Organisatie | Opsterland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Herziene Mandaatregeling Opsterland 2010 |
Citeertitel | Herziene Mandaatregeling Opsterland 2010 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Art.10, 11 en 12 van Hoofdstuk 7 van de Herziene mandaatregeling Opsterland 2010 is vervangen door de Mandaatregeling re-integratie SZ Opsterland 2011.
Het Mandaatbesluit werkzaamheden team werk en inkomen, vastgesteld op 17 december 2012, treedt in werking op 1 januari 2013. Gelijktijdig worden de punten VII- 7, 8, 9, 15 en 16 van de bij de Herziene Mandaatregeling 2010 behorende tabel, waarbij dezelfde bevoegdheden werden gemandateerd aan het college, resp. het afdelingshoofd Sociale Zaken van de gemeente Smallingerland ingetrokken.
Algemene wet bestuursrecht
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2010 | 15-04-2014 | Nieuwe regeling | 28-10-2010 Woudklank, 30-09-2010 | Onbekend |
Herziene Mandaatregeling Opsterland 2010
Het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester, de heffingsambtenaar en de invorderingsambtenaar van de gemeente Opsterland, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;
gelet op de algemene bepalingen ten aanzien van mandaat zoals opgenomen in afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;
gelet op het feit dat het wenselijk is op zo ruim mogelijke schaal gebruik te maken van de mogelijkheden van mandaat, waarbij de verantwoordelijkheid - in eerste lijn - voor de afdoening van daarvoor in aanmerking komende routinematige en technische, niet-politieke beslissingen bij de ambtelijke organisatie wordt gelegd, opdat:
Artikel 3 Mandaat bij meerdere functionarissen
Indien in het overzicht aan meerdere functionarissen mandaat is verleend, kan het mandaat rechtsgeldig door elk van de genoemde functionarissen worden uitgeoefend, tenzij een hiërarchisch hoger geplaatste functionaris nadrukkelijk heeft aangegeven zelf het mandaat te willen uitoefenen.
Directie en Afdelingshoofden zijn bevoegd om personen die op basis van een arbeidsovereenkomst of op basis van een detacheringovereenkomst zijn aangesteld als uitvoerend ambtenaar of plaatsvervanger te laten optreden mits de betreffende persoon schriftelijk verklaard akkoord te gaan met de verplichtingen voortvloeiende uit de CAR/UWO en interne regels en instructies.
Artikel 5 Relatie met een andere afdeling
Indien bij een krachtens mandaat te nemen beslissing of handeling een andere afdeling belang heeft of de betreffende aangelegenheid het taakveld van een andere afdeling raakt, legt de mandataris de zaak vooraf voor aan de betreffende medewerker van die andere afdeling, dit onverminderd het gestelde in de kolom "Bijzondere bepalingen en nadere toelichting" van het bij deze regeling behorende overzicht. Als er geen overeenstemming wordt bereikt, geldt artikel 7 onder f.
In geval van mandatering van bevoegdheden tot het nemen van besluiten ten laste van de begroting aan directie, afdelingshoofd of brandweercommandant, wordt de mandataris tevens geacht te zijn aangewezen als budgethouder. Overige aanwijzingen van (deel)budgethouders zijn geregeld in het door het college vastgestelde activiteitenplan. Voor alle (deel)budgethouders gelden de voorschriften als bedoeld in de leden 2 t/m 5 van dit artikel.
Bij de uitoefening van de bevoegdheden als (deel)budgethouder, worden de Bijzondere bepalingen en nadere toelichting, opgenomen in de desbetreffende kolom van het bij deze regeling behorende overzicht, de kadernota inkoop -en aanbestedingsbeleid, het collegebesluit inkoop en aanbesteding, alsmede de meerjarenbegroting in acht genomen.
Artikel 7 Uitzonderingen op het mandaat
Een bevoegdheid, als bedoeld artikel 2, eerste lid, wordt niet uitgeoefend:
Artikel 8 Mandaat bij twijfelgevallen
Indien een mandataris twijfelt over zijn bevoegdheid tot het verrichten van een bepaalde handeling, dan legt hij de vraag voor aan het Afdelingshoofd dan wel de Directie, welke vervolgens beslist op welk niveau de beslissing wordt genomen.
Artikel 9 Bevoegdheidsuitoefening namens het bestuursorgaan
De bevoegdheden, bedoeld onder artikel 2, eerste lid van deze regeling worden door de mandataris uitgeoefend namens het terzake bevoegde bestuursorgaan.
Artikel 11 Vermelding rechtsbescherming bij mandaat
Als tegen een krachtens mandaat genomen besluit een administratiefrechtelijke voorziening openstaat, wordt hiervan met de verzending van het besluit mededeling gedaan. Daarbij wordt gebruik gemaakt van standaardteksten.
Artikel 12 Citeertitel en inwerkingtreding
Gelijktijdig met inwerkingtreding van deze regeling wordt de Mandaatregeling 2010, vastgesteld op 23 februari 2010 ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op activiteiten die vallen onder de overgangsbepalingen van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (wabo).
Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 28 september 2010,
Francisca Ravestein. Geert Broekman.
Aldus vastgesteld door de burgemeester van Opsterland op
Aldus vastgesteld door de heffingsambtenaar op
II Algemeen/ administratief bezwaar en beroep
III Algemeen / personeelsaangelegenheden
IV Publiekszaken/ Leges en belastingen
VI Publiekszaken/ vergunningverlening
A) De privaatrechtelijke vertegenwoordiging
De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in en buiten rechte (artikel 171 van de Gemeentewet). Het gaat hier om de gevallen waarin de gemeente als (publiekrechtelijke) rechtspersoon (volgens het privaatrecht) aan het maatschappelijk verkeer deelneemt (privaatrechtelijke vertegenwoordiging). Deze vertegenwoordigingsbevoegdheid houdt geen beslissingsbevoegdheid terzake in, omdat dat in de hoofdstukken I t/m X is geregeld. De privaatrechtelijke vertegenwoordigingsbevoegdheid houdt wel de bevoegdheid in om namens het bevoegde orgaan documenten te ondertekenen.
B) De bestuursrechtelijke vertegenwoordiging
Bovendien kunnen bestuursorganen (raad, college of burgemeester) zich laten vertegenwoordigen in bestuursrechtelijke procedures (de bestuursrechtelijke vertegenwoordiging). Op grond van artikel 160, eerste lid, onder f Gemeentewet is het college bevoegd om te besluiten om namens de gemeente of het gemeentebestuur rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratieve beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten. De vertegenwoordiging (als eisende partij, dan wel verwerende partij) bij een te voeren rechtsgeding wordt in dit hoofdstuk geregeld.
Handreiking politieke gevoeligheid in relatie tot de uitvoering van het mandaatregeling
In artikel 6, letter c van de Mandaatregeling wordt gesteld dat wanneer redelijkerwijs aangenomen mag worden dat de afdoening (grote) politieke consequenties met zich mee zal brengen, dan wel precedentwerking zal oproepen, er geen sprake is van een gemandateerde bevoegdheid. Met andere woorden: bij politiekgevoelige zaken geen mandaat. Maar wat zijn politiekgevoelige zaken? Wat de één politiek gevoelig vindt, ziet de ander als een normale, technische uitvoeringskwestie. Om de voorspelbaarheid van ons handelen te vergroten en om ons zelf handvaten te geven om die politieke gevoeligheid te benoemen, is het raadzaam om enkele uitgangspunten of indicatoren op te stellen. In deze handreiking worden deze nader uitgewerkt. De handreiking heeft enkel een interne functie en kan dan ook niet worden ingeroepen als er (achteraf) sprake is van een op basis van deze handreiking onbevoegd genomen besluit. De handreiking voorziet slechts in algemene richtlijnen. Per concreet geval zal een afweging of inschatting moeten worden gemaakt.
Politiekgevoelige zaken hebben de volgende eigenschappen:
Het onderwerp staat ter discussie vanwege een veranderde zienswijze op het gebied van beleid of (al dan niet in voorbereiding zijnde) wijzigingen van regelgeving, wetten, jurisprudentie, en dergelijke.
Onder “onderwerp” wordt begrepen: elk incidenteel geval of serie gevallen die in de Mandaatregeling genoemd en als zodanig gemandateerd zijn.