Organisatie | Zeeland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Beleidsregel zonebeheersysteem industrieterrein Axelse Vlakte II provincie Zeeland 2011 (zonebeheerplan) |
Citeertitel | Beleidsregel zonebeheersysteem Industrieterrein Axelse Vlakte II provincie Zeeland 2011 (zonebeheerplan) |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Milieu |
Geen.
Wet geluidhinder, art 163, lid 2 en art 164
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-04-2011 | Nieuwe regeling | 11-03-2011 Provinciaal Blad, 2011, 11 | 11006131 |
Gedeputeerde staten van Zeeland,
het Industrieterrein Axelse Vlakte II in het Omgevingsplan Zeeland zoals dat door provinciale staten op 30 juni 2006 is vastgesteld, als ook in de Provinciale Milieuverordening Zeeland, tranche 7A vastgesteld op 16 februari 2007 door provinciale staten is aangemerkt als een industrieterrein van regionaal belang respectievelijk Zeehaventerrein,
besluiten vast te stellen de navolgende Beleidsregel zonebeheersysteem industrieterrein Axelse Vlakte II provincie Zeeland 2011 (zonebeheerplan).
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
geluidszone: het gebied rond het industrieterrein waarbuiten de geluidsbelasting vanwege dat terrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan, zoals vastgesteld in de bestemmingsplannen:
beschikbare geluidsruimte binnen de geluidszone: het door middel van berekening vastgestelde kleinste verschil tussen de ten gevolge van alle op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet milieubeheer aan inrichtingen toegestane geluidsniveaus (vergunnings- en meldingsplichtige inrichtingen) en:
akoestisch inrichtingsplan: het bij deze beleidsregel horende document - gebaseerd op het zonebewakingsmodel - waarin de geluidsruimte is verdeeld in gebieden en deelgebieden en zoals dat is opgesteld voor het industrieterrein Axelse Vlakte II. Het akoestisch inrichtingsplan maakt onderdeel uit van deze beleidsregel,
De beleidsregel is van toepassing op meldingsplichtige en vergunningsplichtige inrichtingen ingevolge de Wet milieubeheer en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht gelegen op het industrieterrein Axelse Vlakte II.
Bij het nemen van een besluit op een aanvraag om een vergunning of tot het opleggen van een maatwerkvoorschrift neemt het bevoegd gezag in ieder geval in acht:
Op verzoek van het bevoegd gezag kan door de beheerder van de geluidszone een voortoets worden uitgevoerd. De voortoets vindt plaats op basis van een akoestisch onderzoek en maakt geen onderdeel uit van een formele aanvraag om een vergunning of van een melding.
Het bevoegd gezag legt direct na ontvangst een aanvraag om een vergunning of een melding ter toetsing voor aan de beheerder van de geluidszone.
In de maand februari van elk kalenderjaar (voor het eerst in 2012 wordt door de beheerder van de geluidszone aan burgemeester en wethouders van Terneuzen en aan de directie van Zeeland Seaports een overzicht toegezonden van de in het voorgaande kalenderjaar verwerkte gegevens.
Met (mede) instemming van burgemeester en wethouders van Terneuzen kan gedeputeerde staten na evaluatie besluiten het akoestisch inrichtingsplan te wijzigen. Op het voorbereiden van een wijziging van het akoestisch inrichtingsplan is de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing,
Indien gedeputeerde staten voornemens is het bij deze beleidsregel horende akoestisch inrichtingsplan en/of van deze beleidsregel af te wijken:
Een afwijking op grond van dit artikel is alleen mogelijk indien de afwijking geen gevolgen heeft voor andere gebieden in het akoestisch inrichtingsplan.
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.
Rond het Industrieterrein Axelse Vlakte II is op 25 september 1997 door de gemeenteraden van Sas van Gent en Terneuzen een geluidszone vastgesteld. Tevens zijn voor zes woningen binnen de geluidszone hogere grenswaarden vastgesteld.
Eind 2006 bleek dat de in 1997 vastgestelde geluidszone en de hogere grenswaarden voor woningen in de geluidszone leiden tot beperkingen bij het invullen van het industrieterrein conform de in 1992, in het kader van het project Gebiedsgerichte Benadering Kanaalzone Zeeuwsch-Vlaanderen, gemaakte afspraken.
Door de provincie Zeeland, de gemeente Terneuzen en Zeeland Seaports is medio 2007 een project opgestart om na te gaan op welke wijze aan deze afspraken kan worden voldaan. In het kader van dit project is eind 2007 door het Raadgevend ingenieursbureau DGMR een akoestisch rapport opgesteld. Uit dit rapport blijkt dat:
Op grond van het voorgaande hebben gedeputeerde staten en burgemeester en wethouders van Terneuzen op 13 mei 2008 ieder afzonderlijk besloten om een aftrek vanwege redelijke sommatie voor het industrieterrein Axelse Vlakte II toe te passen van 2 dB(A) ten gunste van de bedrijven.
Vervolgens heeft de raad van Terneuzen op 13 november 2008 het bestemmingsplan "Herziening wijziging geluidszone Axelse Vlakte II" vastgesteld. Voorafgaand aan het vaststellen van het bestemmingsplan hebben gedeputeerde staten voor de woningen Wervenweg 8 en 13 te Sas van Gent, waarvoor eerder hogere grenswaarden waren vastgesteld, op 4 november 2008 nieuwe hogere grenswaarden vastgesteld.
Het industrieterrein Axelse Vlakte II is bij Provinciale Milieuverordening (Provinciaal blad nr. 7 van 2007) aangewezen als industrieterrein van regionaal belang. Hierdoor is op grond van artikel 163 lid 2 van de Wet geluidhinder gedeputeerde staten verantwoordelijk voor het beheer van de geluidszone rond het industrieterrein Axelse Vlakte II. Artikel 164 van de wet biedt de mogelijkheid om voor dat beheer een beheersplan/beleidsregel op te stellen. In dat plan kan worden aangeven hoe de beschikbare geluidsruimte wordt verdeeld over de diverse terreinen c.q. gebieden op het industrieterrein. Het voordeel van zo'n plan is dat het duidelijkheid geeft over de beschikbare geluidsruimte voor deze terreinen c.q. gebieden en er tevens rechtszekerheid ontstaat voor de bedrijven.
In het bestemmingsplan Axelse Vlakte II, d.d. 25 september 1997 is een regeling voor een akoestische verkaveling van het industrieterrein opgenomen. Deze regeling is opgesteld om te voorkomen dat de voor alle industrie beschikbare geluidsruimte wordt ingenomen door één of enkele bedrijven die fysiek maar een deel van de beschikbare gronden in gebruik hebben. De regeling in het bestemmingsplan is echter niet bindend en beantwoordt daarom niet aan het doel waarvoor het is opgesteld. Om deze reden is besloten deze beleidsregel op te stellen. De beleidsregel gaat uit van de correctie voor redelijke sommatie en de geluidszone, zoals deze is vastgesteld in verschillende bestemmingsplannen.
Onderdeel van de beleidsregel is het akoestisch inrichtingsplan. In dit plan wordt rekening houdend met de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting op de zonegrens en de hogere grenswaarden de totaal voor de industrie beschikbare geluidsruimte verdeeld over de aanwezige bedrijven en de nog braakliggende gronden op het industrieterrein.
In de beleidsregel wordt het gebruik en de uitgifte van geluidsruimte op het industrieterrein Axelse Vlakte II geregeld.
De doelstelling van de beleidsregel is om met in achtneming van de geluidszone en de hogere grenswaarden een zodanige verdeling van de totaal voor de industrie beschikbare geluidsruimte te realiseren dat alle op het industrieterrein aanwezige gronden kunnen worden gebruikt en uitgegeven.
Deze doelstelling wordt gehaald door:
Deze toets vindt plaats bij het nemen van een besluit op een aanvraag om een vergunning of tot het opleggen van een maatwerkvoorschrift.
Zonebewakingsmodel: Een zonebewakingsmodel is een model waarin alle op het industrieterrein aanwezige inrichtingen zijn opgenomen. In het model zijn opgenomen:
omgevingsfactoren (dijklichamen, waterpartijen en dergelijke)
Voor het industrieterrein Axelse Vlakte II wordt sinds 1997 gebruik gemaakt van een zonebewakingsmodel. De basis hiervoor is het computerprogramma Geomilieu van het akoestisch adviesbureau DGMR. Het model is opgesteld volgens de handleiding meten en rekenen industrielawaai.
Akoestisch inrichtingsplan: Gelijktijdig met de vaststelling van deze beleidsregel is een akoestisch inrichtingsplan vastgesteld. In dit plan is de totaal voor de industrie beschikbare geluidsruimte verdeeld. Hiertoe is het industrieterrein opgedeeld in 7 gebieden. Voor elk van deze gebieden is een geluidsniveau per vierkante meter vastgesteld zodanig dat het totale geluidsniveau van het industrieterrein past binnen het maximaal op de zonegrens toegestane geluidsniveau en de hogere grenswaarden. Voor elk gebied is een aantal dB(A) per vierkante meter beschikbaar. Van de 7 gebieden zijn een aantal gebieden op dit moment geheel in gebruik bij bestaande inrichtingen. Andere gebieden zijn gedeeltelijk in gebruik bij bestaande inrichtingen of liggen nog geheel braak. De geluidsruimte per gebied geldt voor het gehele gebied. Het maakt daarbij niet uit of een gebied al geheel is ingevuld of nog geheel of gedeeltelijk braak ligt.
Het akoestisch inrichtingsplan is opgesteld op basis van de geluidszone, de vastgestelde hogere grenswaarden, de aftrek vanwege redelijke sommatie, de eindresultaten van het akoestisch onderzoek en houdt rekening met de opgegeven wensen van Zeeland Seaports en de bestaande bedrijven. Om te voorkomen dat de geluidszone voortijdig wordt ingevuld vindt vergunningverlening of vaststelling van maatwerkvoorschriften plaats op basis van de vastgestelde geluidsruimte per gebied.
De beleidsregel is zowel van toepassing op bedrijven die vallen onder een vergunningplicht ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht als ook op bedrijven die meldingsplichtig zijn ingevolge het Activiteitenbesluit. Bedrijven die ingevolge het Activiteitenbesluit niet meldingsplichtig zijn, de zogenaamde type A-inrichtingen, zijn buiten het toepassingsbereik van deze beleidsregel gelaten. Dit type inrichtingen produceert in de regel niet veel geluid, bijvoorbeeld een douane- of waterklerkkantoor of een zeemanshuis. Zij dragen niet of nauwelijks bij aan de totale geluidsemissie van de op het industrieterrein Axelse Vlakte II gevestigde/toekomstige inrichtingen.
Niet extra opgenomen is de toets aan best beschikbare technieken. Dit volgt immers al uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
In artikel 2.14 eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vastgelegd, dat het bevoegd gezag bij de beslissing op de aanvraag om een vergunning de geldende grenswaarden in acht moet nemen. Indien blijkt dat een bedrijf binnen de vastgestelde geluidszone c.q. grenswaarde op de gevels van woningen niet mogelijk is, moet op basis van artikel 2.14, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de vergunning (gedeeltelijk) worden geweigerd.
Deze beleidsregel voegt de volgende extra toets toe aan artikel 2.14 eerste lid, van de Wet milieubeheer Wet algemene bepalingen omgevingsrecht : "de beslissing op de aanvraag om een vergunning voor inrichtingen die zich (willen) vestigen op het industrieterrein Axelse Vlakte II wordt getoetst aan het akoestisch inrichtingsplan."
Artikel 2.20 van het Activiteitenbesluit biedt het bevoegd gezag de mogelijkheid om voor bedrijven, type B en C van het besluit andere geluidgrenswaarden vast te stellen dan de waarden genoemd in artikel 2.17 van het besluit. Van deze mogelijkheid mag onder andere gebruik worden gemaakt bij gezoneerde industrieterreinen. De maatwerkvoorschriften mogen niet van dien aard zijn dat het bedrijf, met toepassing van de best beschikbare technieken, niet aan de geluidsgrenswaarden kan voldoen. Een melding ingevolge het besluit kan niet worden geweigerd, dit in tegenstelling tot een bedrijf dat vergunningplichtig is. Wel kan een toets aan het Akoestisch inrichtingsplan leiden tot het reguleren van maatwerkvoorschriften voor bedrijven die onder het Activiteitenbesluit, type B en C vallen.
Deze beleidsregel voegt bij meldingen ingevolge het Activiteitenbesluit de volgende extra toets toe: "bij meldingen wordt getoetst aan het akoestisch inrichtingsplan.
Indien de toets daartoe aanleiding geeft zal het bevoegd gezag bij maatwerkvoorschriften andere waarden vaststellen dan de waarden die genoemd zijn in artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit.
Voor een toelichting op de geluidsruimte die in het akoestisch inrichtingsplan voor het betreffende gebied per vierkante meter beschikbaar is wordt verwezen naar de toelichting bij het akoestisch inrichtingsplan.
In deze artikelen is de procedure vastgelegd tussen de degenen die de beslissing op de aanvraag om vergunning of het vaststellen van een maatwerkvoorschrift voorbereiden en degenen die het beheer van de zone uitvoeren. In artikel 4 is de mogelijkheid van een voortoets opgenomen. Deze voortoets vindt plaats voordat het bevoegd gezag met de officiële procedure op een aanvraag om een vergunning of de procedure voor het stellen van maatwerkvoorschriften ingevolge het Activiteitenbesluit aanvangt. De voortoets vindt plaats op grond van een akoestisch onderzoek en geeft een indicatie van de inpasbaarheid van de inrichting op het industrieterrein. Het betreft een informele toets.
In artikel 5 is aangegeven dat een aanvraag van het bevoegd gezag aan de beheerder van de geluidszone om een toetsing uit te voeren tijdig moet worden ingediend. Aan het begrip tijdig is geen nadere invulling gegeven om het bevoegd gezag daarin vrij te laten. In onderling overleg tussen de beheerder van de geluidszone en het bevoegd gezag zal per aanvraag invulling worden geven aan het begrip tijdig. De aanvraag om een zonetoets uit te voeren gaat gepaard met de ingediende aanvraag om een vergunning of ingediende melding en bevat daarmee alle voor het uitvoeren van de zonetoets van belang zijnde informatie. In onderling overleg tussen de beheerder van de geluidszone en het bevoegd gezag kan eventueel nadere informatie worden verstrekt (hierbij wordt onder andere gedacht aan het toezenden een digitale versie van het akoestisch model).
Artikel 6 regelt vervolgens de termijn waarbinnen de beheerder van de geluidszone de gevraagde toets uitvoert.
In dit artikel wordt gegarandeerd dat alle partijen die als bevoegd gezag zelf een beleidsregel zonebeheersysteem hebben vastgesteld (gemeente Terneuzen) of eigenaar zijn van de gronden waarop het industrieterrein is gesitueerd (Zeeland Seaports) jaarlijks op de hoogte worden gesteld van de wijzigingen die op het industrieterrein hebben plaatsgevonden.
In ieder geval wordt elke vijf jaar bezien of het akoestisch inrichtingsplan nog past binnen de wensen van de verschillende partijen (provincie Zeeland, gemeente Terneuzen en Zeeland Seaports) en indien nodig herzien. Naar behoefte kan het akoestisch inrichtingsplan ook eerder tussentijds worden herzien. Voorwaarde is dat de toegestane geluidsbelasting op de zonegrens en de hogere grenswaarden in acht genomen moeten worden. Een wijziging van het akoestisch inrichtingsplan kan dus niet betekenen dat de geluidszone wordt aangepast of hogere grenswaarden worden verhoogd. De eerste evaluatie vindt uiterlijk plaats in 2016.
Indien de aanpassing(en) in het plan gevolgen hebben voor de uitbreidingsmogelijkheden van bedrijven dan worden de betreffende bedrijven hierover vooraf geïnformeerd. Om alle betrokkenen in de gelegenheid te stellen zienswijzen op de voorgenomen aanpassingen in te brengen is op het wijzigen (grote herziening) van het akoestisch inrichtingsplan de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht beschreven procedure van toepassing verklaard.
De afwijkingsmogelijkheid is opgenomen om de geluidruimte binnen een gebied te kunnen herverdelen zonder de totale gebiedswaarde te wijzigen. Dit artikel moet voorkomen dat de beleidsregel, in de dynamische omgeving van ontwikkelingen op een industrieterrein, als star en weinig flexibel wordt ervaren. Op deze wijze wordt voorkomen dat bij wijzigingen die zich beperken tot één specifiek gebied de gehele beleidsregel en het akoestisch inrichtingsplan opnieuw vastgesteld moeten worden. Verwacht wordt dat er bij het gebruik van de afwijkingsmogelijkheid vaak zal gaan om kleine afwijkingen met geringe gevolgen voor andere bedrijven.
Het herverdelen van geluidsruimte is alleen mogelijk tussen de verschillende deelgebieden c.q. bedrijfspercelen die in hetzelfde gebied liggen. Het herverdelen van geluidsruimte tussen de zeven verschillende gebieden is dus niet mogelijk.. Uiteraard mag bij het herverdelen van de geluidsruimte de geluidsbelasting op te zonegrens en/of de hogere grenswaarden niet worden overschreden. Verder geldt dat het herverdelen van geluidsruimte tussen de verschillende deelgebieden c.q. bedrijfspercelen alleen kan na schriftelijke instemming van het burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen en van gedeputeerde staten. Voordat geluidsruimte wordt herverdeeld moet inzicht worden verschaft in de gevolgen van deze herverdeling voor de bestaande bedrijven c.q. nog braakliggende percelen binnen een gebied. Zeeland Seaports en - indien van toepassing - het ministerie van Infrastructuur en milieu worden in de gelegenheid gesteld een vrijblijvend advies te geven. De bedrijven waarvoor de herverdeling gevolgen heeft worden vooraf geïnformeerd over de aard van deze de gevolgen.
Het afwijken van het akoestisch inrichtingsplan door de betreffende bestuursorganen op zich is niet vatbaar voor zienswijzen en beroep ingevolge de Algemene wet bestuursrecht. De rechtsgevolgen van een afwijking zijn dat echter wel op het moment dat aan het besluit tot afwijken rechtsgevolg wordt ontleend. Dit is bijvoorbeeld aan de orde bij verlening van de vergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, waarbij de (nieuwe) geluidsruimte in de vergunning van het betreffende bedrijf is opgenomen of wanneer door het opleggen van een maatwerkvoorschrift de geluidsruimte van een meldingsplichtig bedrijf wordt beperkt dan wel verruimd.