Organisatie | Harlingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de rekenkamercommissie |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2008 | Onbekend | 26-03-2008 Onbekend | - |
De raad benoemt de voorzitter uit de leden van de rekenkamercommissie. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste lid in jaren.
Artikel 5 Ontslag en non-activiteit
b. bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de
c. wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is
veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die
vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;
d. indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is
gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft
De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere
werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming
3. De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle
ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht
voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de
ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door
8. De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te
stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport
aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen
wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie
bepaalt verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.1.
Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden in ieder geval de
a. de vergoedingen aan de leden;
b. interne onderzoeksmedewerkers;
c. externe deskundigen die eventueel door de rekenkamercommissie zijn
d. eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak
Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun
geheel moeten worden uitgeschreven.
In deze verordening is ervoor gekozen om de begrippen doelmatigheid, doeltreffendheid en
rechtmatigheid (die in artikel 182 van de Gemeentewet is genoemd) niet in artikel 1 op te
nemen. Daarmee wordt voorkomen dat verschillende gemeenten in de verordening een
eigen definitie hanteren. Wel wordt in deze toelichting uiteengezet wat onder deze termen
wordt verstaan. Doelmatigheid is de mate waarin de nagestreefde beleidsdoelen tegen zo
worden bereikt. Bij doeltreffendheid gaat het er om of het resultaat van het beleid
beantwoordt aan wat er met het beleid werd beoogd en de gestelde beleidsdoelen worden
verwezenlijkt. Bij rechtmatigheid gaat het om het voldoen aan de wettelijke kaders en
regelgeving. Het gaat dan vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de
rechtmatigheid van de totstand-koming van de gemeentelijke baten en lasten.
Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, stellen zij op grond van artikel 81o van de
wet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. De wet spreekt van een
rekenkamer-functie. In deze verordening is gekozen voor een rekenkamercommissie met
uitsluitend externe leden. De raad kan overigens zelf bepalen hoeveel leden de rekenkamer
De raad benoemt uit de leden de voorzitter van de rekenkamercommissie. Uit oogpunt van
onafhankelijkheid is er voor gekozen dat uitsluitend niet-raadsleden deelnemen in de
De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor de rekenkamer
rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. Deze bepaling wordt van
overeenkomstige toepassing verklaard op de leden van de rekenkamercommissie.
Dit artikel gaat over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting)
hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties.
In dit artikel is de vergoeding die de leden voor hun werkzaamheden ontvangen, vastgelegd.
De leden en de voorzitter ontvangen een geïndexeerde vergoeding.
De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een secretaris. Deze wordt door de raad
Om redenen van efficiency is ervoor gekozen om de griffier tevens tot secretaris van de
rekenkamercommissie te benoemen.
De rekenkamercommissie dient zelfstandig te functioneren en in het derde lid is voorzien in
een rechtstreekse verantwoordingsrelatie van de secretaris ten opzichte van de
Artikel 81i van de Gemeentewet wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de
rekenkamercommissie. In het reglement van orde moeten/kunnen zaken als de vergoeding,
volgorde van aftreden bij een meerhoofdige rekenkamercommissie, verhouding secretarisvoorzitter,
de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken en de vraag hoe wordt omgegaan
met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten enzovoorts geregeld.
De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te
bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. De
rekenkamer-commissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet
verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182,
tweede lid van de wet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is
genoemd, wordt er een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de
rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad zal zij
daarvoor goede gronden moeten aanvoeren.
Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek over
voldoende en relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om
inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren. De
rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel openbaar, maar op grond van de
belangen genoemd in artikel 10 van de WOB kunnen rapporten of gedeelten daarvan als
Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans
krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerponderzoeksrapport. Er vindt
dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan
betrokkenen worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden te corrigeren.
Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid
geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamer verbindt aan de
(gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamer een definitief rapport naar buiten
met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.
De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget
dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget worden de in