Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veenendaal

Leefmilieuverordening Veenendaal 2002

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeenendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingLeefmilieuverordening Veenendaal 2002
CiteertitelLeefmilieuverordening Veenendaal 2002
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpruimtelijke ordening en volkshuisvesting
Externe bijlagenkaart I kaart II Toelichting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De geldigheidsduur van de Leefmilieuverordening Veenendaal 2002 is verlengd omdat het bestemmingsplan voor het centrum van Veenendaal, dat de leefmilieuverordening overbodig zal maken, nog niet gereed is.

Goedkeuring van gedeputeerde staten van Utrecht op 27 maart 2007.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing, artt. 9 t/m 13

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200231-08-2016nieuwe regeling

18-10-2001

Veenendaalse Krant, 2002-02-13

2001, 2001/17301/14964

Tekst van de regeling

Intitulé

Leefmilieuverordening Veenendaal 2002

De raad van de gemeente Veenendaal;

 

gezien het ontwerp van de Leefmilieuverordening Veenendaal 2002, zoals vervat in kaarten, voorschriften, bijlage en vergezeld van een toelichting;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 september 2001, nummer 2001/17301/14964;

 

overwegende dat:

 

  • -

    de ontwerp-verordening met ingang van 17 mei 2001 gedurende vier weken voor een ieder  ter inzage heeft gelegen;

  • -

    de ter inzage-legging op de in deze gemeente gebruikelijke wijze is bekendgemaakt, alsmede in de editie van de Staatscourant;

  • -

    geen zienswijzen zijn ingebracht;

  • -

    er vanwege de wens tot verduidelijking van het onderscheid in horecacategorieën en horeca-inrichtingen aanleiding is tot het aanbrengen van enige wijzigingen in de aan de orde zijnde verordening;

 

gelet op:

de artikelen 9 t/m 13 van de Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing

 

Besluit:

vast te stellen de Leefmilieuverordening Veenendaal 2002, zulks in afwijking van het ontwerp, zoals dat ter inzage heeft gelegen, overeenkomstig de bij dit besluit behorende verordening, vervat in toelichting, voorschriften, bijlage en kaarten.

 

Artikel 1 Toepassingsgebied

Deze verordening strekt tot bescherming van de woon- en werkomstandigheden in en het uiterlijk aanzien van de op de bij deze verordening behorende kaarten I en II aangegeven gebieden.

Artikel 2 Begripsbepalingen

  • a.

    Ontheffing: de op basis van deze verordening te verlenen of te weigeren ontheffing.

  • b.

    Horeca-activiteiten: activiteiten welke betrekking hebben op de exploitatie van inrichtingen zoals aangegeven op bijlage I van deze voorschriften.

  • c.

    Winkel: een ruimte, waarin bedrijfsmatig goederen, bestemd voor onmiddellijk gebruik of verbruik, anders dan gebruik of verbruik ter plaatse, worden verkocht of ten verkoop worden aangeboden

  • d.

    Bedrijf: een ruimte, waarin bedrijfsmatig goederen worden vervaardigd, gerepareerd, gereviseerd, gereinigd, onderhouden of opgeslagen.

  • e.

    Seksinrichting: een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan een prostitutiebedrijf (bordeel);

  • f.

    Prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

Artikel 3 Horeca-activiteiten

Het is behoudens ontheffing van burgemeester en wethouders verboden in de in artikel 1 bedoelde gebieden het gebruik van gebouwen of terreinen al dan niet door middel van bouwen of verbouwen geheel of ten dele te (laten) wijzigen ten behoeve van horeca-activiteiten.

Artikel 4 Winkel

Het is behoudens ontheffing van burgemeester en wethouders verboden in de in artikel 1 met "1" aangemerkte gebieden het gebruik van gebouwen of terreinen al dan niet door middel van bouwen of verbouwen geheel of ten dele te (laten) wijzigen ten behoeve van winkel.

Artikel 5 Bedrijf

Het is behoudens ontheffing van burgemeester en wethouders verboden in de in artikel 1 met "1" aangemerkte gebieden het gebruik van gebouwen of terreinen al dan niet door middel van bouwen of verbouwen geheel of ten dele te (laten) wijzigen ten behoeve van bedrijf.

Artikel 6 Seksinrichting

  • 1.

    Het is behoudens ontheffing van burgemeester en wethouders verboden in het in artikel 1 bedoelde gebied het gebruik van gebouwen of terreinen al dan niet door middel van bouwen of verbouwen geheel of ten dele te (laten) wijzigen ten behoeve van een seksinrichting.

Artikel 7 Weigeringsgronden

  • 1.

    Burgemeester en wethouders weigeren de in de artikelen 3, 4 en 5 bedoelde ontheffingen als:

    • a.

      de betreffende gebouwen of terreinen zijn gelegen binnen de in artikel 1 met "1" aangemerkte gebieden, zulks indien de aangevraagde ontheffing betrekking heeft op een horeca-activiteit;

    • b.

      de horeca-activiteit waarvoor ontheffing wordt gevraagd, gerangschikt dient te worden in de categorieën VI en/of VII, zoals aangegeven op de bij deze voorschriften behorende bijlage I, zulks met uitzondering van de gebouwen en terreinen gelegen aan de noordzijde van de Markt, tussen de Fluitersstraat en de Hoofdstraat, alwaar ook horeca-activiteiten kunnen worden toegestaan die gerangschikt worden onder categorie VI;

    • c.

      van de gebruikswijziging ten behoeve van bedrijf, winkel of horeca-activiteit waarvoor ontheffing wordt gevraagd onaanvaardbare gevolgen voor de woon- en werkomstandigheden in of het uiterlijk aanzien van de omgeving te verwachten zijn.

  • 2.

    Van de in het eerste lid, onder c bedoelde onaanvaardbare gevolgen is in ieder geval sprake, indien:

    • a.

      de gebruikswijziging een zodanig verkeersaantrekkende activiteit betreft die kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten;

    • b.

      de gebruikswijziging onder de werking van de Wet milieubeheer (Stb. 1992, 551) of andere milieuwetgeving valt en niet door het stellen van voorwaarden verantwoord is;

    • c.

      de gebruikswijziging een zodanige activiteit betreft die kan leiden tot geluidsoverlast, die niet door het stellen van voorwaarden kan worden beperkt.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders weigeren de in artikel 6 bedoelde ontheffing als:

    • a.

      er binnen de gemeente reeds één seksinrichting aanwezig is of kan worden gevestigd;

    • b.

      er sprake is van een geheel of gedeeltelijk bewoond gebouw;

    • c.

      er risico’s voor het woon- en/of werkklimaat zijn of dreigen;

    • d.

      er sprake is van de vestiging binnen een straal van 300 meter rond ingangen van gebedsruimten, scholen en kinderdagverblijven.

     

    [aan lid 3 onder d. is goedkeuring onthouden door gedeputeerde staten van Utrecht bij besluit van 7 oktober 2003]

Artikel 8

Onder een wijziging als bedoeld in de artikelen 3, 4, 5 en 6 wordt niet begrepen het geheel of gedeeltelijk veranderen of vernieuwen van gebouwen die in gebruik zijn voor de in die artikelen genoemde functies.

Artikel 9 Nadere voorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen aan de ontheffing nadere voorschriften verbinden. Deze voorschriften dienen te strekken tot bescherming van de in artikel 1 genoemde belangen.

Artikel 10 Intrekking van een ontheffing

De ontheffing kan worden ingetrokken, indien:

  • a.

    de aan de ontheffing verbonden nadere voorschriften niet zijn of worden nagekomen;

  • b.

    ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt.

Artikel 11 Inrichting van aanvragen om ontheffing

  • 1.

    Voor het verkrijgen van een ontheffing moet een schriftelijke aanvraag bij burgemeester en wethouders worden ingediend.

  • 2.

    De aanvraag moet inhouden:

    • a.

      de naam en het correspondentieadres in Nederland van de aanvrager en, als deze niet de eigenaar is, tevens die van de eigenaar;

    • b.

      indien een gemachtigde is aangewezen, diens naam en adres;

    • c.

      de plaatselijke aanduiding van gebouwen en terreinen, waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • d.

      het doel waarvoor de gebouwen en terreinen, waarop de aanvraag betrekking heeft, laatstelijk zijn gebruikt;

    • e.

      het doel, waarvoor de gebouwen en terreinen, waarop de aanvraag betrekking heeft, zullen worden gebruikt onder vermelding van de gewenste sluitingstijden;

    • f.

      het tijdstip, waarop men met de verwezenlijking van het beoogde doel wenst te beginnen.

Artikel 12 Procedurevoorschriften

  • 1.

    Burgemeester en wethouders leggen het voornemen tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in de artikelen 3, 4 en 5 en 6 ter inzage. Op deze terinzagelegging is de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders beslissen binnen vier weken na afloop van de terinzagelegging omtrent de ontheffing met inachtneming van de ingediende zienswijzen.

  • 3.

    Op de aanvraag om een ontheffing als bedoeld in deze verordening is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.

Artikel 13 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in de artikelen 3, 4, 5 en 6 wordt aangemerkt als een strafbaar feit als bedoeld in artikel 47 van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing.

Artikel 14 Slotbepaling

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Leefmilieuverordening Veenendaal 2002.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2002 en geldt tot en met 31 december 2011.

     

     

    Gedaan ter openbare vergadering van 18 oktober 2001,

    J.T. Langelaar - de secretaris

    drs. J.J. Spros - de voorzitter

Bijlage

 

De categorie-indeling voor horeca-activiteiten is als volgt:

 

Categorie I:

vormen van horeca, die wat betreft exploitatievorm aansluiten bij winkelvoorzieningen en daarmee qua openingstijden nagenoeg sporen en waar naast kleinere etenswaren in hoofdzaak alcoholvrije drank wordt verstrekt: lunchroom, koffiehuis, ijssalon, broodjeszaak, patisserie, crêperie;

 

Categorie II:

vormen van horeca, die wat betreft de exploitatievorm behoren bij en ondergeschikt zijn aan een sociaal-culturele hoofdfunctie, zoals: buurthuizen, sportkantines en kerkelijke centra;

 

Categorie III:

vormen van horeca, waar in hoofdzaak maaltijden worden verstrekt, die ter plaatse worden geconsumeerd: restaurants, bistro, pizzeria, poffertjeszaak, pannenkoekhuis, hotel-restaurant, pension;

 

Categorie IV:

vormen van horeca, waar in hoofdzaak maaltijden worden verstrekt, die deels ter plaatse worden geconsumeerd maar voor een belangrijk deel ook elders: pizzeria, chinese restaurants;

 

Categorie V:

vormen van horeca, die wat betreft exploitatievorm aansluiten bij winkelvoorzieningen maar qua openingstijden daarvan afwijken in die zin, dat ze ook in (een deel van) de avonduren geopend zijn (tot maximaal 24.00 uur) en waar naast kleinere etenswaren in hoofdzaak alcoholvrije drank wordt verstrekt: cafetaria, snackbar, shoarmazaak;

 

Categorie VI:

vormen van horeca, die wat betreft exploitatievorm aansluiten bij winkelvoorzieningen maar qua openingstijden daarvan afwijken in die zin, dat ze ook in de avond- en nachturen geopend zijn en waar naast kleinere etenswaren in hoofdzaak alcoholvrije drank wordt verstrekt: cafetaria, snackbar, shoarmazaak; vormen van horeca, met een bruto vloeroppervlakte van 250 m2 of minder waar in hoofdzaak al dan niet alcoholhoudende drank wordt verstrekt en/of vormen van horeca, met een bruto vloeroppervlakte van 250 m2 of minder met als hoofddoel het bedrijfsmatig ten gehore brengen van muziek en het geven van gelegenheid tot dansbeoefening, al dan niet met levende muziek en al dan niet met de verstrekking van dranken en kleine etenswaren: café, bar, eetcafé, pub, dancing, discotheek, café-restaurant etc.;

 

Categorie VII:

vormen van horeca, met een bruto vloeroppervlakte van 251 m2 of meer waar in hoofdzaak al dan niet alcoholhoudende drank wordt verstrekt en/of vormen van horeca, met een bruto vloeroppervlakte van 251 m2 of meer met als hoofddoel het bedrijfsmatig ten gehore brengen van muziek en het geven van gelegenheid tot dansbeoefening, al dan niet met levende muziek en al dan niet met de verstrekking van dranken en kleine etenswaren: café, bar, eetcafé, pub, dancing, discotheek, café-restaurant, etc.;

Bijlage leefmilieuverordeningsgebied kaart I

kaart I

Bijlage Leefmilieuverordeningsgebied kaart II

kaart II

Toelichting

Toelichting