Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Roosendaal

Nadere regels voor de warenmarkt in de gemeente Roosendaal

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Roosendaal
Officiële naam regelingNadere regels voor de warenmarkt in de gemeente Roosendaal
CiteertitelMarktregeling
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpfinanciën en economie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Marktregeling d.d. 1 januari 1999, sindsdien gewijzigd.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 160, lid 1
  2. Marktverordening, art. 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  • 1.

    Beleidsregel Sanctiebeleid Warenmarkten

  • 2.

    Beleidsregel Standwerkerbeleid Warenmarkten

  • 3.

    Beleidsregel Verplaatsingsbeleid Warenmarkten

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-04-200901-01-2011nieuwe regeling

16-12-2008

Gemeenteblad 2009/14, Roosendaalse Bode 1-3-2009

BR/08-44421

Tekst van de regeling

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal;

gelet op artikel 160, eerste lid sub h, Gemeentewet, artikel 3 van de Marktverordening, de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen met betrekking tot uitvoering van de Marktverordening en een ordelijk verloop van de markten;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende Nadere regels voor de warenmarkt in de gemeente Roosendaal

Artikel 1. Begripsomschrijving

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de door het college van burgemeester en wethouders ingestelde warenmarkt;

  • b.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel, bestaande uit één of meerdere ingevolge deze Marktregeling bepaalde eenheden;

  • c.

    vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • d.

    dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • e.

    standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

  • f.

    standwerkerplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • g.

    seizoensplaats: de standplaats waarop tijdens een gedeelte van het jaar seizoensgebonden producten worden verkocht.

  • h.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • i.

    gegadigdenlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste standplaats;

  • j.

    anciënniteitlijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats;

  • k.

    marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college;

  • l.

    branche-indeling: de ingevolge artikel 2, lid 2 van de Marktverordening vastgestelde indeling in artikelengroepen en het aantal marktkooplieden per artikelengroep;

  • m.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal.

Artikel 2. Dag, tijd en plaats van de markt
  • 1. De markten vinden plaats op maandag van 08.30 uur tot 16.00 uur op de Nieuwe Markt te Roosendaal, op woensdag van 09.00 uur tot 12.00 uur op het Torenplein te Wouw en op zaterdag van 08.30 uur tot 16.00 uur op de Nieuwe Markt te Roosendaal.

  • 2. Het college kan, in afwijking van het eerste lid, bepalen dat de markt tijdelijk plaats zal vinden op een andere dag, tijd of plaats, op grond van dringende redenen of het samenvallen van een onder lid 1 genoemde dag met een dag zoals genoemd in de Winkeltijdenwet, artikel 2, eerste lid, onder b.

  • 3. Het college kan beleidsregels opstellen met betrekking tot de verplaatsing van de markten; het verplaatsingsbeleid.

Artikel 3. Inrichting van de markt
  • 1. Het college bepaalt ten aanzien van alle markten:

    • a.

      de afmeting van de standplaatseenheden op 3 x 4 meter;

    • b.

      de opstelling en de indeling van de markten overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte tekeningen;

    • c.

      per vergunninghouder kunnen maximaal 4 eenheden worden toegewezen;

    • d.

      op alle vaste standplaatsen wordt het toegestaan een verkoopwagen of markavan te gebruiken;

    • e.

      de verkoopwagens en markavans dienen technisch inpasbaar te zijn. Onder technisch inpasbaar wordt verstaan, dat het eigen materiaal binnen de vergunde ruimte inpasbaar moet zijn, waarbij eventueel naastgelegen kramen hiervan geen hinder mogen ondervinden.

  • 2. Het college bepaalt ten aanzien van de markt op maandag:

    • a.

      het aantal standplaatseenheden op 212;

    • b.

      de standplaatseenheden, op de tekening als bedoeld in lid 1 onder b aangeduid met de nummers 1 t/m 212, worden aangewezen als vaste standplaats, de plaatsen op de tekening als bedoeld in lid 1 onder b aangeduid met de nummer S1 t/m S6 als standwerkerplaatsen en de plaatsen op de tekening als bedoeld in lid 1 onder b aangeduid met G1 t/m G7 als seizoensplaats.

  • 3. Het college bepaalt ten aanzien van de markt op zaterdag:

    • a.

      het aantal standplaatseenheden op 59;

    • b.

      de standplaatseenheden, op de tekening als bedoeld in lid 1 onder b aangeduid met de nummers 1 t/m 59 worden aangewezen als vaste standplaats en de plaatsen op de tekening als bedoeld in lid 1 onder b aangeduid met G1 t/m G7 als seizoensplaats.

  • 4. Het college bepaalt ten aanzien van de markt op woensdag:

    • a.

      het aantal standplaatseenheden op 19;

    • b.

      de standplaatseenheden, op de tekening als bedoeld in lid 1 onder b aangeduid met 1 t/m 19 worden aangewezen als vaste standplaats.

Artikel 4. Branche-indeling

Het college kan beleidsregels opstellen met betrekking tot de branches; het branchebeleid.

Artikel 5. Marktcommissie
  • 1. Het college stelt een marktcommissie in, die tot taak heeft het college - gevraagd dan wel ongevraagd - te adviseren inzake marktaangelegenheden.

  • 2. Met betrekking tot de samenstelling en werkwijze van deze marktcommissie gelden de volgende regels:

  • a. de marktcommissie bestaat uit maximaal 10 personen, en is als volgt opgebouwd

  • - Voorzitter, de verantwoordelijk wethouder voor de markten

  • - Secretaris, een aangewezen ambtenaar

  • - De marktmeester

  • - Maximaal 4 vertegenwoordigers van de maandagmarkt

  • - Maximaal 1 vertegenwoordiger van de zaterdagmarkt

  • - Maximaal 1 vertegenwoordiger van de woensdagmarkt

  • - 1 vertegenwoordiger namens de vakbond.

  • b. incidenteel kunnen vertegenwoordigers van de standwerkers of de kramenzetter worden uitgenodigd om deel te nemen aan een vergadering, indien het een voor hen relevant onderwerp betreft.

  • c. de marktcommissie komt in beginsel 4 keer per jaar bij elkaar.

  • d. één maal per 4 jaar worden verkiezingen gehouden waarbij vertegenwoordigers van de markten zoals bedoeld in lid 2 sub a worden uitgekozen. De verkiezingen vinden plaats in het zelfde jaar als dat de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden.

  • 3. De voorzitter van de marktcommissie bepaalt de plaats en het tijdstip van de vergadering.

  • 4. Voor het houden van een vergadering is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in ieder geval de voorzitter of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

  • 5. De leden van de marktcommissie nemen niet deel aan de behandeling van een voorstel indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding is.

  • 6. De zitting van de marktcommissie is openbaar. Ieder lid van de marktcommissie kan, op grond van gewichtige redenen, verzoeken de deuren te sluiten, hiertoe is een meerderheid van stemmen nodig.

  • 7. De gemeente faciliteert het overleg.

Artikel 6. Parkeren
  • 1. Het is vergunninghouders van de maandagmarkt en de zaterdagmarkt, zoals bedoeld in artikel 2, niet toegestaan hun vervoersmiddel achter de kraam te parkeren.

  • 2. Het college kan een ontheffing verlenen op het verbod zoals gesteld in lid 1, op grond waarvan het de vergunninghouder is toegestaan het vervoermiddel achter de kraam te parkeren, namelijk op advies van een door de gemeente aangewezen arts, waaruit blijkt dat de vergunninghouder voor de uitoefening van de werkzaamheden genoodzaakt is het vervoermiddel achter de kraam te parkeren.

Hoofdstuk 2. Bepalingen over vergunningen

Paragraaf 1. Algemene bepalingen
Artikel 7. Inhoud vaste standplaatsvergunning
  • 1.

    Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en –plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

    • b.

      een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmeting daarvan;

    • c.

      de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

    • d.

      het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoede vergunninghouder behoort;

    • e.

      de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitlijst;

    • f.

      dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval

      en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

    • g.

      welke eenheid elektriciteit al dan niet afgenomen wordt van de gemeente;

    • h.

      welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan;

    • i.

      welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur is toegestaan.

  • 2.

    Aan de vergunning wordt een middel ter identificatie gehecht.

Artikel 8. Nadere bepaling vergunningen
  • 1. Indien de vergunninghouder bakt of frituurt in olie, is het gebruik van een bakwagen verplicht.

  • 2. Indien een vergunninghouder verse vis- en poelierproducten verkoopt, waarbij er sprake is van koelwater, dan dient dit in een gesloten circuit te worden opgevangen en gecontroleerd, door middel van een afvoerslang, in de straatkolk te worden geloosd.

  • 3. Elke vergunninghouder dient zich te houden aan het brandpreventieplan en calamiteitenplan, zoals vastgesteld door het college.

Artikel 9. Inschrijving op de anciënniteitlijst
  • 1.

    Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.

  • 2.

    Indien de vergunninghouder niet langer voldoet aan de eisen zoals gesteld in artikel 7 van de Marktverordening, en de vergunning conform artikel 8 van de Marktverordening wordt ingetrokken, wordt de inschrijving op de anciënniteitlijst verwijderd.

Artikel 10. Inschrijving op de gegadigdenlijst
  • 1. Het college schrijft de aanvrager van een vaste standplaatsvergunning op zijn verzoek in op de gegadigdenlijst, indien hij voldoet aan de in artikel 7 van de Marktverordening gestelde vereisten, maar aan hem geen vaste standplaats kan worden toegewezen.

  • 2. Het college vermeldt bij de inschrijving in ieder geval:

  • a. de naam en voornamen, de geboortedatum, het adres en de woonplaats van de aanvrager;

  • b. de datum waarop de aanvraag door hem is ontvangen;

  • c. de soort artikelen die de aanvrager wil verhandelen of de branche waartoe hij behoort;

  • d. de kraam of andere verkoopmaterialen die de aanvrager wil gebruiken.

  • 3. Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving.

  • 4. Ingeschrevenen op de voormalige wachtlijst voor vaste standplaatsvergunningen van de gemeente Roosendaal worden bij inwerkingtreding van de onderhavige Marktregeling automatisch ingeschreven op de gegadigdenlijst en zullen gedurende één jaar na inwerkingtreding van de onderhavige Marktregeling voorrang krijgen boven ingeschrevenen op de gegadigdenlijst die van gelijke kwaliteit zijn volgens de criteria van artikel 13, lid 1.

Artikel 11. Doorhalen van inschrijving op gegadigdenlijst
  • 1. De inschrijving op de gegadigdenlijst wordt doorgehaald:

  • a. op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

  • b. bij overlijden van de ingeschrevene;

  • c. wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste standplaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;

  • d. indien niet meer aan de vereisten van artikel 7 van de Marktverordening wordt voldaan.

Paragraaf 2. Vaste plaatsen
Artikel 12. Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats achtereenvolgens toegewezen aan:

  • a.

    de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst;

  • b.

    degene die zich op de gegadigdenlijst heeft laten inschrijven en die geselecteerd wordt op basis van de criteria zoals omschreven in artikel 13.

  • c.

    Indien door plaatsverbetering als bedoeld onder sub a een volgende standplaats beschikbaar komt, wordt met betrekking tot die volgende standplaats opnieuw de procedure van toewijzing gestart. Als na laatstbedoelde procedure opnieuw een standplaats beschikbaar komt, wordt deze direct beschikbaar gesteld aan een gegadigde op de gegadigdenlijst, als bedoeld onder sub b, volgens de procedure zoals beschreven in artikel 13.

Artikel 13. Toewijzing vaste standplaats aan gegadigde van de gegadigdenlijst
  • 1. Indien voor een ingeschrevene op de gegadigdenlijst een vaste standplaats beschikbaar komt, wordt op basis van onderstaande criteria een selectie gemaakt. De volgorde geeft de prioriteit aan.

  • a. nieuw product voor de markten;

  • b. ruimte binnen de branche-indeling;

  • c. presentatie/uitstraling;

  • d. productsortering (keuzemogelijkheden voor klant);

  • e. veiligheid (elektriciteit, gas, bedrijfshulpverlening);

  • f. aantoonbaar voldoen aan hygiëne-eisen;

  • g. gedrag/houding ten opzichte van klanten, collega’s en gemeente (o.a. betalingsachterstanden bij andere gemeenten, opgelegde schorsingen);

  • 2. De marktmeester kan over de criteria genoemd in lid 1 onder a t/m g informatie opvragen bij marktmeesters van andere gemeenten.

  • 3. De selectie wordt gezamenlijk uitgevoerd door de marktmeester en een vertegenwoordiger van de marktcommissie vanuit de betreffende markt, zoals bedoeld in artikel 5.

Artikel 14. Overschrijving vaste standplaatsvergunning
  • 1. In geval van overlijden, of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder, of ingeval van bedrijfsbeëindiging kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op de echtgenoot, de geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde.

  • 2. Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind of een medewerk(st)er van de vergunninghouder de vergunning voor een vaste standplaats krijgen indien hij aantoonbaar ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd

  • 3. Een aanvraag tot overschrijving als bedoeld in het eerste en tweede lid wordt ingediend bij het college binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder of nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

  • 4. Het college kan in bijzondere omstandigheden afwijken van het bepaalde in de leden 1 tot en met 3, namelijk:

  • a. bij overlijden dan wel blijvende arbeidsongeschiktheid van beide ouders, waarbij het kind de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt heeft;

  • b. bij echtscheiding, indien door een rechterlijke uitspraak de desbetreffende markt wordt toegewezen aan degene die niet op de vergunning vermeld staat.

Paragraaf 3. Dagplaatsen en standwerkers
Artikel 15. Toewijzing dagplaats
  • 1. Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen.

  • 2. De dagplaats wordt toegewezen overeenkomstig de selectie van de gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf vóór 09.00 uur aanmelden bij de marktmeester.

Artikel 16. Standwerkers

Het college kan beleidsregels opstellen met betrekking tot de definitie, procedures, verplichtingen en sancties voor standwerkers; het standwerkerbeleid.

Hoofdstuk 3. Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 17. Persoonlijk innemen standplaats; bijstand
  • 1. De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2. Het college is bevoegd een uitzondering te maken op het gestelde in lid 1 door bij de afgifte van de vergunning één vennoot dan wel werknemer van de vergunninghouder aan te wijzen die de vergunninghouder mag vervangen.

  • 3. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

Artikel 18. Aantal keren innemen standplaats

De vergunninghouder van een vaste plaats neemt ten minste tienmaal per kwartaal zijn plaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in artikel 19 en 20.

Artikel 19. Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden
  • 1. De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens vakantie of bijzondere omstandigheden, zoals bedoeld in lid 2, verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit tijdig voor de desbetreffende marktdag mondeling of telefonisch mee aan de marktmeester. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 2. Van bijzondere omstandigheden wordt gesproken in de volgende gevallen:

  • a. afwezigheid voor de uitoefening van kiesrecht, voor zover dit niet buiten de markttijden kan geschieden;

  • b. afwezigheid voor het voldoen aan een wettelijke verplichting;

  • c. afwezigheid in verband met het huwelijk van de vergunninghouder dan wel van bloed- en aanverwanten van de eerste en tweede graad;

  • d. afwezigheid bij ernstige ziekte van vergunninghouder, echtgeno(o)t(e), levenspartner, ouders, pleegouders, stiefouders, schoonouders, kinderen, pleegkinderen, stiefkinderen en aangetrouwde kinderen;

  • e. afwezigheid bij overlijden van echtgeno(o)t(e), levenspartner, ouders, pleegouders, stiefouders, schoonouders, kinderen, pleegkinderen, stiefkinderen en aangetrouwde kinderen en bloed- en aanverwanten tot de vierde graad;

  • f. afwezigheid bij bevalling van de vergunninghouder dan wel de echtgenote van de vergunninghouder;

  • g. afwezigheid in verband met het vieren van het 25-, 40-, of 50-jarig huwelijksjubileum van de vergunninghouder dan wel zijn ouders, pleegouders, stief- of schoonouders;

  • h. afwezigheid voor het bijwonen van (algemene) vergaderingen van verenigingen van marktkooplieden;

  • i. een nader door het college te bepalen bijzondere omstandigheid.

Artikel 20. Ontheffing en vervanging
  • 1. In geval van vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting uit artikel 18.

  • 2. Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.

Artikel 21. Legitimatie en identiteit vergunninghouder
  • 1. Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.

  • 2. De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en eventuele bedrijfsnaam aan te geven.

Artikel 22. Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen
  • 1. Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan 2 uur voor aanvang en meer dan 1,5 uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

  • 2. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan hiervan ontheffing verlenen.

  • 3. Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk om 10.00 uur heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

Hoofdstuk 4. STRAF- en Slotbepalingen

Artikel 23. Sancties

Het college kan beleidsregels opstellen met betrekking tot sancties naar aanleiding van specifieke acties; het sanctiebeleid.

Artikel 24. Intrekken oude regeling

De Marktregeling, vastgesteld op 1 januari 1999, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 20 mei 2008, wordt ingetrokken.

Artikel 25. Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking de dag nadat de Marktverordening in werking is getreden, maar niet eerder dan 1 april 2009.

Artikel 26. Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: Marktregeling.

Roosendaal, 16 december 2008

Burgemeester en wethouders van Roosendaal,

De secretaris, De burgemeester,