Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
ISD Kop van Noord-Holland

Verordening langdurigheidstoeslag ISD Kop van Noord-Holland 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieISD Kop van Noord-Holland
Officiële naam regelingVerordening langdurigheidstoeslag ISD Kop van Noord-Holland 2013
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. N.v.t.
  2. N.v.t.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-2013Nvt

15-08-2013

Nvt

Nvt

Tekst van de regeling

Het algemeen bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst van de Kop van Noord-Holland,

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur, d.d. 18 juli 2013

gelet op

de Gemeenschappelijke regeling Intergemeentelijke Sociale Dienst Kop van Noord-Holland;

en

gelet op de artikelen 8, eerste lid sub d en artikel 36 van de Wet werk en bijstand;

Besluit 

in te trekken de Verordening langdurigheidstoeslag ISD Kop van Noord-Holland 2012 (2e versie)

en

vast te stellen de Verordening langdurigheidstoeslag ISD Kop van Noord-Holland 2013

Artikel 1 Begripsbepalingen

Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. het dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Kop van Noord-Holland, dan wel een medewerker, die namens het dagelijks bestuur belast is met de uitvoering van de wet;

b. wet: de Wet werk en bijstand;

c. WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

d. WSF 2000: Wet Studiefinanciering;

e. bijstandsnorm: de norm bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de wet.

 

Artikel 2 Voorwaarden

  • 1 Onverlet het bepaalde in artikel 36 van de wet komt in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag de belanghebbende die gedurende een onafgebroken periode van 36 maanden, voorafgaand aan de datum van aanvraag, een inkomen had dat gemiddeld per maand niet hoger was dan 100% van de voor hem geldende bijstandsnorm en geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet.

  • 2 Indien één van de echtgenoten of partner op de peildatum is uitgesloten van het recht op algemene bijstand op grond van artikel 11 of artikel 13 van de Wwb, komt de andere echtgenoot of partner in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor het gezin of alleenstaande ouder zou gelden zonder aanwezigheid van de niet rechthebbende echtgenoot of partner.

  • 3 De echtgenoot of partner die is uitgesloten van het recht op bijstand moet voldoen aan de voorwaarden, genoemd in het eerste lid van dit artikel.

  • 4 Niet voor de langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de belanghebbende die een opleiding of studie volgt als bedoeld in de WTOS of de WSF 2000, dan wel korter dan drie jaar geleden een dergelijke opleiding of studie heeft beëindigd.

Artikel 3 Hoogte van de toeslag

  • 1 De hoogte van de langdurigheidstoeslag is gelijk aan 40% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm verhoogd met de maximale toeslag van 20% inclusief vakantietoeslag per maand, naar boven afgerond op hele euro’s.

  • 2 De hoogte van de langdurigheidstoeslag wordt jaarlijks in januari bepaald op grond van de bijstandsnormen die gelden op 1 januari van dat jaar en geldt het gehele kalenderjaar.

  • 3 De gezinsituatie op de aanvraagdatum is bepalend voor de hoogte van de toeslag.

Artikel 4 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het Dagelijks Bestuur.

Artikel 5 Toepassing van de verordening

Deze verordening treedt in werking met ingang  van de dag na publicatie en is van toepassing met ingang van 1 juli 2013.

Artikel 6 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als: ‘Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand ISD Kop van Noord-Holland 2013’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 15 augustus 2013.

voorzitter,      ,

drs. M.J. Scheltema de Heere,

secretaris,

voorzitter  mevrouw J.W.M. Schrevel-Blokhuizen

Toelichting 1

Algemene toelichting

De langdurigheidstoeslag

De langdurigheidstoeslag is met ingang van 1 januari 2004 in de Wet werk en bijstand opgenomen. De voorwaarden en hoogte waren zeer gedetailleerd en dwingend voorgeschreven in de wet.

Op 1 januari 2009 is de wetswijziging in werking getreden, waarmee de langdurigheidstoeslag is  gedecentraliseerd naar gemeenten. De langdurigheidstoeslag vindt zijn grondslag in artikel 36 van de Wet werk en bijstand en in artikel 8 van de Wwb is bepaald dat de gemeenteraad (i.c. algemeen bestuur) een verordening vast moet stellen. De langdurigheidstoeslag is een aanvulling op het inkomen van degenen die langdurig een laag inkomen hebben en geen uitzicht op inkomensverbetering. Het bestuur heeft beleidsvrijheid bij invulling van de volgende begrippen:

- Doelgroep;

- hoogte van de toeslag;

- langdurig en geen uitzicht op inkomenverbetering;

- laag inkomen.

In de verordening moet in ieder geval invulling worden gegeven aan de begrippen hoogte van de toeslag, langdurig en laag.

Op 1 januari 2012 is het begrip  “laag inkomen” in de wet genormeerd op maximaal 110% van de bijstandsnorm. Lager mag, maar hoger niet.

Invulling van de begrippen

Doelgroep

Vóór de decentralisatie was de doelgroep in de wet beperkt. Vanaf 1 januari 2009 is er alleen nog een beperking in de leeftijd (21 tot 65 jaar). Vanaf 2009 heeft de ISD-KNH gekozen voor een brede doelgroep. De aard van het inkomen is niet van belang en ook werkenden met een langdurig en laag inkomen behoren tot de doelgroep.

Hoogte van de toeslag

De hoogte van de toeslag was centraal bepaald. Het waren vaste bedragen, als percentage van de voor de persoon toepasselijke bijstandsnorm. Gemeenten kunnen zelf de hoogte van de toeslag bepalen. Een te laag bedrag doet geen recht aan het karakter van de langdurigheidstoeslag, namelijk dat deze is bedoeld voor mensen die financieel geen mogelijkheden hebben gehad te reserveren voor onverwachte uitgaven. Een te hoog bedrag kan leiden tot het optreden van de armoedeval. Immers, wordt op enig moment een hoger inkomen bereikt, dan vervalt direct de hele toeslag.

De ISD-KNH heeft ervoor gekozen een zelfde systematiek te blijven hanteren als onder de oude wetsbepaling.

Langdurig

Per 1 januari 2009 heeft de ISD-KNH gekozen voor de periode van drie jaar. Deze periode hanteert het Nibud om aan te geven dat de reserveringsmogelijkheden na drie jaar minimaal worden. De ISD-KNH volgt deze zienswijze, waardoor de referteperiode door de ISD-KNH is bepaald op drie jaar.

Hiermee is eveneens invulling gegeven aan het begrip “geen uitzicht op inkomensverbetering”. Na drie jaar is de kans op een inkomensverbetering gering. Dit is niet voor iedereen in alle situaties het geval, maar het is ondoenlijk om dit begrip voor iedere aanvrager individueel in te vullen, zodat standaardisering noodzakelijk is.

Voor studerenden en degenen die korter dan drie jaar geleden een studie hebben afgerond, geldt wel een beperking. Zij hebben ondanks hun eventueel langdurig en laag inkomen geen recht op een langdurigheidstoeslag omdat ze uitzicht hebben op inkomensverbetering.

Laag inkomen

De ISD-KNH heeft de inkomensgrens met ingang van 1 januari 2009 bepaald op 105%. Met ingang van 1 september 2010 is dit verlaagd naar 100%. Aangezien dit lager is dan 110% hoeft het percentage niet te worden gewijzigd in verband met de wetswijziging per 1 januari 2012.

Geen ambtshalve verstrekking

In de wet wordt bepaald dat het bestuur de toeslag op aanvraag verstrekt. Dit sluit de mogelijkheid voor ambtshalve toekenning uit. Het kabinet geeft hierbij aan dat het gaat om een vorm van bijzondere bijstand, waarbij geldt dat voor elk individueel geval beoordeeld moet worden of er een recht bestaat.

Toelichting artikel 2

Lid 1

In lid 1 is “voorafgaande aan de datum van aanvraag” opgenomen per 1 juli 2013. Met ingang van die datum is artikel 36 lid 5 van de Wwb gewijzigd. Hierin was opgenomen dat artikel 44 van de Wwb niet van toepassing was. In artikel 44 staat dat de bijstand wordt toegekend vanaf datum aanvraag. Vanaf 1 juli 2013 is artikel 44 ook van toepassing voor de langdurigheidstoeslag. De aanvraagdatum is nu bepalend voor het recht op de langdurigheidstoeslag. Op dat moment moet er voldaan zijn aan de voorwaarden.

 

Lid 2 en 3

De bepalingen in verband met de niet rechthebbende partner zijn opgenomen in de verordening met ingang van 1 januari 2012. Aanleiding daarvoor was de huishoudinkomentoets, omdat in verband met die toets meer inwonenden dan voorheen als niet rechthebbend gezinslid zouden kunnen worden aangemerkt. De afschaffing van de huishoudinkomentoets was geen reden om de verruiming in de verordening, die was ingevoerd met ingang van 1 januari 2012, weer terug te draaien.

Toelichting artikel 3

Lid 1

De bedragen zijn van 1 januari 2009 tot 1 januari 2011 afgerond op hele tientallen naar boven. Met ingang van

1 januari 2011 is er voor gekozen om het bedrag af te ronden op hele euro’s.

Toelichting artikel 5

Het intrekken en opnieuw vaststellen van de verordening is noodzakelijk in verband met de aanname van de Verzamelwet SZW met ingang van 1 juli 2013. In de Verzamelwet is de wijziging van artikel 36 van de Wwb opgenomen. Voor de langdurigheidstoeslag is terugwerkende kracht vanaf  1 juli 2013 niet meer mogelijk. De aanvraagdatum is bepalend voor het recht op de langdurigheidstoeslag. De wetgever heeft geen overgangsrecht getroffen, zodat de nieuwe bepaling direct na de ingangsdatum van de Verzamelwet SZW volledig van toepassing is.