Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veenendaal

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeenendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2011
CiteertitelVerordening lijkbezorgingsrechten 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelastingen, retributies en heffingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2011 vervangt de Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, lid 1 sub a en b

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-12-201031-08-2016Nieuwe regeling

11-11-2010

Veenendaalse Krant, 2010-12-01

2010, 2010.00103-9

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2011

De raad van de gemeente Veenendaal;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 september 2010, nr. 2010.00103-9;

 

gelet op:

artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

 

Besluit:

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2011 ( Verordening lijkbezorgingsrechten 2011)

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a.begraafplaats:

de algemene begraafplaats aan de Munnikenweg;

b.eigen graf:

een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

-het doen begraven en begraven houden van lijken;

-het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

-het doen verstrooien van as;

c.algemeen graf:

een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

d.algemeen urnengraf:

een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

e.urnennis:

een nis, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

f.asbus:

een bus ter berging van as van een overledene;

g.urn:

een voorwerp ter berging van één of meer asbussen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De krachtens deze verordening verschuldigde rechten worden geheven door middel van een nota.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in artikel 7 zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    De rechten moeten worden betaald binnen een maand na de dagtekening van de toe te zenden nota.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2010’ van 5 november 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2011’.

     

     

    Vastgesteld in de openbare vergadering van 11 november 2010,

    de heer drs. P.W. Bannink - de griffier

    de heer mr. T. Elzenga - de voorzitter

Bijlage Tarieventabel

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

 

 

1.1

Het tarief tot verkrijging van het recht tot begraven, inclusief de plaatsing van een grafmonument en de door derden uit te voeren werkzaamheden,

als bedoeld in de Beheersverordening begraafplaats 1978 bedraagt voor:

 

 

1.1.2

een gemetseld graf van 2 diep

3.156,00

1.1.2.1

een gemetseld graf van 3 diep

3.656,00

1.1.3

een grondgraf 2 diep

1.288,00

1.1.3.1

een grondgraf 3 diep

1.424,00

1.1.4

Het tarief bedraagt bij verlenging van het onder 1.1 bedoelde recht met 10 jaar voor:

 

 

1.1.4.1

een gemetseld graf van 2 diep

500,00

1.1.4.2

een gemetseld graf van 2 diep

500,00

1.1.4.3

een grondgraf van 2 diep

394,00

1.1.4.4

een grondgraf van 3 diep

394,00

1.2

Het tarief tot plaatsing, c.q. vernieuwen van een grafmonument als bedoeld in de Beheersverordening begraafplaats 1978 bedraagt voor:

 

 

1.2.1

een algemeen graf

45,00

1.2.2

een kindergraf

19,00

1.2.3

een gemetseld graf (uitgegeven voor 1 jan. 1998)

170,00

1.2.4

een grondgraf (uitgegeven voor 1 januari 1998)

85,00

 

 

 

 

Hoofdstuk 2 Begraven

 

 

2.1

Het tarief bedraagt voor het begraven van een stoffelijk overschot van een persoon:

 

 

2.1.1

van 12 jaar en ouder

515,00

2.1.2

ouder dan één jaar en jonger dan 12 jaar

263,00

2.1.3

jonger dan één jaar alsmede van een levenloos aangegeven kind

130,00

2.1.4

De tarieven onder 2.1 worden verhoogd met

bij plaatsing van een tijdelijk monument

14,00

2.2

Stoffelijke overschotten van als levenloos aangegeven of binnen een maand na de geboorte overleden kinderen van een meervoudige geboorte, welke in één kist zijn gesloten, worden voor de toepassing van het onder 2.1.1 gestelde gelijkgesteld met één stoffelijk overschot.

 

 

2.3

De in 2.1 bedoelde rechten worden niet geheven voor het begraven van het stoffelijk overschot van een als levenloos aangegeven of binnen een maand na geboorte overleden kind, dat met het stoffelijk overschot van de moeder in één kist wordt begraven.

 

 

2.4

Het tarief voor het bijzetten van een stoffelijk overschot van een persoon in een gemetseld graf of een grafkelder bedraagt 75% van het tarief genoemd onder 2.1.

 

 

2.5

Voor het begraven van een stoffelijk overschot of als genoemd onder 2.1.

 

 

2.5

Voor het opnieuw begraven van een stoffelijk overschot of het gestelde

onder 2.1.

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 Plaatsen van urnen in asbusruimte

 

 

3.1

Het tarief bedraagt voor elke bijzetting van een urn in een asbusruimte

53,00

3.2

Het tarief bedraagt voor het beschikbaar stellen van een urnenruimte

gedurende een tijdspanne van dertig jaren

596,00

3.3

Het tarief bedraagt bij verlening van het onder 3.2 bedoelde recht met

10 jaar

196,00

 

 

 

 

Hoofdstuk 4 Onderhouden en schoonhouden graven en grafmonumenten

 

 

4.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek van de rechthebbende van gemeentewege onderhouden en schoonhouden – herstelling of vernieuwing daaronder niet begrepen – van uitgegeven graven voor de inwerkingtreding van de Beheersverordening begraafplaats 1978, met de zich daarop bevindende grafmonumenten per kalenderjaar voor:

 

 

4.1.1

een grafkelder

525,00

4.1.2

een gemetseld graf

127,00

4.1.3

een grondgraf

66,00

4.2

Het tarief bedraagt voor het op verzoek van de rechthebbende van gemeentewege onderhouden en schoonhouden – herstelling of vernieuwing daaronder niet begrepen – van monumenten op graven uitgegeven na de inwerkingtreding van de Beheersverordening begraafplaats 1978 per kalenderjaar voor:

 

 

4.2.1

een gemetseld graf

56,00

4.2.2

een grondgraf

32,00

4.2.3

een algemeen graf c.q. een algemeen kindergraf

11,00

4.2.4

een asbusruimte (anders dan bedoeld onder 4.3)

11,00

4.3

Het tarief bedraagt voor het onderhouden en schoonhouden van een monument aangebracht tegen een ruimte voor het bijzetten van asbussen (columbarium)

Dit bedrag is gebaseerd op een uitgifte/onderhoudsduur van 30 jaar en wordt geheven bij afgifte van een dergelijke ruimte.

202,00

4.4

Het tarief bedraagt bij verlenging van de onder 4.3 vermelde uitgifteduur met 10 jaar

Dit bedrag wordt geheven bij afgifte van een dergelijke verlenging.

67,00

 

 

 

 

Hoofdstuk 5 Overboeking

 

 

5.1

Het tarief bedraagt voor het overboeken van het recht tot begraven

in een grafruimte op naam van een ander

10,00

5.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van gravenregister

5,50

Behorende bij de verordening lijkbezorgingsrechten 2011, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 11 november 2010,

de heer drs. P.W. Bannink - de griffier

de heer mr. T. Elzenga - de voorzitter