Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Stadsgewest Haaglanden

Verordening commissie bezwaarschriften personele aangelegenheden Stadsgewest Haaglanden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieStadsgewest Haaglanden
Officiële naam regelingVerordening commissie bezwaarschriften personele aangelegenheden Stadsgewest Haaglanden
CiteertitelVerordening bezwaarschriftencommissie personele aangelegenheden Stadsgewest Haaglanden
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht, artikel 7:13.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-10-2012nieuwe regeling

10-10-2012

De Posthoorn, d.d. 21 oktober 2012, e.a.

geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening bezwaarschriftencommissie personele aangelegenheden Stadsgewest Haaglanden

Het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden;

gezien het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 26 september 2012;

gelet op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende:

Verordening commissie bezwaarschriften personele aangelegenheden Stadsgewest Haaglanden

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ambtenaar: de ambtenaar ingevolge artikel 1:1, lid 1, onder a van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling/Uitwerkingsovereenkomst Stadsgewest Haaglanden (CAR/UWO);

  • b.

    commissie: commissie bezwaarschriften personele aangelegenheden;

  • c.

    onafhankelijk lid: een lid die geen deel uitmaakt van en niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van het Stadsgewest;

  • d.

    Stadsgewest: Stadsgewest Haaglanden;

  • e.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • f.

    wet: Algemene wet bestuursrecht.

Hoofdstuk 2 De commissie

Artikel 2 Inleidende bepaling
  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van het algemeen bestuur, dagelijks bestuur en de voorzitter.

  • 2. De commissie is slechts bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten die betrekking hebben op personele aangelegenheden.

Artikel 3 Samenstelling van de kamer
  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2. De voorzitter en de leden worden door het algemeen bestuur benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. Het algemeen bestuur kan een aantal plaatsvervangende leden benoemen.

  • 4. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Secretaris
  • 1. Het secretariaat van de commissie wordt bekleed door een door het dagelijks bestuur aan te wijzen functionaris.

  • 2. De secretaris is in de uitoefening van zijn functie uitsluitend verantwoording schuldig aan de commissie.

Artikel 5 Zittingsduur
  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een termijn van vier jaar.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling.

  • 3. De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Hoofdstuk 3 Procedure

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift
  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 7 Bemiddeling

De commissie onderzoekt of de zaak in der minne kan worden geschikt alvorens de zaak in behandeling wordt genomen. De secretaris verricht daartoe de nodige handelingen.

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden
  • 1. De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter:

    • a.

      artikel 2:1, tweede lid;

    • b.

      artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

    • c.

      artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

    • d.

      artikel 7:4, tweede lid;

    • e.

      artikel 7:6, vierde lid;

    • f.

      artikel 7:10, lid 4.

  • 2. De voorzitter kan de secretaris opdragen de aan eerstgenoemde toegekende bevoegdheden namens hem uit te voeren.

Artikel 9 Vooronderzoek
  • 1. De voorzitter is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Ook indien daaraan kosten zijn verbonden, is geen toestemming nodig van het dagelijks bestuur.

Artikel 10 Hoorzitting
  • 1. De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 11 Uitnodiging zitting
  • 1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste drie weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk twee weken voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 12 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

De zitting van de commissie is niet openbaar, tenzij één van de partijen uitdrukkelijk openbare behandeling wenst en de andere partij zich hier niet tegen verzet.

Artikel 14 Gang van zaken tijdens de zitting
  • 1. De voorzitter regelt de gang van zaken tijdens de zitting. De zitting kan door hem worden geschorst.

  • 2. De voorzitter kan, indien de orde tijdens de zitting dat naar zijn oordeel vereist, een of meer aanwezigen de toegang tot de zitting ontzeggen, de zitting zonder hen voortzetten of de zitting staken.

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging
  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 16 Nader onderzoek
  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden. Ook indien daaraan kosten zijn verbonden, is geen toestemming nodig van het dagelijks bestuur.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe zitting. De voorzitter beslist op zo’n verzoek.

  • 4. Op een nieuwe zitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de zitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Raadkamer en advies
  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 5. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 18 Uitbrengen advies en verdaging
  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag, bedoeld in artikel 15 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter de termijn van twaalf weken, genoemd in artikel 7:10, eerste lid van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 19 Geheimhouding

Omtrent het tijdens een besloten zitting, zoals bedoeld in artikel 13, en de beraadslaging, zoals bedoeld in artikel 17, behandelde en omtrent de inhoud van de daarop betrekking hebbende stukken zijn de voorzitter, de leden en de secretaris verplicht tot geheimhouding.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 20 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks vóór 1 juli verslag uit van haar werkzaamheden in het afgelopen kalenderjaar.

Artikel 21 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel 22 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bezwaarschriftencommissie personele aangelegenheden Stadsgewest Haaglanden.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden d.d. 10-10-2012

de voorzitter, J.J. VAN AARTSEN

de secretaris, MARION F. STEIN