Organisatie | Harlingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rechtspositie wethouders, raads- encommissieleden 2006 |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2007 | 01-01-2016 | Onbekend | 20-12-2006 Onbekend | - |
Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden
Aan het raadslid wordt een vergoeding voor de werkzaamheden toegekend die gelijk is aan
het bedrag, vermeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en
commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en
Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4,
aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing
van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het
eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die gelijk is aan het bedrag,
vermeld in artikel 2, vierde lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en
commissieleden, zoals dat bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse
De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.
De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het
grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed overeenkomstig het
bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium
Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kosten-specificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.
Artikel 8 Computer en internetverbinding
Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, verleent het college een raadslid op aanvraag voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een tegemoetkoming voor:
a. aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of
b. gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.
a. een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid;
b. een tegemoetkoming voor de aanschaf of het gebruik van de eigen
computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het tweede lid, ontvangt het raadslid ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan raadsleden in bruikleen ter beschikking stelt.
Het raadslid ontvangt een tegemoetkoming in de kosten van in verband met de vervulling van
het raadslidmaatschap noodzakelijke kinderopvang overeenkomstig de ter zake voor het
Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid
Op aanvraag verlaagt het college de vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel
2, in het geval een raadslid een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke
Artikel 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkering
In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders
Aan de wethouder wordt een onkostenvergoeding toegekend voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 21, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.
In afwijking van het eerste lid wordt de onkostenvergoeding voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten verminderd met het bedrag als bedoeld in artikel van het voor hem ingevolge het eerste lid geldende bedrag indien de wethouder op grond van artikel 22 een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking is gesteld.
Artikel 15 Reiskosten woon-werkverkeer
De wethouder wordt voor het reizen tussen zijn woning en zijn plaats van tewerkstelling een
tegemoetkoming in de kosten van het reizen verleend overeenkomstig het bepaalde in artikel
Artikel 16 Zakelijke reiskosten
Op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder gesaldeerd overeenkomstig de regeling voor gemeentelijk personeel. Indien geen regeling als bedoeld in de eerste volzin is vastgesteld vindt op aanvraag saldering van de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder plaats overeenkomstig artikel 4a van de Reisregeling binnenland, artikel 2a van de Reisregeling buitenland en artikel 13a van de krachtens het Verplaatsingskostenbesluit 1989 vastgestelde Verplaatsingskostenregeling 1989.
Artikel 20 Cursus, congres, seminar of symposium
De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kosten-specificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.
Artikel 21 Computer en internetverbinding
Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, wordt de wethouder op aanvraag voor de uitoefening van het ambt een tegemoetkoming verleend voor:
a. aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of
b. gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.
a. een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid;
b. een tegemoetkoming voor de aanschaf of het gebruik van de eigen computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het tweede lid, ontvangt de wethouder ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke aan de wethouders in bruikleen ter beschikking worden gesteld.
Op de netto bezoldiging dan wel de netto onkostenvergoeding van de wethouder die de mobiele telefoon voor meer dan 10% mede gebruikt voor privé doeleinden, wordt een bedrag ingehouden dat gelijk is aan het bedrag dat op grond van de artikelen 38 respectievelijk 39 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 tot het loon wordt gerekend.
Artikel 24 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten
De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:
a.reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de ministeriële regeling als bedoeld in artikel 18, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders;
b.verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de ministeriële regeling als bedoeld in artikel 18, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders.
Hoofdstuk IV Voorzieningen voor commissieleden
Artikel 26 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen
Het lid van een commissie ontvangt voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies een vergoeding die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.
Artikel 27 Reis- en verblijfkosten
a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;
b.bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikelen 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;
Artikel 29 Cursus, congres, seminar of symposium
Het commissielid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of
symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd,
dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van
inhoudelijke informatie en een kosten-specificatie. De kosten komen voor
rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de
Artikel 30 Computer en internetverbinding
a. beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als
b.een tegemoetkoming voor de aanschaf of het gebruik van de eigen
computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het tweede
lid, ontvangt het commissielid ten laste van de gemeente op aanvraag per
jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor
een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan
van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en
software welke het college aan raadsleden in bruikleen ter beschikking
Hoofdstuk V De procedure van declaratie
Artikel 31 Betaling van kosten
Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door
a. betaling uit eigen middelen; of
Artikel 32 Declaratie van vooruit betaalde kosten
Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het raadslid,
onderscheidenlijk de wethouder of het commissielid dient het declaratieformulier
binnen 2 maanden bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of een
door hem aangewezen ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele
Hoofdstuk VI Citeertitel en inwerkingtreding
De verordening Voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2004 wordt
Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2007 en werkt voor wat betreft de artikelen 1 tot
en met 13 en 26 tot en met 30 terug tot en met 16 maart 2006 en voor wat betreft de
artikelen 16 tot en met 25 ten aanzien van de op 19 april 2006 beëdigde wethouders terug tot
en met de dag van hun beëdiging. De artikelen 31 tot en met 33 werken voor zover het
betreft de leden van de raad en commissieleden terug tot en met 16 maart 2006. De artikelen
31 tot en met 34 werken voor zover het de op 19 april 2006 beëdigde wethouders betreft
Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun
geheel moeten worden uitgeschreven.
In deze verordening is ervoor gekozen om de begrippen doelmatigheid, doeltreffendheid en
rechtmatigheid (die in artikel 182 van de Gemeentewet is genoemd) niet in artikel 1 op te
nemen. Daarmee wordt voorkomen dat verschillende gemeenten in de verordening een
eigen definitie hanteren. Wel wordt in deze toelichting uiteengezet wat onder deze termen
wordt verstaan. Doelmatigheid is de mate waarin de nagestreefde beleidsdoelen tegen zo
worden bereikt. Bij doeltreffendheid gaat het er om of het resultaat van het beleid
beantwoordt aan wat er met het beleid werd beoogd en de gestelde beleidsdoelen worden
verwezenlijkt. Bij rechtmatigheid gaat het om het voldoen aan de wettelijke kaders en
regelgeving. Het gaat dan vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de
rechtmatigheid van de totstand-koming van de gemeentelijke baten en lasten.
Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, stellen zij op grond van artikel 81o van de
wet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. De wet spreekt van een
rekenkamer-functie. In deze verordening is gekozen voor een rekenkamercommissie met
uitsluitend externe leden. De raad kan overigens zelf bepalen hoeveel leden de rekenkamer
De raad benoemt uit de leden de voorzitter van de rekenkamercommissie. Uit oogpunt van
onafhankelijkheid is er voor gekozen dat uitsluitend niet-raadsleden deelnemen in de
De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor de rekenkamer
rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. Deze bepaling wordt van
overeenkomstige toepassing verklaard op de leden van de rekenkamercommissie.
Dit artikel gaat over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting)
hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties.
In dit artikel is de vergoeding die de leden voor hun werkzaamheden ontvangen, vastgelegd.
De leden en de voorzitter ontvangen een geïndexeerde vergoeding.
De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een secretaris. Deze wordt door de raad
Om redenen van efficiency is ervoor gekozen om de griffier tevens tot secretaris van de
rekenkamercommissie te benoemen.
De rekenkamercommissie dient zelfstandig te functioneren en in het derde lid is voorzien in
een rechtstreekse verantwoordingsrelatie van de secretaris ten opzichte van de
Artikel 81i van de Gemeentewet wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de
rekenkamercommissie. In het reglement van orde moeten/kunnen zaken als de vergoeding,
volgorde van aftreden bij een meerhoofdige rekenkamercommissie, verhouding secretarisvoorzitter,
de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken en de vraag hoe wordt omgegaan
met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten enzovoorts geregeld.
De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te
bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. De
rekenkamer-commissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet
verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182,
tweede lid van de wet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is
genoemd, wordt er een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de
rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad zal zij
daarvoor goede gronden moeten aanvoeren.
Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek over
voldoende en relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om
inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren. De
rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel openbaar, maar op grond van de
belangen genoemd in artikel 10 van de WOB kunnen rapporten of gedeelten daarvan als
Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans
krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerponderzoeksrapport. Er vindt
dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan
betrokkenen worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden te corrigeren.
Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid
geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamer verbindt aan de
(gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamer een definitief rapport naar buiten
met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.
De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget
dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget worden de in