Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veenendaal

Reglement commissie beeldende kunst en vormgeving gemeente Veenendaal

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeenendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement commissie beeldende kunst en vormgeving gemeente Veenendaal
CiteertitelReglement commissie beeldende kunst en vormgeving gemeente Veenendaal
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 84

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-11-200331-08-2016nieuwe regeling

28-10-2003

Onbekend

-

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement commissie beeldende kunst en vormgeving gemeente Veenendaal

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal;

 

besluit:

vast te stellen het Reglement commissie beeldende kunst en vormgeving gemeente Veenendaal

 

Artikel 1 Doelstelling en taken

  • 1.

    De Kunstcommissie Veenendaal heeft als taak om Burgemeester en Wethouders gevraagd en ongevraagd te adviseren over beeldende kunstzaken. Daarbij is de doelstelling "het bevorderen van het beeldende kunstklimaat in Veenendaal, op grond van het idee dat kunst een extra dimensie toevoegt aan de leefomgeving van mensen en aan de beeldkwaliteit van de gemeente".

  • 2.

    De Kunstcommissie adviseert met name op het terrein van aankopen en opdrachten van kunstwerken in de openbare ruimte. Daarbij adviseert zij over de voorwaarden waaronder deze kunstwerken worden aangeschaft c.q. gestalte krijgen en formuleert zij adviezen hierover op artistiek inhoudelijk gronden.

  • 3.

    De Kunstcommissie wordt door het college van Burgemeester en Wethouders gevraagd te adviseren over het beleid ten aanzien van beeldende kunst en over zaken die de beeldkwaliteit van de gemeente en daarmee stedenbouwkundige aanpassingen aangaan.

  • 4.

    Ten aanzien van schenkingen door derden aan de gemeente die geplaatst worden in de openbare ruimte vraagt het college advies aan de Kunstcommissie.

  • 5.

    De Kunstcommissie Veenendaal informeert het college over relevante ontwikkelingen rond beeldende kunst.

  • 6.

    De Kunstcommissie kan worden gevraagd taken uit te voeren bij voorlichting en advisering van burgers en ondersteuning van beeldend kunstenaars.

Artikel 2 Gemeentelijke besluitvorming

  • 1.

    Het college neemt een beslissing pas nadat een gevraagd advies van de Kunstcommissie is overlegd.

  • 2.

    De adviezen die de Kunstcommissie uitbrengt zijn zwaarwegend. De Kunstcommissie kan ook ongevraagd advies uitbrengen, deze adviezen hebben een informatief karakter.

  • 3.

    Indien het college besluit van een advies van de Kunstcommissie af te wijken, legt deze de motivering daarvoor vast en stelt de kunstcommissie daarvan zo spoedig mogelijk in kennis.

Artikel 3 Samenstelling en werving

  • 1.

    De Kunstcommissie Veenendaal bestaat uit vijf stemgerechtigde leden, twee ambtelijke en per project ad-hoc-leden. De samenstelling is als volgt:

    • a.

      Twee beeldend kunstenaars die ervaring met driedimensionaal/monumentaal werk in voldoende mate vertegenwoordigen.

    • b.

      Een onafhankelijk kunstbeschouwer of kunsthistoricus.

    • c.

      Architect of stedenbouwkundige uit Veenendaal of omgeving.

    • d.

      Onafhankelijk voorzitter met affiniteit tot beeldende kunst en met aantoonbare kennis van het culturele veld van Veenendaal, afkomstig uit Veenendaal of directe omgeving.

    • e.

      Medewerker van de afdeling SOB/ stadsontwikkeling als adviserend lid, niet stemgerechtigd.

    • f.

      Medewerker van de afdeling MO/ Regie en Beleid als ambtelijk secretaris, niet stemgerechtigd.

    • g.

      Per project wordt de commissie ad hoc uitgebreid met de architect van het betreffende project, en vertegenwoordigers van bewoners of gebruikers, deze zijn stemgerechtigd. Een ambtenaar van de betrokken gemeentelijke afdeling treedt op als adviseur.

  • 2.

    De leden zoals genoemd in lid a tot en met d kunnen via een openbare procedure worden geworven.

  • 3.

    De voorselectie vindt plaats in de kunstcommissie of een door haar aangewezen sollicitatiecommissie en draagt vervolgens de nieuwe kandidaten ter benoeming voor aan het college.

  • 4.

    De Kunstcommissie kiest een plaatsvervangend voorzitter uit haar leden.

Artikel 4 Benoemingen, zittingsperiode

  • 1.

    De leden, uitgezonderd de projectgebonden en de ambtelijke leden, worden benoemd voor een periode van 4 jaar. In voorkomende gevallen en bij instemming kunnen deze leden worden herbenoemd voor een periode van 2 jaar. Voorwaarde hiervoor is dat het lid hiertoe zelf een schriftelijk verzoek indient bij de secretaris van de kunstcommissie en de meerderheid van de overige leden instemt met die kandidatuur.

  • 2.

    De voorzitter wordt voor maximaal 4 jaar benoemd. Als gewoon lid kan deze voor maximaal twee jaar worden herbenoemd.

  • 3.

    De leden kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij dienen dit schriftelijk te doen bij de voorzitter van de Kunstcommissie.

  • 4.

    Degene die ter vervulling van een tussentijds ontstane vacature tot lid is benoemd van de Kunstcommissie treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij of zij is benoemd zou hebben moeten aftreden. Indien dit een periode betreft korter dan vier jaar dan kan dit lid bij instemming van de overige leden worden herbenoemd tot een zittingsperiode van vier jaar met inbegrip van genoemde onder lid 1 van dit artikel.

Artikel 5 Taken voorzitter, secretaris en leden

  • 1.

    De voorzitter heeft de volgende taken:

    • -

      leiden van vergaderingen; technisch voorzitterschap en samenvatting adviezen;

    • -

      signaleren van voor de Kunstcommissie relevante (beleids)ontwikkelingen;

    • -

      toezicht houden op het handhaven van het reglement en het uitvoeren van besluiten;

    • -

      in overleg met secretaris opstellen van agenda en notities;

    • -

      in overleg met secretaris opstellen van persberichten;

    • -

      algemeen contactpersoon voor externen en pers en formele vertegenwoordiging namens kunstcommissie;

    • -

      bij afwezigheid van de voorzitter worden diens taken overgenomen door de plaatsvervangend voorzitter.

  • 2.

    De secretaris heeft de volgende taken:

    • -

      signaleren van relevante beleidsontwikkelingen;

    • -

      adviseren over relevante ontwikkelingen binnen de Veenendaalse situatie;

    • -

      opstellen van de agenda voor de vergaderingen, indien nodig in overleg met voorzitter;

    • -

      notuleren van de vergaderingen en opstellen van verslagen;

    • -

      opstellen van conceptnotities en adviezen en deze na discussie in de vergaderingen met de kunstcommissie verwerken en toezenden aan het college ter besluitvorming;

    • -

      opstellen van jaarlijks evaluatieverslag;

    • -

      opstellen van advertentieteksten en persberichten;

    • -

      algemeen contactpersoon voor externen (burgers, kunstenaars) en pers;

    • -

      afstemming binnen gemeentelijke organisatie;

    • -

      logistieke taken en administratieve afhandeling ten behoeve van de Kunstcommissie,

    • -

      afhandeling correspondentie;

    • -

      bij afwezigheid van de secretaris wordt deze zo mogelijk vervangen door een medewerker van de afdeling Regie en Beleid.

  • 3.

    De leden hebben de volgende taken:

    • -

      deelnemen aan vergaderingen;

    • -

      signaleren van ontwikkelingen en kansen voor het beeldende kunstbeleid;

    • -

      verdiepen in de Veenendaalse kunstsituatie;

    • -

      inhoudelijk voorbereiden van adviezen (zo nodig schriftelijk) door het aandachtig en kritisch bestuderen van de vergaderstukken.

Artikel 6 Werkwijze, inzetbaarheid en vergaderingen

  • 1.

    De Kunstcommissie vergadert zoveel malen als de leden dat nodig achten. Minimaal vier keer per jaar wordt een plenaire vergadering belegd. Eenmaal per jaar is de portefeuillehouder hierbij aanwezig.

  • 2.

    Naast plenaire vergaderingen worden indien nodig de volgende bijeenkomsten belegd: selectiebijeenkomsten, locatiebezoeken en ad-hoc: werkgroepvergaderingen ten behoeve van nieuwe opdrachten. Tevens wordt regelmatige aanwezigheid verwacht bij representatieve bijeenkomsten, als oplevering van kunstwerken en opening van tentoonstellingen.

  • 3.

    De leden van de Kunstcommissie dienen vanwege bovengenoemde activiteiten flexibel inzetbaar te zijn, dat wil zeggen op minimaal twee, maar bij voorkeur meerdere, dagen per week beschikbaar te zijn.

  • 4.

    Leden worden eenmaal per jaar op voorstel van de gemeente in de gelegenheid gesteld een tentoonstelling, kunstmanifestatie of excursie te bezoeken die relevant is voor het werk van de commissie. Leden kunnen hiervoor zelf suggesties aandragen.

  • 5.

    De secretaris draagt zorg voor een tijdige kennisgeving van de dag, het uur en de plaats waarop de vergadering wordt gehouden.

  • 6.

    De secretaris draagt zorg voor een tijdige verzending van uitnodigingen, agenda en bijbehorende stukken.

  • 7.

    De vergaderingen zijn niet openbaar.

  • 8.

    De Kunstcommissie kan te allen tijde interne of externe adviseurs of deskundigen uitnodigen om de vergadering bij te wonen voor het geven van toelichting of advies.

  • 9.

    De werkzaamheden van de Kunstcommissie worden jaarlijks geëvalueerd en in een jaarverslag vastgelegd. Dit verslag behoeft de goedkeuring van de commissie alvorens het wordt doorgestuurd aan het college van Burgemeester en Wethouders.

Artikel 7 Besluiten en advisering

  • 1.

    De adviezen van de kunstcommissie zijn alleen geldig bij aanwezigheid van minimaal vier stemmen. Bij selectieprocedures wordt gestreefd naar beoordeling door alle stemgerechtigden, zo nodig schriftelijk.

  • 2.

    Alle adviezen worden bij meerderheid van stemmen uitgebracht. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.

  • 3.

    Wanneer een besluit niet met algemene stemmen is genomen, wordt in het verslag van de vergadering c.q. in het eventueel uit te brengen advies tevens melding gemaakt van de naar voren gebrachte afwijkende meningen.

  • 4.

    De commissie of werkgroep kan besluiten nemen buiten de vergadering om, indien alle leden zich daarmee accoord verklaren.

  • 5.

    De leden van de Kunstcommissie, als bedoeld in artikel 3 lid 1, zijn uitgesloten van door de gemeente verstrekte kunstopdrachten en aankopen.

  • 6.

    Een lid neemt niet deel aan de beraadslaging of besluitvorming over een advies waarbij deze persoonlijk is betrokken.

Artikel 8 Werkgroepen

  • 1.

    De kunstcommissie kan ad hoc een werkgroep instellen bestaande uit minimaal een lid van de Kunstcommissie aangevuld met externe adviseurs en de ambtelijk secretaris, voor de periode van een project. De selectieprocedure en advisering is daarbij gedelegeerd aan deze werkgroep. De werkgroep dient de Kunstcommissie op de hoogte te houden van de ontwikkelingen.

  • 2.

    Binnen de Kunstcommissie kunnen werkgroepen worden geformeerd met een vaste taak, zoals samenwerking met externe partners of pr en communicatie.

Artikel 9 Kosten

  • 1.

    De kosten van de Kunstcommissie worden door de gemeente Veenendaal gedragen en in de begroting opgenomen.

  • 2.

    De leden van de Kunstcommissie ontvangen een vastgesteld presentiegeld voor het voorbereiden en bijwonen van de vergaderingen en een onkostenvergoeding voor gemaakte reis- en verblijfkosten. Voor werkzaamheden van een andere aard wordt in principe dezelfde dagdeelvergoeding gehanteerd.

  • 3.

    De ambtenaarleden die betrokken zijn bij de commissie ontvangen geen vergoeding.

  • 4.

    Over de vergoeding van externe adviseurs worden per project afspraken gemaakt.

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van dit reglement nadere voorschriften geven. Over zaken waarin dit reglement niet voorziet beslist het college van Burgemeester en Wethouders.

  • 2.

    Het reglement treedt in werking na vaststelling door Burgemeester en Wethouders en vanaf de 8e dag na publicatie op de gemeentepagina.

     

    Veenendaal, 2003

    Burgemeester en Wethouders van Veenendaal,

     

    de secretaris - J.T. Langelaar

    de wnd. burgemeester - drs. P.J.M. Rombouts

TOELICHTING

artikel 1 Taken en bevoegdheden

Het college heeft zich uitgesproken om over zaken als verwerving van beeldende kunst een artistieke en inhoudelijke toetsing te laten plaatsvinden door de kunstcommissie alvorens tot besluitvorming over te gaan. Deze adviesfunctie geldt ook voor stedenbouwkundige aanpassingen en schenkingen van kunst in het openbare domein. Ook voor ontwikkeling van beleid rond beeldende kunst wordt de kunstcommissie in het voortraject voor advies betrokken vanuit oogpunt van integrale beleidsvorming en verhoging van draagvlak.

artikel 3 Samenstelling en werving

De huidige commissie bestaat uit de volgende leden:

Johan Huibers - architect Veenendaal.

George Bakker - voorzitter/vertegenwoordiger culturele veld Veenendaal.

Nout Visser - beeldend kunstenaar.

Mary Schoonheyt - beeldend kunstenaar.

Anke van Offeren - beeldend kunstenaar.

vacature kunsthistoricus.

 

De samenstelling van de commissie wordt enigszins gewijzigd en wordt teruggebracht naar vijf kernleden. De vacature van kunsthistoricus wordt opgevuld, een van de drie plekken voor beeldend kunstenaarsleden wordt opgeheven. Hiermee wordt de samenstelling als volgt.

  • -

    Het commissielid genoemd in lid c is woonachtig in Veenendaal of directe omgeving en heeft aantoonbare affiniteit met het lokale culturele veld. Deze kan verbinding leggen tussen de lokale kunstdisciplines. De bepaling dat deze afkomstig moet zijn uit de Culturele Raad is met instemming van haar bestuur losgelaten. Deze functie wordt doorgaans gecombineerd met het voorzitterschap. Daarom worden ook aantoonbare kwaliteiten op gebied van besturen gevraagd.

  • -

    Er wordt structureel gekozen voor twee beeldend kunstenaarsleden. Kennis van monumentale kunst dient in voldoende mate aanwezig te zijn.

  • -

    De vacature voor kunsthistoricus wordt vanaf nu permanent ingevuld waardoor de inhoudelijke basis van de commissie wordt verbreed; de kunsthistoricus heeft aantoonbare affiniteit met kunst in de openbare ruimte.

  • -

    Een architect of stedenbouwkundige uit Veenendaal maakt structureel deel uit van de commissie. Deze brengt belangrijke kennis over architectuur en stedenbouwkundige aanpassingen in.

 

Niet stemgerechtigd maar wel structureel aan de commissie toegevoegd zijn een adviseur van de afdeling SOB/Stadsontwikkeling en een medewerker van de afdeling MO/Regie en Beleid als secretaris.

Ten behoeve van een goede selectieprocedure bij diverse kunstprojecten worden structureel ad-hoc leden toegevoegd, waaronder de betreffende (landschaps)architect/stedebouwkundige (stemgerechtigd), een ambtenaar belast met begeleiding van het bouwtraject (adviseur), en een of meerdere gebruikers of bewoners (stemgerechtigd). De ervaring leert dat dit het draagvlak voor de uiteindelijke kunsttoepassing verhoogt. Tijdens het selectieproces levert de aanwezigheid van deze leden wezenlijke informatie op die de keuze van een kunstenaar c.q. ontwerp ten goede komt.

artikel 4 Benoemingen, zittingsperiode

Leden worden voor een periode van 4 jaar aangesteld. De herbenoemingsmogelijkheid is gewijzigd van 4 naar 2 jaar, daarbij wordt een kritische gedragslijn voorgesteld. Voor een optimale werking van de commissie is het van belang dat de artistiek inhoudelijke input regelmatig wordt geactualiseerd. Bij het rooster van aftreden geldt voor de jaren 2003 en 2004 een overgangsperiode; in deze periode wordt soepeler met de herbenoemingsperiode van een tot twee leden omgegaan om continuïteit in kennis van de Veenendaalse situatie en de kunstinhoudelijk component te realiseren. In deze periode zullen tijdelijk nog 6 leden zitting hebben in de commissie. In 2005 wordt definitief overgegaan naar 5 leden.

artikel 5 Taken voorzitter, secretaris, leden

Een onafhankelijk voorzitter krijgt nadrukkelijk een taak in de voorbereiding, organisatie van de vergadering, het samenvatten van standpunten en adviezen en het delegeren van taken. Dit komt de advieskwaliteit van de commissie ten goede. De leden dienen goed op de hoogte te zijn van de vergaderstof. Ook wordt beoogd dat de leden actiever worden ingezet bij taken als begeleiden c.q. informeren van kunstenaars, pr en communicatie, redactionele werkzaamheden, het incidenteel opstellen van verslagen en het vervullen van logistieke taken/gastheerschap tijdens vergaderingen. Dit komt de betrokkenheid bij het werk van de commissie ten goede. Ook ontlast het de secretaris waardoor deze tijd kan steken in nieuwe projecten. Bij werving van nieuwe leden zal de mate van mogelijke actieve inzet worden meegewogen.

artikel 6 Werkwijze, inzetbaarheid, vergaderingen

Door het grote aantal kunstopdrachten is een opvallende toename in het aantal vergaderingen geconstateerd. Het aantal selectievergaderingen, twee of meer per opdracht, is toegenomen; vaak beslaan deze meer dan een dagdeel. Ook het aantal locatiebezoeken, representatieve bijeenkomsten en bewonersavonden neemt toe. Er komt grote druk op de frequentie van vergaderen, en daarmee wordt meer verwacht van de mate van inzetbaarheid, beschikbaarheid en flexibiliteit van de commissieleden.

Een vaste vergaderdag volstaat niet. Daarom wordt nu gesteld dat leden op meerdere dagdelen per week beschikbaar dienen te zijn. Bij het werven van nieuwe leden zal hier nadrukkelijk rekening mee gehouden worden.

Jaarlijks wordt een excursiebezoek of bijscholingsbijeenkomsten in het kader van ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening en kunst in de openbare ruimte aan de commissieleden aangeboden. Hiervoor wordt geen dagdeelvergoeding verleend; reis- en deelnamekosten worden wel vergoed.

Periodiek wordt een verslag openbaar gemaakt, zodat men ook binnen en buiten de gemeente kennis kan nemen van de activiteiten van de kunstcommissie. Dit verhoogt het draagvlak voor en de bekendheid met kunst in de gemeente Veenendaal. Ook kan het een wervende werking hebben op mogelijk externe belangstellenden, bijvoorbeeld Veenendaalse bedrijven, die een project met beeldende kunst willen opzetten. De kunstcommissie kan bij externe projecten onder bepaalde voorwaarden worden ingezet.

artikel 7 Besluiten en adviseren

Bij handhaving van het aantal aanwezige stemgerechtigde leden wordt de kwaliteit van de advisering gewaarborgd. De procedure bij afwijkende situaties - als persoonlijke betrokkenheid van leden, bij stakende stemmen of besluitvorming in werkgroepen - is in dit artikel vastgelegd.

artikel 8 Werkgroepen

Bij het aantrekken van het aantal kunstopdrachten is het soms werkzamer om het adviesproces of een gedeelte daarvan door een delegatie van de kunstcommissie te laten begeleiden. Dit versnelt de procedure, verkleint de bureaucratie, vergroot de betrokkenheid van leden bij het eigen project en helpt de vergaderkosten drukken. Ook kunnen werkgroepen worden geformeerd die een speciale taak gaan behartigen, bijvoorbeeld pr en communicatie, fondswerving of samenwerking met marktpartijen.

Hiermee wordt de secretaris ontlast waardoor deze beter de continuïteit in de lopende werkzaamheden kan waarborgen en tijd kan steken in nieuw op te pakken projecten.

artikel 9 Kosten

Het beschikbare budget voor de kunstcommissie komt onder aanzienlijke druk te staan. In 2002 en naar verwachting in 2003 en 2004 worden overschrijdingen geconstateerd.

  • -

    In 2001 en 2002 is een grote toename in het aantal vergaderingen geconstateerd tot 21 dagdelen per commissielid per jaar. Dit is direct veroorzaakt door het aantrekken van het aantal kunstprojecten waarover de commissie adviseert (2001: 5 projecten, 2002: 6 projecten, 2003: 8 projecten, 2004/2005: ca. 8 tot 10 projecten). Deze ontwikkeling zet zich de komende jaren voort waardoor het huidige representatiebudget (ingeschat op 10 dagdelen per jaar) voor de kunstcommissie niet meer voldoet. Wel wordt gestreefd naar een efficiëntere verdeling van vergaderingen over het jaar tot 18 dagdelen per jaar per lid.

  • -

    Het huidige presentiegeld sluit niet aan bij wat landelijk en provinciaal gebruikelijk is voor kunstadvieswerkzaamheden. Door de hoge vergaderfrequentie, de mate van deskundigheid en de gevraagde inzet zal het tarief enigszins tegemoet moeten komen aan gederfde inkomsten. Derhalve wordt voorgesteld het tarief van het presentiegeld te verhogen van € 72 naar € 90 per dagdeel, aansluitend bij het gebruikelijke tarief in de provincie en in gemeenten van een vergelijkbare grootte.

  • -

    Ook de post diverse kosten is niet meer toereikend, bijvoorbeeld vanwege het doorberekenen van lunch- en vergaderkosten door Faclitaire Dienstverlening. Door de toename van projecten is er ook een toename in het aantal advertenties geconstateerd. Toch zal worden gestreefd om deze kosten gedeeltelijk te verhalen op de kunstprojecten zelf. Twee advertenties per jaar zal echter minimaal noodzakelijk blijven. Deze advertenties bedragen inmiddels gemiddeld 1500 euro per stuk. Daarnaast blijft een budget nodig voor representatieve kosten, beurs of excursiebezoek, cadeaubonnen bij afscheid etc.

  • -

    Het budget voor reiskosten heeft tot dusver voldaan op basis van twee declarerende leden, bij het aantrekken van nieuwe leden zal dit moeten worden bijgesteld.

  • -

    Voor 2003 en 2004 is er sprake van 6 leden. In 2005 gaat men terug naar 5 leden.

     

654101000

Kosten kunstcommissie

2001

(gereal.)

2002

(gereal.)

2003/2004

(begroting)

2003

verwacht

2004

verwacht

2005

verwacht

 

Tarief € 72

Tarief € 72

Tarief € 72

Tarief € 72

Tarief € 90

Tarief € 90

Presentiegelden

 

 

5.735/5.893

 

 

 

Vergaderdagdelen, 5 leden

3.630

6.150

 

8.000

 

8100 (18 dd)

Vergaderdagdelen, 6 leden

 

 

 

 

9720 (18 dd)

 

 

 

 

 

 

 

 

Subtotaal presentiegelden

3.630

6.150

5.735/5.893

8.000

9.720

8.100

 

 

 

 

 

 

 

Reiskosten

 

 

1.147/1.179

 

 

 

Bij 2 declarerende leden

590

930

 

950

 

 

Bij 3 declarerende leden

 

 

 

 

1.500

1.500

Subtotaal reiskosten

590

930

 

950

1.500

1.500

 

 

 

 

 

 

 

Diverse kosten

 

 

3.584/3.683

 

 

 

2 advertenties

3.405

4.300 (3 st)

 

4500

3.000 (2 st)

3 .000 (2 st)

Representatieve kosten, afscheid, onvoorzien, lunch, deelnamegelden, bonnen etc.

45

90

 

200

500

500

Subtotaal diverse kosten

3.450

4.290

 

4.700

3.500

3.500

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

7.670

11.370

10.466/10.755

13.650

14.720

13.100

De voorziene overschrijdingen van 2003 kunnen worden opgevangen binnen de begrotingspost 654101000 in de categorie onderhoud kunstwerken. Ook vanaf 2004 wordt gestreefd om eventuele overschrijdingen in het kader van intensivering bestaand beleid toch binnen deze begrotingspost op te vangen. Daarnaast zal per direct met ingang van elk nieuw kunstproject € 500 tot € 1000 uit het betreffende kunstkrediet opzij gezet worden voor advieskosten, als extra garantie voor het opvangen van deze overschrijdingen bij de kunstcommissie.

Met de voorgestelde oplossingen bevat dit advies geen sectoroverschrijdende budgettaire consequenties. Derhalve is advies van financiën en control niet noodzakelijk.

artikel 10 Slotbepalingen

Gesteld wordt dat het reglement na vaststelling door het college en direct na publicatie in werking treedt. Aangezien het hier om een reglement gaat en niet een verordening kan worden volstaan met een collegebesluit.

ONTWIKKELINGEN EN TOEKOMSTVISIE

De komende jaren zijn er ontwikkelingen te voorzien in en rond het werk van de kunstcommissie. Een goed geoutilleerde kunstcommissie kan adequaat bij de diverse processen optreden. De commissie zal naar meer samenhang in de verwerving van beeldende kunst zoeken. Dit geldt voor aankopen voor de gemeentelijke collectie, de wijze waarop burgers daarvan kunnen kennis nemen en het ontwikkelen van meer visie op verwerven van kunst in de openbare ruimte door middel van een beeldenplan of masterplan. Ook zal meer worden ontwikkeld binnen provinciale kaders, betrekken van middelen uit op de Geldstroom Beeldende Kunst en Vormgeving en het Actieplan Cultuurbereik, het zoeken naar verbindingen met andere kunstdisciplines en het uitbouwen van samenwerking met marktpartijen.

Door toename van het aantal en de reikwijdte van projecten zal vaker worden geopteerd voor een werkgroepconstructie en minder plenair worden vergaderd. Deze en zaken als het actualiseren van de percentageregeling, het lokaal kunstenaarsbeleid, ateliervoorzieningen, burgerparticipatie, nieuwe media etc. zullen in 2004 in een startnotitie beeldende kunst, voorafgaand aan de uiteindelijke Kunstnota, verder worden uitgewerkt.