Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Opsterland

Herziene Mandaatregeling Opsterland 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOpsterland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHerziene Mandaatregeling Opsterland 2010
CiteertitelHerziene Mandaatregeling Opsterland 2010
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Art.10, 11 en 12 van Hoofdstuk 7 van de Herziene mandaatregeling Opsterland 2010 is vervangen door de Mandaatregeling re-integratie SZ Opsterland 2011.

Het Mandaatbesluit werkzaamheden team werk en inkomen, vastgesteld op 17 december 2012, treedt in werking op 1 januari 2013. Gelijktijdig worden de punten VII- 7, 8, 9, 15 en 16 van de bij de Herziene Mandaatregeling 2010 behorende tabel, waarbij dezelfde bevoegdheden werden gemandateerd aan het college, resp. het afdelingshoofd Sociale Zaken van de gemeente Smallingerland ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-201015-04-2014Nieuwe regeling

28-10-2010

Woudklank, 30-09-2010

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Herziene Mandaatregeling Opsterland 2010

Herziene Mandaatregeling Opsterland 2010

 

Het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester, de heffingsambtenaar en de invorderingsambtenaar van de gemeente Opsterland, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;

gelet op de algemene bepalingen ten aanzien van mandaat zoals opgenomen in afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op het feit dat het wenselijk is op zo ruim mogelijke schaal gebruik te maken van de mogelijkheden van mandaat, waarbij de verantwoordelijkheid - in eerste lijn - voor de afdoening van daarvoor in aanmerking komende routinematige en technische, niet-politieke beslissingen bij de ambtelijke organisatie wordt gelegd, opdat:

  • a)

    slagvaardig(er) kan worden gehandeld en burgers sneller en doeltreffender geholpen kunnen worden;

  • b)

    bestuursorganen minder uitvoerend bezig zijn, waardoor de werklast van bestuurders wordt verlicht en er meer tijd beschikbaar komt voor het uitzetten van hoofdlijnen van beleid;

  • c)

    de deskundigheid in het apparaat optimaler benut kan worden;

  • d)

    de verantwoordelijkheden extern en intern duidelijker tot uitdrukking kunnen komen;

     

    besluiten vast te stellen de volgende

     

    Herziene Mandaatregeling Opsterland 2010

     

Artikel 1 Begripsbepaling

  • 1.

    Activiteitenplan: een door het college vastgesteld, en op de begroting gebaseerd, overzicht waarbij per activiteit is aangegeven welk budget daarvoor beschikbaar is, en welke functionaris daarvoor budgethouder en/of deelbudgethouder is;

  • 2.

    (Deel)budgethouder: hij of zij die door het college is aangewezen als ambtenaar die verantwoordelijk is voor een bij een product behorend (deel)budget;

  • 3.

    Mandaat: het in naam van het bevoegde bestuursorgaan nemen van besluiten;

  • 4.

    Mandaatgever: het bestuursorgaan dat mandaat verleent;

  • 5.

    Mandataris: degene aan wie het mandaat wordt verleend;

  • 6.

    Ondermandaat: de bevoegdheid van een mandataris om het mandaat aan een derde over te dragen.

  • 7.

    Uitvoerend ambtenaar: degene die op grond van de functiebeschrijving en/of een opdracht van de Directie of een afdelingshoofd, geacht mag worden met de uitvoering van de betreffende taak te zijn belast. Mandatering kan ook plaats vinden aan medewerkers van andere afdelingen of niet ambtenaren.

     

Artikel 2 Algemeen

  • 1.

    De uitoefening van de bevoegdheden zoals vermeld in het bij deze regeling behorende overzicht, is gemandateerd aan de daar genoemde functionarissen, waarbij slechts in de daarbij nadrukkelijk aangegeven gevallen toestemming voor ondermandaat wordt verleend;

  • 2.

    De in lid 1 genoemde functionaris is tevens bevoegd tot ondertekening in de zin van artikel 10:11 Algemene wet bestuursrecht, voorzover daar in de kolom Bijzondere bepalingen en nadere toelichting geen nadere beperking aan zijn gesteld of uitzondering op is bepaald;

  • 3.

    In de gevallen waarin bevoegdheden zijn gemandateerd aan de Directie, neemt de gemeentesecretaris de besluiten en ondertekent deze voor zover nodig;

  • 4.

    De in overzicht XII (Vertegenwoordiging) aangeduide ambtenaren worden aangewezen als gemachtigde van de burgemeester dan wel de resp. bestuursorganen;

  • 5.

    Bij de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in deze regeling, worden de Bijzondere bepalingen en nadere toelichting, opgenomen in de desbetreffende kolom van het bij deze regeling behorende overzicht, in acht genomen;

  • 6.

    Onverminderd het bepaalde in het vijfde lid, worden bij de uitoefening van bedoelde bevoegdheden, wetgeving, aanwijzingen, beleidsregels, circulaires van rijks-, provinciale of gemeentelijke organen in acht genomen;

  • 7.

    Ten aanzien van de uitoefening van bevoegdheden, die financiële consequenties hebben, geldt dat de begroting van het dienstjaar hierin moet voorzien.

     

Artikel 3 Mandaat bij meerdere functionarissen

Indien in het overzicht aan meerdere functionarissen mandaat is verleend, kan het mandaat rechtsgeldig door elk van de genoemde functionarissen worden uitgeoefend, tenzij een hiërarchisch hoger geplaatste functionaris nadrukkelijk heeft aangegeven zelf het mandaat te willen uitoefenen.

 

Artikel 4 Plaatsvervanging

  • 1.

    In geval van afwezigheid van de mandataris, treedt de door het Afdelingshoofd aangewezen vervanger in de plaats.

  • 2.

    Indien zowel de mandataris, als zijn / haar vervanger afwezig is, is het Afdelingshoofd, en bij diens afwezigheid de Directie (gemeentesecretaris) bevoegd als zodanig op te treden.

  • 3.

    Directie en Afdelingshoofden zijn bevoegd om personen die op basis van een arbeidsovereenkomst of op basis van een detacheringovereenkomst zijn aangesteld als uitvoerend ambtenaar of plaatsvervanger te laten optreden mits de betreffende persoon schriftelijk verklaard akkoord te gaan met de verplichtingen voortvloeiende uit de CAR/UWO en interne regels en instructies.

     

Artikel 5 Relatie met een andere afdeling

Indien bij een krachtens mandaat te nemen beslissing of handeling een andere afdeling belang heeft of de betreffende aangelegenheid het taakveld van een andere afdeling raakt, legt de mandataris de zaak vooraf voor aan de betreffende medewerker van die andere afdeling, dit onverminderd het gestelde in de kolom "Bijzondere bepalingen en nadere toelichting" van het bij deze regeling behorende overzicht. Als er geen overeenstemming wordt bereikt, geldt artikel 7 onder f.

 

Artikel 6 Budgethouderschap

  • 1.

    In geval van mandatering van bevoegdheden tot het nemen van besluiten ten laste van de begroting aan directie, afdelingshoofd of brandweercommandant, wordt de mandataris tevens geacht te zijn aangewezen als budgethouder. Overige aanwijzingen van (deel)budgethouders zijn geregeld in het door het college vastgestelde activiteitenplan. Voor alle (deel)budgethouders gelden de voorschriften als bedoeld in de leden 2 t/m 5 van dit artikel.

  • 2.

    De budgethouder is verantwoording verschuldigd aan het college, de deelbudgethouder aan de budgethouder.

  • 3.

    Een (deel) budgethouder is beleidsmatig en financieel verantwoordelijk voor de totstandkoming en kwaliteit van een product (budget), de effectiviteit en efficiëntie van dat product, de advisering over dat product aan het bestuur en het realiseren van de geraamde inkomsten.

  • 4.

    De (deel)budgethouder is tevens beleidsmatig en financieel verantwoordelijk voor begroting, budgetrapportages, jaarrekening en beleidstoelichtingen op product -en budgetniveau. Dit betreft ook de toelevering van cijfers, teksten en analyses.

  • 5.

    Bij de uitoefening van de bevoegdheden als (deel)budgethouder, worden de Bijzondere bepalingen en nadere toelichting, opgenomen in de desbetreffende kolom van het bij deze regeling behorende overzicht, de kadernota inkoop -en aanbestedingsbeleid, het collegebesluit inkoop en aanbesteding, alsmede de meerjarenbegroting in acht genomen.

     

Artikel 7 Uitzonderingen op het mandaat

Een bevoegdheid, als bedoeld artikel 2, eerste lid, wordt niet uitgeoefend:

  • a.

    Indien bestuurlijk is aangegeven dat een wijziging, aanvulling of afwijking van het tot dan gevoerde beleid gewenst is;

  • b.

    Indien inwilliging van een verzoek zou leiden tot strijdigheid met het vigerende gemeentelijk beleid, met richtlijnen of met voorschriften daaromtrent;

  • c.

    Indien redelijkerwijs aangenomen mag worden dat de afdoening (grote) politieke consequenties met zich mee zal brengen, dan wel precedentwerking zal oproepen (zie de bijlage Handreiking politieke gevoeligheid);

  • d.

    Indien de afdoening van een zaak niet als een routineaangelegenheid kan worden gekwalificeerd;

  • e.

    Indien bij besluiten waar sprake is van beleidsvrijheid reeds in de voorbereidingsfase aannemelijk is dat tegen de te nemen beslissing bezwaar zal worden gemaakt dan wel beroep ingesteld;

  • f.

    Indien in de voorbereidingsfase de standpunten van de portefeuillehouder, adviseurs en de mandataris met betrekking tot de te nemen beslissing uiteenlopen;

  • g.

    Indien de mandaatgever, de portefeuillehouder, de Directie (gemeentesecretaris), het Afdelingshoofd dan wel de gemandateerde de wens daartoe te kennen geeft;

  • h.

    Ten aanzien van de vaststelling en verzending van stukken aan een raadscommissie en/of de gemeenteraad;

  • i.

    Ten aanzien van uitingen, gericht aan andere overheidsorganen, tenzij in overeenstemming met bij het betrokken orgaan bekend beleid of met geheel bij de wettelijke regeling of de jurisprudentie bepaald beleid.

     

Artikel 8 Mandaat bij twijfelgevallen

Indien een mandataris twijfelt over zijn bevoegdheid tot het verrichten van een bepaalde handeling, dan legt hij de vraag voor aan het Afdelingshoofd dan wel de Directie, welke vervolgens beslist op welk niveau de beslissing wordt genomen.

 

Artikel 9 Bevoegdheidsuitoefening namens het bestuursorgaan

De bevoegdheden, bedoeld onder artikel 2, eerste lid van deze regeling worden door de mandataris uitgeoefend namens het terzake bevoegde bestuursorgaan.

 

Artikel 10 Wijze van ondertekening bij mandaat

  • 1.

    In geval van uitoefening van bevoegdheden, als bedoeld in artikel 2, worden uitgaande bescheiden als volgt ondertekend: Namens (bestuursorgaan), gevolgd door de handtekening, de naam van de mandataris en de functieaanduiding.

  • 2.

    Brieven als bedoeld bij lid 1 dienen in de "ik-vorm" te worden geschreven.

     

Artikel 11 Vermelding rechtsbescherming bij mandaat

Als tegen een krachtens mandaat genomen besluit een administratiefrechtelijke voorziening openstaat, wordt hiervan met de verzending van het besluit mededeling gedaan. Daarbij wordt gebruik gemaakt van standaardteksten.

 

Artikel 12 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als "Herziene Mandaatregeling Opsterland 2010".

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking op 1 oktober 2010.

  • 3.

    Gelijktijdig met inwerkingtreding van deze regeling wordt de Mandaatregeling 2010, vastgesteld op 23 februari 2010 ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op activiteiten die vallen onder de overgangsbepalingen van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (wabo).

     

    Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 28 september 2010,

     

    De voorzitter, De secretaris,

     

    Francisca Ravestein. Geert Broekman.

     

    Aldus vastgesteld door de burgemeester van Opsterland op

     

    Francisca Ravestein.

     

    Aldus vastgesteld door de heffingsambtenaar op

     

    Gerben Nijholt.

     

    Aldus vastgesteld door de invorderingsambtenaar op

     

    Geert Broekman.

     

     

    I Algemeen

     

Nr

Omschrijving bevoegdheid

Mandaterend bestuurs-orgaan

Bevoegde functionaris

Bijzondere bepalingen en nadere toelichting

1

Het ondertekenen van correspondentie aangaande mechanisch uitvoeren van door de afdeling en brandweer voorbereide raadsbesluiten.

College

Afdelingshoofd, dan wel de brandweer-commandant

Tenzij in deze Mandaatregeling anders bepaald.

2

Het verstrekken van schriftelijke informatie van feitelijke (objectieve) aard aan derden voor zover dit ligt binnen het werkveld van de betrokken afdeling of de brandweer.

College

Uitvoerend ambtenaar

Tenzij in deze mandaatregeling anders bepaald. Mandaat geldt niet bij politiek gevoelige zaken en informatie aan de pers (zie artikel 7 Mandaatregeling). Bij organisatorisch gevoelige zaken overleg plegen met het Afdelingshoofd.

3

Het doen van inkoop en aanbesteding in de zin van de kadernota inkoop -en aanbestedingsbeleid

- bij werken tot een bedrag van € 400.000;

- bij leveringen en diensten tot een bedrag van € 120.000

Het betreft hierbij enkelvoudige- en meervoudige onderhandse aanbestedingen.

College / resp. de burgemeester

gem. secretaris, Afdelingshoofd, dan wel de brandweer-commandant

Bij alle inkopen en aanbestedingen worden de doelstellingen en bepalingen van de kadernota inkoop -en aanbestedingsbeleid, het besluit inkoop en aanbesteding, de algemene inkoopvoorwaarden en de begroting in acht genomen. De ondertekeningsbevoegdheid is geregeld in hoofdstuk XII A

4

Het treffen van handelingen ter voorbereiding - , en ter uitvoering van een bestek in de zin van de kadernota inkoop -en aanbestedingsbeleid

- bij werken boven een bedrag van € 400.000;

- bij leveringen en diensten boven een bedrag van € 120.000

Het betreft hierbij Europese en openbare (nationale) aanbestedingen.

College / resp. de burgemeester

gem. secretaris, Afdelingshoofd, dan wel de brandweer-commandant

Gedoeld is op het voorbereidend onderzoek, het selecteren van de aanbieders e.d.

De beslissing onder welke voorwaarden wordt aanbesteed (incl. de keuze voor de soort aanbesteding, de vorm van wegzetten, de selectiecriteria en de wegingsfactoren), alsmede de uiteindelijke gunning zijn niet gemandateerd.

Bij deze procedures moet het advies en de ondersteuning van de inkoopadviseur worden ingewonnen.

Bij alle inkopen en aanbestedingen worden de doelstellingen en bepalingen van de kadernota inkoop -en aanbestedingsbeleid, het besluit inkoop en aanbesteding, de algemene inkoopvoorwaarden en de begroting in acht genomen.

5

Het afwijken van de algemene voorwaarden werken Opsterland 2008

College

afdelingshoofd

Na inwinnen juridisch advies omtrent mogelijke risico’s

6

Het aangaan en beëindigen van verplichtingen (niet zijnde inkoop of aanbesteding) tot een bedrag van € 120.000,-- (exclusief BTW) waaronder het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen ten laste van de posten (producten) van de begroting van de betreffende afdeling en de brandweer, voorzover niet anders geregeld in deze Mandaatregeling, en de betreffende begrotingspost daartoe de mogelijkheid en/ of financiële ruimte laat.

Hieronder vallen ook door de raad beschikbaar gestelde kredieten voor projecten, e.d.

Zie ook Hoofdstuk XII over het vertegenwoordigen van de gemeente.

College

gem. secretaris, Afdelingshoofd, dan wel de brandweer-commandant

Ondermandaat aan deelbudgethouders is mogelijk.

De ondertekeningsbevoegdheid is geregeld in hoofdstuk XII A

7

Het aan burgers of instanties mededelen dat voor een bepaalde activiteit een vergunning nodig is dan wel dat deze aangevraagd dient te worden.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

8

Het stellen van een termijn om een verzuim, dat aan een aanvraag kleeft, te herstellen.

College Burgemeester

Uitvoerend ambtenaar

 

9

Het aanvragen van vergunningen bij de gemeente zelf of bij een ander bestuursorgaan.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

10

Mandaat bij handhaving:

a. Het constateren van een overtreding van een wettelijke bepaling of vergunning.

b. Het mondeling verzoeken de overtreding binnen een bepaalde termijn te beëindigen.

c. Het schriftelijk verzoeken de overtreding binnen een bepaalde termijn te beëindigen (1e brief).

 

Het schriftelijk aankondigen dat bij in gebreke blijven overwogen zal worden bestuursdwang toe te passen of een dwangsom op te leggen (2e brief).

 

College

Burgemeester

College

Burgemeester

College

Burgemeester

 

College

Burgemeester

 

a. Uitvoerend ambtenaar

 

b. Uitvoerend ambtenaar

 

c. Uitvoerend ambtenaar

 

Afdelingshoofd, Coördinator cluster handhaving of brandweer-commandant

 

Met Uitvoerend ambtenaar worden ook handhavers en toezichthouders bedoeld.

 

Het daadwerkelijk beslissen tot het toepassen van bestuursdwang en het opleggen van een dwangsom is niet gemandateerd.

11

Het mededelen van de verbeurdverklaring van een dwangsom.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

12

Het innen van een verbeurde dwangsom.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

13

Het uitnodigen van belanghebbenden voor voorlichtingsbijeenkomsten

College

Afdelingshoofd

 

14

Het aanvragen van offertes.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

15

Het niet ingaan op offertes.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

16

Het uitvoeren van bevoegdheden o.g.v. de Verordening naamgeving en nummering (adressen) Opsterland 2009.

College

Uitvoerend ambtenaar

Bij straatnaamgeving dient de externe adviescommissie geraadpleegd te worden.

17

Het beslissen op aanvragen voor een incidentele subsidie tot een bedrag van € 250,-- per subsidieaanvraag, inclusief het al of niet toepassen van de hardheidsclausule.

Hieronder worden ook verstaan aanvragen voor subsidie, zonder dat daarin een concreet bedrag wordt genoemd.

College

Uitvoerend ambtenaar

Besluiten op subsidieaanvragen dienen genomen te worden op grond van de Algemene Subsidieverordening en het ter zake geformuleerd beleid.

Van de in mandaat genomen besluiten zal éénmaal per jaar een overzicht aan het College worden verstrekt.

18.

Het beslissen op aanvragen voor een incidentele subsidie tussen een bedrag van € 250 tot € 2.500,-- per subsidieaanvraag.

Hieronder worden ook verstaan aanvragen voor subsidie, zonder dat daarin een concreet bedrag wordt genoemd.

College

Afdelingshoofd

Besluiten op subsidieaanvragen dienen genomen te worden op grond van de Algemene Subsidieverordening en het ter zake geformuleerd beleid.

Van de in mandaat genomen besluiten zal éénmaal per jaar een overzicht aan het College worden verstrekt.

19.

Het beslissen op een aanvraag tot subsidieverlening inzake een structurele activiteitensubsidie of een structurele waarderingssubsidie, voorzover het geen eerste of van een eerdere aanvraag afwijkende aanvraag betreft.

College

Afdelingshoofd

Van de in mandaat genomen besluiten zal éénmaal per jaar een overzicht aan het College worden verstrekt.

20.

Het beslissen op een aanvraag tot subsidievaststelling (met uitzondering van budgetsubsidies) voorzover het vastgestelde bedrag niet afwijkt van het verleende bedrag.

College

Afdelingshoofd

 

21.

Het uitoefenen van taken en bevoegdheden in het kader van de Wet kenbaarheid publiekrechterlijke beperkingen.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

22.

Het aansprakelijk stellen van derden bij beschadiging of tenietgaan van gemeente-eigendommen (inclusief de vaststelling van het schadebedrag en de wijze van betaling).

College

Uitvoerend ambtenaar

 

23.

Het afhandelen van aansprakelijkheidstellingen door derden.

College

Uitvoerend ambtenaar

Afhandeling dient plaats te vinden conform de overeengekomen werkwijze en met inschakeling van de betreffende functionarissen en afdelingen zoals in beleidsnotitie Afwikkeling schadeclaims van september 2006 is vastgelegd;

Bij schadeclaims boven de € 2.500,- (zaaks– en letselschade) resp. € 25.000 (bij vermogensschade) doorzenden naar de verzekeringsmaatschappij en het College informeren.

24.

Het dechargeren van verzekeringsmaatschappijen wegens toegebrachte schade aan gemeente-eigendommen.

College

Afdelingshoofd

Als de aangeboden vergoeding lager is dan het door de gemeente geclaimde bedrag, kan voor de aanspraak op schadevergoeding geen afstand worden gedaan.

Eén en ander uiteraard afhankelijk van het belang van de gemeente.

25.

Het in rekening brengen van vergoedingen voor het gebruik van gemeente-eigendommen en voor het verlenen van enkele diensten.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

26.

Het vaststellen van standaard aanvraagformulieren

College

Afdelingshoofd

 

27.

Het aangaan en beëindigen van verplichtingen ten laste van de begrotingsposten (producten)

- 010 Raad en raadscommissies

- 015 Griffie

- 025 Rekenkamercommissie

voorzover de betreffende begrotingspost daartoe de mogelijkheid en/ of financiële ruimte laat.

College

raadsgriffier

 

28.

Het aanwijzen van verkeersregelaars

Burgemeester

Uitvoerend ambtenaar

Bij zgn. beroepsverkeersregelaars (incl. dorpswachten) ligt de bevoegdheid bij het gemeentebedrijf.

Bij verkeersregelaars voor evenementen ligt de bevoegdheid bij Publiekszaken

29.

Het verlengen van de beslistermijn in de zin van artikel 1:2, lid 2 APV of art. 4:14 Awb

Burgemeester College

Uitvoerend ambtenaar

 

30.

Het nemen van besluiten o.g.v. de Wet basisregistraties adressen en gebouwen (BAG), anders dan in punt 31, zijnde:

- de vaststelling van de definitieve geometrie van panden en verblijfsobjecten, zoals bedoeld in artikel 8 BAG;

- het opmaken van een proces-verbaal van constatering zoals bedoeld in art. 10, eerste lid, onder b BAG;

- het opmaken van schriftelijke verklaringen strekkende tot het signaleren van wijzigingen in de feitelijke situatie die van invloed zijn op de gebouwenregistratie en die niet in een ander krachtens de BAG aangewezen brondocument zijn opgenomen

College

Uitvoerend ambtenaar

Deze bevoegdheden kunnen d.m.v. werkafspraken door het afdelingshoofd over verschillende medewerkers verdeeld worden.

31

a. het opstellen van de ‘ambtelijke verklaringen’ behalve die bedoeld onder 30;

b. het toetsen van (overige) brondocumenten aan de vereisten voor inschrijving ingevolge artikel 11 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen;

c. het uitgeven van inschrijfnummers en identificatienummers;

d. het, op grond van het bepaalde in artikel 10, tweede lid, van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, inschrijven van de in of op grond van artikel 10, eerste lid van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen aangewezen brondocumenten in het adressenregister dan wel het gebouwenregister;

e. het ingevolge artikel 9 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen verzorgen van een zodanige opzet van het adressenregister en het gebouwenregister, dat de inhoud daarvan duurzaam kan worden bewaard en te allen tijde binnen een redelijke termijn raadpleegbaar en beschikbaar is;

f. het, ingevolge artikel 14 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, zorg dragen voor een goede beschikbaarheid, werking en beveiliging van de adressenregistratie respectievelijk de gebouwenregistratie;

g. het op basis van de brondocumenten opnemen van gegevens in de adressenregistratie en de gebouwenregistratie overeenkomstig de voorschriften uit de artikelen 14A en 15 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen;

h. het ontvangen, doorgeleiden en afhandelen van meldingen zoals bedoeld in artikel 37 en verzoeken zoals bedoeld in artikel 38 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, inclusief de verwerking daarvan zoals bedoeld in de artikelen 31, 39, 40 en 41 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen;

i. het onderhouden dan wel doen onderhouden van het berichtenverkeer met de Landelijke Voorziening basisregistraties adressen en gebouwen zoals bedoeld in artikel 31 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen;

j. het op verzoek aan eenieder verlenen van inzage in het adressenregister, het gebouwenregister, de adressenregistratie en de gebouwenregistratie, alsmede het aan eenieder verstrekken van de in de adressenregistratie respectievelijk de gebouwenregistratie opgenomen gegevens zoals bedoeld in artikel 32, eerste lid onder a van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen;

k het bevorderen van de nakoming van de gemeentelijke verplichtingen in het kader van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, met inbegrip van de inrichting van de processen, de conformiteit van het gebruikte informatiesysteem en de beveiligingsmaatregelen alsmede het rapporteren over die nakoming daarvan aan burgemeester en wethouders;

college

beheerder

 

32.

Het in gebruik geven en verhuren van (ruimten in) gebouwen die gemeentelijk in gebruik zijn

College

Afdelingshoofd Gemeentebedrijf / Bedrijfsvoering

Vóór de aanbieding moet advies worden ingewonnen bij het Gemeentebedrijf.

Het in gebruik geven en verhuren van (ruimten in) gebouwen die gemeentelijk in gebruik zijn is gemandateerd aan het afdelingshoofd van Bedrijfsvoering (gemeentehuis, scholen), dan wel het Gemeentebedrijf (locaties Gorredijk en Ureterp).

33.

Het in gebruik geven en verhuren van (ruimten in) overige gebouwen die in eigendom van de gemeente zijn

College

Afdelingshoofd Ontwikkeling

 

34.

De verhuur of het anderszins tijdelijk in gebruik geven van overig gemeentelijk eigendom.

College

Uitvoerend ambtenaar

Vóór de aanbieding moet advies worden ingewonnen bij het Gemeentebedrijf.

 

II Algemeen/ administratief bezwaar en beroep

 

Nr

Omschrijving bevoegdheid

Mandaterend bestuurs-orgaan

Bevoegde functionaris

Bijzondere bepalingen en nadere toelichting

1

Het versturen van een schriftelijke ontvangstbevestiging van een bezwaar -of beroepschrift.

College

Burgemeester

Uitvoerend ambtenaar

 

2

Het instemmen met rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter, in de zin van artikel 7:1a Algemene wet bestuursrecht

College

Burgemeester

Uitvoerend ambtenaar

In overleg met de secretaris van de Bezwarencommissie.

3

Het opstellen van een reactie op een bezwaarschrift t.b.v. een hoorzitting van de Bezwarencommissie

College

Burgemeester

Uitvoerend ambtenaar

Zo nodig met ondersteuning van een juridisch medewerker.

4

Het verdagen van de beslissing op een bezwaar -en beroepschrift.

College

Burgemeester

Uitvoerend ambtenaar

 

5

Het indienen van verweerschriften in beroepsprocedures.

College

Burgemeester

Uitvoerend ambtenaar

Zo nodig met ondersteuning van een juridisch medewerker.

6

Het bij bezwaar -en beroepsprocedures in belastingzaken indienen van verweerschriften, het verdagen van de beslissing op een bezwaarschrift, het verzoeken om uitstel voor het indienen van verweerschriften, en het instellen van hoger beroep bij het Gerechtshof.

Heffings-ambtenaar

Uitvoerend ambtenaar

Deze bevoegdheid is op grond van art. 231, tweede lid, onder d Gemeentewet geattribueerd aan de heffingsambtenaar. Het College heeft als heffingsambtenaar aangewezen: het hoofd van de afdeling Publiekszaken.

7

Het verzoeken om uitstel voor het indienen van verweerschriften.

College

Burgemeester

Uitvoerend ambtenaar

 

 

III Algemeen / personeelsaangelegenheden

 

Nr

Omschrijving bevoegdheid

Mandaterend bestuurs-orgaan

Bevoegde functionaris

Bijzondere bepalingen en nadere toelichting

1

Het beslissen over het openstellen van vacatures (met uitzondering van die van de gemeentesecretaris).

College

Directie

Beslissingen die consequenties hebben voor de formatie-omvang en/of de begroting, dienen met een dekkingsvoorstel aan het College te worden voorgelegd.

2

De bevoegdheid tot het instellen van een selectiecommissie, de keuze voor bemensing daarvan, en het stellen van de eis van een verklaring van goed gedrag o.g.v. de WJD bij kandidaten (sollicitanten) voor een aanstelling in vaste of tijdelijke dienst of voor het aangaan van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, met uitzondering van afdelingshoofden en de gemeentesecretaris.

College

Afdelingshoofd

 

3

De bevoegdheid tot het instellen van een selectiecommissie en een adviescommissie, de keuze voor bemensing daarvan, en het stellen van de eis van een verklaring van goed gedrag o.g.v. de WJD bij kandidaten (sollicitanten) voor de functie van afdelingshoofd.

College

Directie

 

4

Het geven van opdrachten voor het plaatsen van advertenties, het uitnodigen van sollicitanten voor een gesprek, het afschrijven van sollicitanten en het afhandelen van open sollicitaties.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

5

Benoemen, detacheren en het op verzoek verlenen of weigeren van (eervol) ontslag, of het verlenen van arbeidstijdvermindering of uitbreiding, met uitzondering van de commandant brandweer.

College

Directie

Bij benoemingen dient de adviseur P&O een gemotiveerd schriftelijk voorstel in bij de Directie.

Eén en ander overeenkomstig hetgeen daarover in de CAR/UWO is bepaald.

6

Het aanstellen in vaste of tijdelijke dienst, het bevorderen (binnen dezelfde functie) en het geven van promotie (naar een nieuwe functie).

College

Directie

Via de adviseur P&O een voorstel aan de Directie voorleggen.

7

Het inhuren van tijdelijk personeel binnen de formatieruimte van de afdeling.

College

Afdelingshoofd

Beslissing ter kennisgeving aan Directie doorgeven.

Voor zover daarbij sprake is van inkoop of aanbesteding, worden de doelstellingen en bepalingen van de kadernota inkoop -en aanbestedingsbeleid, het besluit inkoop en aanbesteding en de begroting in acht genomen.

8

Het inhuren van tijdelijk personeel ten laste van centrale budgetten, zoals de ziektepot, de frictieformatie directie, ouderschapsverlof, e.d.

College

Directie

Via de adviseur P&O een voorstel aan de Directie voorleggen.

Voor zover daarbij sprake is van inkoop of aanbesteding, worden de doelstellingen en bepalingen van de kadernota inkoop -en aanbestedingsbeleid, het besluit inkoop en aanbesteding en de begroting in acht genomen.

9

Het op grond van de Regeling functiewaardering 2001 vaststellen van de functiebeschrijving en het vaststellen van de functiewaardering

College

Directie

Indien bij het vaststellen van de functiewaardering de toetsingscommissie het advies van de ingeschakelde adviseur niet of niet geheel volgt, geldt het mandaat voor het vaststellen van de functiewaardering niet. De bevoegdheid ligt dan weer bij het college.

10

Het toekennen van gratificaties vanwege ambtsjubilea.

College

Uitvoerend ambtenaar Bedrijfsvoering

De overige gratificaties vallen onder de aanvullende CAR/UWO, waarvan de mandatering is geregeld in punt 17.

11

Het geven van toestemming voor het maken van overuren.

Het gaat hier om het incidenteel vergoeden van overuren (een klus, bij ziekte, e.d.).

In overleg met het Afdelingshoofd kan keuze gemaakt worden tussen tijdcompensatie en overurenvergoeding.

Aan leidinggevenden wordt geen overuren-vergoeding verstrekt (inherent aan de functie).

College

Afdelingshoofd; brandweer-commandant

Er dient overleg met de afdeling Bedrijfsvoering (dekking) en de adviseur P&O (beleidsregels) plaats te vinden.

12

Het toekennen van (betaald) verlof.

College

Directie, Afdelingshoofd

Op grond van de CAR/ UWO heeft een ambtenaar recht op diverse soorten van (betaald) verlof. Derhalve wordt hier gesproken van toekenning i.p.v. verlening.

Overleg met en afhandeling door de adviseur P&O.

13

Het aanwijzen van verplichte verlofdagen/ ADV-dagen.

College

Directie

Ter instemming voorleggen aan de OR.

14

Het toekennen van voorschotten op het salaris.

College

Directie

Afdelingshoofd Bedrijfsvoering

Na afstemming met de Directie, het betrokken Afdelingshoofd of de commandant brandweer.

15

Het toekennen van studiekostenvergoedingen met toepassing van het Opleidingsplan

Opmerkingen:

Er is een vast jaarlijks opleidingsbudget. Op basis van functioneringsgesprekken geven afdelings-hoofden opleidingsprioriteiten aan binnen hun afdeling.

Op voorstel van de afdeling Bedrijfsvoering stelt de Directie een jaarlijks opleidingsplan (passend binnen het budget) vast.

College

Uitvoerend ambtenaar Bedrijfsvoering

Op basis van het vastgestelde opleidingsplan kent de Uitvoerend ambtenaar de formeel aan te vragen studiekostenfaciliteiten toe.

Studies die niet in het opleidingsplan zijn opgenomen dienen aan de Directie te worden voorgelegd.

Het geven van opdrachten of toestemmingen voor cursussen, seminars, vergaderingen, e.d. impliceert dat ook toestemming wordt gegeven voor vergoeding van de reis -en verblijfkosten.

De dekking hiervan meenemen in de betrokken budgetten.

Declaraties kunnen worden ingediend bij Bedrijfsvoering.

NB: ook reis -en verblijfkosten meenemen.

16

Het nemen van besluiten over taakgebonden studies (permanente educatie).

Het toekennen van studiekostenvergoedingen met toepassing van het Opleidingsplan, hoger dan een bedrag van € 1.000.

College

Afdelingshoofd

De adviseur P&O bewaakt het totale opleidingsbudget en signaleert (forse) afdelingsoverschrijdingen.

NB: ook reis -en verblijfkosten meenemen.

17

Het nemen van besluiten in het kader van de Aanvullende regels CAR/UWO Opsterland 2008

Het nemen van besluiten in het kader van de Aanvullende regels CAR/UWO Opsterland 2008 met betrekking tot Afdelingshoofden.

College

 

College

Afdelingshoofd

 

Directie

Overleg met Bedrijfsvoering (adviseur P&O) over de uniforme toepassing.

Mits passend binnen het daarvoor beschikbaar gestelde budget.

Zie ook de Directieaanwijzingen ten aanzien van gratificaties van 20-08-2001.

Tevens moet de adviseur P&O bij het proces betrokken worden.

18

Het aangaan van stageovereenkomsten.

College

Afdelingshoofd

Er dient vooraf een duidelijke stageopdracht geformuleerd te zijn. In de stageovereenkomst dient tevens een geheimhoudingsverplichting te worden opgenomen.

19

Het vaststellen van werkinstructies.

Opmerking:

Het gaat hier om formele werkinstructies voor bepaalde functies.

Het vaststellen van werkprocedures behoort tot de competentie van Afdelingshoofden.

College

Directie, brandweer-commandant

De concerncontroller kan ingevolge artikel 9, lid 2 van de Organisatieverordening aanvullende richtlijnen geven.

20

Het toekennen van waarnemingsvergoedingen.

College

Directie

Via de adviseur P&O.

21

Het corresponderen met de Arbodienst over langdurige ziektegevallen.

College

Uitvoerend ambtenaar Bedrijfsvoering

 

22

Het doen van reïntegratiemeldingen.

College

Uitvoerend ambtenaar Bedrijfsvoering

 

23

Het aanvragen van WIA-conforme uitkeringen.

College

Uitvoerend ambtenaar Bedrijfsvoering

 

24

Het aanvragen van ongeschiktheidsadviezen.

College

Uitvoerend ambtenaar Bedrijfsvoering

 

25

Het behandelen van vragenformulieren omtrent allerlei pensioenzaken van het ABP.

College

Uitvoerend ambtenaar Bedrijfsvoering

 

26

Het aanvragen van FPU en pensioenen.

College

Uitvoerend ambtenaar Bedrijfsvoering

 

27

Het afgeven van verklaringen over salarisgegevens.

College

Uitvoerend ambtenaar Bedrijfsvoering

 

28

Het afgeven van mutaties IZA, ZFW en GVP.

College

Uitvoerend ambtenaar Bedrijfsvoering

 

29

Het doorgeven van mutaties USZO en ABP.

College

Uitvoerend ambtenaar Bedrijfsvoering

 

30

Het doorgeven van mutaties aan de bedrijfsvereniging (SVW).

College

Uitvoerend ambtenaar Bedrijfsvoering

 

31

Het verstrekken van gegevens aan het CBS.

College

Uitvoerend ambtenaar Bedrijfsvoering

 

32

Het opmaken van declaraties van werkgelegenheidsprojecten.

College

Uitvoerend ambtenaar Bedrijfsvoering

 

33

Het toepassen van de bevoegdheden in het kader van de Regeling Telewerken.

College

Gemeentesecretaris

 

 

IV Publiekszaken/ Leges en belastingen

 

Nr

Omschrijving bevoegdheid

Mandaterend bestuurs-orgaan

Bevoegde functionaris

Bijzondere bepalingen en nadere toelichting

1.

Het opleggen en verminderen van aanslagen gemeentelijke belastingen (waaronder ook aanslagen afvalstoffenheffing, rioolrechten, leges en overige rechten), alsmede de uitvoering van de Wet WOZ.

heffings-ambtenaar

Uitvoerend ambtenaar

Het vaststellen van de aanslagen is geattribueerd aan de heffingsambtenaar (artikel 231, lid 2, letter b Gem. wet en de Wet WOZ, artikel 1, lid 2). Door het College is het hoofd van de afdeling Publiekszaken aangewezen als heffingsambtenaar.

Het verminderen van aanslagen geschiedt overeenkomstig de geldende belastingregelgeving.

2.

Het horen van de indiener van een bezwaarschrift.

heffings-ambtenaar

Clustercoördinator

Voordat de heffingsambtenaar beslist op het bezwaarschrift kan de bezwaarmaker op zijn verzoek worden gehoord. Het horen in fiscale procedures is i.t.t. Awb-procedure, facultatief.

3.

Het beslissen op bezwaarschriften tegen WOZ-beschikkingen, aanslagen afvalstoffenheffing, rioolrechten, leges en overige rechten.

heffings-ambtenaar

Clustercoördinator

 

4

Het verlenen of weigeren van kwijtscheldingen van gemeentelijke belastingen.

invorderings-ambtenaar

Uitvoerend ambtenaar

Het verlenen of weigeren van kwijtscheldingen geschiedt op basis van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

Deze bevoegdheid is geattribueerd aan de invorderingsambtenaar (artikel 255, lid 1 ju. 231, lid 2, sub c, Gemeentewet). Door het College is – voor zover het kwijtscheldingen betreft - het hoofd van de afdeling Publiekszaken hiertoe aangewezen

 

V Publiekszaken/ burgerzaken

 

Nr

Omschrijving bevoegdheid

Mandaterend bestuurs-orgaan

Bevoegde functionaris

Bijzondere bepalingen en nadere toelichting

1

Afgifte uittreksels, verklaringen en inlichtingen uit de basisadministratie persoonsgegevens.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

2

Afgifte bewijzen van in leven zijn.

Burgemeester

Uitvoerend ambtenaar

 

3

Afgifte bewijzen van Nederlanderschap.

Burgemeester

Uitvoerend ambtenaar

 

4

Het voor echt verklaren en waarmerken van stukken en handtekeningen.

Burgemeester

Uitvoerend ambtenaar

 

5

Beslissingen op verzoeken om geheimhouding van gegevens uit de basisadministratie persoonsgegevens.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

6

Aanvragen om inlichtingen uit registers Justitiële documentatiedienst en strafregister t.b.v. de afgifte van verklaringen omtrent het gedrag.

Burgemeester

De daartoe aangewezen ambtenaar

Er is een apart (persoonlijk) aanwijzingsbesluit nodig.

7

Uitvoering van de Wet op de lijkbezorging, alsmede de op deze wet gebaseerde gemeentelijke verordening.

College

Burgemeester

Uitvoerend ambtenaar

 

8

Het verlenen of weigeren van uitstel voor begraving of verbranding.

Burgemeester

Uitvoerend ambtenaar

 

9

Het verlenen of weigeren van verlof tot ontleden van een lijk.

Burgemeester

Uitvoerend ambtenaar

 

10

Uitvoering van diverse bepalingen van de Kieswet.

College

Burgemeester

Uitvoerend ambtenaar

 

11

Afgifte van paspoorten en Europese identiteitskaarten.

Burgemeester

Uitvoerend ambtenaar

 

12

Afgifte van rijbewijzen.

Burgemeester

Uitvoerend ambtenaar

 

13

Het ongeldig verklaren van rijbewijzen.

Burgemeester

Uitvoerend ambtenaar

 

14

Het uitvoeren van de Dienstplichtwet, de Inkwartieringswet, de Wet gewetensbezwaren militaire dienst, alsmede de op deze wetten gebaseerde uitvoeringsregelingen.

Burgemeester

Uitvoerend ambtenaar

 

15

Het uitvoeren van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, alsmede de op deze wet gebaseerde uitvoeringsregelingen.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

16

Het verstrekken van inlichtingen op verzoek om geslachtsnaamwijziging.

Burgemeester

Uitvoerend ambtenaar

 

17

Het verstrekken van inlichtingen en het afhandelen van verzoeken om naturalisatie.

Burgemeester

Uitvoerend ambtenaar

 

18

Het benoemen en ontslaan van gemeentelijke lijkschouwers.

College

Afdelingshoofd

 

19

Het aanwijzen van een éénmalige huwelijkslocatie

College

Uitvoerend ambtenaar

 

 

VI Publiekszaken/ vergunningverlening

 

Nr

Omschrijving bevoegdheid

Mandaterend bestuurs-orgaan

Bevoegde functionaris

Bijzondere bepalingen en nadere toelichting

1

Het verstrekken van individuele voorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

2

Het verlenen of intrekken van omgevingsvergunningen in de zin van artikel 2.1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

College

Uitvoerend ambtenaar

Het weigeren is niet gemandateerd.

Het mandaat geldt niet als er zienswijzen zijn ingediend.

Bij het intrekken moet gehandeld worden conform de “Beleidsregels intrekken bouw- en sloopvergunningen” d.d. 29-06-2010

3

Het wijzigen van het bestemmingsplan binnen bij dat plan bepaalde grenzen, in de zin van artikel 3.6, eerste lid, onder a Wro.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

4

Het toetsen van bouwactiviteiten aan de 'loketcriteria' (welstand).

College

Uitvoerend ambtenaar

 

5

Het niet-ontvankelijk verklaren van een aanvraag voor een omgevingsvergunning

College

Uitvoerend ambtenaar

 

6

Het verdagen van de beslissing op een omgevingsvergunning

College

Uitvoerend ambtenaar

 

7

Het aanhouden van een aanvraag om een omgevingsvergunning, in de zin van artikel 3.3 e.v Wabo.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

8

Het uitvoeren van de Subsidieverordening Zonneboilers.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

9

Het opleggen van nadere eisen en maatwerkvoorschriften aan een inrichting in de zin van artikel 8.42 Wet milieubeheer.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

10

Het behandelen van meldingen als bedoeld in de artikelen 27, lid 4 en 28, lid 5 van de Wet bodembescherming.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

11

Het verstrekken van advies als bedoeld in artikel 32, lid 1 van de Wet bodembescherming.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

12

Het toepassen van artikel 33 van de Wet bodembescherming.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

13

Het uitvoeren van artikel 41 van de Wet bodembescherming.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

14

Het uitvoeren van het Besluit Bodemkwaliteit

College

Uitvoerend ambtenaar

 

15

Het verlenen of weigeren van vergunningen en ontheffingen o.g.v. de APV, voorzover niet elders in dit overzicht is geregeld.

College

Burgemeester

Uitvoerend ambtenaar

Deze bevoegdheid omvat ook het verlenen van privaatrechtelijke toestemming voor het gebruik van gemeentelijk eigendom, voor zover deze toestemming samenhangt met de verleende vergunning of ontheffing. Het verlenen van privaatrechtelijke toestemming, zonder dat deze gekoppeld is aan een vergunning of ontheffing valt onder het Gemeentebedrijf.

16

Het verlenen of weigeren van een ontheffing o.g.v. de Zondagswet.

Burgemeester

Uitvoerend ambtenaar

 

17

Het verlenen van vrijstellingen en ontheffingen ingevolge de Winkeltijdenwet, het Winkeltijdenbesluit en de Winkeltijdenverordening.

College

Uitvoerend ambtenaar

Het weigeren is niet gemandateerd.

18

Het verlenen of weigeren van vergunningen en ontheffingen ingevolge de Drank -en Horecawet.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

19

Het aanvragen van inlichtingen uit registers van de Justitiële Documentatiedienst en uit de strafregisters ingevolge de Drank -en Horecawet.

Burgemeester

Uitvoerend ambtenaar

Er is een apart (persoonlijk) aanwijzingsbesluit nodig.

20

Het verlenen of weigeren van vergunningen ingevolge de Wet op de kansspelen.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

21

Het verlenen van vergunning voor tijdelijk verhuur van koopwoningen, in de zin van artikel 15 Leegstandwet.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

22

Het verlenen of weigeren van vergunningen o.g.v. de Wet op de dierenbescherming en het Honden -en Kattenbesluit.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

23

Het afgeven of weigeren van een gehandicaptenparkeerkaart ingevolge het Besluit Administratieve Bepalingen Wegverkeer (BABW).

College

Uitvoerend ambtenaar

Na het inwinnen van medisch advies.

24

Het toepassen van de hardheidsclausule (art. 21) van het Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Opsterland.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

 

VII Ontwikkeling

 

Nr

Omschrijving bevoegdheid

Mandaterend bestuurs-orgaan

Bevoegde functionaris

Bijzondere bepalingen en nadere toelichting

1.

Het uitvoeren van de Verordening leerlingenvervoer Opsterland.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

2.

Het uitvoeren van de Leerplichtwet, het Leerplichtbesluit 1995 en de RMC-functie.

College

Leerplicht ambtenaar

 

3.

Het aangaan en uitvoeren van een vervoersovereenkomst bewegingsonderwijs.

College

Afdelingshoofd

 

4.

Het toekennen van aanvragen om vergoeding voor herstel of vervanging i.v.m. schade aan gebouwen, onderwijsleerpakket, leer -en hulpmiddelen en meubilair bij scholen, ingeval van bijzondere omstandigheden, als bedoeld in artikel 2, onder e, van de Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Opsterland 2006.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

5.

Het geven van reacties van de gemeente op toegezonden jaarstukken.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

6.

Het opdracht geven tot inspecties in het kader van de Wet Kinderopvang

College

Uitvoerend ambtenaar

 

7.

De vaststelling van rechten en plichten van belanghebbenden in de zin van de Wwb, Ioaw, Ioaz en Bbz, en de daarvoor noodzakelijke beoordeling van de omstandigheden, alles overeenkomstig de Samenwerkingsovereenkomst Soziale Zaken gemeente Opsterland en gemeente Smallingerland

College

College Smallingerland

Op het gebied van Sociale zaken werken Smallingerland en Opsterland samen. De afspraken zijn vastgelegd in een Samenwerkingsovereenkomst. Bijlage 1 bij deze overeenkomst vermeldt bij de onderdelen 1 en 4 de overgedragen taken.

8.

Het uitvoeren van taken ingevolge de Wwb, Ioaw, Ioaz en Bbz, overeenkomstig de Samenwerkingsovereenkomst Soziale Zaken gemeente Opsterland en gemeente Smallingerland.

Hieronder wordt ook verstaan het verlenen van geldleningen en krediethypotheken in het kader van de Wwb.

College

Hoofd afdeling SoZa gemeente Smallingerland

M.i.v. 01-01-2003 is er sprake van een samenwerking tussen de gemeenten Smallingerland en Opsterland op het gebied van Sociale zaken. De afspraken tussen beide gemeenten zijn vastgelegd in een Samenwerkingsovereenkomst. . Bijlage 1 bij deze overeenkomst vermeldt bij de onderdelen 1 en 4 de overgedragen taken.

9.

Het instellen van privaatrechtelijke rechtsvorderingen tot verhaal o.g.v. het Besluit tot verhaal Wwb.

College

Hoofd afdeling SoZa gemeente Smallingerland

 

10.

Het nemen van besluiten tot het uitvoeren van reïntegratieprojecten of individuele trajectplannen in het kader van de WWB, Ioaw of Ioaz.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

11

Het voorbereiden en uitvoeren van reïntegratieprojecten of individuele trajectplannen in het kader van de WWB, Ioaz of Ioaw, alsmede het Het voorbereiden en uitvoeren van loonkostensubsidies

College

IWA Wurkimpuls BV

 

12

Het goedkeuren van loonkostensubsidies

College

Uitvoerend ambtenaar

 

13

Het uitvoeren van de Wet Inburgering (WI) en het beslissen op aanvragen i.h.k.v. de WI.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

14

Het uitvoeren van de Wet educatie beroepsonderwijs (WEB) en het beslissen op aanvragen i.h.k.v. de WEB.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

15

Het opstellen en ondertekenen van declaraties en verantwoordingen aan ministeries en andere overheidslichamen.

College

Hoofd afdeling SoZa gemeente Smallingerland

 

16.

Het doen van aangifte en/ of het verstrekken van informatie t.b.v. de Belastingdienst, Bedrijfsvereniging of het Ministerie (VROM, SoZaWe).

College

Hoofd afdeling SoZa gemeente Smallingerland

 

17

Het uitwerken van een bestemmingsplan, dan wel ten aanzien van in dat plan omschreven onderwerpen of onderdelen stellen van nadere eisen, als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder b resp. d Wro.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

18

Het uitvoeren van het Besluit beheer sociale huursector.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

19

Het voorbereiden van het overleg over ruimtelijke plannen als bedoeld in artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

20

Het doen uitgaan van brieven, e.d. t.b.v. inspraak en het overleg ingevolge artikel 10 Besluit op de ruimtelijke ordening.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

21

Het verzoeken om advies in het kader van artikel 6.1 WRO-procedures.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

22

Het onderhandelen over aan -en verkoop van onroerende zaken.

College

Uitvoerend ambtenaar

Binnen het kader van de taxatie of de door het College aangegeven grenzen.

23

Het opstellen van een verkoopplan voor de uitgifte van kavels w.o. die ten behoeve van individuele woningbouw en het opnemen daarin van uitgiftecriteria.

College

Uitvoerend ambtenaar

Binnen de kaders van het geldende grondbeleid en de kaveluitgifteprocedure.

24

Het op basis van het betreffende verkoopplan toekennen en uitgeven (verkopen) van kavels waaronder het verrichten van alle administratieve handelingen terzake, zoals uitgiftebeleid en de verkoopvoorwaarden.

College

Uitvoerend ambtenaar

Het toekennen en uitgeven van kavels dient overeenkomstig de in het verkoopplan opgenomen criteria te gebeuren en conform de vastgestelde kaveluitgifteprocedure.

25

Correspondentie inzake het opmaken van akten tot aan -en verkoop van onroerende zaken.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

26

Het toepassen van en corresponderen over sancties, zoals genoemd in de verkoopvoorwaarden.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

27

Het ontbinden van een verkoopovereenkomst van een bouwterrein, voor zover daarbij toepassing wordt gegeven aan een in die overeenkomst opgenomen ontbindende voorwaarde.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

28

Het verkopen van groenstroken.

College

Uitvoerend ambtenaar

Voor zover die verkoop past binnen het door de raad vastgestelde beleid.

Vóór de verkoop moet advies worden ingewonnen bij het Gemeentebedrijf.

29

Het vaststellen van de jaarlijkse pachtprijzen en het op grond daarvan aangaan van pachtovereenkomsten.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

30

Het aanbrengen van wijzigingen in de lijst van technische voorwaarden voor projectmatige bouw en Dubo+.

College

Uitvoerend ambtenaar

Het pakket van vaste en variabele maatregelen uit het nationaal pakket blijft hierbij het uitgangspunt.

31

Het aangaan van verzekeringen, inclusief mutaties en schademeldingen.

College

Uitvoerend ambtenaar

Bij verzekeringen met een premiebedrag van € 1.000 of meer per jaar dient overleg plaats te vinden met de desbetreffende (deel) budgethouder.

Hiertoe hoort niet het onderbrengen van polissen bij andere maatschappijen.

Er wordt een schaderegistratie bijgehouden.

Voor zover daarbij sprake is van inkoop of aanbesteding, worden de doelstellingen en bepalingen van de kadernota inkoop -en aanbestedingsbeleid, het besluit inkoop en aanbesteding en de begroting in acht genomen.

32.

Het uitvoeren van de Verordening VROM Starterslening.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

33

De bevoegdheid tot het elektronisch (digitaal) waarmerken en publiceren van ruimtelijke plannen conform art. 1.2.1 lid 1 en artikel 1.2.2 lid 2 van het Besluit ruimtelijke ordening en de “regeling standaarden ruimtelijke ordening”.

college

Uitvoerend ambtenaar

Deze bevoegdheid is op 1 februari 2010 door de raad aan het college gemandateerd, met de mogelijkheid tot ondermandatering.

34

Het verlenen van opties voor de verkoop van kavels op bedrijventerreinen

college

Uitvoerend ambtenaar

 

 

VIII Gemeentebedrijf

 

Nr

Omschrijving bevoegdheid

Mandaterend bestuurs-orgaan

Bevoegde functionaris

Bijzondere bepalingen en nadere toelichting

1

Het in gebruik geven en/ of verhuren van (ruimten in) gemeentelijke (dienst)gebouwen.

Zie ook Hoofdstuk XII over het vertegenwoordigen van de gemeente.

College

Afdelingshoofd;

Uitvoerend ambtenaar

Bij verhuurovereenkomsten dient juridische toetsing plaats te vinden door de afdeling Bedrijfsvoering.

2

Het aanpassen aan de jaarlijkse huurverhoging van de vergoedingsbedragen voor gebruik en verhuur van sportterreinen en ruimten in dienstgebouwen.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

3

Het geven van toestemming voor het tegen betaling oogsten van gras op gemeentegrond.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

4

Het verlenen of weigeren van vergunningen en het geven van toestemmingen voor het aanbrengen of hebben van een kabel, buis, put, installatie, e.d. in gemeentegrond.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

5

Het verlenen of weigeren van toestemming voor het aansluiten van een afvoerbuis op het gemeentelijk riool.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

6

Het verlenen of weigeren van privaatrechtelijke toestemming voor het tijdelijk gebruik van gemeentegrond.

College

Uitvoerend ambtenaar

Als deze toestemming gekoppeld is aan een vergunning/ontheffing o.g.v. de APV of het bestemmingsplan, wordt de toestemming behandeld door Publiekszaken.

7

Het nemen van instemmingbesluiten als bedoeld in artikel 5.2 van de Telecommunicatiewet (kabellegging).

College

Uitvoerend ambtenaar

 

8

Het verlenen van standplaatsvergunningen op kermissen en markten.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

9

Het toepassen van de artikelen 6 t/m 27 van de Marktverordening, voor zover niet anders geregeld in deze regeling.

College

Uitvoerend ambtenaar

Zie nr. 10 voor de uitzonderingen

10

Het toepassen van de volgende artikelen uit de Marktverordening:

Artikel 2 (met uitzondering van het eerste lid onder a)

Artikel 12 (verlenen dagplaatsvergunning)

Artikel 14 (verlenen standwerkervergunning)

Artikel 22, lid 3 (toestemming verlenen voor vervanging door ander)

Artikel 23, lid 2 (ontheffing i.g.v. ziekte e.d)

Artikel 26, lid 2 (ontheffing voor vroegtijdig verlaten markt)

Artikel 28 (bevel tot onmiddellijke verwijdering)

Artikel 30 (hardheidsclausule)

Alsmede het handhaven van de aan de vergunning verbonden voorschriften.

College

Marktmeester

 

11

Het nemen van (tijdelijke) verkeersbesluiten als bedoeld in artikel 15 en 18 Wegenverkeerswet (WVW) en overeenkomstig de voorschriften van de Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW), voorzover het verkeersbesluit moet worden genomen i.h.k.v. evenementen en festiviteiten.

College

Afdelingshoofd

 

12

Het treffen van tijdelijke verkeersmaatregelen en de plaatsing of verwijdering van verkeerstekens o.g.v. artikel 15, 16 en 17 van de Wegenverkeerswet (WVW), het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV) of het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW).

College

Uitvoerend ambtenaar

 

13

Het aangaan van contracten inzake lichtmastreclames.

College

Uitvoerend ambtenaar

Conform het vastgestelde beleid.

14

Het beschikbaar stellen van gelden voor de vervanging van materialen in gymnastieklokalen en sportvelden.

College

Uitvoerend ambtenaar

Voor zover het binnen de begroting valt.

15.

Het aanwijzen van ambtenaren voor de wachtdienst gladheidbestrijding (strooiers en strooileiders).

College

Clustercoördinator

 

16.

Het verlenen van ontheffing van de verplichting tot deelneming aan de wachtdienst gladheidbestrijding.

College

Afdelingshoofd

 

17.

Het vaststellen van dienstroosters voor de gladheidbestrijding.

College

Clustercoördinator

 

18.

Het nemen van een besluit met betrekking tot het verlagen of verhogen van de vergoeding voor de wachtdienst gladheidbestrijding.

College

Afdelingshoofd

 

19.

Het vaststellen van de werkinstructie voor strooileiders gladheidbestrijding.

College

Afdelingshoofd

 

20

Het aanwijzen van de periode waarbinnen éénmalig kosteloos van containervolume kan worden gewisseld.

College

Uitvoerend ambtenaar

Deze bevoegdheid vloeit voort uit artikel 1.4.1 van de tarieventabel van de Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Opsterland 2010.

De periode moet in nauw overleg met de OMRIN worden vastgesteld.

 

IX Bedrijfsvoering

 

Nr

Omschrijving bevoegdheid

Mandaterend bestuurs-orgaan

Bevoegde functionaris

Bijzondere bepalingen en nadere toelichting

1

Het in gebruik geven en verhuren van (ruimten in) gemeentelijke gebouwen bestemd voor de openbare dienst

College

Afdelingshoofd

Zie ook Hoofdstuk XII over het vertegenwoordigen van de gemeente.

2

Het aanpassen aan de jaarlijkse huurverhoging van de vergoedingsbedragen voor gebruik en verhuur van ruimten in het gemeentehuis.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

3

Het doen van aangiften inzake omzetbelastingen.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

4

Het opnemen en uitzetten van kasgeldleningen.

College

Uitvoerend ambtenaar

Overeenkomstig de bepalingen van het Financieringsstatuut.

5

Het tekenen van betalings -en inningsopdrachten.

College

Uitvoerend ambtenaar

Voor deze opdrachten zijn twee verschillende handtekeningen vereist.

Voor zowel de eerste, als de tweede handtekening zijn elk drie verschillende, met naam genoemde personen aangewezen.

6

Het aangaan van kort kredietarrangementen binnen het raamcontract.

College

Afdelingshoofd

Overeenkomstig de bepalingen van het Financieringsstatuut.

7

Het beleggen van overtollige middelen voor de langere termijn.

College

Afdelingshoofd

Overeenkomstig de bepalingen van het Financieringsstatuut.

8

De uitvoering van het saldo -en liquiditeitenbeheer

College

Afdelingshoofd

 

9

Het aanvragen van inlichtingen uit registers van de Justitiële Documentatiedienst en uit de strafregisters i.v.m. koninklijke onderscheidingen.

Burgemeester

Uitvoerend ambtenaar

Er is een apart (persoonlijk) aanwijzingsbesluit nodig.

10

Het aansprakelijk stellen van derden bij het toebrengen van letselschade aan medewerkers van de gemeente in de uitoefening van hun functie.

College

Burgemeester

Afdelingshoofd

 

11.

Het nemen van besluiten m.b.t. invordering van gemeentelijke belastingen, met uitzondering van het verlenen of weigeren van kwijtschelding.

invorderings-ambtenaar

Uitvoerend ambtenaar

Het invorderen van aanslagen gemeentelijke belastingen is geattribueerd aan de invorderingsambtenaar (artikel 255, lid 1 ju. 231, lid 2, sub c, Gemeentewet). Door het College is – voor zover het geen kwijtscheldingen betreft - het hoofd van de afdeling Bedrijfsvoering hiertoe aangewezen.

Het afschrijven / oninbaar verklaren van aanslagen gemeentelijke heffingen is niet gemandateerd.

12.

Het beslissen op bezwaarschriften tegen aanmaningen of dwangbevelen o.g.v. de Invorderingswet, de Kostenwet en het Wetboek van Rv. alsmede de executie van titels die o.g.v. de Algemene bijstandswet zijn verkregen.

invorderings-ambtenaar

Clustercoördinator financiën

Eventueel met ondersteuning van een juridisch medewerker.

13.

Het verlenen van uitstel van betaling van bestuursrechtelijke geldschulden (art. 4:94 Awb), Het verlenen van voorschotten (art. 4:95 Awb) , het intrekken of wijzigen van een voorschotbeschikking (art. 4:96 Awb) en het vaststellen van de rente bij bestuursrechtelijke geldschulden (art. 4:99 Awb)

College

Uitvoerend ambtenaar

 

14

Het vaststellen van de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom bij niet tijdig beslissen, als bedoeld in artikel 4:18 Awb.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

15

Het innen van de vergoedingen in het kader van artikel 5 van de Regeling elektrische en elektronische apparatuur.

college

Afvalsturing Friesland NV

 

 

X Brandweer

 

Nr

Omschrijving bevoegdheid

Mandaterend bestuurs-orgaan

Bevoegde functionaris

Bijzondere bepalingen en nadere toelichting

1

Het beheren en in gebruik geven van (ruimten in) dienstgebouwen van de brandweer.

Zie ook Hoofdstuk XII over het vertegenwoordigen van de gemeente.

College

Brandweer-commandant

Bij huurovereenkomsten dient juridische toetsing plaats te vinden door de afdeling Bedrijfsvoering.

2

Het aanpassen aan de jaarlijkse huurverhoging van de vergoedingsbedragen voor gebruik en verhuur van ruimten in de dienstgebouwen van de brandweer.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

3

Het beslissen aangaande benoeming, bevordering en ontslag van vrijwillig brandweerpersoneel met uitzondering van de bevelvoerders.

Opmerking:

Dit overeenkomstig de lijn bij Afdelingshoofden Zie bij III Algemeen / personeelsaangelegenheden punt 4.

College

Brandweer-commandant

Na overleg met de portefeuillehouder.

4

Het toekennen van gratificaties bij ambtsjubilea van vrijwillig brandweerpersoneel.

College

Brandweer-commandant

 

5

Het nemen van besluiten over de te volgen opleidingen door vrijwillig brandweerpersoneel.

College

Brandweer-commandant

Zie ook hoofdstuk I Algemeen, punt 3.

6

Het organiseren van cursussen voor vrijwillig brandweerpersoneel, met inbegrip van inschakeling van externe personen en instanties.

College

Brandweer-commandant

Zie ook hoofdstuk I Algemeen, punt 3.

7

Het nemen van besluiten in het kader van reisdeclaraties, vergoedingen en onkosten van vrijwillig brandweerpersoneel.

College

Brandweer-commandant

 

8

Het opleggen van een verbod om een rookkanaal te gebruiken, zo nodig gevolgd door het doen van een aanschrijving als bedoeld in artikel 14 Woningwet, nadat is geconstateerd dat het betreffende rookkanaal niet voldoet aan de bepalingen genoemd in NEN 6062.

College

Brandweer-commandant en OvD

 

9

Het opheffen van het verbod om een rookkanaal te gebruiken nadat is geconstateerd dat het rookkanaal voldoet aan de bepalingen genoemd in NEN 6062.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

10

Het verlenen of weigeren van een ontheffing op het verbod van open vuur en roken zoals bedoeld in artikel 4 van de Brandbeveiligingsverordening en paragraaf 2.1 van het Gebruiksbesluit.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

11

Het verlenen of weigeren van een gebruiksvergunning voor een bouwwerk zoals bedoeld in paragraaf 2.11 van het Gebruiksbesluit.

College

Brandweer-commandant

 

12

Het behandelen van gebruiksmeldingen als bedoeld in paragraaf 2.12 van het Gebruiksbesluit.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

13

Het verlenen of weigeren en intrekken van een vergunning voor het gebruik van een tijdelijk bouwwerk als bedoeld in de Brandbeveiligingsverordening, paragraaf 2.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

14

Het stellen van eisen om brand te voorkomen en het beperken van brandgevaar op grond van wettelijke bepalingen.

College

Uitvoerend ambtenaar OvD

 

15

Het geven van voorschriften over het voorkomen van brand en het beperken van de gevolgen van een brand in bossen, heidevelden en venen, zoals bedoeld in artikel 7 van de Brandbeveiligings-verordening.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

16

Het instellen en opheffen van een rookverbod in bossen en natuurgebieden als bedoeld in de artikel 2:18 van de APV.

College

Brandweer-commandant

 

17

Het verlenen of weigeren van toestemming om een automatische brandmeldinstallatie (die voldoet aan de NEN 2535) middels een directe verbinding te mogen aansluiten op de brandweeralarmcentrale.

College

Brandweer-commandant

Met inachtneming van de eisen die door de Brandweeralarmcentrale zijn gesteld.

18

Het beheer en de uitvoering van, alsmede het sluiten van overeenkomsten op grond van de Regeling vertraging in de doormelding van brandmeldinstallaties

College

Brandweer-commandant

 

19

Het beheer en de uitvoering van de Brancherichtlijn optische -en geluidssignalen brandweer en de Richtlijnen ongevallen personeel brandweer Opsterland.

College

Brandweer-commandant

 

 

XI Vertegenwoordiging

 

A) De privaatrechtelijke vertegenwoordiging

De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in en buiten rechte (artikel 171 van de Gemeentewet). Het gaat hier om de gevallen waarin de gemeente als (publiekrechtelijke) rechtspersoon (volgens het privaatrecht) aan het maatschappelijk verkeer deelneemt (privaatrechtelijke vertegenwoordiging). Deze vertegenwoordigingsbevoegdheid houdt geen beslissingsbevoegdheid terzake in, omdat dat in de hoofdstukken I t/m X is geregeld. De privaatrechtelijke vertegenwoordigingsbevoegdheid houdt wel de bevoegdheid in om namens het bevoegde orgaan documenten te ondertekenen.

 

Nr

Omschrijving bevoegdheid

Mandaterend bestuurs-orgaan

Bevoegde functionaris

Bijzondere bepalingen en nadere toelichting

1

Het vertegenwoordigen van de gemeente bij het passeren van (notariële) akten, die betrekking hebben op:

a. het verwerven, vervreemden of ruilen van onroerende zaken;

het vestigen van zakelijke rechten en het aangaan van overeenkomsten inzake huren, verhuren, verpachten of in gebruik geven van onroerend goed.

Burgemeester

Directie, Uitvoerend ambtenaar en/ of notarismedewerker

Naast het mandateren van de bevoegdheid is ook een persoonlijke machtiging noodzakelijk. Dit kan een incidentele of een doorlopende machtiging zijn. Dat laatste natuurlijk voor medewerkers die frequent in rechte optreden.

2

Aanbesteding werken:

Het vertegenwoordigen van de gemeente bij schriftelijke overeenkomsten onder bezwarende titel tussen een aanbestedende afdeling en een aannemer voor:

a. de uitvoering van een werk;

b. het geheel van ontwerp en uitvoering van een werk of

c. het laten uitvoeren van een werk met welke middelen dan ook, waarbij de aanbestedende dienst de eisen waaraan het werk moet voldoen, vaststelt.

Burgemeester

Directie;

Afdelingshoofd

 

3

Aanbesteding levering:

Het vertegenwoordigen van de gemeente bij schriftelijke overeenkomsten onder bezwarende titel tussen een (aanbestedende) afdeling of de brandweer en een leverancier voor de:

a. aankoop;

b. leasing;

c. huur of huurkoop (met of zonder koopoptie) van roerende zaken.

Burgemeester

Directie;

Afdelingshoofd;

Brandweer-commandant

 

4

Aanbesteding diensten:

Het vertegenwoordigen van de gemeente bij schriftelijke overeenkomsten onder bezwarende titel tussen een aanbestedende afdeling of de brandweer en een dienstverlener.

Burgemeester

Directie;

Afdelingshoofd;

Brandweer-commandant

 

5

Het vertegenwoordigen van de gemeente bij overeenkomsten tot (ver)koop en leveringen aan derden.

Burgemeester

Directie;

Afdelingshoofd;

Brandweer-commandant

 

6

Het vertegenwoordigen van de gemeente bij (ver)huurovereenkomsten m.b.t. (ruimten in) dienstgebouwen.

Burgemeester

Directie;

Afdelingshoofden Bedrijfsvoering,

Gemeentebedrijf; Brandweer-commandant

Juridische toetsing van verhuurovereenkomsten dient plaats te vinden door de afdeling Bedrijfsvoering.

7

Het vertegenwoordigen van de gemeente bij het ondertekenen van arbeidsovereenkomsten naar burgerlijk recht.

Burgemeester

Directie;

Afdelingshoofd

 

8

Het vertegenwoordigen van de gemeente bij rechtsgedingen in alle instanties inzake privaatrechtelijke geschillen w.o. aansprakelijkheidsstellingen naar burgerlijk recht en arbeidsrechtelijke geschillen.

Burgemeester

Directie;

Afdelingshoofd;

Uitvoerend ambtenaar

De mandataris kan zich in de uitoefening van de vertegenwoordiging laten bijstaan of zelf weer laten vertegenwoordigen door een externe deskundige.

9

Het vertegenwoordigen van de gemeente bij het verlijden van akten, houdende het garanderen van rente, akten van cessie, aflossing en hoofdsom van leningen, betreffende vestigen van krediethypotheken en verklaringen omtrent doorhaling van inschrijvingen in de hypothecaire registers.

Burgemeester

Directie;

Afdelingshoofd;

Uitvoerend ambtenaar

Tenzij bij specifieke volmacht elders geregeld.

10

Het vertegenwoordigen van de gemeente in rechtsgedingen m.b.t. overeenkomsten, contracten, geleverde producten en/of diensten en de betaling daarvan (in -en verkoop).

Burgemeester

Directie;

Afdelingshoofd;

Uitvoerend ambtenaar

Eventueel met ondersteuning van een juridisch medewerker.

11

Het vertegenwoordigen van de gemeente bij zittingen van de Kantonrechter.

Burgemeester

Directie;

Afdelingshoofd;

Uitvoerend ambtenaar

Hieronder vallen ook door derden tegen de gemeente aangespannen rechtsgedingen m.b.t. leveringen door de gemeente.

12

Het vertegenwoordigen van de gemeente in rechtsgedingen m.b.t de vaststelling van verhaal t.g.v. de Wwb, Iaow, Ioaz en Bbz.

Burgemeester

Afdelingshoofd Sociale Zaken Smallingerland

Naast het mandateren van de bevoegdheid is ook een persoonlijke machtiging noodzakelijk.

13

Het in ontvangst nemen, openen en voor ontvangst ondertekenen van deurwaardersexploiten, aangetekende stukken en pakketten, poststukken, postwissels en cheques (m.u.v. girobetaalkaarten).

Burgemeester

Afdelingshoofd, receptionistes en bodes

 

14

Het doen van aangifte van strafbare feiten

Burgemeester

Directie;

Afdelingshoofd;

Uitvoerend ambtenaar

 

 

B) De bestuursrechtelijke vertegenwoordiging

Bovendien kunnen bestuursorganen (raad, college of burgemeester) zich laten vertegenwoordigen in bestuursrechtelijke procedures (de bestuursrechtelijke vertegenwoordiging). Op grond van artikel 160, eerste lid, onder f Gemeentewet is het college bevoegd om te besluiten om namens de gemeente of het gemeentebestuur rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratieve beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten. De vertegenwoordiging (als eisende partij, dan wel verwerende partij) bij een te voeren rechtsgeding wordt in dit hoofdstuk geregeld.

 

Nr

Omschrijving bevoegdheid

Mandaterend bestuurs-orgaan

Bevoegde functionaris

Bijzondere bepalingen en nadere toelichting

1.

Het vertegenwoordigen van een bestuursorgaan op hoorzittingen ex artikel 3:15 Algemene wet bestuursrecht.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

2.

Het vertegenwoordigen van het betreffende bestuursorgaan (raad, college of burgemeester) bij hoorzittingen van de Bezwarencommissie.

College;

Burgemeester

Afdelingshoofd;

Uitvoerend ambtenaar

Ten aanzien van de vertegenwoordiging bij besluiten van het college inzake de Abw e.d. is de vertegenwoordiging gemandateerd aan het afd. hoofd SoZa van Smallingerland (zie ook onderdeel VII, nr. 15). De afhandeling van de bezwaarschriften dient plaats te vinden overeenkomstig de daartoe overeengekomen ‘Routing’.

3.

Het vertegenwoordigen van het betreffende bestuursorgaan (raad, college of burgemeester) bij zittingen in publiekrechtelijke procedures, voor zover dit niet anders geregeld is.

College,

Burgemeester

Afdelingshoofd;

Uitvoerend ambtenaar

Naast het mandateren van de bevoegdheid is ook een persoonlijke machtiging noodzakelijk. Dit kan een incidentele of een doorlopende machtiging zijn. De laatste natuurlijk voor medewerkers die frequent in rechte optreden.

4.

Het vertegenwoordigen van de heffingsambtenaar bij de Belastingkamer van het Gerechtshof en de Rechtbank in procedures betreffende belastingzaken.

Heffings-ambtenaar

Uitvoerend ambtenaar

 

5.

Het vertegenwoordigen van de gemeente tijdens hoorzittingen van Gedeputeerde Staten in het kader van de behandeling van ingekomen bezwaren tegen afgegeven verklaringen van geen bezwaar als bedoeld in artikel 50, lid 5 van de Woningwet en artikel 19 en 19a van de Wet Ruimtelijke Ordening.

College

Uitvoerend ambtenaar

 

 

 

Bijlage

 

Handreiking politieke gevoeligheid in relatie tot de uitvoering van het mandaatregeling

 

 

Vooraf

In artikel 6, letter c van de Mandaatregeling wordt gesteld dat wanneer redelijkerwijs aangenomen mag worden dat de afdoening (grote) politieke consequenties met zich mee zal brengen, dan wel precedentwerking zal oproepen, er geen sprake is van een gemandateerde bevoegdheid. Met andere woorden: bij politiekgevoelige zaken geen mandaat. Maar wat zijn politiekgevoelige zaken? Wat de één politiek gevoelig vindt, ziet de ander als een normale, technische uitvoeringskwestie. Om de voorspelbaarheid van ons handelen te vergroten en om ons zelf handvaten te geven om die politieke gevoeligheid te benoemen, is het raadzaam om enkele uitgangspunten of indicatoren op te stellen. In deze handreiking worden deze nader uitgewerkt. De handreiking heeft enkel een interne functie en kan dan ook niet worden ingeroepen als er (achteraf) sprake is van een op basis van deze handreiking onbevoegd genomen besluit. De handreiking voorziet slechts in algemene richtlijnen. Per concreet geval zal een afweging of inschatting moeten worden gemaakt.

 

Politiekgevoelige zaken hebben de volgende eigenschappen:

Ten opzichte van het College:

  • -

    Het onderwerp staat op gespannen voet met de intentie of letterlijke tekst van het Collegeprogramma;

  • -

    Het onderwerp is onlangs in het College besproken en heeft geleid tot politiek-strategische afspraken of samenhangende besluiten;

  • -

    Het onderwerp leidt tot belangentegenstelling tussen de portefeuillehouders of botst met de beleidsbeginselen van andere portefeuillehouders;

  • -

    Het onderwerp ondervindt in de organisatie verschillende of tegenstrijdige benaderingen en interpretaties, waardoor een eenduidig standpunt in het College wordt bemoeilijkt.

    Ten opzichte van de Raad:

  • -

    Het onderwerp heeft geleid tot vragen in een raadsvergadering of een commissievergadering;

  • -

    Het onderwerp heeft onlangs geleid tot (polariserende) politieke standpunten tussen de raad en een of meerdere Collegeleden;

  • -

    Buiten de vergaderingen om leidt het onderwerp tot vragen en onderzoek door fracties of individuele raadsleden.

    Ten opzichte van de media:

  • -

    Het onderwerp wordt of is onlangs besproken in de regionale of landelijke pers als uiting van maatschappelijke onrust;

  • -

    Het onderwerp heeft onlangs geleid tot persvragen aan of interviews met bestuurders, raadsleden of andere politici.

    Ten opzichte van de samenleving:

  • -

    Het onderwerp leidt of heeft geleid tot maatschappelijke acties (wijk -of buurtverenigingen of breder) in de vorm van protesten, handtekeningenacties, betogingen etc.;

  • -

    Het onderwerp heeft geleid tot kritische vragen of andersoortige reacties van (plaatselijke belangen)organisaties, die op sympathie kunnen rekenen van burgers.

    Ten opzichte van hogere overheden:

  • -

    Het onderwerp staat op gespannen voet met regelgeving en beleidsintenties van provincie of rijksoverheid;

  • -

    Het onderwerp heeft relaties met goedkeuringsbesluiten afkomstig van hogere overheden, en tevens zijn m.b.t. het onderwerp recentelijk bestuurlijke of politieke implicaties aan de orde geweest;

  • -

    Het onderwerp staat ter discussie vanwege een veranderde zienswijze op het gebied van beleid of (al dan niet in voorbereiding zijnde) wijzigingen van regelgeving, wetten, jurisprudentie, en dergelijke.

     

    Onder “onderwerp” wordt begrepen: elk incidenteel geval of serie gevallen die in de Mandaatregeling genoemd en als zodanig gemandateerd zijn.