Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Roosendaal

Verordening cliëntenparticipatie sociale werkvoorziening Roosendaal

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRoosendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening cliëntenparticipatie sociale werkvoorziening Roosendaal
CiteertitelVerordening cliëntenparticipatie Wsw 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet sociale werkvoorziening , art. 2, lid 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-07-200803-07-2008nieuwe regeling

03-07-2008

Gemeenteblad 2008/37, Roosendaalse Bode 20-07-2008

2008-52

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie sociale werkvoorziening Roosendaal

De raad van de gemeente Roosendaal;

Gezien het voorstel van het college van 20 mei.2008;

Gelet op artikel 2, derde lid, Wet sociale werkvoorziening,

Overwegende dat de raad bij verordening nadere regels dient vast te stellen voor de wijze waarop de ingezetenen die geïndiceerd zijn of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet:

Besluit

De verordening cliëntenparticipatie sociale werkvoorziening Roosendaal vast te stellen:

Verordening cliëntenparticipatie sociale werkvoorziening

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder

  • a.

    De wet: de Wet sociale werkvoorziening;

  • b.

    De gemeenten: de gemeenten Bergen op Zoom, Etten-Leur, Halderberge, Moerdijk, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Woensdrecht en Zundert;

  • c.

    De colleges: de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten;

  • d.

    Cliënten: personen die een dienstbetrekking bij WVS-groep vervullen als bedoeld in artikel 2, eerste lid van de wet alsmede personen met een indicatiestelling als bedoeld in artikel 11, eerste lid Wsw, alsmede hun wettelijk vertegenwoordiger;

  • e.

    Cliëntenraad: de Cliëntenraad sociale werkvoorziening;

  • f.

    belangenorganisaties: organisaties die de belangen van cliënten of mede de belangen van cliënten behartigen;

  • g.

    Klachtenrapportage: samenvatting van het aantal en de inhoud van klachten en de resultaten van de klachtenbehandeling;

  • h.

    Resultaten bezwarenprocedures: Samenvatting van het aantal en de inhoud van bezwaren en de uitkomsten van de procedures;

  • i.

    Selectiecommissie: commissie bestaande uit maximaal vijf personen die een voordracht opstellen van personen die zich na een openbare oproep kandidaat hebben gesteld als lid van de Cliëntenraad. Deze commissie bestaat de eerste keer uit ambtenaren van de betrokken gemeenten en zal daarna bestaan uit leden van de Cliëntenraad;

  • j.

    Ambtelijk secretaris: door de gemeenten aangewezen functionaris.

Artikel 2 Cliëntenraad sociale werkvoorziening

  • 1.

    De gemeenten stellen een gezamenlijke Cliëntenraad sociale werkvoorzieningWVS-groep in.

  • 2.

    Het portefeuillehouderoverleg Wsw fungeert als vast aanspreekpunt voor de cliëntenraad.

Artikel 3 Doelstelling Cliëntenraad sociale werkvoorziening

De Cliëntenraad heeft tot taak om desgevraagd of uit eigen beweging de colleges te adviseren over alle aangelegenheden van beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering die betrekking hebben op het terrein van de wet en van invloed zijn op de positie van de cliënten.

Artikel 4 Samenstelling Cliëntenraad sociale werkvoorziening

  • 1.

    De Cliëntenraad bestaat uit een oneven aantal leden met een minimum van negen en een maximum van vijftien leden. Indien mogelijk is er vanuit iedere gemeente een lid in de Cliëntenraad benoemd.

  • 2.

    De Cliëntenraad sociale werkvoorziening is samengesteld uit cliënten en vertegenwoordigers van de belangenorganisaties. De samenstelling van de Cliëntenraad vormt zoveel mogelijk een afspiegeling van het cliëntenbestand.

  • 3.

    De cliëntenraad kiest uit zijn midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

  • 4.

    Tenminste de helft + 1 van het aantal leden van de Cliëntenraad sociale werkvoorziening bestaat uit cliënten.

  • 5.

    De leden verrichten hun werkzaamheden zonder last, maar voeren voor zover van toepassing wel ruggespraak met hun achterban.

Artikel 5 Voordracht en benoeming leden

  • 1.

    Kandidaten worden aan de Cliëntenraad voorgedragen door de selectiecommissie, vanuit de personen die zich, na een openbare oproep of aangedragen vanuit de belangenorganisaties, daarvoor hebben aangemeld.

  • 2.

    De Cliëntenraad doet een voordracht aan de colleges.

  • 3.

    De colleges benoemen de leden van de Cliëntenraad, behoudens tussentijds aftreden, voor vier jaar. Deze termijn kan eenmaal met vier jaar worden verlengd. De ambtelijk secretaris treedt in dergelijke gevallen in de plaats van de colleges. Bij reglement van orde dient een rooster van aftreden te worden opgesteld.

Artikel 6 Gemeentelijke vertegenwoordiging

  • 1.

    Voor overleg met de Cliëntenraad en de colleges leveren de gemeenten een ambtelijk secretaris. Deze maakt geen deel uit van de Cliëntenraad.

  • 2.

    Tot de taken van de ambtelijk secretaris behoren:

    • a.

      het peilen van de meningen;

    • b.

      het bewaken van de voortgang en de afhandeling van de adviezen van de cliëntenraad aan de colleges;

    • c.

      in zijn algemeenheid het zorg dragen voor een goede ondersteuning van de cliëntenraad, opdat deze zijn taak op een goede wijze kan vervullen.

Artikel 7 Taken van de Cliëntenraad sociale werkvoorziening

  • 1.

    De Cliëntenraad adviseert gevraagd en ongevraagd het college en behartigt op deze wijze de belangen van de cliënten.

  • 2.

    De cliëntenraad adviseert niet over:

    • a.

      de uitvoering van wettelijke voorschriften als er voor die uitvoering geen ruimte voor gemeentelijk beleid is gelaten;

    • b.

      onderwerpen met betrekking tot de salariëring van de via de Wsw geplaatste werknemer;

    • c.

      onderwerpen van interne organisatie, voor zover deze geen aanwijsbare gevolgen hebben voor de dienstverlening aan de cliënten;

    • d.

      klachten, bezwaar- en beroepschriften en andere zaken die op individuele cliënten betrekking hebben; en

    • e.

      de bedrijfsvoering van WVS-groep noch over zaken die de Ondernemingsraad aangaan.

  • 3.

    Initiatiefrecht

    • a.

      De cliëntenraad heeft de bevoegdheid alle aangelegenheden die het beleid en de uitvoering van de Wsw van de gemeenten raken in de overleggen met het college aan de orde te stellen;

    • b.

      De cliëntenraad heeft het recht over alle aangelegenheden als genoemd onder a verbetervoorstellen te doen;

    • c.

      De cliëntenraad stelt jaarlijks een werkplan en een jaarverslag op. In het jaarverslag zijn ten minste de in het afgelopen jaar door de cliëntenraad gegeven (gevraagde en ongevraagde) adviezen opgenomen.

  • 4.

    Adviesrecht

    • a.

      De cliëntenraad wordt tijdig betrokken bij de voorbereiding van beleid en uitvoeringsbeleid;

    • b.

      Als het college afwijkt van het advies van de cliëntenraad, wordt de cliëntenraad daarvan schriftelijk en gemotiveerd in kennis gesteld;

    • c.

      In het geval het college in een voorstel aan de raad afwijkt van het advies van de cliëntenraad, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens is aangegeven op welke gronden van het advies van de cliëntenraad is afgeweken.

Artikel 8 Werkwijze Cliëntenraad

  • 1.

    De Cliëntenraad stelt een reglement van orde op.

  • 2.

    De vergaderingen van de Cliëntenraad zijn openbaar. De Cliëntenraad kan besluiten tot het houden van een besloten vergadering.

  • 3.

    De Cliëntenraad heeft het recht zijn advisering af te stemmen met adviesorganen van de gemeenten.

Artikel 9 Informatievoorziening

  • 1.

    De colleges dragen door toedoen van de ambtelijk secretaris, zorg voor een goede en tijdige informatievoorziening aan de Cliëntenraad met betrekking tot zaken die tot het taakgebied van de Cliëntenraad behoren.

  • 2.

    De Cliëntenraad krijgt jaarlijks de getotaliseerde resultaten van bezwarenprocedures, klachtenrapportages en onderzoeken naar klanttevredenheid van de WVS-groep.

  • 3.

    De colleges zijn verplicht gehoor te geven aan een verzoek van de Cliëntenraad om toelichting te geven op de stukken waarover advies is gevraagd of die de Cliëntenraad ter informatie heeft ontvangen. De ambtelijk secretaris treedt in dergelijke gevallen in de plaats van de colleges.

Artikel 10 Facilitering van de Cliëntenraad

  • 1.

    Ten behoeve van de Cliëntenraad wordt jaarlijks uit de rijksbijdrage voor de Wsw een bedrag van € 2,00 per WSW-geïndiceerde gereserveerd, ten behoeve van onder meer kosten die verband houden met de ambtelijke ondersteuning, deskundigheidsbevordering en organisatiekosten. Vanaf 1 januari 2009 vindt jaarlijks indexering plaats op grond van het consumentenprijsindexcijfer alle huishoudens van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

  • 2.

    Reserveringen en positieve saldi in enig jaar maken onderdeel uit van het budget van het daaropvolgende jaar. De gemeenten vullen dit aan tot het in het eerste lid genoemde budget.

  • 3.

    De colleges dragen er zorg voor dat noodzakelijke faciliteiten aan de Cliëntenraad beschikbaar worden gesteld om te bewerkstelligen dat de Cliëntenraad naar behoren invulling kan geven aan zijn functie. De bekostiging van de in dit lid bedoelde faciliteiten dient plaats te vinden binnen het bedrag van de reservering, zoals dat in het eerste lid van dit artikel is bepaald.

Artikel 11

Wijziging en intrekking verordening

Wijziging of intrekking van deze verordening kan alleen plaatsvinden nadat de Cliëntenraad daarover is gehoord.

Artikel 12 Onvoorziene situaties

In alle andere gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen de colleges.

Artikel 13 Citeertitel, inwerkingtreding en evaluatie

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening cliëntenparticipatie Wsw 2008”

  • 2.

    Zij treedt in werking op 1 juli 2008.

  • 3.

    Deze verordening wordt uiterlijk binnen 2 jaar na inwerkingtreding geëvalueerd.

 

Aldus vastgesteld door de raad voornoemd in zijn vergadering van 3 juli 2008.

 

griffier, voorzitter,

Algemene toelichting

Op 1 januari 2008 is de herziene Wet sociale werkvoorziening (Wsw) in werking getreden. Deze wet bevordert dat Wsw-geïndiceerden meer in een reguliere werkomgeving gaan werken. Om deze doelstelling te verwezenlijken voert de wet enkele belangrijke wijzigingen door. Zo worden regie en sturing op de Wsw nadrukkelijker in handen gelegd van gemeenten. Gemeenten worden hiermee gestimuleerd een visie te ontwikkelen om het doel van de wet, het realiseren van aangepaste arbeid die aansluit bij de capaciteiten en mogelijkheden van de Wsw-geïndiceerde, het beste te kunnen verwezenlijken.

Een tweede verandering heeft betrekking op het geven van meer rechten en keuzemogelijkheden aan Wsw-geïndiceerden, waaronder het recht op een cliëntenraad en op een persoonsgebonden budget (PGB) om begeleid

werken te realiseren.

De wet verplicht gemeenteraden om bij verordening nadere regels vast te stellen over de wijze waarop het college vormgeeft aan de cliëntenraad (artikel 2 lid 3 WSW). Gemeenteraden moeten binnen zes maanden na inwerkingtreding van de wet deze verordening hebben vastgesteld.

In deze verordening moet geregeld worden:

  • a.

    periodiek overleg met de cliënten of hun vertegenwoordigers;

  • b.

    dat de cliënten of vertegenwoordigers onderwerpen voor dit overleg kunnen aanmelden; c. en dat de deelnemers aan de cliëntenraad van voldoende informatie worden voorzien om deel te kunnen nemen aan dit overleg. De kosten van een cliëntenraad dienen op grond van de Wsw voldaan te worden uit de rijksmiddelen die de gemeente jaarlijks ontvangt voor de financiering van de Wsw.

In deze verordening zijn die kosten begroot op € 2,00 per sw-geïndiceerde. Dit bedrag is gerelateerd aan het bedrag zoals dit ook is vastgesteld in de verordening cliëntenraad voor de Wet werk en bijstand.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

In dit artikel worden enkele begrippen omschreven die in de verordening worden genoemd.

Artikel 2

Op grond van artikel 2, derde lid van de Wsw, is de gemeente verplicht om bij verordening de cliëntenparticipatie te regelen. Het portefeuillehouderoverleg van de negen deelnemende gemeenten, heeft nadrukkelijk aangegeven te willen fungeren als aanspreekpunt voor de cliëntenraad.

Artikel 3

Geeft de doelstelling aan van de cliëntenraad.

De cliëntenraad fungeert als een soort instrument ten behoeve van de communicatie tussen cliënten, gemeenten, WVS-Groep en portefeuillehouders. Ook wordt de cliëntenraad ingezet om cliënten desgewenst meer inzicht te geven in het beleid en de beleidsuitvoering van de gemeenten en WVS-Groep. De cliëntenraad kan bovendien een functie vervullen bij de beoordeling van de kwaliteit van de dienstverlening en heeft in deze gevallen een signalerende functie.

Artikel 4

De cliëntenraad moet een afspiegeling vormen van de cliënten van WVS-Groep. Het is daarom noodzakelijk om in de verordening de samenstelling goed te regelen. Een cliënt kan zich laten vertegenwoordigen door een persoon uit een belangenorganisatie, zolang tenminste de helft plus een van het aantal leden maar bestaat uit cliënten.

Artikel 5

Dit artikel regelt de voordracht en benoeming van de leden en de beëindiging van het lidmaatschap. Zittende leden kunnen eenmaal voor een termijn van vier jaar herbenoemd worden.

De cliëntenraad zal zelf een reglement van orde op moeten stellen, waarin onder andere een rooster van aftreden wordt geregeld.

Artikel 6

Dit artikel regelt in feite de ambtelijke ondersteuning van de cliëntenraad.

Artikel 7

De cliëntenraad heeft een aantal taken in het kader van de betrokkenheid bij de uitvoering van de Wsw benoemt in het initiatiefrecht en advies recht in deze verordening.

Het is echter niet de bedoeling om te adviseren over personele aangelegenheden, of individuele belangen te behartigen.

Artikel 8

Dit artikel regelt de werkwijze van de cliëntenraad. Hierbij wordt opgemerkt dat de concrete invulling door de cliëntenraad is vrijgelaten. De cliëntenraad moet wel een reglement van orde opstellen waarin zij haar werkwijze opneemt.

Artikel 9

In dit artikel wordt geregeld dat de cliëntenraad tijdig en van voldoende volledige informatie wordt voorzien.

Artikel 10

Dit artikel regelt de facilitering en financiering van de cliëntenraad.

Artikel 11

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 12

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 13

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting