en wethouders en leden van de gemeenteraad stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer.

Integriteit van politieke ambtsdragers houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-bestuurders dan wel aan de gemeenteraad, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie bestuurders en gekozen volksvertegenwoordigers hun functie vervullen.

Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst integriteit van politieke ambtsdragers in een breder perspectief:

Dienstbaarheid

Het handelen van een politieke ambtsdrager is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.

Functionaliteit

Het handelen van een politieke ambtsdrager heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.

Onafhankelijkheid

Het handelen van een politieke ambtsdrager wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

Openheid

Het handelen van een politieke ambtsdrager is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de politieke ambtsdrager en zijn beweegredenen daarbij.

Betrouwbaarheid

Op een politieke ambtsdrager moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

Zorgvuldigheid

Het handelen van een politieke ambtsdrager is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.

Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.

Deel II Gedragscode politieke ambtsdragers

1 Algemene bepalingen

1.1. Deze gedragscode geldt voor de politieke ambtsdragers van de gemeente, zijnde de raad en het college, tenzij uit de tekst van een gedragsregel anders blijkt.

1.2.Onder het college wordt verstaan: het college van burgemeester en wethouders.

1.3. Onder de raad wordt verstaan: de leden van de raad en de burgerraadsleden die namens de in de raad vertegenwoordigde politieke partijen deelnemen aan het werk in de raadscommissies.

1.4. In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in het college of in de raad.

1.5. De code is openbaar en op toegankelijke wijze te raadplegen.

1.6. Politieke ambtsdragers ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

1.7. Een politieke ambtsdrager is aanspreekbaar op de naleving van deze code.

2 Belangenverstrengeling en nevenfuncties

2.1. Een politieke ambtsdrager doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en

organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen.

2.2. Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt de politieke ambtsdrager (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

2.3. Een oud-politieke ambtsdrager wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente waaraan hij verbonden was.

2.4. Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van een politieke ambtsdrager over een onderwerp in het geding kan zijn, geeft hij bij de besluitvorming daarover aan in hoeverre het onderwerp hem persoonlijk aangaat.

2.5. Een politieke ambtsdrager die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten of zaken aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

2.6. Een politieke ambtsdrager neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen geschenken, faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kunnen beïnvloeden.

2.7. Een politieke ambtsdrager vervult geen nevenfuncties die een structureel risico vormen voor een integere invulling van de politieke functie.

2.8. Een politieke ambtsdrager geeft ten behoeve van de openbaarmaking van zijn

nevenfuncties en q.q-nevenfuncties aan voor welke organisatie de functies worden verricht, wat het tijdsbeslag is en of de functies bezoldigd zijn. De opgave van het tijdsbeslag kan voor de raad achterwege blijven.

2.9. Een politieke ambtsdrager behoudt geen inkomsten uit een q.q.-nevenfunctie, tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan. De inkomsten komen ten goede aan de kas van gemeente.

3 Informatie

3.1. Een politieke ambtsdrager gaat zorgvuldig en correct, zoals het een goed huisvader betaamt, om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestanden beveiligd zijn.

3.2. Een politieke ambtsdrager houdt geen informatie achter.

3.3. Een politieke ambtsdrager verstrekt geen informatie die vertrouwelijk of geheim is.

3.4. Een politieke ambtsdrager maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

3.5. Een politieke ambtsdrager gaat verantwoord om met de e-mail- en internetfaciliteiten van de gemeente.

4 Geschenken, diensten en uitnodigingen

4.1. Een politieke ambtsdrager accepteert geen geschenken, faciliteiten of diensten indien zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed. In onderhandelingssituaties weigert hij door betrokken relaties aangeboden geschenken of andere voordelen.

4.2. Geschenken en giften die een politieke ambtsdrager uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd bij, respectievelijk door, de gemeentesecretaris voor leden van het college dan wel de griffie voor leden van de raad.

4.3. Geschenken en giften die een politieke ambtsdrager uit hoofde van zijn functie ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50 vertegenwoordigen zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht. Geschenken en giften die een waarde van € 50 of minder vertegenwoordigen kunnen worden behouden.

4.4. Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, meldt een politieke ambtsdrager dit in het bestuursorgaan waarvan hij deel uit maakt, waarna een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen.

4.5. Aanbiedingen voor privé-werkzaamheden of kortingen op privé-goederen worden niet

geaccepteerd.

4.6. Een politieke ambtsdrager maakt in het bestuursorgaan waar hij deel van uit maakt melding van uitnodigingen voor excursies, reizen en evenementen op kosten van derden.

5 Bestuurlijke uitgaven, onkostenvergoedingen, buitenlandse reizen en

voorzieningen

5.1. Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond. Een politieke ambtsdrager is terughoudend bij het in rekening brengen van uitgaven die zich op het grensvlak van privé en publiek bevinden.

5.2. Ter bepaling van de functionaliteit van bestuurlijke uitgaven worden de volgende criteria gehanteerd:

  • a.

    met de uitgave is het belang van de gemeente gediend en

  • b.

    de uitgave vloeit voort uit de functie.

5.3. Een politieke ambtsdrager declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden

vergoed.

5.4. In geval van twijfel omtrent een declaratie of over het correct gebruik van een creditcard door een lid van het college, wordt dit voorgelegd aan de burgemeester en zonodig ter besluitvorming aan het college voorgelegd.

5.5. In geval van twijfel omtrent een declaratie van een lid van de raad, wordt deze voorgelegd aan de burgemeester en zonodig ter besluitvorming aan het overleg van fractievoorzitters en de burgemeester voorgelegd.

5.6. Een politieke ambtsdrager die het voornemen heeft uit hoofde van zijn functie een buitenlandse reis te maken of is uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van derden, heeft vooraf toestemming nodig van het bestuursorgaan waar hij deel van uit maakt. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming. Indien het toestemming aan een lid van het college betreft, wordt de raad van de besluitvorming in het college op de hoogte gesteld.

5.7. Een politieke ambtsdrager meldt tijdig het voornemen tot een buitenlandse reis of een uitnodiging daartoe in het bestuursorgaan waar hij deel van uit maakt en verschaft daarbij informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap, de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan.

5.8. Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een politieke ambtsdrager naar en in het buitenland is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming betrokken.

5.9. Het anderszins meereizen naar en in het buitenland van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming betrokken.

  • 5.

    10. Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privé-doeleinden is toegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van de politieke ambtsdrager.

  • 5.

    11. De in verband met de buitenlandse reis gedane functionele uitgaven worden vergoed conform de geldende regelingen. Uitgaven worden vergoed voorzover zij redelijk en verantwoord worden geacht.

  • 5.

    12. Gebruik van gemeentelijke eigendommen of - voorzieningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan tenzij het betreft de bruikleen van een fax, mobiele telefoon en computer die mede voor privédoeleinden kunnen worden gebruikt.

    6 Vertrouwenspersoon en sancties

  • 6.

    1 De burgemeester en een voor de duur van een raadsperiode door de raad uit zijn midden benoemd lid treden op als bewaker en stimulator van de integriteit en zijn tevens ‘vertrouwenspersoon integriteit’. Bij voorkeur zijn de vertrouwenspersonen een man en een vrouw.

  • 6.

    2 De raad kan op voordracht van het overleg van fractievoorzitters en de burgemeester wegens schending van de gedragscode besluiten tot een sanctie. Indien de sanctie is gericht tot een raadslid, onthoudt het raadslid in kwestie zich daarbij van stemming.

  • 6.

    3 Indien een politieke ambtsdrager zich in strijd met de gedragscode gedraagt, dan kan de raad de volgende sancties toepassen: a. een openbaar oordeel uitspreken (bijvoorbeeld ongenoegen uitspreken, motie van afkeuring); b. het ontslaan uit een bijkomende functie die hij als politieke ambtsdrager vervult en waarin hij door de raad is benoemd (bijvoorbeeld in externe organen, commissievoorzitter, plaatsvervangend voorzitter van de raad); c. het afnemen van faciliteiten die aan de politieke ambtsdrager door de gemeente ter beschikking zijn gesteld en het in rekening brengen van kosten bij misbruik van faciliteiten; d. niet deelnemen aan voor de raad georganiseerde activiteiten (bijvoorbeeld werkbezoeken). 7 Inwerkingtreding

7.1. De gedragscode treedt in werking nadat hiertoe door de raad is besloten. Op dat moment vervalt de op 11 maart 2002 door de raad vastgestelde “Gedragscode voor bestuurders 2002 gemeente Capelle aan den IJssel”.

7.2. Deze gedragscode kan worden aangehaald als “Gedragscode politieke ambtsdragers 2009

gemeente Capelle aan den IJssel”.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 6/7 juli 2009,

de griffier, de voorzitter,

Toelichting Gedragscode politieke ambtsdragers 2009

De Gedragscode politieke ambtsdragers 2009 kent geen toelichting per artikel zoals bij een wet of een verordening te doen gebruikelijk is. Niettemin geven twee artikelen aanleiding om deze te voorzien van een korte toelichting.

Toelichting artikel 4.6.:

onder een buitenlandse reis wordt verstaan een reis naar het buitenland (inclusief de Aruba,

Curaçao, Bonaire, Saba, St. Eustatius en St. Maarten ), niet zijnde een reis naar een instelling

van de Europese Unie.

Toelichting artikel 5.6:

Het gaat hier om uitnodigingen die worden gedaan aan de politieke ambtsdrager vanwege zijn functie als politieke ambtsdrager of waarvan redelijkerwijs kan worden vermoed dat de uitnodiging daarom wordt gedaan. Onder ‘derden’ worden verstaan personen, bedrijven en organisaties die niet in dienst zijn dan wel geen onderdeel uitmaken van de gemeente of van gemeenschappelijke regelingen waarbij de gemeente is aangesloten. Voor raadsleden en burgerraadsleden wordt melding gemaakt bij de griffier, die de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad vervolgens informeert. Voor collegeleden wordt melding gemaakt bij de gemeentesecretaris, die de (plaatsvervangend) voorzitter van het college informeert. Alle uitnodigingen worden gemeld, ook wanneer men er geen gebruik van maakt, zodat een compleet beeld ontstaat.