Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
ISD Kop van Noord-Holland

Beleidsregel Afbakening doelgroep Participatieverordening op basis van inkomensgrenzen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieISD Kop van Noord-Holland
Officiële naam regelingBeleidsregel Afbakening doelgroep Participatieverordening op basis van inkomensgrenzen
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

bronvermelding

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-2010nvt

24-06-2010

nvt

Tekst van de regeling

Artikel 1

1.Nuggers en ANW-ers zoals bedoeld in artikel 10 van de WWB en personen die in de nota Participatiebudget gerekend worden tot de doelgroep hebben geen recht op een reïntegratie- of participatievoorziening als het inkomen hoger is dan 100% van de bijstandsnorm of het vermogen hoger is dan de vermogensgrenzen zoals genoemd in artikel 34 van de WWB. 

2.Onder de bijstandsnorm wordt verstaan: de van toepassing zijnde bijstandsnorm vermeerderd met de maximaal mogelijke toeslag op grond van de Toeslagverordening.

3.Het moment van aanvraag is bepalend voor de toekenning. Wijzigingen in inkomen en/of vermogen waarvoor de oorzaak niet ligt in omstandigheden die tevens van invloed zijn op het traject, zijn niet van invloed.

Achtergrond

De prioriteit voor de doelgroep ligt bij personen zonder of met een laag inkomen. Uit diverse onderzoeken is naar voren gekomen dat het hebben van werk en het hebben van een inkomen een belangrijke voorwaarde is om mee te doen in de maatschappij. Personen met een uitkering hebben wel een (minimaal) inkomen, maar hebben geen werk en dus is het belangrijk dat ze aan het werk gaan en indien nodig daarbij geholpen worden. Een inkomen – van een bepaald niveau – geeft een persoon wel de mogelijkheid om te participeren. De participatie kan bijvoorbeeld bestaan uit het volgen van een cursus. Vanwege budgettaire redenen is het nodig om de doelgroep te beperken en op grond van bovenstaande is het redelijk om een inkomensgrens te stellen en personen met een bepaald inkomen niet tot de doelgroep te rekenen.

Algemeen

Beleidsregel is gebaseerd op artikel 3 van de Participatieverordening 2010. |Het dagelijks bestuur heeft besloten dat het wenselijk is om voor bepaalde doelgroepen inkomensgrenzen te stellen.

Het gaat om:

- ANW-ers

- Nuggers

- Personen die onder de doelgroep van de Wet participatiebudget vallen

Inkomen

Bij een gezinsinkomen van hoger dan 100% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm + de maximaal mogelijke toeslag op grond van de Toeslagenverordening is er geen recht op een reïntegratie- en/of participatievoorziening. Om de uitvoering te vereenvoudigen wordt in alle gevallen uitgegaan van de maximale toeslag op grond van de Toeslagverordening. Dat betekent dat er geen rekening wordt gehouden met de mogelijke verlaging van de toeslag. De gezinssituatie is dus bepalend. De woonsituatie is niet van belang. Voor het overige zijn de artikelen 31 tot en met 33 van de WWB van toepassing.

Vermogen

In de harmonisatie bijzondere bijstand is voor vermogen aansluiting gezocht bij het begrip vermogen van de Wet werk en bijstand.

Hierop worden voor reïntegratie drie uitzonderingen gemaakt. Enerzijds vanuit het oogpunt van vereenvoudiging, anderzijds vanuit het oogpunt van doelmatigheid.

1.Er wordt alleen rekening gehouden met vermogen waarover beschikt kan worden. Dat betekent dus dat de waarde van een auto niet meetelt en dat de waarde van verzekeringen die alleen te gelde gemaakt kunnen worden met een behoorlijk waardeverlies, ook niet meetellen. Deposito’s, aandelen en ander vastgezet geld behoort wel tot het vermogen. 

2.Vermogen van kinderen die tot het gezin behoren, wordt niet meegeteld.

3.Met vermogen in de eigen woning wordt ook geen rekening gehouden. Dit omdat het in 99% van de gevallen niet opportuun is om een huis te verkopen.

Moment van melding is bepalend

De financiële situatie op moment van melding is bepalend. Wijzigingen die zich in de loop van het traject voordoen zijn niet van invloed. Het traject blijft doorlopen totdat het vanwege de omstandigheden van belanghebbende kan worden afgesloten.