Organisatie | Veenendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regels inzake Urgentie 2007 |
Citeertitel | Regels inzake Urgentie 2007 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | ruimtelijke ordening en volkshuisvesting |
Geen
Huisvestingsverordening WERV-Veenendaal, art. 19
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-07-2007 | 01-07-2007 | 31-08-2016 | Nieuwe regeling | 26-06-2007 Veenendaalse Krant, 2007-07-18 | Onbekend |
Urgentie is een vangnet op woninggebied. Voorrang op woonruimte wordt slechts in uitzonderlijke gevallen toegekend. Essentieel voor het urgentietraject is dat zo min mogelijk woningzoekenden door het krijgen van een ‘Urgentie Wonen’ inbreuk maken op het in de Huisvestingsverordening omschreven verdeelsysteem.
Het krijgen van een ‘Urgentie Wonen’ is mogelijk:
Ad. 1. De aanvrager van een ‘Urgentie Wonen’ moet als woningzoekende in het WERV gebied toegelaten zijn. De woningzoekende moet dus bij een woningcorporatie in dit gebied geregistreerd zijn.
Ad. 2. De Urgentie Commissie WERV (UCW) gaat bij het vaststellen van de acute noodsituatie uit van de feitelijke omstandigheden. De eigen verantwoordelijkheid van de urgentievrager wordt nadrukkelijk meegewogen en wordt nagetrokken aan de hand van de door de woningzoekende ondernomen acties.
Toegelaten woningzoekenden met een woongelegenheid gelegen buiten de regio moeten daarnaast aan kunnen tonen dat er stappen zijn ondernomen om het ontstane huisvestingsprobleem op te lossen in de gemeente c.q. de regio waar de aanvrager laatstelijk woonachtig is/was.
Ad. 3. Naast zelfstandige woonruimte worden kamerbewoning, al of niet tijdelijke inwoning bij derden en dergelijke onder alternatieve huisvestingsmogelijkheden begrepen.
Op één van de volgende woninggerelateerde indicaties kan voorrang op passende woonruimte door de commissie verleend worden:
De medische aandoening moet een duidelijke relatie hebben met de woonsituatie en gerelateerd zijn aan de noodzaak tot een oplossing binnen een maximum termijn van een half jaar. Voorwaarde is dat de medische klacht door de huidige huisvestingsomstandigheden ernstige hinder veroorzaakt of verslechtert. Dit kan erin resulteren dat geen gebruik meer kan worden gemaakt van de huidige woning. Verzoeken om woningaanpassing of eventueel (her)huisvesting op medische gronden worden over het algemeen in behandeling genomen in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning.
De sociale en/of psychische omstandigheden van de woningzoekende moeten zodanig zijn dat binnen een termijn van een half jaar (andere) woonruimte noodzakelijk is. De commissie kan over deze omstandigheden schriftelijk advies van de HGM vragen. Ruimtetekort in de huidige woonsituatie als gevolg van zwangerschap, gezinsuitbreiding, gezinshereniging/vorming, inwoning door kinderen en/of derden of het woonachtig zijn in niet legale woonruimte op een camping zijn onvoldoende voor het krijgen van een urgentieverklaring.
Een uitdrukkelijke voorwaarde voor toepassing van deze regel is dat de aanvrager aan kan tonen dat deze financiële situatie buiten eigen schuld ontstaan is. Onvrijwillig werklozen of arbeidsongeschikten welke de eigen woning niet meer kunnen betalen, kunnen hiertoe behoren.
d). Echtscheiding/verbroken samenwoning.
Om in aanmerking te komen voor een urgentie moet aan alle onderstaande voorwaarden voldaan zijn:
Echtscheiding/ verbroken samenwoning is een persoonlijke aangelegenheid waarbij de gemeente om hulp gevraagd kan worden als er sprake is van het ontbreken van woonruimte. De commissie stelt bij urgentieaanvragen op basis van een echtscheiding waarbij één of meerdere kinderen betrokken zijn het belang van deze centraal. Wanneer voor deze(n) na de echtscheiding/verbroken samenwoning van hun ouders geen woonruimte meer aanwezig is, kan als aan alle voorwaarden is voldaan passende woonruimte geleverd worden.
Binnen het geschetste kader komt de volgende persoon in aanmerking voor een ‘Urgentie Wonen’:
Van de ouder die het hoofdverblijf van de (het) kind(eren) van de rechter krijgt toegewezen, wordt verwacht dat hij/zij alles doet om de eigen koopwoning in bezit te houden. Wanneer dit door bijvoorbeeld het ontbreken van voldoende financiële armslag niet tot de mogelijkheden behoort, kan deze met het hoofdverblijf belaste ouder een urgentieaanvraag doen die gehonoreerd wordt.
Wanneer de voormalige partners besluiten tot co-ouderschap of opdeling van de kinderen en beiden kunnen de eigen koopwoning niet bekostigen, zal slechts één van beiden in aanmerking kunnen komen voor een ‘Urgentie Wonen’. Ook hier geldt dat het hebben van woonruimte voor het (de) kind(eren) centraal wordt gesteld. De voormalige partners moeten samen een keuze maken wie de urgentievrager wordt en dit schriftelijk door beide partners ondertekend aan de commissie aanbieden. Pas dan kan er één ‘Urgentie Wonen’ worden toegekend.
In alle andere situaties wordt geen “Urgentie Wonen’ toegekend.
Voorbeelden waarbij woonruimte voor één of meerdere kinderen aanwezig is na de echtscheiding/verbroken samenwoning en waarbij dus geen sprake is van het verlenen van voorrang op de woningmarkt:
Van de ouder die belast wordt met het hoofdverblijf van het (de) kind(eren) ėn die woont in een huurwoning, wordt als voorliggende voorziening verwacht dat het huurrecht van de woning wordt geclaimd. Bij een toegekende claim volgt uiteraard geen aanvraag urgentie. Als de verzorgende ouder deze claim nalaat, bestaat er geen recht op een ‘Urgentie Wonen’.
Bij een keuze voor het co-ouderschap waarbij beide ouders de opvoeding voor de helft ter hand nemen of de kinderen opdelen, is een eigen plek voor het (de) kind(eren) aanwezig. Immers, één van beiden zal de voormalige echtelijke koop- of huurwoning blijven bewonen. Een ‘Urgentie Wonen’ is voor beide voormalige partners uitgesloten.
Daarnaast worden bij een echtscheiding/verbroken samenwoning zonder kind(eren) de voormalige partners door de commissie gezien als twee alleenstaande woningzoekenden. Een alleenstaande kan - conform de uitgangspunten voor een urgentieaanvraag - binnen 6 maanden alternatieve woonruimte vinden bijvoorbeeld door kamerbewoning of inwoning bij derden. Geen van beide voormalige partners zal voor een urgentie in aanmerking komen.
Nadere uitwerking: Aantonen relatieverbreking in het kader van aanvragen urgentie Wonen
Deze nadere uitwerking betreft een verscherping/verfijning van de criteria zoals genoemd in de Regels Inzake Urgentie 2007, onderdeel C, subd. (vastgesteld B&W d.d. 26 juni 2007).
Na goedkeuring van B&W en publicatie in de huis aan huis bladen zal deze regeling rechtskracht hebben en in werking treden.
Aantonen relatieverbreking in het kader van urgentieaanvragen
Echtscheiding/ verbroken samenwoning is een persoonlijke aangelegenheid waarbij de gemeente om hulp gevraagd kan worden als er sprake is van het ontbreken van woonruimte. De commissie stelt bij urgentieaanvragen op basis van een echtscheiding waarbij één of meerdere kinderen betrokken zijn het belang van deze centraal. Wanneer voor deze(n) na de echtscheiding/verbroken samenwoning van hun ouders geen woonruimte meer aanwezig is, kan als aan alle voorwaarden is voldaan passende woonruimte geleverd worden.
Om die verzoeken te kunnen beoordelen moet de Urgentiecommissie WERV inzicht hebben in de aard van de relatie en in de manier waarop de relatie wordt beëindigd. In het algemeen kan dit inzicht verschaft worden door het overleggen van documenten. Daarom dient bij een aanvraag urgentie wonen bij voorkeur een echtscheidingsconvenant te worden overlegd plus één of meer van de andere hierna genoemde documenten.
Bij het beëindigen van een huwelijk
Beschikking van de rechtbank. Naarmate de partners het over meer zaken eens zijn blijft er minder over voor arbitrage door de rechtbank. Maar er moet in ieder geval een beschikking worden afgegeven. Door inschrijving van deze beschikking in het register van de burgerlijke stand van de gemeente waar het huwelijk gesloten is, is het huwelijk definitief ontbonden.
Bij het beëindigen van een geregistreerd partnerschap
Overeenkomst tot beëindiging van het partnerschap . Als de partners het daarover eens zijn, kunnen zij het geregistreerd partnerschap beëindigen zonder tussenkomst van de rechter. Het ‘wederzijds goedvinden’ moet wel aantoonbaar en goed geregeld zijn. Daarom zijn de partners verplicht een overeenkomst op te stellen. In die overeenkomst moet in elk geval staan dat het geregistreerd partnerschap duurzaam is ontwricht en dat de partners om die reden de registratie ongedaan willen maken. Verder moeten in zo’n overeenkomst afspraken staan over belangrijke zaken als de verdeling van bezittingen (en schulden), alimentatie, woonruimte en de verrekening of verevening van pensioenrechten.
Inschrijving van de beëindiging bij de burgerlijke stand . De overeenkomst moet tot stand komen met hulp van een advocaat of notaris. Deze geeft aan de burgerlijke stand de verklaring af dat de overeenkomst tot beëindiging is gesloten. De verklaring is ondertekend door de advocaat of notaris en door de partners. Inschrijving van deze verklaring bij de burgerlijke stand moet plaatsvinden binnen drie maanden na het sluiten van de overeenkomst. Pas door deze inschrijving eindigt het geregistreerd partnerschap.
Beschikking van de rechtbank . De beëindiging van het geregistreerd partnerschap via de rechter is gelijk aan een scheidingsprocedure bij het huwelijk. De beslissing van de rechter wordt ingeschreven in het register van de burgerlijke stand. Pas door deze inschrijving eindigt het geregistreerd partnerschap.
Bij het aanvragen van een urgentieverklaring zal informatie verschaft moeten worden over de manier waarop de relatie was vormgegeven, hoe de relatie ontbonden wordt en hoe de gevolgen daarvan geregeld worden. Dit kan plaatsvinden door overlegging van een formele “overeenkomst tot beëindiging van de samenlevingsovereenkomst”, qua inhoud en vormgeving vergelijkbaar met een convenant bij echtscheiding c.q. beëindiging geregistreerd partnerschap.
Indien dat niet mogelijk is dient een geformaliseerd document te worden aangeleverd. Zie hiervoor onder punt 4 (“Bij het beëindigen van een samenwoonrelatie waarbij niets formeel geregeld is”).
Waar niets formeel verbonden is valt er ook weinig te ontbinden. Bij het aanvragen van een urgentieverklaring zal informatie verschaft moeten worden over de manier waarop de relatie was vormgegeven, hoe de relatie ontbonden wordt en hoe de gevolgen daarvan geregeld worden. Dit kan plaats vinden door overlegging van een geformaliseerd document, waarin het volgende is vastgelegd:
Onder “geformaliseerd document” wordt verstaan:
Een notariële akte dan wel een vaststellingsovereenkomst, opgemaakt ten overstaan van een notaris of advocaat, ondertekend door beide partners en meeondertekend door de notaris c.q. advocaat.
Slechts in zeer uitzonderlijke situaties kan volstaan worden met een eenzijdige ondertekening.
De reden hiervoor moet aan de hand van geobjectiveerde informatie aangeleverd worden, b.v. voormalige partner verblijft in het buitenland of een contact met de voormalige partner levert ernstig gevaar op voor de aanvrager of voormalige partner is met onbekende bestemming vertrokken.
De aanvangsdatum van het samenwonen is van belang om de duur van het samenwonen te kunnen vaststellen.
Er heerst nog altijd verwarring over co-ouderschap en gedeelde ouderlijke zorg.
Co-ouderschap of beter gezegd: de handhaving van de beide ouders in de ouderlijke macht, is een juridische status van de beide ouders na de echtscheiding. Tegenwoordig is dat de standaardsituatie na echtscheiding, tenzij één van de partijen iets anders gevraagd heeft en dit verzoek ook door de rechter in de beschikking is gehonoreerd. In het kader van de urgentieregeling is dit niet echt relevant. Belangrijker is de vraag waar de kinderen hun hoofdverblijf zullen hebben na de echtscheiding en hoe de ouderlijke zorg geregeld is.
Wanneer een aanvrager claimt dat één of meer kinderen het hoofdverblijf bij hem zal/zullen hebben en dit gegeven medebepalend is voor het eventueel toekennen van een urgentie, dan zal dit altijd uit een officieel document moeten blijken (b.v. convenant, overeenkomst beëindiging geregistreerd partnerschap, overeenkomst beëindiging samenlevingsovereenkomst, verklaring beëindiging samenwoning).