Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Kampen

Standplaatsenbeleid gemeente Kampen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKampen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingStandplaatsenbeleid gemeente Kampen
CiteertitelStandplaatsenbeleid gemeente Kampen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpopenbare orde en veiligheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene Plaatselijke Verordening Kampen

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-2021wijz. art. 4.4; art. 4.5

21-12-2021

gmb-2021-471044

106582-2021
23-12-200929-12-2021nieuwe regeling

08-12-2009

De Brug

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Standplaatsenbeleid gemeente Kampen

 

Hoofdstuk 1 Inleiding

 

In de gemeente Kampen worden net als in vele andere gemeenten op verschillende locaties binnen de gemeente standplaatsen ingenomen. Voor het innemen van standplaatsen is op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (verder te noemen: APV) een vergunning nodig.

Enkele jaren geleden is als toetsingskader voor vergunningverlening en toezicht en handhaving standplaatsenbeleid vastgesteld. In de praktijk is gebleken dat dit beleid, geen goed toetsingskader bood voor tijdelijke standplaatsen. Daarnaast was de looptijd van standplaatsvergunningen beperkt tot twee jaar. Daarom is besloten het standplaatsenbeleid grondig te herzien.

Het hierna geformuleerde Standplaatsenbeleid Kampen 2009 heeft als doelstelling:

Het voeren van beleid voor incidentele en vaste standplaatsen dat belanghebbenden inzicht geeft in de mogelijkheden voor vestiging en fungeert als leidraad voor het verlenen van vergunningen en het uitoefenen van toezicht en handhaving.

Het aantal standplaatsen en standplaatslocaties blijft in grote lijnen gelijk. In een enkel geval is sprake van verplaatsing. Daarnaast wordt voor enkele locaties het aantal standplaatsen teruggebracht. Voorzover deze standplaatsen wel worden benut, zal dit geschieden via een uitsterfconstructie, indien geen alternatieve locatie beschikbaar is.

Bij de totstandkoming heeft overleg plaatsgevonden met de individuele standplaatshouders, met de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel en met andere betrokkenen.

Leeswijzer

Na deze inleiding wordt in hoofdstuk 2 het huidige aanbod binnen de gemeente beschreven en de gesignaleerde knelpunten.

In hoofdstuk 3 is het juridisch kader van het standplaatsenbeleid beschreven. Aansluitend wordt in hoofdstuk 4 het feitelijk beleidskader uitgewerkt.

In de bijlagen zijn naast de van belang zijnde wetgeving en het aanvraagformulier tevens de vergunningvoorschriften vermeld.

 

Hoofdstuk 2 Huidige locaties

2.1 Aanbod

Begin 2009 zijn 8 standplaatslocaties in gebruik. Op de meeste standplaatsen worden snacks, bloemen, vis, en groenten en fruit verkocht. Op enkele van deze locaties zijn niet alle standplaatsen in gebruik. Op de meeste locaties worden de standplaatsen gedurende één of enkele dagen per week gebruikt, terwijl dat volgens het bestaande maximumstelsel de gehele week mogelijk is. In tabel 1 zijn de verschillende standplaatslocaties opgenomen. Deze locaties liggen voornamelijk bij de verschillende winkelcentra en in de buitendorpen. Daarnaast zijn in bijlage 2 voor de verschillende locaties de standplaatsen weergegeven, zoals die bestonden op 1 maart 2009.

Tabel 1

Locaties

Maximum aantal standplaatsen

Winkelcentrum Penningkruid te Kampen

1

Winkelcentrum West (Open Hof) te Kampen

4

Winkelcentrum Markeresplein te IJsselmuiden

4

Van Diggelenweg – Plasweg te IJsselmuiden

2

Broeksteeg te Zalk (nabij "de Hoge Brink")

3

Dorpsweg/Westenbergstraat te Wilsum

2

P-plaats nabij "De Kandelaar" te 's Heerenbroek

4

Grafhorsterweg te Grafhorst

1

Plantage

3

 

2.2 Tijdelijke standplaatsen

Naast de 2.1 aangegeven standplaatsen worden jaarlijks tevens vergunningen verleend voor tijdelijke of seizoensgebonden standplaatsen. Dit betreft ondermeer de autoruitreparatie, oliebollenkramen, kerstboomverkopers en standplaatsen voor ideëele doelen.

 

2.3 Knelpunten

Het standplaatsenbeleid 2006 kent een aantal knelpunten, die ertoe hebben geleid dat de uitwerking daarvan is stilgelegd:

 

  • Op enkele locaties zijn de standplaatsen zodanig in gebruik dat dit ongewenst is, bijvoorbeeld plaatsing tegen een gebouw (brandgevaar) of een verkeerstechnisch verkeerde plaats.

  • Voor ondernemers is het met name voor tijdelijke standplaatsen onduidelijk of een door hen in te dienen aanvraag kans van slagen heeft.

  • Het huidige beleid biedt te weinig houvast voor het verlenen van vergunningen en het houden van toezicht.

  • Het is niet mogelijk vaste standplaatsvergunningen voor een langere periode dan 2 jaar te verlenen, wat uit een oogpunt van lastenverlichting, voor zowel de ondernemer als de gemeente ongewenst wordt geacht.

 

Hoofdstuk 3 Juridisch kader

 

Beleid en wettelijke bepalingen vormen de kaders voor het reguleren van standplaatsen.

Op de ambulante handel en het innemen van standplaatsen zijn de volgende wettelijke regelingen van toepassing:

Artikel 3.1 Lokale regelingen

  • Algemene plaatselijke verordening

Het innemen van standplaatsen is geregeld in artikel 5.2.3 van de Algemene Plaatselijke Verordening Kampen 2001. Op grond van dit artikel is het:

Verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders op of aan de weg of aan openbaar water dan wel op een andere – al dan niet met enige beperking – voor publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats:

  • a.

    met een voertuig, een kraam, een tafel of enig ander middel een standplaats in te nemen of te hebben teneinde in de uitoefening van de handel goederen te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken, dan wel diensten aan te bieden;

  • b.

    anderszins goederen uit te stallen of uitgestald te hebben om deze te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken aan publiek

Niet alleen voor het innemen van een standplaats op openbare grond, maar ook voor het innemen van een standplaats op privé-terrein is op grond van de APV een vergunning nodig. Vanzelfsprekend zal ook de grondeigenaar in een dergelijk geval toestemming moeten verlenen.

  • Verordening precariobelasting

Voor het met vergunning innemen van een standplaats op openbare grond kan de gemeente een vergoeding bedingen. De grondslag hiervan kan gegeven worden in een retributieverordening of in een overeenkomst. In een retributieverordening kan afhankelijk van het formaat en de locatie van de standplaats een bepaald bedrag worden vastgesteld.

De gemeente Kampen heeft een retributieverordening: de Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting, die jaarlijks wordt vastgesteld. Hierin is geregeld dat voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond een directe belasting wordt geheven. In de tarieventabel zijn de bedragen genoemd voor het innemen van standplaatsen. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen A- en B-locaties. Tevens wordt voor de vrijdag en de zaterdag een hoger tarief in rekening gebracht.

 

Artikel 3.2 Wettelijke regelingen

Naast de APV zijn voor het reguleren en innemen van standplaatsen nog verschillende wettelijke regelingen van toepassing, die hieronder kort zijn weergegeven:

  • Grondwet

Artikel 7 van de Grondwet regelt de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van drukpers. Beoordeeld moet worden of sprake is van drukwerk waarin gedachten of gevoelens worden geopenbaard. Het verspreiden van handelsreclame wordt niet tot de vrijheid van drukpers gerekend.

Artikel 7 van de Grondwet impliceert dat voor het aanbieden van gedrukte stukken geen vergunning kan worden geëist. Wanneer het verspreiden van gedrukte stukken vanaf een standplaats gebeurd, is voor het innemen van de standplaats wel een vergunning vereist. Deze vergunning mag echter niets bepalen over de inhoud van gedrukte stukken, maar wel over zaken betreffende de openbare ore en veiligheid, volksgezondheid enz.

  • Warenwet

De Warenwet stelt naast regels voor de hoedanigheid en aanduiding van waren ook eisen aan de hygiëne en degelijkheid van producten. De Warenwet geldt ook voor het drijven van handel vanaf een standplaats. Omdat dit type handel enkele specifieke kenmerkten heeft, is daarop ook de Hygiënecode Ambulante Handel Eet- en Drinkwaren van toepassing. De uitvoering van deze wet berust bij de Voedsel- en Warenautoriteit.

  • Winkeltijdenwet

Deze wet regelt een aantal zaken met betrekking tot de openingstijden van winkels en het leveren van goederen aan particulieren. De bepalingen uit de Winkeltijdenwet gelden, op grond van artikel 2, lid 2, van de Winkeltijdenwet ook voor de verkoop van goederen vanaf een standplaats.

  • Wet milieubeheer

In de Wet milieubeheer wordt een regeling getroffen voor inrichtingen die hinder of overlast kunnen veroorzaken voor de omgeving. Deze bepalingen gelden ook voor houders van standplaatsen. Vooral aan mobiele verkoopinrichtingen van vis en snacks worden milieueisen gesteld. Deze eisen betreffen in hoofdzaak de gevolgen van het bakken. Het gaat daarbij om zaken als vetafscheiding van het afvalwater en het voorkomen van geuroverlast. De standplaatshouder kan ook verplicht worden gesteld zelf voldoende maatregelen te nemen om zwerfvuil rond zijn standplaats te voorkomen. Of er sprake is van een inrichting dient per standplaats te worden bepaald.

  • Wet op de ruimtelijke ordening

Wanneer een standplaatsvergunning krachtens de APV wordt verstrekt, blijven eventuele eisen die in het geldende bestemmingsplan worden gesteld van kracht.

Aangezien een standplaats in het algemeen een mobiel karakter heeft, zal er geen definitieve planologische reservering van standplaatsen plaatsvinden. In de bestemmingsplannen zal zo nodig worden verwezen naar het standplaatsenbeleid.

  • Woningwet

Op grond van artikel 40 van de Woningwet is het verboden te bouwen zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders. Een standplaatshouder met een mobiele wagen, die elke avond zijn standplaats ontruimt, heeft geen bouwvergunning nodig , aangezien in een dergelijke situatie geen sprake is van een bouwwerk in de zin van de Woningwet. Als een standplaats niet wordt ontruimd en dus een permanent karakter krijgt, is sprake van een vergunningplichtig bouwwerk in de zin van de Woningwet en dient ondermeer een toetsing aan het bestemmingsplan plaats te vinden. In dat geval is de APV niet meer van toepassing en is dus geen standplaatsvergunning meer vereist, aangezien de Woningwet hogere wetgeving is.

 

3.3 Overige regelingen

Handreiking Veiligheid op de markt

In 2008 is onder auspiciën van het Hoofdbedrijfsschap voor de Detailhandel in samenwerking met ondermeer de Vereniging van Nederlandse gemeenten, de ambulante handel en de Nederlandse vereniging voor brandweerzorg en rampenbestrijding een handreiking opgesteld voor de veiligheid op de markt. Dit is een handreiking voor zowel gemeenten als ondernemers zelf, waarin niet alleen risico’s van installaties en apparatuur worden benoemd die door de ambulante handel worden gebruikt, maar ook richtlijnen worden gegeven voor de situering van standplaatsen ten opzichte van de bebouwing.

Deze handreiking die is opgesteld voor de markt, is vanzelfsprekend evenzeer van toepassing op standplaatsen op standplaatslocaties.

 

Hoofdstuk 4 Beleidskader

 

In dit hoofdstuk wordt het beleid beschreven op grond waarvan de gemeente vergunningen voor standplaatsen zal beoordelen en een handhavingsplan kan maken.

 

Artikel 4.1 Begripsbepalingen: standplaatslocatie en onderverdeling standplaatsen

Een standplaats is volgens de APV een plaats die geschikt is voor ‘een voertuig, een marktkraam, een tafel of enig ander middel” waar goederen worden uitgestald om te koop aan te bieden, dan wel te verstrekken aan publiek. De intentie van een standplaats is het bieden van een locatie voor een mobiele verkoopinrichting.

Een standplaatslocatie is een aaneengesloten gebied dat geschikt is voor één of meer standplaatsen voor ambulante handel.

Een standplaats is een (op een locatie aangewezen) gebied, waarop – binnen de aangegeven afmetingen – één standplaats mag worden ingenomen.

Standplaatsen worden voor de beschrijving van het beleidskader als onderverdeeld in vaste, tijdelijke en incidentele standplaatsen.

Vaste standplaats:

Van een permanente standplaats is sprake bij een (beoogd) gebruik voor onbepaalde tijd door een standplaatshouder gedurende maximaal 6 dagen per kalenderweek.( Hiertoe behoren met name de vaste standplaatsen bij de diverse winkelcentra)

Tijdelijke standplaats:

Hiervan is sprake als het (beoogd) gebruik door een standplaatshouder voor een bepaalde tijd, tot een maximum van twee maanden betreft, gedurende ten hoogste 6 dagen per week.( Denk hierbij aan standplaatsen voor een oliebollenkraam of de verkoop van kerstbomen)

Incidentele standplaats:

Van een tijdelijke standplaats is sprake bij een beoogd gebruik van ten hoogste zes dagen per kalenderjaar. (Hieronder vallen met name activiteiten als autoruitreparatie).

Bij incidentele standplaatsen wordt voor wat betreft het doel dat met het innemen van een standplaats wordt beoogd onderscheid worden gemaakt tussen het commercieel of niet commercieel (waaronder ideëel )aanbieden van goederen en diensten. Bij het laatste valt te denken aan het werven van leden/donateurs voor het Wereld Natuur Fonds of een politieke organisatie).

 

4.2 Algemene uitgangspunten

In het hier te formuleren beleidskader blijven buiten beschouwing de standplaatsen (en de vergunningen daarvoor) op de reguliere (weekmarkten), op incidentele snuffel- en rommelmarkten en standplaatsen tijdens evenementen, zoals braderieën. Standplaatsen tijdens evenementen worden gereguleerd via de te verlenen evenementenvergunning(en).

Onderdeel van een standplaats is het hebben van een uitstalling daarbij. Het te formuleren beleidskader ziet uitsluitend op uitstallingen in het kader van standplaatsen en niet op uitstallingen bij winkels. Voor dergelijke uitstallingen zal naar verwachting in de loop van 2009 worden voorzien in een stelsel van algemene regels.

De gemeente Kampen onderkent de waarde van standplaatsen. Toch is regulering gewenst, aangezien een overdaad aan standplaatsen kan leiden tot overlast en aantasting van het uiterlijk aanzien van de gemeente.

Om die redenen is het wenselijk locaties aan te wijzen waar het innemen van één of meer standplaatsen is toegestaan.

Eén van de standplaatslocaties in IJsselmuiden (hoek Van Diggelen-Plasweg) is om redenen van verkeersveiligheid en ligging ten opzichte van de bebouwing te vervallen. Nadat verschillende alternatieve locaties niet haalbaar zijn gebleken, is besloten de standplaatslocatie enkele tientallen meters te verplaatsen naar de Van Diggelenweg. Deze standplaatslocatie blijft in stand totdat voor beide standplaatshouders instroom op de standplaatslocatie Markeresplein kan worden gerealiseerd.

De standplaatslocatie in Grafhorst is om redenen van verkeersveiligheid vervallen. Daarnaast is het maximaal aantal in te nemen standplaatsen bij enkele locaties aangepast. Het betreft met name het aantal standplaatsen bij het winkelcentrum West (Open Hof) en Markeresplein.

 

4.3 Toetsingscriteria

De verschillende standplaatslocaties, zoals die zijn aangegeven in tabel 2, zijn beoordeeld aan de hand van criteria die zijn ontleend aan de weigeringsgronden voor standplaatsvergunningen, zoals opgenomen 5.2.3., lid 6 van de APV. Deze criteria zijn hieronder beschreven en aangevuld en zijn op alle standplaatsen van toepassing.

Openbare orde (art. 5.2.3, lid 6 a APV)

  • Brandveiligheid: op een afstand van minder dan 5 meter vanaf bebouwing mag in principe geen standplaats worden ingenomen, indien gebruik wordt gemaakt van bak- en braadapparatuur of verwarmingsapparatuur in verband met gevaar voor overslag van brand in het geval dat door het gebruik van de standplaats brand kan ontstaan. Mogelijkheden om van deze regel af te wijken dienen te worden beoordeeld door de brandweer.

  • Sociale veiligheid: in het belang van de sociale veiligheid dient de openbare ruimte zoveel mogelijk open en controleerbaar te zijn. Een standplaats mag daarom niet op een zodanige locatie worden gesitueerd dat aan deze uitgangspunten afbreuk wordt gedaan.

Voorkomen of beperken van overlast (art. 5.2.3, lid 6b APV)

  • In het kader van zowel de Wet milieubeheer als de Handreiking veiligheid op de markt dient een minimale afstand van 5 meter ten opzichte van de bebouwing te worden aangehouden, indien gebruik wordt gemaakt van apparatuur voor frituren, bakken of braden.

  • Bij het innemen van standplaatsen door snack- en/of viswagens dient een zodanige afstand ten opzichte van woonbebouwing te worden ingenomen dat (geur)overlast wordt voorkomen

  • Er mag geen standplaats worden ingenomen onmiddellijk voor de toegang en (nood)uitgang van woningen, winkels en bedrijven.

Bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving (art. 5.2.3, lid 6c APV)

  • Een standplaats en de omvang daarvan moet passen binnen het straatbeeld

  • De situering van een standplaats moet passen binnen de ruimtelijke kwaliteit ) het ruimtelijk (stedenbouwkundig) concept) van de omgeving

Ongehinderde doorgang van het verkeer of de verkeersveiligheid (art. 5.2.3, lid 6d APV)

  • Het beperken van overlast, verkeersvrijheid- en veiligheid, het ordelijk en veilig verloop van de verkeersbewegingen. Kramen, karren en stallen mogen een vlotte voetgangersstroom niet beletten. Ook gehandicapten in rolstoelen, scootmobielen etc. dienen voldoende doorgang te behouden door de aanwezigheid van standplaatsen. Een standplaats mag geen verkeer- of parkeerhinder tot gevolg hebben. Standplaatsen mogen voorts niet verkeersgevaarlijke situaties opleveren doordat zij bijvoorbeeld het zicht op naderend verkeer ontnemen. Bij het innemen van standplaatsen dient tevens rekening te worden gehouden met de toegankelijkheid voor hulpverleningsdiensten ingeval van calamiteiten.

Verzorgingsniveau (art. 5.2.3, lid 6e APV)

  • De gemeente mag uitsluitend beschermende maatregelen treffen ten behoeve van winkelvoorzieningen in opbouw, dan wel voor het behoud van winkelvoorzieningen in kleine kernen. Indien zich een dergelijke situatie voordoet kan een standplaatsvergunning worden geweigerd.

Bestemmingsplan (art. 5.2.3, lid 6 f APV)

  • Een standplaatsvergunning kan worden geweigerd vanwege strijdigheid met een geldend bestemmingsplan.

Aanvullende criteria

  • Met uitzondering van de thans vastgelegde vaste standplaatslocaties worden geen standplaatslocaties aangewezen en standplaatsen vergund op gronden die geen eigendom zijn van de gemeente. Achtergrond hiervan is de potentiële belemmering voortvloeiende uit de noodzakelijke toestemming van de grondeigenaar en het streven standplaatslocaties te koppelen aan winkelcentra.

  • Het in het standplaatsenbeleid 2006 vastgelegde uitgangspunt dat een verkoopinrichting inclusief uitstalling maximaal 25 m2 van omvang mag zijn, is problematisch voor met name groenteboeren, die gelet op de te verkopen waren, dan niet beschikken over voldoende uitstalruimte. Daarom zal voor de standplaatsen voor groenteboeren een uitzondering worden gemaakt op het maximum van 25 m2. Gelet op de beschikbare ruimte is het echter niet op iedere locatie mogelijk om meer dan 25 m2 te bezetten. Voor standplaatsen van groenteboeren zal daarom uiteindelijk het maximum dan ook per locatie worden bepaald en worden aangegeven in de vergunning, met dien verstande dat de lengte van de standplaats maximaal 12 strekkende meter en de diepte maximaal 3,5 meter mag bedragen. Bij de berekening van de oppervlakte van een standplaats wordt de zogenaamde voorluifel van een kraam of verkoopwagen niet meegerekend, tenzij onder deze luifel te verkopen goederen worden uitgestald. Voor de overige bestaande standplaatsen zal een maximum van 25 m2 per standplaats gelden.

  • Standplaatsvergunningen worden slechts verleend aan natuurlijke personen en niet op naam van een onderneming zoals een vennootschap onder firma.

  • Per natuurlijke persoon wordt per dag niet meer dan één standplaatsvergunning verleend.

  • Vergunningen voor vaste standplaatsen buiten het stadscentrum van Kampen worden in principe voor onbepaalde tijd verleend. Vergunningen voor vaste standplaatsen in het centrum van Kampen worden verleend voor een periode van maximaal vijf jaar (Zie ook 4.5)

  • Voor de vaste standplaatsen op de Plantage wordt een zomer- en een winteropstelling gehanteerd, die parallel loopt met de zomer- en winteropstelling van de zaterdagmarkt. Tijdens de zomeropstelling is de vaste standplaats van de groenteboer in de Vispoort. In de winteropstelling worden de standplaatsen van de groenteboer en een snackverkoper op de Plantage in de lengterichting gekoppeld om het zicht op de Plantage als horecaplein niet onnodig te beperken.

  • Vergunningen voor tijdelijke en incidentele standplaatsen worden niet voor een langere periode dan een jaar verleend. Aanvragen voor een komend kalenderjaar worden pas vanaf 1 november in het jaar daaraan voorafgaand in behandeling genomen.

  • Behoudens de gevallen genoemd in artikel 1.6 van de APV kunnen standplaatsvergunningen eveneens worden gewijzigd of ingetrokken wanneer sprake is van een wijziging in het gemeentelijke standplaatsenbeleid.

  • Om een eenzijdige benutting van standplaatsen te voorkomen, wordt per in principe per standplaatslocatie, per dag slechts één vergunning per branche verstrekt.

  •  

 

4.4 Maximumstelsel en locaties

De gemeente hanteert voor het aantal standplaatsen op de diverse locaties een zogenaamd maximumstelsel. Het hanteren van een maximumstelsel betekent niet per definitie dat iedere aanvraag wordt geweigerd. Per geval dient te worden beoordeeld of afwijking van dit stelsel in geval van bijzondere omstandigheden gewenst is.

In onderstaande tabel 2 zijn de verschillende locaties met het maximaal aantal in te nemen standplaatsen vermeld. Meer gedetailleerde informatie omtrent de standplaatsen wordt opgenomen in de desbetreffende vergunningen.

 

Tabel 2

Locaties

Maximum aantal standplaatsen

Maximaal aantal dagen

ma

di

wo

do

vr

za

Winkelcentrum Penningkruid te Kampen

2

x

x

x

x

x

x

Winkelcentrum West (Open Hof) te Kampen

2

x

x

x

x

x

x

Winkelcentrum Markeresplein te IJsselmuiden

2

x

x

x

x

x

Winkelcentrum Hanzewijk

2

x

x

x

x

x

x

Broeksteeg te Zalk (nabij "de Hoge Brink")

3

x

x

x

x

x

x

Dorpsweg/Westenbergstraat te Wilsum

2

x

x

x

x

x

x

P-plaats nabij "De Kandelaar" te 's Heerenbroek

4

x

x

x

x

x

x

Van Diggelenweg te IJsselmuiden

2

x

x

x

x

x

x

Burg. Berghuisplein (alleen incidentele standplaatsen voor autoruitreparatie)

1

x

x

x

x

x

x

Meeuwenplein (alleen oliebollenkraam)

1

x

x

x

x

x

x

Van Heutzplein (alleen incidentele standplaatsen)

2

x

x

x

x

x

x

[Vervallen]

Unieplein (alleen oliebollenkraam)

1

x

x

x

x

x

x

Oudestraat, ter hoogte van de theologische universiteit (alleen incidentele standplaatsen voor ideële doeleinden

1

x

x

Oude Raadhuisplein (alleen incidentele standplaatsen voor ideële doeleinden)

1

x

x

 

4.5 Afweging en gebruik standplaatslocaties

Afweging standplaatslocaties

In tabel 2 is een overzicht gegeven van de diverse standplaatsen en standplaatslocaties. Deels is sprake van locaties, welke niet opgenomen zijn geweest in het standplaatsenbeleid 2006. Daarnaast is één van de vaste standplaatslocaties in IJsselmuiden vanwege veiligheidsredenen (verkeer en ligging ten opzichte van de bebouwing) verplaatst van de hoek Van Diggelenweg – Plasweg naar de Van Diggelenweg.

Tevens is een nieuwe vaste standplaatslocatie in de Hanzewijk opgenomen voor twee standplaatsen.

De standplaatslocaties zijn zodanig vastgesteld dat een evenwichtige spreiding over de gemeente is verkregen. Er is voor gekozen de locaties zoveel mogelijk te laten aansluiten bij de verschillende winkelcentra. Daarnaast zijn locaties voorzien in de verschillende buitendorpen.

Bij de standplaatslocaties in de binnenstad van Kampen is gezocht naar een evenwicht tussen het belang van de potentiële standplaatshouders, het belang van de bescherming van de monumentale binnenstad en de andere gebruikers van deze locaties. Om die redenen wordt voor enkele locaties in de binnenstad slechts een beperkt gebruik voor met name incidentele, ideëele standplaatsen toegestaan.

De verschillende standplaatslocaties zijn in de bestemmingsplannen niet als zodanig benoemd, ook al worden de meeste locaties in het algemeen al jarenlang gebruikt. Er is voor gekozen de standplaatslocaties ook niet als zodanig in de desbetreffende bestemmingsplannen op te nemen, vanwege het mobiele karakter. In plaats daarvan zal bij de aanpassing van de verschillende bestemmingsplannen worden verwezen naar het standplaatsenbeleid.

 

Gebruik standplaatslocaties

Hieronder wordt nader ingegaan op het gebruik van de verschillende standplaatslocaties, zoals vermeld in tabel 2.

  • Voor gevallen waarin vaste standplaatsen dienen te verdwijnen, zal primair worden gezocht naar een acceptabel en al dan niet tijdelijk alternatief. Indien dit niet mogelijk blijkt, dan zal via een kortlopende vergunning tot afbouw van de betreffende locatie worden overgegaan.

  • Voor wat betreft de termijn voor het afgeven van vergunningen is uitdrukkelijk een onderscheid gemaakt tussen de standplaatsen op de Plantage en de standplaatsen op andere locaties in de gemeente Kampen. Dat onderscheid heeft te maken met de verschillende functies van de Plantage, de Vispoort en de onmiddellijke omgeving van het deel van de Oudestraat nabij de Plantage. Dit deel van de binnenstad is regelmatig betrokken bij evenementen. Bovendien is sprake is van verschillende ontwikkelingen die kunnen leiden tot het wijzigen van gebruiksfuncties in dit deel van het stadscentrum. Daarom worden de vergunningen voor de betreffende standplaatsen voor een periode van maximaal vijf jaar verleend.

  • [Vervallen]

  • Voor incidentele, niet-commerciёle standplaatsen buiten de binnenstad van Kampen worden uitsluitend vergunningen verleend voor de locaties waar vaste standplaatsen worden vergund, mits niet het gestelde maximum aantal standplaatsen op de betreffende locatie is bereikt. Ten aanzien van de binnenstad van Kampen worden deze standplaatsen uitsluitend vergund voor de locaties Unieplein, Van Heutszplein, de Oudestraat ter hoogte van de theologische universiteit en het Raadhuisplein.

  • Voor incidentele, commerciёle standplaatsen buiten de binnenstad van Kampen worden uitsluitend vergunningen verleend voor de locaties waar vaste standplaatsen worden vergund, mits niet het gestelde maximum aantal standplaatsen op de betreffende locatie is bereikt. Ten aanzien van de binnenstad van Kampen worden deze standplaatsen uitsluitend vergund voorde locaties Unieplein en Van Heutszplein

  • Vergunningen voor autoruitreparatie en daarmee vergelijkbare commerciële activiteiten worden uitsluitend verleend voor de locatie Burgemeester Berghuisplein

  • Voor de verkoop van oliebollen worden, naast Koninginnedag, alleen voor de periode van 15 november tot 31 december standplaatsvergunningen afgegeven. Daarvoor komen buiten de binnenstad van Kampen uitsluitend de locaties waar vaste standplaatsen worden vergund in aanmerking, mits niet het gestelde maximum aantal standplaatsen op de betreffende locatie is bereikt. Voor de binnenstad van Kampen worden deze standplaatsen alleen vergund voor de locaties Meeuwenplein, Unieplein, en Van Heutszplein.

  • Voor de verkoop van Kerstbomen worden uitsluitend voor de periode van 6 tot en met 24 december standplaatsvergunningen verleend.

 

4.6 Nieuwe aanvragen

Naast aanvragen voor tijdelijke en incidentele standplaatsen, bestaan ook voor vaste standplaatsen nog mogelijkheden voorzover deze locaties niet maximaal zijn benut. Om onenigheid over het gewenste gebruik van een standplaatslocatie te voorkomen worden bij het beoordelen van vergunningaanvragen de volgende regels gehanteerd:

  • Vergunningenaanvragen voor standplaatsen worden in volgorde van binnenkomst beoordeeld.

  • Indien meerdere aanvragers opteren voor dezelfde standplaats en er zijn geen of geen andere, acceptabele standplaatsen meer voorhanden, dan legt de gemeente desgevraagd een wachtlijst aan.

  • Een opengevallen standplaatslocatie wordt toegewezen aan de langst ingeschrevene op de wachtlijst.

  • Eén aangeboden standplaats mag met vermelding van de reden worden geweigerd zonder dat dit gevolgen heeft voor de plaats op de wachtlijst

  • De inschrijving op de wachtlijst vervalt, bij een tweede weigering van een aangeboden standplaats, door vergunningverlening, op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene of bij diens overlijden, dan wel indien de ingeschrevene niet meer voldoet aan de vereisten om in aanmerking te komen voor een standplaatsvergunning

  • Bij het innemen van standplaatsen korter dan een hele dag, wordt voor de gehele dag een precarioheffing in rekening gebracht.

 

4.7 Leges, Precario en huur

Op grond van de gemeentelijke legesverordening is voor de behandeling van een aanvraag van een standplaatsvergunning leges verschuldigd. De tarieven daarvoor worden jaarlijks vastgesteld door de gemeenteraad.

Voorzover de grond waarop de standplaats wordt ingenomen eigendom is van de gemeente wordt tevens een vergoeding in rekening gebracht voor het gebruik van de grond, de zogenaamde precariobelasting. De heffing daarvan vindt plaats op basis van de Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting. Ook deze verordening en de daarbij behorende tarieven worden jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld.

Indien een standplaats wordt ingenomen op grond waarvan de gemeente géén eigenaar is, geldt dat naast de standplaatsvergunning tevens privaatrechtelijke toestemming is vereist van de grondeigenaar. Deze kan voor het gebruik van de grond een vergoeding vragen in de vorm van huur.

Voor de particuliere terreinen zoals vermeld in bijlage 2 is door de eigenaren toestemming verleend.

 

4.8 Rechtskarakter van het standplaatsenbeleid

Het standplaatsenbeleid is een beleidsregel in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit betekent dat het standplaatsenbeleid als besluit van algemene strekking bekend moet worden gemaakt door publicatie

Op grond van het bepaalde in artikel 4:84 van de Awb moet overeenkomstig de beleidsregel worden gehandeld, tenzij toepassing van het beleid voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben, die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen (inherente afwijkingsbevoegdheid)

 

4.9 Slotbepaling

  • a.

    Deze beleidsregel treedt na vaststelling in werking de dag na de dag van bekendmaking in De Brug.

  • b.

    Deze beleidsregel kan worden aangehaald als “Standplaatsenbeleid gemeente Kampen 2009”.

  • c.

    Met de vaststelling van het Standplaatsenbeleid gemeente Kampen 2009 is het standplaatsenbeleid gemeente Kampen van november 2006 ingetrokken.

 

 

Kampen, 8 december 2009

Burgemeester en wethouders van Kampen

de secretaris,

J.F. Goedegebure

de burgemeester,

drs. mr. B. Koelewijn

Bijlage 1 Regelgeving APV

APV Kampen 2001

Artikel 5.2.3 Standplaatsen: uitstallingen op de weg

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders op of aan de weg of aan een openbaar water dan wel op een andere - al dan niet met enige beperking – voor publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats:

    • a.

      met een voertuig, een kraam, een tafel of enig ander middel een standplaats in te nemen ofte hebben teneinde in de uitoefening van de handel goederen te koop aan te bieden, te verkopen ofte verstrekken, dan wel diensten aan te bieden;

    • b.

      anderszins goederen uit te stallen of uitgestald te hebben om deze te koop aan te bieden, te verkopen ofte verstrekken aan publiek.

  • 2.

    Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan, dat daarop zonder vergunning van burgemeester en wethouders standplaats wordt of is ingenomen of goederen worden of zijn uitgestald als bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    Het in het eerste lid, onder b, gestelde verbod geldt niet ten aanzien van het uitgestald hebben van gedrukte of geschreven stukken waarin gedachten of gevoelens worden geopenbaard als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet. Alsdan geldt ook het in het tweede lid gestelde verbod niet.

  • 4.

    De in het eerste en tweede lid gestelde verboden gelden niet op de plaats die is aangewezen voor het houden van een door de gemeenteraad ingestelde markt, zulks gedurende de tijden dat de markt gehouden wordt voor een evenement als bedoeld in artikel 2.2.1, of voor het organiseren van een markt als bedoeld in artikel 5.2.4.

  • 5.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet milieubeheer, de Woningwet, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of de Provinciale Wegenverordening Overijssel van toepassing is.

  • 6.

    Een vergunning bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd:

    • a.

      in het belang van de openbare orde;

    • b.

      in het belang van het voorkomen of beperken van overlast;

    • c.

      in het belang van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;

    • d.

      in het belang van de verkeersvrijheid of -veiligheid;

    • e.

      wanneer als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel der gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt;

    • f.

      vanwege de strijd met een geldend bestemmingsplan.

  • 7.

    Burgemeester en wethouders houden de beslissing op een aanvraag voor een standplaatsvergunning aan, indien de aanvraag tevens een milieuwetplichtige activiteit betreft en indien geen toepassing kan worden gegeven aan het zesde lid, tot de dag waarop de beslissing over de milieuvergunningaanvraag is genomen.

 

Bijlage 2 Overzicht standplaatsen per 1 maart 2009

 

Locaties

ma

di

wo

do

vr

za

Penningkruid: maximaal 1

A. Bennink, Zanderhof 8,7908 CA Hoogeveen (kaas)

X

H. Ruizendaal, Havelaar 29, 8321 ZA Urk (vis) (t/m 19-11-2010)

X

Vishandel Jacoba, Ballade 30, 8265 SB Kampen (vis) t/m 26-1-2011

X

W. Westerink, Vloeddijk 123, 8261 GK Kampen (groente)

X

H. Ruizendaal, Havelaar 29, 8321 ZA Urk (vis)

X

Van Diggelenweg-Plasweg: maximaal 2 (locatie dient te verdwijnen)

M. Beenen, Zilverbeek 9, 8064 JD Zwartsluis (kaas)

X

Vishandel Timmerman, KI. Benninkstraat 7a, 8281 ZV Genemuiden (vis)

X

Plantage : maximaal 3

J.A.B. Hollander, Trekvaart 53, 8271 AB IJsselmuiden (bloemen)

X

X

X

X

G.H. Otten, Karekiet 14, 8271 GS IJsselmuiden (groente)

X

X

P.H. Tran, Fonteinkruid 156,8265 LJ Kampen (loempia's)

X

X

X

Open Hof: maximaal 4

Vishandel H. Snoek, Molenkamp 14,8321 AS Urk (vis)

X

H. Ruizendaal, Havelaar 29,8321 ZA Urk (vis)

X

Kroesen’s Marktbakkerijen (brood en banket)

X

T.L. Nguyen, Mandemakersgilde 35, Dronten (loempia’s) t/m 7-3-2010

X

X

X

Boka Tuinen, Greenterweg 52, Kampen (bloemen)

X

Markeresplein: maximaal 4

W. Westerink, Vloeddijk 123, 8261 GK Kampen (groente) (t/m 1-10-2009

X

Vishandel Bottenberg, Burg. van Engelenweg 34 , IJsselmuiden (vis)

X

Ngo-Ngyen, Kruizemunt 56, Dronten (vietnamese snacks) t/m 24-10-2010

X

Zalk (particulier terrein verenigingsgebouw “De Hoge Brink”): maximaal 3

Mevrouw E. van den Berg-Putten Stationsweg 23 te Wezep (slager)

X

De heer R.F.J. van Poorten, Drecht 41 te Zwolle (bakker)

X

V.O.F. Hoogstede, Nijverheidsstraat 21, 8263 AM Kampen (groente en fruit) t/m 31-12-2008

X

Poeliersbedrijf van Elten (wild en gevogelte) t/m 28-8-2009

X

Wilsum (particulier terrein hervormd verenigingsgebouw): maximaal 2

Vishandel Bottenberg, Burg. van Engelenweg 34, IJsselmuiden (vis)

X

’s Heerenbroek (bij verenigingsgebouw “De Kandelaar”): maximaal 4

ma

di

wo

do

vr

za

 

Bijlage 3 Aanvraagformulier voor een standplaatsvergunning

Alleen volledig ingevulde formulieren met alle gevraagde documenten worden in behandeling genomen. Het verstrekken van onjuiste gegevens kan, indien dit na vergunningverlening blijkt, leiden tot het intrekken van de vergunning.

Dit formulier met alle benodigde formulieren dient u te zenden aan:

College van burgemeester en wethouders van de gemeente Kampen

Team Vergunningen

Postbus 50009

8260 GA Kampen

 

 

Gegevens van de aanvrager

Naam aanvrager/bedrijfsnaam ……………………………………………………………….

Naam persoon die standplaats inneemt ……………………………………………………………….

Adres en huisnummer ……………………………………………………………….

Postcode en woonplaats ……………………………………………………………….

Telefoonnummer ……………………………………………………………….

Faxnummer ………………………………………………………………

E-mailadres ………………………………………………………………

Gegevens aanvraag standplaatsvergunning

 

Voor het aanvragen van een standplaatsvergunning dient u de volgende documenten met dit

aanvraagformulier mee te zenden:

  • Kopie van het legitimatiebewijs

  • Kopie bewijs van inschrijving Kamer van Koophandel

  • Kopie bewijs van inschrijving bij het Centraal Registratiekantoor Detailhandel

  • Bewijs van verzekering tegen vordering van schadevergoeding krachtens wettelijke aansprakelijkheid

  • Indien gebruik wordt gemaakt van installaties, waarin gekookt, gebakken of gebraden en/of gefrituurd kan worden: een bewijs van veiligheid van de te gebruiken apparatuur

  • Een opgave van lengte, hoogte en breedte van de verkoopwagen/kraam of enig ander middel waarmee de standplaats wordt ingenomen, inclusief een foto van het middel

 

  • 1.

    Vraag u een vaste, een tijdelijke of een incidentele standplaatsvergunning aan?

    • Vaste standplaatsvergunning (onbepaalde tijd, maximaal 6 dagen per week)

    • Tijdelijke standplaatsvergunning (maximaal 2 maanden, maximaal 5 dagen per week)

    • Incidentele standplaatsvergunning ( maximaal 6 dagen per jaar)

  • 2.

    Voor welke dagen of dagdelen vraagt u een standplaatsvergunning aan?

……………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………….

  • 3.

    Voor welke locatie vraagt u een standplaatsvergunning aan?

………………………………………………………………………………………………….

………………………………………………………………………………………………….

  • 4.

    Welke producten of diensten worden uitgestald, te koop aangeboden, onder de aandacht gebracht?

…………………………………………………………………………………………………….

…………………………………………………………………………………………………….

  • 5.

    Op welke dag wilt u een standplaats innemen?

(aankruisen wat van toepassing is)

  • Maandag

  • Dinsdag

  • Woensdag

  • Donderdag

  • Vrijdag

  • Zaterdag

 

OPMERKINGEN

 

Aldus naar waarheid ingevuld te ……………………………………., datum en jaar ………………….

Naam …………………………………………………………………………

Handtekening …………………………………………………………………………

 

 

 

Bijlage 4 Model-Vergunningvoorschriften

Wanneer een standplaatsvergunning wordt verleend, is het gebruikelijk daaraan een aantal voorschriften (voorwaarden) te verbinden. Hierna zijn de standaardvoorschriften vermeld:

  • 1.

    Vergunninghouder dient een handelingsbekwaam natuurlijk persoon te zijn, die aantoont aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie te hebben voldaan.

  • 2.

    De standplaats dient door de vergunninghouder persoonlijk te worden ingenomen. Hij mag de standplaats niet onderverhuren en dient zelf het grootste deel van de dag aanwezig te zijn op de standplaats. Hiervoor kan bij vakantie of ziekte een uitzondering worden gemaakt, mits de vervanging plaatsvindt door voldoende gekwalificeerd personeel.

  • 3.

    Overdracht van een standplaats is alleen toegestaan, mits dit in de familie van de eerste of de tweede graad plaatsvindt, of indien het een medewerker betreft die aantoonbaar tenminste drie jaar in loondienst is. Overnamekandidaten dienen aan alle in het standplaatsenbeleid gestelde voorwaarden te voldoen.

  • 4.

    De vergunninghouder dient voldoende te zijn verzekerd tegen vordering tot wettelijke aanspakelijkheid, waartoe hij als gebruiker van een verkoopinrichting op een standplaatslocatie krachtens wettelijke aansprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden verplicht wegens aan derden toegebrachte schade. Betrokkene dient burgemeester en wethouders jaarlijks het bewijs over te leggen dat de door hem terzake verschuldigde premie is voldaan.

  • 5.

    De standplaats moet uiterlijk zijn ontruimd: op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag om 18.30 uur, op vrijdag om 21.00 uur en op zaterdag om 18.00 uur; indien sprake is van bijzonder activiteiten kan van deze tijden worden afgeweken. De standplaatshouder mag vanaf een uur voor opening tot een uur na sluiting op de standplaats aanwezig zijn.

  • 6.

    Een standplaatshouder dient te voldoen aan de eisen van de Warenwet en de Winkeltijdenwet.

  • 7.

    De juiste plaats van de standplaats wordt door de marktmeester aangegeven. Meer dan de toegewezen standplaatsruimte mag niet in gebruik worden genomen.

  • 8.

    Alle aanwijzingen, die door de marktmeester of door de politie in het belang van de openbare orde, veiligheid of vrijheid van het verkeer worden gegeven, moeten direct worden opgevolgd.

  • 9.

    De vergunning tot het innemen van de standplaats moet op vordering van de politie of van de marktmeester te allen tijde worden getoond. Tevens dient de vergunninghouder zich te allen tijde te kunnen legitimeren.

  • 10.

    Vergunninghouder is verplicht ervoor te zorgen dat de standplaats en de omgeving daarvan schoon worden gehouden en dat alle afval ter plaatse direct wordt verwijderd en op een milieuverantwoorde wijze wordt afgevoerd.

  • 11.

    Na afloop van de dag of het dagdeel waarop de standplaats is ingenomen, dient de standplaats vrij van ieder obstakel en schooon te worden opgeleverd.

  • 12.

    Vergunninghouder aan wie tevens vergunning is verleend op zijn standplaats geringe eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken, dient aan de voorzijde van de marktkraam of verkoopgelegenheid een tweetal korven of afvalbakken van voldoende grootte te plaatsen ter voorkoming van verspreiding van afval.

  • 13.

    Het is alleen toegestaan afvalwater dat geen schade toebrengt aan het milieu, geen stankoverlast of verstoppingen veroorzaakt te lozen in het riool.

  • 14.

    Burgemeester en wethouders behouden zich het recht voor tussentijds de verleende vergunning in te trekken met een opzegtermijn van één maand met evenredige verrekening van de reeds betaalde precariorechten.

  • 15.

    Van een standplaats mag geen gebruik worden gemaakt indien de standplaats is betrokken bij een reguliere markt of sprake is van de organisatie van een evenement en de standplaats door de organisator van het evenement niet in het evenement kan worden ingepast.

  • 16.

    Een standplaatshouder dient zijn standplaats op eerste aanzegging van de gemeente te ontruimen, indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven.

  • 17.

    Indien de locatie van een standplaats is betrokken bij een evenement en daarin niet kan worden ingepast, dan kan van de standplaats geen gebruik worden gemaakt

  • 18.

    Achter en terzijde van de standplaats mogen geen auto's of andere voertuigen worden geplaatst.

  • 19.

    Op standplaatsen mag geen terrasmeubilair worden geplaatst.

  • 20.

    Reclameuitingen dienen binnen de vergunde standplaats te worden geplaatst.

  • 21.

    De precariorechten zijn per kwartaal verschuldigd; ook indien geen of nagenoeg geen gebruik van de standplaats is gemaakt. Indien de vergunninghouder de standplaats opzegt binnen een periode van d|ie maanden na de datum dat aan hem vergunning is verleend, is hij in ieder geval precariorecht verschuldigd over een periode van drie maanden. Ingeval van wanbetaling kan de vergunning - zonder een opzegtermijn in acht te nemen - worden ingetrokken.

  • 22.

    In principe dienen standplaatshouders zelf zorg te dragen voor hun nutsvoorzieningen. Voor het gebruik van eventueel aanwezige vaste aansluitpunten voor electriciteit en water kan een vergoeding worden gevraagd.

  • 23.

    Deze vergunning kan naast de in artikel 1.6, lid 1, sub b van de Algemene plaatselijke verordening genoemde gronden tevens worden ingetrokken of gewijzigd als sprake is van een wijziging in het gemeentelijke standplaatsenbeleid.

  • 24.

    Indien gedurende een periode van méér dan twee maanden van de standplaats geen gebruik wordt gemaakt kunnen burgemeester en weihouders -zonder een opzegtermijn in acht te nemen- de standplaatsvergunning intrekken.

  • 25.

    Opzegging van de standplaatsvergunning door de vergunninghouder dient schriftelijk te gebeuren bij burgemeester en wethouders.