Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
ISD Kop van Noord-Holland

Beleidsregel scholingsplicht jongeren

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieISD Kop van Noord-Holland
Officiële naam regelingBeleidsregel scholingsplicht jongeren
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. N.v.t.
  2. N.v.t.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-08-2013N.v.t.

15-08-2013

www.isdnoordkop.nl

Beleidsregel scholingsplicht jongeren

Tekst van de regeling

Artikel 1 Relevante artikelen wetten en verordening

- Wwb artikel 13, lid 2 onderdeel c en artikel 41, lid 5, 6 en 7

- Schulinck  (B3.9.3.2) Bijstand > Recht op bijstand > Uitsluiting van bijstand.

Artikel 2 De doelgroep

De doelgroep wordt bepaald door de WWB. Het gaat om werkzoekenden tot 27 jaar die een beroep doen op de WWB. Voor de jongeren geldt een zoektijd van 4 weken. In die 4 weken zoektijd moet hij zijn mogelijkheden om onderwijs te volgen onderzoeken en werk zoeken. 

De doelgroep op grond van de WWB heeft een overlap met de doelgroep van het RMC. Bij de taakverdeling en de inrichting van het werkproces is rekening gehouden met deze overlap.

Artikel 3 De verplichting om documenten in te leveren

  • 1 Voor de vaststelling van de mogelijkheid om onderwijs te volgen wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de gegevens die bij het regionaal bureau leerplicht en het meldcentrum (RBL/RMC) aanwezig zijn.

  • 2 De verplichting om aanvullende gegevens te leveren, krijgt de jongere slechts opgelegd indien de hier bekende gegevens niet voldoende zijn om de mogelijkheid om onderwijs te volgen, vast te stellen.

    Toelichting

    In artikel 41 lid 5 van de WWB is bepaald dat de jongere documenten verstrekt die kunnen helpen bij de beoordeling of de jongere nog mogelijkheden heeft om onderwijs te volgen.

    In de wet en de toelichting is niet benoemd om welke documenten het gaat. Het heeft geen zin om gegevens te vragen die al in ons bezit zijn. Alleen als er geen of onvoldoende gegevens aanwezig zijn en de scholingsmogelijkheden  op geen andere wijze vastgesteld kunnen worden, wordt de verplichting opgelegd om gegevens in te leveren.

     

Artikel 4 Het kunnen volgen van onderwijs

  • 1 Nadat aan de hand van de hier bekende gegevens is vastgesteld dat de jongere scholingsmogelijkheden heeft, gaat de trajectbegeleider RMC met de jongere in gesprek.

  • 2 Succesvolle herintreding in het onderwijs is alleen mogelijk als er sprake is van leerbaarheid en een bepaalde vorm van motivatie bij de jongere. De trajectbegeleider RMC zal de motivatie zo nodig stimuleren.

  • 3 Indien duidelijk is dat de jongere leerbaar is en weigert om deel te nemen aan het onderwijs en uit houding en gedrag spreekt in hoofdzaak weigering en tegenwerking, wordt besloten om gebruik te maken van de mogelijkheid om de jongere uit te sluiten van het recht op uitkering, omdat hij onderwijs kan volgen.

  • 4 Indien de jongere leerbaar is maar niet verwijtbaar gedemotiveerd is, is de conclusie dat hij geen onderwijs kan volgen en wordt de reïntegratie- en arbeidsverplichting in volle omvang opgelegd.

  • 5 Vanwege budgettaire redenen wordt er terughoudend omgegaan met herintreding in het onderwijs, terwijl er geen aanspraak meer is op studiefinanciering.

    Toelichting

    Lid 1

    In de werkprocesbeschrijving van de 4 weken zoektijd is beschreven op welke wijze de jongeren gescreend worden die een gesprek hebben over de herintreding naar het onderwijs. 

    Lid 3

    Dit zit vooral op de situatie dat er sprake is van leerbaarheid, maar de jongere weigert om onderwijs te volgen en de weigering de overhand heeft. Als de houding in zo goed als alle opzichten negatief is, heeft het ook geen zin om een traject richting werk te gaan volgen. De beslissing om de jongere uit te sluiten van het recht op uitkering is dan de enige mogelijkheid.

    Lid 4

    In het geval er sprake is van leerbaarheid, maar gebrek aan motivatie is uitsluiting van het recht op uitkering niet aan de orde. In het artikel is het begrip “niet verwijtbaar gedemotiveerd” gebruikt om aan te geven dat het gaat om een jongere met bepaalde ervaringen in het onderwijs of een bepaalde aanleg, waardoor de weerstand tegen onderwijs begrijpelijk is en het volgen van het onderwijs geen resultaat zal hebben.

    Lid 5

    Ook als er geen aanspraak op studiefinanciering bestaat mag van de jongere verwacht worden dat hij onderwijs gaat volgen. De WWB-uitkering zal door moeten lopen tijdens de studie. 

Artikel 5 Het niet reageren op oproepen en niet meewerken aan onderzoek

  • 1 Tijdens de zoektijd blijft het niet meewerken aan het onderzoek zonder gevolg.

  • 2 Bij het indienen van de aanvraag is de jongere verplicht om documenten te verstrekken over de scholingsmogelijkheden. Doet hij dat niet en kunnen daardoor de scholingsmogelijkheden niet worden vastgesteld, dan kan het recht niet worden vastgesteld en wordt de jongere uitgesloten van het recht op uitkering.

  • 3 Tijdens de uitkering heeft het niet meewerken aan het onderzoek naar scholingsmogelijkheden het gevolg dat de jongere wordt uitgesloten omdat het recht op uitkering niet is vast te stellen.

    Toelichting

    Lid 1

    Tijdens de zoektijd is er nog geen sprake van een aanvraag en dus is er ook geen verplichting om de aanvraag aan te vullen. De jongere kan worden opgeroepen voor een gesprek over scholingsmogelijkheden, maar niet verschijnen heeft geen gevolg.

    Lid 2

    Bij de aanvraag zal zelden naar documenten gevraagd worden voor de scholingsmogelijkheden, zodat ook de uitsluiting als gevolg van niet leveren van documenten zich zelden voor zal doen. In tegenstelling tot het niet meewerken aan reïntegratie is de Afstemmingsverordening niet van toepassing.