Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veenendaal

Gedragscode voor raadsleden, raadscommissieleden, wethouders en de burgemeester

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeenendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGedragscode voor raadsleden, raadscommissieleden, wethouders en de burgemeester
CiteertitelGedragscode voor raadsleden, raadscommissieleden, wethouders en de burgemeester
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 15, lid 3
  2. Gemeentewet, art. 41c, lid 2
  3. Gemeentewet, art. 69, lid 2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-05-200331-08-2016Nieuwe regeling

23-04-2003

-

2003, 2003.027159

Tekst van de regeling

Intitulé

Gedragscode voor raadsleden, raadscommissieleden, wethouders en de burgemeester

De raad van de gemeente Veenendaal;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 maart 2003, nummer 2003.027159;

 

overwegende dat:

bij integriteit van het openbaar bestuur de volgende kernbegrippen leidend zijn:

  • Dienstbaarheid Het handelen van de volksvertegenwoordiger en de bestuurder dient altijd en volledig gericht te zijn op het belang van de gemeente Veenendaal en op de organisaties en burgers binnen de gemeente.

  • Functionaliteit Het handelen van een volksvertegenwoordiger en een bestuurder heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.

  • Onafhankelijkheid Het handelen van de volksvertegenwoordiger en de bestuurder wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke (waar onder persoonlijke of daaraan verbonden) belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

  • Openheid Het handelen van de volksvertegenwoordiger en de bestuurder is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen en de beweegredenen daarbij.

  • Betrouwbaarheid Op een volksvertegenwoordiger en een bestuurder moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

  • Zorgvuldigheid Het handelen van de volksvertegenwoordiger en de bestuurder is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van de (diverse) betrokkenen op correcte wijze worden afgewogen.

deze kernbegrippen de toetssteen zijn voor de vast te stellen gedragsafspraken;

 

gelet op:

de artikelen 15 lid 3, 41c lid 2 en 69 lid 2 van de Gemeentewet;

 

besluit:

vast te stellen de Gedragscode voor raadsleden, raadscommissieleden, wethouders en de burgemeester

 

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1.

    Onder bestuurder wordt verstaan: wethouder of burgemeester. Onder volksvertegenwoordiger wordt verstaan: raadslid of raadscommissielid.

  • 2.

    Onder het college wordt verstaan: het college van burgemeester en wethouders

  • 3.

    Deze gedragscode geldt voor de voorzitter en alle leden van het college. De code wordt naar analogie toegepast op raadsleden en raadscommissieleden.

  • 4.

    In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in het college of de raad.

  • 5.

    De code is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 6.

    De leden van het college, de leden van de raad en de leden van de raadscommissies ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

Artikel 2 Belangenverstrengeling en aanbesteding

  • 1.

    Iedere volksvertegenwoordiger en bestuurder doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden via de raadsgriffie te raadplegen.

  • 2.

    Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt de volksvertegenwoordiger of bestuurder (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 3.

    Een oud-volksvertegenwoordiger of bestuurder wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente tenzij deze werkzaamheden geen relatie hebben met hetgeen in de functie van volksvertegenwoordiger of bestuurder is vervuld.

  • 4.

    Een volksvertegenwoordiger en/of bestuurder die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 5.

    Een volksvertegenwoordiger of bestuurder neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.

Artikel 3 Nevenfuncties

  • 1.

    Een volksvertegenwoordiger of bestuurder vervult geen nevenfuncties waarbij strijdigheid is of kan zijn met het belang van de gemeente.

  • 2.

    Een volksvertegenwoordiger of bestuurder maakt melding van al zijn (neven)functies waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. Hij zorgt voor directe aanvulling of wijziging in het geval deze gegevens veranderen. Deze gegevens worden via de raadsgriffier openbaar gemaakt en liggen daar gedurende de betreffende ambtsperiode ter inzage.

  • 3.

    Uitsluitend onkosten die gemaakt worden in nevenfuncties uit hoofde van het ambt kunnen bij de gemeente worden gedeclareerd, een en ander voor zover door de instantie waarvoor de nevenfunctie wordt verricht al niet in een tegemoetkoming in de kosten voor het verrichten van de nevenfunctie is voorzien.

  • 4.

    Een bestuurder die een nevenfunctie wil vervullen anders dan uit hoofde van het ambt, meldt dit voornemen in de raad.

Artikel 4 Informatie

  • 1.

    Een volksvertegenwoordiger of bestuurder gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij verstrekt geen geheime informatie.

  • 2.

    Een volksvertegenwoordiger of bestuurder houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 3.

    Een volksvertegenwoordiger of bestuurder maakt niet ten eigen bate of van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

Artikel 5 Aannemen van geschenken

  • 1.

    Geschenken en giften die een volksvertegenwoordiger of bestuurder uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd en zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht.

  • 2.

    Indien een volksvertegenwoordiger of bestuurder geschenken of giften ontvangt die een waarde van minder dan 50 euro vertegenwoordigen, kunnen deze in afwijking van het bovenstaande worden behouden.

  • 3.

    Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, wordt dit voor wat de bestuurders betreft gemeld in het college en voor wat de volksvertegenwoordigers betreft gemeld in de commissie Middelen, waar een besluit over de bestemming van het geschenk of gift wordt genomen indien deze een waarde van meer dan 50 euro vertegenwoordigt. Indien het geschenk of de gift een waarde van minder dan 50 euro vertegenwoordigt kan deze worden behouden.

Artikel 6 Bestuurlijke uitgaven

  • 1.

    Uitgaven worden uitsluitend gedaan én vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond.

  • 2.

    Ter bepaling van de functionaliteit van bestuurlijke uitgaven worden de volgende criteria gehanteerd:

    • *

      met de uitgave is het belang van de gemeente gediend en

    • *

      de uitgave vloeit voort uit de functie.

Artikel 7 Declaraties

  • 1.

    De volksvertegenwoordiger of bestuurder declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 2.

    Declaraties worden afgewikkeld volgens een daartoe vastgestelde administratieve procedure.

  • 3.

    Een declaratie wordt ingediend door middel van een daartoe vastgesteld formulier. Bij het formulier wordt een betalingsbewijs gevoegd en op het formulier wordt de functionaliteit van de uitgave vermeld.

  • 4.

    Gemaakte kosten worden binnen een maand gedeclareerd.

  • 5.

    De gemeentesecretaris (voor de bestuurders) respectievelijk de raadsgriffier (voor de volksvertegenwoordigers) is verantwoordelijk voor een deugdelijke administratieve afhandeling en registratie van declaraties. Declaraties van volksvertegenwoordigers en bestuurders worden administratief afgehandeld door een daartoe aangewezen ambtenaar.

  • 6.

    In geval van twijfel omtrent een declaratie van een bestuurder, wordt deze voorgelegd aan de burgemeester. Zonodig wordt de declaratie ter besluitvorming aan het college voorgelegd. In geval van twijfel omtrent een declaratie van een volksvertegenwoordiger wordt deze voorgelegd aan de voorzitter of plaatsvervangend voorzitter van de raad. Zonodig wordt de declaratie ter besluitvorming aan de commissie Middelen voorgelegd.

Artikel 8 Gebruik van gemeentelijke voorzieningen

  • 1.

    Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan.

  • 2.

    Er wordt geen gebruik gemaakt van creditcards op naam en voor rekening van de gemeente.

  • 3.

    Volksvertegenwoordigers en bestuurders kunnen uitsluitend op basis van een overeenkomst ter zake voor zakelijk gebruik gemeentelijke voorzieningen zoals een computer, laptop of mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking krijgen.

  • 4.

    Als het belang van de gemeente daarmee is gediend kan het college besluiten dat bestuurders voor hun dienstreizen gebruik maken van een particuliere vervoerder. Het gebruik van deze voorziening wordt met vermelding van reden geregistreerd.

Artikel 9 Reizen buitenland

  • 1.

    Een volksvertegenwoordiger of een bestuurder die al dan niet op uitnodiging het voornemen heeft om ten behoeve van de uitoefening van zijn functie een buitenlandse reis te maken, heeft toestemming nodig van de raadscommissie Middelen respectievelijk het college. Het gemeentelijk belang is doorslaggevend voor de besluitvorming. Tevens wordt bepaald of van de betreffende reis een verslag moet worden gemaakt. De gemeenteraad wordt van het besluit en de motieven daarvoor op de hoogte gesteld.

  • 2.

    Een volksvertegenwoordiger of bestuurder die het voornemen van een reis meldt, verschaft informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap en de geraamde kosten.

  • 3.

    Uitnodigingen voor reizen, werkbezoeken en dergelijke op kosten van derden worden altijd besproken in de raadscommissie Middelen of het college en onder meer getoetst op het risico van belangenverstrengeling. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming.

  • 4.

    Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een volksvertegenwoordiger of bestuurder is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming van de raadscommissie Middelen respectievelijk het college betrokken.

  • 5.

    Het anderszins meereizen van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming van de raadscommissie Middelen of het college betrokken.

  • 6.

    Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privé-doeleinden is toegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming van de raadscommissie Middelen of het college. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van de volksvertegenwoordiger of bestuurder.

  • 7.

    De in verband met de buitenlandse dienstreis gedane functionele uitgaven worden vergoed conform de geldende regelingen. Uitgaven worden vergoed voor zover zij redelijk en verantwoord worden geacht.

     

    Gedaan ter openbare vergadering van 23 april 2003,

     

    de raadsgriffier - mw. mr. M.C. van de Plasse

    de voorzitter - drs. J.J. Spros