Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
ISD Kop van Noord-Holland

Bijstand aan minderjarigen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieISD Kop van Noord-Holland
Officiële naam regelingBijstand aan minderjarigen
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

bronvermelding

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-11-2012N.v.t.

01-11-2012

Bijstand aan minderjarigen

Tekst van de regeling

Algemeen

Een persoon van jonger dan 18 jaar heeft geen recht op bijstand. Dat staat in artikel 13 lid 1 onder f van de Wet werk en bijstand. Ouders zijn onderhoudsplichtig voor ze. In de Wwb wordt het begrip “ten laste komende kinderen” gebruikt. Ten laste komende kinderen horen tot het gezin en aan het gezin kan bijstand worden verleend.

In artikel 16 lid 1 van de Wwb staat: “Aan een persoon die geen recht op bijstand heeft, kan het college, gelet op alle omstandigheden, in afwijking van deze paragraaf, bijstand verlenen indien zeer dringende redenen daartoe noodzaken”.

Er zijn vier situaties waarin er aan minderjarigen bijstand verleend kan/mag worden:

1. Tienermoeders – moeders van jonger dan 18 jaar die samen met de baby bij de (groot)ouders inwonen en de (groot)ouders de baby niet kunnen of willen onderhouden en de moeder zelf niet in staat is om de baby te onderhouden;

2. wegelopen minderjarigen die zelfstandig wonen en geen beroep kunnen doen op de onderhoudsplicht van hun ouders;

3. weggelopen minderjarigen die inwonen bij familie of vrienden en geen beroep kunnen doen op de onderhoudsplicht van de ouders;

4. minderjarigen die bij hun ouders wonen, maar waarvan de ouders niet legaal in Nederland verblijven.

Waarom een beleidsregel?

Het begrip dringende redenen is een rekbaar en vaag begrip. Per categorie minderjarigen wordt in de beleidsregel een kader gegeven aan de hand waarvan de dringende redenen kunnen worden vastgesteld. Dat is namelijk verschillend per categorie.

Een andere reden is het feit dat er geen normen zijn voorgeschreven. De bedragen die verstrekt worden kunnen door de ISD-KNH zelf worden bepaald. Het is handig om dat in een beleidsregel vast te leggen zodat bekend is in welke situatie wat wordt verstrekt.

 

Artikel 1 Kinderen die bij ouders inwonen en zelf een kind hebben (tienermoeders)

Zie Schulinck: Bijstand > 3. Recht op bijstand > 4. Individualisering > 3.2 Tienermoeders

Voorliggende voorziening

De moeder die jonger is dan 18 jaar (tienermoeder) en bij haar ouders woont heeft geen recht op bijstand omdat zij door haar ouders wordt onderhouden. Als de ouders van de tienermoeder de baby niet onderhouden dan kan er bijstand verleend worden aan de baby. De ouders van de tienermoeder kunnen niet verplicht worden om het kleinkind te onderhouden. De vader van de baby is onderhoudsplichtig voor zijn kind. Bij de aanvraag zal dus gevraagd moeten worden of de vader bekend is en hij het kind heeft erkend. Als dat het geval is dan zal de tienermoeder een onderhoudsbijdrage van hem moeten vragen.

De tienermoeder kan Kinderbijslag vragen. Op grond van de Kinderbijslagwet wordt er vanuit gegaan dat een thuiswonend kind wordt onderhouden door de ouder. Op grond daarvan kan de moeder Kinderbijslag ontvangen. Kinderbijslag is geen voorliggende voorziening voor de kosten van levensonderhoud.

Dringende redenen

In deze situatie hoeft er geen sprake te zijn van dringende redenen. Het feit dat de baby niet financieel onderhouden wordt, is voldoende reden om bijstand te verlenen.

De hoogte, vorm en duur van de bijstand

De afwijkende norm die toegekend wordt aan de baby bedraagt 20% van het minimumloon inclusief vakantietoeslag. De afwijkende bijstandsnorm is gelijk aan het verschil tussen de norm voor een alleenstaande en een alleenstaande ouder. Het zogenaamde kindsdeel. Dat is weer gelijk aan de maximale toeslag. Het wordt als normbijstand uitbetaald en dus wordt er ook net als bij normbijstand vakantiegeld gereserveerd.

De bijstand wordt uitbetaald aan de moeder en wordt in ieder geval beëindigd met ingang van de dag dat de moeder 18 jaar wordt of eerder als daar aanleiding voor is.

Aanvraag en beslissing

- De uitkering wordt toegekend aan de baby.

- Het verzoek van de moeder om bijstand voor haar baby te ontvangen wordt ambtshalve opgevat als

een aanvraag van de baby.

- De moeder moet het inlichtingenformulier voor een aanvraag levensonderhoud invullen en

ondertekenen.

- Tijdens de afhandeling van de aanvraag wordt de moeder geattendeerd op het feit dat zij haar kind

moet aanmelden bij de zorgverzekering. Dit wordt bij wijze van info in de beschikking opgenomen.

Artikel 2 Weggelopen minderjarigen die zelfstandig wonen (alleenstaand, alleenstaande ouders,

Zie Schulinck: Bijstand > 3. Recht op bijstand > 4. Individualisering > 3.3 Weggelopen minderjarigen

Voorliggende voorziening

In de Wet op de jeugdzorg is de hulpverlening aan ouders en kinderen geregeld. Het Bureau jeugdzorg is de toegangspoort tot de jeugdzorg. Zij geven een indicatie voor hulp aan een minderjarig kind dat niet thuis kan of wil wonen. Die hulp kan variëren van gesprekken met een hulpverlener tot plaatsing in een pleeggezin of inrichting.

Een minderjarige die zich bij de ISD-KNH meldt voor een uitkering zal dus altijd verwezen moeten worden naar Bureau jeugdzorg. Voor Noord-Holland is het Bureau Jeugdzorg gevestigd in Haarlem.

Diakenenhuisweg 19,

Pb 5247 Haarlem

Telefoon 0887778100

Dringende redenen

Alleen in geval van zeer dringende redenen kan er bijstand verleend worden. Na een gesprek met de jongere zal dan allereerst bekend moeten worden of er een beroep gedaan kan worden op de jeugdhulpverlening en zo nee waarom niet. Vervolgens zal nagegaan moeten worden met welke hulpverleners er contact is en zal er informatie over de situatie ingewonnen moeten worden bij de hulpverleners. Als de jongere daar geen toestemming voor geeft, betekent het feitelijk dat er geen bijstand verleend kan worden. De jongere kan geen goed argument aanvoeren voor het weigeren van contact met een hulpverlener. Ook contact met de ouders is belangrijk. Het verhaal van de jongere is één kant van het verhaal. Er zullen jongeren zijn die niet willen dat er contact met de ouders wordt opgenomen, omdat zij bijvoorbeeld niet willen dat de verblijfplaats bekend wordt. De jongere kan daarvoor redenen hebben, maar dat moet dan wel met een geloofwaardig verhaal worden onderbouwd.

Voordat bij wijze van hoge uitzondering tot bijstandsverlening wordt overgegaan, zal de gehele situatie goed in beeld gebracht moeten worden. De leeftijd van de jongere speelt natuurlijk ook nog een rol. Bijstandsverlening aan een jongere die bijna 18 is, is iets anders dan aan een jongere van 16 jaar.

De hoogte en vorm van de bijstand

De bijstand wordt verleend als algemene bijstand en is gelijk aan de norm voor een jongere van 21 jaar die zelfstandig woont. Een eventuele bijdrage van de ouders in de kosten van levensonderhoud wordt in mindering gebracht op de norm.

Verhaal op de ouders

Ouders zijn onderhoudsplichtig voor minderjarige kinderen. De bijstand moet zoveel mogelijk worden verhaald. Als dat niet mogelijk is vanwege ernstig verstoorde verhoudingen dan wordt er voorlopig afgezien van verhaal vanwege dringende redenen.

Artikel 3 Wegelopen minderjarigen die bij familie of vrienden inwonen

Deze situatie wijkt niet veel af van de situatie van weggelopen minderjarigen die zelfstandig wonen.

Het belangrijkste verschil is dat de jongere in deze situatie inwonend is bij mensen die de jongere ondersteunen. Het kan ook gaan over jonge kinderen die door bepaalde omstandigheden niet bij hun ouders wonen.

Voorliggende voorziening

Ook in deze situatie is de Wet op de jeugdzorg de voorliggende voorziening en is verwijzing naar Bureau jeugdzorg één van de aangewezen wegen. Daarnaast zijn er nog twee andere mogelijkheden.

Pleeggeld

Voor het kind dat niet bij de ouders kan wonen, kan door de verzorgers een pleeggeldvergoeding worden aangevraagd bij het Bureau Pleegzorg Nederland. Het bureau beoordeelt of er een indicatie is en als dat het geval is ontvangt de verzorger een pleeggeldvergoeding.

Voogdij

Voogdij is gezag over een minderjarig kind dat niet door de ouders wordt uitgeoefend, maar door iemand anders. De voogd neemt het recht en de plicht om voor een kind te zorgen over van de ouder(s). Voogdij kan door 1 voogd of door 2 voogden samen worden uitgeoefend. Als de voogdij door twee voogden wordt uitgeoefend zijn de voogden onderhoudsplichtig. In geval van één voogd is de voogd niet onderhoudsplichtig.

Dringende redenen

Voor vaststelling van de aanwezigheid van dringende redenen geldt hetzelfde als voor weggelopen minderjarigen. Ook hier gaat het om een kind dat niet bij de ouders woont. De wijze waarop het onderzoek wordt uitgevoerd is natuurlijk wel afhankelijk van de leeftijd van het kind en ook het feit dat er verzorgers zijn, maakt dat hun rol onderdeel is van het onderzoek.

De hoogte, vorm en duur van de bijstand

De afwijkende norm die toegekend wordt bedraagt 20% van het minimumloon inclusief vakantietoeslag. De afwijkende bijstandsnorm is gelijk aan het verschil tussen de norm voor een alleenstaande en een alleenstaande ouder. Het zogenaamde kindsdeel. Dat is weer gelijk aan de maximale toeslag. Het wordt als normbijstand uitbetaald en dus wordt er ook net als bij normbijstand vakantiegeld gereserveerd.

De ouder die het kind verzorgt heeft recht op Kinderbijslag als er niemand anders kinderbijslag krijgt voor het kind. Als er recht op Kinderbijslag is dan is er ook recht op de heffingskorting alleenstaande ouder.

Verhaal op de ouders

Ouders zijn onderhoudsplichtig voor minderjarige kinderen. De bijstand moet zoveel mogelijk worden verhaald. Als dat niet mogelijk is vanwege ernstig verstoorde verhoudingen dan wordt er voorlopig afgezien van verhaal vanwege dringende redenen.

Artikel 4 Minderjarigen die bij hun ouders wonen, maar waarvan de ouders niet legaal in Nederland

Zie Schulinck: Bijstand > 3. Recht op bijstand > 5. Vreemdelingen > 11. 9 Enkele specifieke situaties

In onderstaand schema is te zien in welke situatie bijstand verleend kan worden aan minderjarige thuiswonende kinderen. Dat is dus in de situatie dat de ouders niet legaal in Nederland verblijven, maar de kinderen wel. Zie cel 2 van de kolom.

1. Ouders legaal

Kinderen niet legaal

Bijstand als gezin

2. Ouders niet legaal – Geen bijstand

Kinderen legaal – Bijstand alleen in geval van dringende redenen en de ouders geen middelen hebben om de kinderen te onderhouden

(artikel 16 lid 1 van de Wwb)

3. Ouders niet legaal – Geen bijstand

Kinderen niet legaal in de zin van artikel 11 van de Wwb, maar wel legaal in de zin van de Vreemdelingenwet 2000. – Geen bijstand.

Er is recht op uitkering op Rvb (Regeling verstrekking bepaalde categorieën) van COA

4. Ouders niet legaal – Geen bijstand

Kinderen niet legaal op grond van Wwb en ook niet op grond van Vreemdelingenwet 2000. Geen bijstand. In zeer bijzondere gevallen is het mogelijk om bijstand te verlenen aan kinderen die niet rechtmatig in Nederland verblijven. Zie CrvB van 24-01-2006 nr. 05/3621WWB

Dringende redenen

De vraag of sprake is van dringende redenen moet in dit geval worden bezien in het licht van artikel 3, lid 1 en lid 2, en artikel 27, lid 3, van het Verdrag inzake de rechten van het kind. Daarin staat kort gezegd dat de Nederlandse staat zich verbonden heeft om het kind te verzekeren van bescherming en zorg, waarbij rekening wordt gehouden met de rechten en plichten van de ouders.

Allereerst moet worden nagegaan of de ouders, of het kind zelf, middelen hebben om te voorzien in de primaire levensbehoeften. Het enkele feit dat het kind legaal verblijf houdt in Nederland en de ouders niet, geeft nog geen recht op bijstand. De CrvB heeft in een zaak waarin de moeder (zonder verblijfsrecht) zwarte inkomsten had en geen inzicht gaf in haar financiële situatie, geoordeeld dat er geen recht op bijstand was voor het kind.

Er is sprake van een acute noodsituatie als er geen of onvoldoende inkomsten zijn en het kind ook niet verzekerd is voor ziektekosten.

De hoogte en vorm van de bijstand

Het is redelijk om uit te gaan van het normbedrag voor jongeren van 18 tot en met 20 jaar.

De bijstand wordt verstrekt als normbijstand.

Punt is echter dat de norm laag is omdat er vanuit wordt gegaan dat ouders onderhoudsplichtig zijn en bijdragen aan het onderhoud van het kind. Als de ouders geen inkomsten hebben, kan dat niet het geval zijn. De bijstand kan dan worden verhoogd. Het bedrag van de aanvulling moet individueel worden bepaald en is afhankelijk van de situatie van het gezin waarin het kind woont. Tot de primaire levensbehoefte van het kind hoort onderdak, water en warmte. Als daarin voorzien is, doordat het kind bij de ouders woont, dan moet de aanvullende bijstand daarop worden afgestemd.