Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veenendaal

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeenendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2008
CiteertitelVerordening Reclamebelasting 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbealstingen, retributies en heffingen
Externe bijlagegebiedsindeling reclamebelasting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 216
  2. Gemeentewet, art. 227

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-12-200701-09-2016nieuwe regeling

13-12-2007

Veenendaalse Krant, 2007-12-19

2007, 2007.142269

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2008

De raad van de gemeente Veenendaal;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 november 2007, nummer 2007.142269;

 

gelet op:

de bepalingen in de Gemeentewet;

 

besluit:

Vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2008 (Verordening Reclamebelasting 2008)

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a.opschrift:

openbare aankondiging in letter, symbolen of schilderingen,

waaronder begrepen kleurvlakken, die onderdeel zijn van of passen in

de huisstijl van degene door of ten behoeve van wie zij zijn aangebracht

en die er op zijn gericht de belangstelling van het publiek te trekken,

voor zover niet door middel van tijdschriften of nieuwsbladen gedaan;

b.reclameobject:

een openbare aankondiging zichtbaar vanaf de openbare weg;

c.bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond;

d.tussenpersoon:

een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het verlenen van bemiddeling bij het tot stand brengen en sluiten van overeenkomsten in opdracht en op naam van personen tot wie hij niet in vaste betrekking staat;

e.exploitant:

een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van reclameobjecten op door hem daartoe beschikbaar gestelde oppervlakten;

f.maand:

een kalendermaand;

g.jaar:

een kalenderjaar.

Artikel 2 Gebiedsomschrijving

De verordening reclamebelasting 2008 is toepasselijk binnen het gebied van de gemeente Veenendaal op de bedrijventerreinen en het winkelcentrum, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende toelichting en kaart.

Artikel 3 Belastbaar feit

Onder de naam ‘reclamebelasting’ wordt een belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie, al dan niet met vergunning, de reclameobjecten worden aangetroffen.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting ter zake van reclameobjecten, die met vermelding van de naam van een tussenpersoon zijn gedaan in verband met de huur of de verkoop van roerende of onroerende zaken, geheven van die tussenpersoon.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid wordt de reclamebelasting ter zake van reclameobjecten die door tussenkomst van een exploitant zijn aangebracht, geheven van die exploitant.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

  • 2.

    Voor de toepassing van dit artikel worden de op de voet van artikel 6, tweede lid, bepaalde oppervlakten van reclameobjecten, die bij één bouwwerk of deel daarvan behoren, bij elkaar opgeteld.

  • 3.

    Reclameobjecten behoren in elk geval tot één bouwwerk indien zij daarmee fysiek zijn verbonden of daarmee tezamen worden gebruikt.

Artikel 6 Berekening van de reclamebelasting

  • 1.

    Voor de berekening van de reclamebelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde oppervlaktemaat een gedeelte daarvan als een volle eenheid aangemerkt.

  • 2.

    De oppervlakte van een reclameobject wordt bepaald door de lengte c.q. de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die het opschrift/logo omsluit, dan wel het van de openbare weg zichtbaar gedeelte van het opschrift omsluit.

  • 3.

    Voor reclameobjecten die aan meerdere zijden zichtbaar zijn, zoals vlaggen, banieren en uithangborden, wordt de oppervlakte bepaald door die zijden bij elkaar op te tellen.

  • 4.

    Tot reclameobjecten worden mede gerekend de op een bouwwerk aangebrachte schilderingen, waaronder begrepen kleurvlakken, die onderdeel zijn van of passen in de huisstijl van degene door of ten behoeve van wie zij zijn aangebracht en die er op zijn gericht de belangstelling van het publiek te trekken.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Ontstaan van belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.

  • 2.

    Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3.

    Indien de belastingplicht bij het begin van het belastingtijdvak bestaat of aanvangt, wordt de reclamebelasting naar jaartarief geheven.

  • 4.

    Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, wordt de reclamebelasting naar maandtarief geheven.

  • 5.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de naar maandtarief geheven reclamebelasting verschuldigd voor zoveel maanden als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 6.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt en de reclamebelasting naar jaartarief is geheven, wordt de aanslag op verzoek van de belastingplichtige verminderd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 7.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt en de reclamebelasting naar maandtarief is geheven, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd tot op het bedrag dat met toepassing van het maandtarief wordt berekend voor het aantal volle kalendermaanden waarin de belastingplicht bestond. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt de maand waarin de belastingplicht eindigt als volle kalendermaand aangemerkt.

Artikel 9 Wijze van heffing

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven bij wege van aanslag

  • 2.

    [vervallen]

Artikel 10 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van openbare aankondigingen:

  • a.

    waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst betaling aan de gemeente moet geschieden onderscheidenlijk een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is;

  • b.

    die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend kunnen worden aangemerkt;

  • c.

    die door de gemeente of in opdracht van de gemeente is geplaatst of aangebracht, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de publieke taak;

  • d.

    die door (semi) overheden of cultureel-maatschappelijke instellingen zijn aangebracht en die een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen;

  • e.

    op parasols welke zijn geplaatst op een terras bij een horecaonderneming;

  • f.

    aangebracht door of namens winkeliersverenigingen of wijkorganen, waarbij het reclameobject uitsluitend bestaat uit een vlag met naam van de winkeliersvereniging of het wijkorgaan;

  • g.

    op zuilen, borden, muren of andere constructies, aangewezen door het bevoegde bestuursorgaan;

  • h.

    voorzien van opschriften aangebracht op bouwterreinen, voorzover deze opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden.

Artikel 11 Betalingstermijn

  • 1.

    De aanslag dient te worden betaald in één termijn, welke vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de doorbelasting van kosten, de heffing en de invordering van de reclamebelasting.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 maart 2008.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Reclamebelasting 2008’.

     

    Vastgesteld in de openbare vergadering van 13 december 2007,

     

    plaatsvervangend raadsgriffier - de heer mr. W.E.J.M. van Wel

    voorzitter - de heer mr. T. Elzenga

Tarieventabel

Het tarief per jaar bedraagt voor het hebben van een reclameobject, aangebracht op of aan een bouwwerk, vanaf 1 maart 2008,

1.Minder dan 0,5 vierkante meter

€ 250,--

2.Van 0,5 tot 5 vierkante meter

€ 500,--

3.Van 5 tot 20 vierkante meter

€ 750,--

4.Van 20 tot 100 vierkante meter

€ 950,--

5.Vanaf 100 vierkante meter en meer

€ 1100,--

 

Gebiedsomschrijving ex artikel 2

De verordening reclamebelasting 2008 is toepasselijk binnen het gebied van de gemeente Veenendaal op de bedrijventerreinen en het winkelcentrum. De bedrijventerreinen en het winkelcentrum zijn als volgt begrensd, zoals eveneens is aangegeven in de bij deze verordening behorende kaart:

Nijverkamp:

Rondweg-Oost, Wageningselaan, gemeentegrens, Middelbuurtseweg tot Dynamostraat, Dynamostraat (beide zijden), De Smalle Zijde (beide zijden) tot Rondweg Oost.

Het Ambacht:

Ambachtstraat, Industrielaan, Wageningselaan (tot rotonde), Rondweg-Oost tot De Smalle Zijde, De Smalle Zijde (beide zijden), Parallelweg tot Ambachtsstraat.

Faktorij:

De Schans tot Munnikenweg, Munnikenweg tot gemeentegrens, gemeentegrens, A12, Koningsschot, deel Standaardruiter en De Schutterij tot aan De Schans.

De Vendel:

Koningsschot, A12, Nieuweweg-Noord vanaf A12, Rondweg-West tot De Schans, De Schans tot De Schutterij, deel De Schutterij en Standaardruiter tot Koningsschot.

Compagnie:

Nieuweweg-Noord tot A12, A12, Stationsstraat vanaf A12, Grote Beer tot Nieuweweg-Noord.

Compagnie-Oost:

Grote Beer, Lorentzstraat, Rondweg-Oost tot A12, A12, Stationsstraat tot Grote Beer.

De Batterijen

A12, Nieuweweg-Noord tot Spoorlijn Utrecht - Arnhem, Spoorlijn Utrecht-Arnhem, gemeentegrens tot A12.

Winkelcentrum:

Bevrijdingslaan, Weverij, Duivenwal, Raadhuisstraat tot Brouwersstraat, Brouwersstraat (in de toekomst Wolweg), Verlaat vanaf toekomstige aansluiting Wolweg (beide zijden vanaf huisnummer 27), Prins Bernhardlaan tot Bevrijdingsslaan (beide zijden).

Voor de bedrijventerreinen is uitgegaan van de plangrenzen in de actualisatie bestemmingsplannen.

 

Voor het winkelcentrum is uitgegaan van de gebiedsindeling in de Samenwerkingsovereenkomst Platform Binnenstadsmanagement met de Gemeente Veenendaal (30 januari 2007).

 

Om de volgende redenen is vier maal afgeweken van de hierboven genoemde basis voor de gebiedsindeling:

  • 1.

    Vanwege de vaststelling stedenbouwkundige visie Het Ambacht is de westelijke grens van Het Ambacht verlegd naar de Ambachtsstraat, omdat daar de toekomstige grens tussen wonen en werken is getrokken.

  • 2.

    Het deelgebied van De Batterijen ten noorden van de spoorlijn Utrecht – Arnhem maakt functioneel geen onderdeel uit van De Batterijen en wordt derhalve uitgezonderd.

  • 3.

    De oostelijke grens van het winkelcentrum is gelijk getrokken met de oostelijke grens van Brouwerspoort, zijnde de Wolweg.

  • 4.

    De ondernemers aan de binnenzijde van de overdekte winkelgebieden Corridor/Passage en Scheepjeshof kunnen niet worden aangeslagen. Het betreft immers geen openbare weg.

     

    gebiedsindeling reclamebelasting