Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Kampen

Verordening Programmaraad Castel Zuid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKampen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Programmaraad Castel Zuid
CiteertitelVerordening Programmaraad CasTel Zuid
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Mediawet
  2. Wet op de Telecommunicatievoorzieningen
  3. Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-10-2002art. 1, 2 en 3

24-10-2002

Gemeenteblad, 2002, 55

Onbekend
01-10-199826-10-2002nieuwe regeling

24-09-1998

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Programmaraad Castel Zuid

De raad van de gemeente Kampen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 juli 1998, nummer

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de Mediawet, alsmede de Wet op de telecommunicatievoorzieningen;

besluit:

vast te stellen de volgende Verordening Programmaraad Castel Zuid.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de gemeenteraad: de gezamenlijke gemeenteraden van de gemeenten in het machtigingsgebied van nv Castel in het verzorgingsgebied regio Zuid;

  • b.

    verzorgingsgebied regio Zuid: het gebied omvattende de gemeenten Noordoostpolder en Urk in de provincie Flevoland, de gemeenten Bathmen, Dalfsen, Deventer, Hardenberg (met uitzondering van het grondgebied van de voormalige gemeente Gramsbergen), Kampen, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland en Zwolle in de provincie Overijssel, alsmede de gemeenten De Wolden, Hoogeveen, Meppel en Westerveld en een gedeelte van het grondgebied van de gemeente Coevorden in de provincie Drenthe;

  • c.

    abonnee: de natuurlijke of rechtspersoon op wiens verzoek door de directie een overeenkomst is aangegaan tot levering van signalen via de CAI;

  • d.

    basispakket: het pakket bestaande uit 15 televisie- en 25 radioprogramma’s als bedoeld in artikel 82k van de Mediawet;

  • e.

    CAI: het geheel van de ontvangstinrichting, het kabelnet, de aansluitingen en alle daarmee verband houdende apparatuur en overige toebehoren van de machtigingshouder, welke in het machtigingsgebied eigendom zijn van nv CasTel, waarmee de signalen kunnen worden ontvangen en doorgegeven aan abonees;

  • f.

    directie: de directie van de naamloze vennootschap CasTel, gevestigd te Groningen;

  • g.

    machtigingshouder: degene op wiens naam de CAI-machtiging is gesteld;

  • h.

    machtigingsgebied: het totale gebied binnen het verzorgingsgebied regio Zuid van nv CasTel, waarvoor een machtiging is of machtigingen zijn verleend als bedoeld in de artikelen 21 en 22 van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen.

Artikel 2. Instelling programmaraad

Er is een programmaraad genaamd Programmaraad CasTel Zuid.

Artikel 3. Taak programmaraad

De programmaraad heeft tot taak het adviseren van de directie inzake de samenstelling van het basispakket.

Artikel 4. Samenstelling en benoeming leden programmaraad

  • 1.

    De programmaraad bestaat uit vijftien leden.

  • 2.

    De leden worden benoemd door de gemeenteraad op voordracht van het bestuur van de afdeling Overijssel van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en van de Vereniging van Drentse Gemeenten.

  • 3.

    De programmaraad wijst uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 4.

    Tot lid van de programmaraad is uitsluitend benoembaar, diegene die voldoet aan de navolgende vereisten:

    • a.

      de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt;

    • b.

      woonachtig is in het verzorgingsgebied regio Zuid;

    • c.

      abonnee is of behoort tot het huishouden van een abonnee in het verzorgingsgebied regio Zuid;

    • d.

      diegene, die geen lid is van een gemeenteraad.

Artikel 5. Zittingsperiode

  • 1.

    De zittingsperiode van de leden is gelijk aan de zittingsperiode van de gemeenteraad, voor het eerst de zittingsperiode van de gemeenteraad van 1998 – 2002.

  • 2.

    Na die periode benoemt de gemeenteraad een nieuwe programmaraad, waarbij de leden van de oude raad voor herbenoeming in aanmerking komen.

  • 3.

    Bij een tussentijdse vacature eindigt de zittingsperiode van het lid, dat in die vacature is benoemd tegelijk met de algemene zittingsperiode van het lid, dat in die vacature is benoemd tegelijk met de algemene zittingsperiode als bedoeld onder lid 1.

  • 4.

    De werving, selectie en benoeming van de nieuwe leden van de programmaraad vindt plaats overeenkomstig de handelwijze omschreven in artikel 7.

Artikel 6. Einde lidmaatschap

Het lidmaatschap van de programmaraad eindigt buiten het geval van afloop van de zittingsperiode door:

  • a.

    overlijden van het lid;

  • b.

    opzegging van het lidmaatschap door het lid;

  • c.

    het niet meer woonachtig zijn in het verzorgingsgebied regio Zuid;

  • d.

    het opzeggen van het abonnement op de CAI door het lid dan wel het niet meer behoren tot een huishouden als bedoeld in artikel 4, lid 4, sub c;

  • e.

    het aanvaarden van een benoeming als lid van een gemeenteraad.

Artikel 7. Vervulling vacatures

  • 1.

    De voorzitter van de programmaraad doet melding van een vacature aan de directie.

  • 2.

    Het bestuur van de afdeling Overijssel van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten brengt ter vervulling in de vacature een gemotiveerde voordracht uit aan de gemeenteraad.

  • 3.

    De vervulling van de vacature vindt in beginsel uiterlijk binnen twaalf weken na het ontstaan daarvan plaats.

Artikel 8. Verboden handelen

De leden van de programmaraad mogen middellijk noch onmiddellijk deelnemen aan leveringen, verrichten van diensten, betalingen – met uitzondering van het betalen van abonnementsgelden – of aannemingen ten behoeve van de CAI in het machtigingsgebied.

Artikel 9. Financiële bepalingen voor het functioneren van de programmaraad

De volgende kosten komen voor rekening van de directie:

  • a.

    de kosten van de vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen door de leden als bedoeld in artikel 9;

  • b.

    de kosten voortvloeiende uit het door de directie ter beschikking stellen van een secretaris;

  • c.

    de kosten verbonden aan het ter beschikking stellen door de directie van vergaderruimte;

  • d.

    de overige vergaderkosten, te weten die welke voortvloeiende uit het vermenigvuldigen en verzenden van de vergaderstukken aan de leden alsmede de kosten verbonden aan de aankondiging van de vergaderingen in de pers.

     

Bepalingen omtrent vergaderingen

Artikel 10. Orde der vergadering

De voorzitter is belast met de orde der vergadering.

Artikel 11. Vergaderfrequentie

  • 1.

    De programmaraad vergadert ten minste eenmaal per jaar en maximaal driemaal per jaar.

  • 2.

    Vergaderingen worden voorts gehouden;

    • a.

      op verzoek van de directie;

    • b.

      wanneer de voorzitter dat nodig oordeelt;

    • c.

      wanneer dit door minimaal twee leden aan de voorzitter schriftelijk en onder opgaaf van redenen wordt verzocht.

  • 3.

    Vergaderingen als bedoeld in lid 2 worden binnen twee weken na het ontstaan van deze omstandigheid uitgeschreven.

Artikel 12. Openbaarheid

De vergaderingen van de programmaraad zijn openbaar, tenzij de bepalingen omtrent een besloten vergaderingen van toepassing zijn.

Artikel 13. Vergaderquorum en besluitvorming

  • 1.

    De programmaraad mag niet beraadslagen en besluiten omtrent een uit te brengen advies indien niet ten minste acht leden aanwezig zijn.

  • 2.

    Besluiten omtrent een uit te brengen advies worden opgenomen bij meerderheid van stemmen. Bij staken van de stemmen beslist de voorzitter.

  • 3.

    Adviezen worden schriftelijk gegeven en bevatten het standpunt van de meerderheid bedoeld in het vorige lid.

  • 4.

    Indien de minderheid dat verlangt, wordt haar standpunt ook in het advies vermeld.

  • 5.

    Indien het vereiste aantal leden niet aanwezig is, kan de voorzitter een nieuwe vergadering beleggen, echter niet eerder dan twee dagen na de vergadering waarvoor het quorum niet aanwezig was.

  • 6.

    In die tweede vergadering geldt niet het bepaalde in lid 1, voorzover het agendapunten betreft, die voor de eerste vergadering waren geagendeerd.

  • 7.

    Besluitvorming kan in spoedeisende gevallen, ter beoordeling van de voorzitter, ook buiten vergadering geschieden, mits de meerderheid van de leden schriftelijk heeft verklaard met het voorstel in te stemmen.

Artikel 14. Oproeping, agendering, verslaglegging en communicatie

  • 1.

    De oproeping voor de vergadering geschiedt door of namens de voorzitter onder opgave van de te behandelen onderwerpen.

  • 2.

    De termijn van oproeping bedraagt ten minste tien dagen.

  • 3.

    Indien naar het oordeel van de voorzitter of de directie sprake is van een spoedeisende zaak kan van deze termijn worden afgeweken.

  • 4.

    In de vergadering worden geen zaken behandeld, welke niet in de oproeping zijn vermeld. Deze bepaling is niet van toepassing bij spoedeisende zaken en naar het oordeel van de programmaraad, zaken van eenvoudige aard.

  • 5.

    De secretaris draagt zorg voor de openbare kennisgeving van datum, tijdstip en plaats van de vergadering alsmede de te behandelen onderwerpen door middel van lokale en/of regionale media.

  • 6.

    De secretaris draagt teven zorg voor het tegen kostprijs aan iedere belangstellende beschikbaar stellen van de agenda met bijbehorende stukken.

  • 7.

    De secretaris draagt zorg voor een zakelijke verslaglegging van de vergadering. Dit verslag wordt in een volgende vergadering ter goedkeuring en vaststelling aangeboden.

  • 8.

    De secretaris draagt zorg voor de toezending van de adviezen aan de directie.

  • 9.

    De secretaris, dan wel diegene die door hem daartoe is aangewezen, draagt zorg voor het zo spoedig mogelijk na de vergadering opstellen en verzenden van een persbericht alsmede het actief verstrekken van informatie aan de media en andere derden, waarin mededeling wordt gedaan van de uitgebrachte adviezen, alsmede de overwegingen die tot dat advies hebben geleid.

Artikel 15. Bijwonen vergaderingen door de directie

  • 1.

    Het lid van de directie, dat in het bijzonder verantwoordelijk is voor de samenstelling van het basispakket woont de vergaderingen van de programmaraad bij en heeft daarin een adviserende stem.

  • 2.

    Hij kan zich laten vervangen of laten ondersteunen door een ander lid van de directie dan wel een door de directie aangewezen vervanger.

Artikel 16. Spreekrecht toehoorders

  • 1.

    De voorzitter stelt toehoorders die daartoe uiterlijk bij de aanvang van de vergadering wens te kennen hebben gegeven direct na de aanvang van de vergadering dan wel direct voorafgaand aan de behandeling van het desbetreffende onderwerp in de gelegenheid het woord te voeren.

  • 2.

    De voorzitter bepaalt in overleg met de programmaraad de voor de toehoorders totaal beschikbare spreektijd, de volgorde van de sprekers en de per spreker maximaal toegestane spreektijd.

Artikel 17. Besloten vergadering

  • 1.

    De deuren worden gesloten indien de voorzitter het nodig oordeelt of ten minste twee van de aanwezige leden daarom verzoeken.

  • 2.

    De programmaraad beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 3.

    Van een vergadering met gesloten deuren wordt een afzonderlijk verslag gemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt, tenzij de programmaraad anders beslist.

  • 4.

    In een besloten vergadering kan niet worden besloten over het uitbrengen van een advies omtrent het basispakket.

Artikel 18. Geheimhouding

  • 1.

    De programmaraad kan in een besloten vergadering, op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen.

  • 2.

    Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de programmaraad haar opheft.

  • 3.

    Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de voorzitter van de programmaraad, al of niet op verzoek van de directie, ten aanzien van stukken die hij aan de programmaraad overlegt. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat de voorzitter haar opheft.

Artikel 19. Vergoeding bijwonen vergaderingen

  • 1.

    De leden van de programmaraad ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen van de raad een presentiegeld.

  • 2.

    De hoogte van dit presentiegeld komt overeen met de vergoeding, die leden van provinciale commissies, niet zijnde statenleden, in Overijssel ontvangen.

  • 3.

    De vergoeding wordt geïndexeerd overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 2 en 13 van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden en jaarlijks door het Ministerie van Binnenlandse Zaken gepubliceerd.

Artikel 20. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Programmaraad CasTel Zuid.

  • 2.

    Zij treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van haar bekendmaking.

     

Vastgesteld door de raad van de gemeente Kampen op 24 september 1998

de secretaris, de burgemeester,

mr. O. Pol H.C. Kleemans