Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
ISD Kop van Noord-Holland

Voorbereiding zelfstandig ondernemerschap

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieISD Kop van Noord-Holland
Officiële naam regelingVoorbereiding zelfstandig ondernemerschap
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Onbekend.
  2. Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-04-2013N.v.t.

25-04-2013

N.v.t.

N.v.t.

Tekst van de regeling

Artikel 1 Doelgroependefinitie

Een voorbereidingsperiode wordt niet aangeboden in het geval belanghebbende:

a. de mogelijkheid heeft binnen een jaar werk in loondienst te krijgen, waardoor uitstroom uit de uitkering mogelijk is;

b. zich in een schuldensituatie bevindt die de start van een eigen bedrijf of beroep feitelijk onmogelijk maakt, toegelaten is tot de WSNP of de sanering korter dan een jaar geleden is afgesloten;

c. in staat van surseance van betaling of faillissement verkeert en het faillissement voortduurt;

d. niet beschikt over de benodigde vakkennis en vakvaardigheden;

e. zodanige belemmeringen heeft dat zelfstandig ondernemerschap in de toekomst naar verwachting niet mogelijk is.

Toelichting

Artikel 1 onder a

Het gaat bij uitstroom uit de uitkering om de snelste en goedkoopste weg naar werk. Dat is de hoofdregel. Het gaat om algemeen geaccepteerde arbeid. De wens van belanghebbende is niet bepalend. Het is echter denkbaar dat een persoon op grond van zijn capaciteiten en persoonlijke kenmerken minder geschikt is voor werk in loondienst en dat hij als zelfstandig ondernemer meer kans heeft om in zijn onderhoud te voorzien. Dat kan een reden zijn om een voorbereidingsperiode toe te kennen.

Artikel 1 onder d en e

In de Werkwijze selectie Bbz 2004 staan in hoofdstuk 2 een aantal criteria en instrumenten die goed van pas kunnen komen bij de eerste screening.

Artikel 2 De intake

  • 1 Een aanvraag wordt ingenomen nadat belanghebbende zelf belangstelling heeft getoond voor het zelfstandig ondernemerschap.

  • 2 Een ondernemerstest – die online beschikbaar is – maakt deel uit van de intake. De kosten van de test worden vergoed uit het Participatiebudget.

  • 3 Tijdens het intakegesprek wordt in ieder geval aandacht besteed aan het realiteitsgehalte van de plannen.

  • 4 Het eindproduct van de intakefase is een globaal ondernemersplan, aan de hand waarvan de haalbaarheid kan worden beoordeeld.

  • 5 Er kan besloten worden om een extern adviseur advies uit te laten brengen over de levensvatbaarheid van de plannen. Gelet op het feit dat het om plannen gaat die zich in een primair stadium bevinden, zal slechts zelden advies gevraagd worden.

    Toelichting

    Artikel 2 lid 1

    Er wordt terughoudend omgegaan met het aanbieden van voorbereidingstrajecten. Het zelfstandig ondernemerschap wordt niet aangemoedigd of gepromoot.

    Artikel 2 lid 2

    Door het maken van de ondernemerstest wordt belanghebbende geconfronteerd met eisen die gesteld worden aan ondernemers. Dit instrument kan juist daarom zo goed tijdens de intake worden gebruikt. Daarmee kan ook duidelijk worden in hoeverre belanghebbende een reële inschatting maakt van zijn eigen kwaliteiten en tekortkomingen.

    Artikel 2 lid 5

    De kosten van het onderzoek kunnen gedeclareerd worden op grond van artikel 56 lid 1 onder b van het Bbz. 

Artikel 3 De voorbereidingperiode

  • 1 Aan de voorbereidingsperiode wordt in ieder geval de verplichting verbonden dat de. belanghebbende begeleiding accepteert van een door de ISD-KNH deskundige organisatie en dat hij daaraan actief medewerking geeft.

  • 2 De voorbereidingsperiode wordt toegekend voor de duur van 3 maanden. Verlenging van deze periode wordt bij uitzondering en goed gemotiveerd met maximaal 3 maanden verleend.

  • 3 De voorbereidingsperiode wordt voortijdig beëindigd als:

    a. belanghebbende niet voldoende medewerking verleent;

    b. er onvoldoende voortgang wordt geboekt;

    c. tijdens de voorbereidingsperiode blijkt dat belanghebbende over onvoldoende

        vakkennis of ondernemerscapaciteiten beschikt.

    Toelichting

    Artikel 3 lid 3

    Als de voorbereidingsperiode wordt beëindigd met de conclusie dat het zelfstandig ondernemerschap niet wordt gestart, hoeft de belanghebbende het voorbereidingskrediet niet terug te betalen. Als er tijdens de voorbereidingsperiode sprake is van schending van de inlichtingenplicht zoals bedoeld in artikel 17 van de Wwb en of een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid in de kosten van het bestaan, wordt het voorbereidingskrediet op grond van artikel 29 lid 3 onder a, van belanghebbende teruggevorderd. 

Artikel 4 Het voorbereidingskrediet

  • 1 Voor de voorbereidingskosten, zoals genoemd in artikel 29 van het Bbz 2004, kan een  krediet verstrekt worden van maximaal € 1.500,--.

  • 2 Het rentepercentage is de helft van het percentage genoemd in artikel 15 onderdeel a van het Bbz 2004.

    Toelichting

    Artikel 4 lid 1

    De hoogte van het krediet wordt vastgesteld aan de hand van een opgave van de kosten.

    De kosten van begeleiding moeten ook van het krediet betaald worden. Deze kosten zijn laag en kunnen niet uit andere bron betaald worden.

    Artikel 4 lid 2

    Er is rente verschuldigd vanaf het moment dat belanghebbende de voorbereidingsperiode heeft afgesloten en gestart is als zelfstandige.