Organisatie | Capelle aan den IJssel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Afstemmingsverordening IOAW en IOAZ |
Citeertitel | Afstemmingsverordening IOAW en IOAZ Capelle aan den IJssel 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
1.Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-06-2011 | 19-07-2013 | nieuwe regeling | 27-06-2011 IJssel-en Lekstereek van 29-06-2011 | Raadsvoorstel 208242 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Het toepassen van een verlaging
Bij het toepassen van een verlaging, wordt deze verordening in acht genomen, met dien verstande dat een sanctie voor wat betreft de hoogte en duur te allen tijde wordt afgestemd op de ernst van de gedraging, de mate waarin de belanghebbende de gedraging kan worden verweten en de omstandigheden waarin hij verkeert.
Een sanctie wordt toegepast op de grondslag.
Artikel 5Het besluit tot het opleggen van een sanctie
In het besluit tot het opleggen van een sanctie worden in ieder geval vermeld: de reden, de duur, het percentage waarmee de grondslag wordt verlaagd of geweigerd en, indien van toepassing, de reden om af te wijken van een standaardsanctie.
Voor de toepassing van het tweede lid, onderdeel c, wordt met het niet binnen de gestelde termijn verstrekken van inlichtingen gelijkgesteld, het geen gevolg geven aan een oproep voor een onderzoek dat in het kader van de IOAW en de IOAZ noodzakelijk geacht kan worden, waaronder begrepen de medewerking aan een huisbezoek.
Ingangsdatum en tijdsvak sanctie
Indien het recht op uitkering werd opgeschort in verband met nader onderzoek wegens schending van de inlichtingenplicht zoals bedoeld in hoofdstuk 4 van deze verordening, kan, bij voortzetting van de uitkering, in afwijking van het eerste lid, de sanctie vanaf de datum van opschorting worden opgelegd.
Eéndaadse en meerdaadse samenloop
1.Indien een belanghebbende door één gedraging zich schuldig maakt aan schending van meerdere verplichtingen die elk op zich tot een sanctie op grond van deze verordening dienen te leiden, wordt voor het bepalen van de hoogte en de duur van de sanctie uitgegaan van de gedraging waarop de zwaarste sanctie is gesteld. Indien een belanghebbende zich tegelijkertijd schuldig maakt aan verschillende gedragingen die elk op zich tot het opleggen van een sanctie dienen te leiden, wordt de hoogte en de duur van de op te leggen sanctie bepaald met inachtneming van artikel 2, tweede lid, en artikel 3, tweede lid.
Hoofdstuk 2 Niet of onvoldoende nakomen van verplichtingen tot arbeidsinschakeling
Artikel 10Indeling in categorieën
Gedragingen van belanghebbenden waardoor de verplichting op grond van artikel 37 van de IOAW en IOAZ, anders dan de verplichting, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onderdeel a en c IOAW/IOAZ, niet of onvoldoende zijn nagekomen, worden onderscheiden in de volgende categorieën:
Hoogte en duur van de verlaging
De duur van de verlaging als bedoeld in het eerste lid wordt verdubbeld, indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij de verlaging is opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging als genoemd in artikel 10. Met een besluit waarmee een verlaging is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van dringende redenen, bedoeld in artikel 7, lid 3.
Indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij toepassing is gegeven aan het tweede lid, wederom schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging als genoemd in artikel 10, wordt een sanctie opgelegd waarbij de hoogte en duur nader wordt bepaald met in achtneming van artikel 2, tweede lid, en artikel 8, lid 5.
Hoofdstuk 3 Het door eigen toedoen verliezen van algemeen geaccepteerde arbeid,
alsmede het nalaten algemeen geaccepteerde arbeid te aanvaarden
Artikel 12Tijdelijke weigering van de uitkering
De duur van de weigering als bedoeld in het eerste en tweede lid wordt verdubbeld, indien de belanghebbende zich binnen vierentwintig maanden na bekendmaking van een besluit waarbij de uitkering op grond van dit artikel geweigerd is, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging als bedoeld in dat artikel en van dezelfde of een hogere zwaarte.
Indien de belanghebbende, op wie het tweede lid van toepassing is, zich binnen vierentwintig maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een uitkering op grond van dit artikel geweigerd is, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging als bedoeld in dit artikel en van dezelfde of een hogere zwaarte, wordt de omvang van de weigering individueel bepaald, rekening houdend met alle van belang zijnde omstandigheden.
Hoofdstuk 4 Niet nakomen van de inlichtingenplicht
Artikel 13Indeling in categorieën
Gedragingen van belanghebbenden waardoor de verplichting op grond van artikel 13, lid 1 van de IOAW of de IOAZ of het niet nakomen van de verplichting op grond van artikel 30c, tweede en derde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen zijn onderverdeeld in de volgende categorieën.
De hoogte en de duur van de verlaging
1.Onverminderd het bepaalde in artikel 2, tweede lid, bedragen de verlagingen genoemd in artikel 13 als volgt:
De duur van de verlaging als bedoeld in het eerste lid wordt verdubbeld, indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij de verlaging wordt opgelegd opnieuw schuldig maakt aan dezelfde als verwijtbaar aan te merken gedraging. Met een besluit waarmee een verlaging is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van dringende redenen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, sub d.
Indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij toepassing is gegeven aan het tweede lid, wederom schuldig maakt aan dezelfde als verwijtbaar aan te merken gedraging, wordt een verlaging opgelegd, waarbij de hoogte en de duur nader wordt bepaald met inachtneming van artikel 2, tweede lid.
De verlaging wegens schending van de inlichtingenplicht wordt niet opgelegd zolang de gedraging wordt onderzocht door het openbaar ministerie en blijft definitief achterwege indien ter zake een strafvervolging is ingesteld en het onderzoek ter terechtzitting een aanvang heeft genomen dan wel het recht tot strafvervolging is vervallen ingevolge artikel 74 van het Wetboek van Strafrecht.
Hoofdstuk 5 Overige gedragingen die leiden tot een verlaging
Artikel 16Het zich jegens het college zeer ernstig misdragen
Indien een belanghebbende zich zeer ernstig misdraagt tegenover het college of zijn ambtenaren, onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de IOAW/IOAZ en onverminderd het bepaalde in artikel 2, tweede lid, wordt een verlaging opgelegd van vijftig procent van de uitkering gedurende één maand.
Hoofdstuk 6 Slot- en overgangsbepalingen
Gedragingen die plaatsvinden na inwerkingtreding van deze verordening worden uitsluitend met inachtneming van deze verordening beoordeeld. Gedragingen die plaatsvinden voor inwerkingtreding van deze verordening worden uitsluitend met inachtneming van deze verordening opgelegd als de verordening gunstiger is. Zo niet, dan is voor zover mogelijk de ‘oude regeling’ van toepassing.
Deze verordening kan worden aangehaald als: Afstemmingsverordening IOAW en IOAZ Capelle aan den IJssel 2011.
Deze verordening treedt in werking de dag na de bekendmaking zoals bedoeld in artikel 139 van de Gemeentewet.