Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
ISD Kop van Noord-Holland

Beleidsregel toepassing en werkwijze bij opschorting en het stellen van termijnen bij niet nakomen arbeidsverplichting

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieISD Kop van Noord-Holland
Officiële naam regelingBeleidsregel toepassing en werkwijze bij opschorting en het stellen van termijnen bij niet nakomen arbeidsverplichting
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Onbekend.
  2. Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-2010nvt

09-09-2010

nvt
01-10-2010nvt

09-09-2010

N.v.t.

nvt

Tekst van de regeling

Relevante artikelen, wetten, verordeningen en handboeken

- WWB artikel 54 lid 1,2 en 4 (opschorten, herzien en intrekken).

- Ioaw artikel 17 lid 1,2 en 4; (opschorten, herzien en intrekken).

- Ioaz artikel 17 lid 1, 2 en 4; (opschorten, herzien en intrekken).

- WIJ artikel 40 lid 1, 2 en 4 . (opschorten, herzien en intrekken van IV).

Handboek Schulinck WWB

- Bijstand > 5. Verplichtingen en afstemming > 3. Gevolgen niet nakomen inlichtingenplicht tijdens de bijstandsverlening . 3.2 Eerste alinea onderaan korte opmerking over arbeidsverplichting en recente jurisprudentie.

- Bijstand > 5. Verplichtingen en afstemming > 1. Plicht tot arbeidsinschakeling > 5. Gevolgen niet nakomen plicht tot arbeidsinschakeling.

(Dit onderdeel is (nog) niet aangepast aan recente jurisprudentie, zodat er nog staat dat niet nakomen van arbeidsverplichting nimmer kan leiden tot beëindiging of intrekking van de uitkering).

Handboek Schulinck WIJ is op dit onderdeel nog niet gevuld.

Afstemmingsverordening WWB, WIJ, Ioaw en Ioaz Intergemeentelijke Sociale Dienst Kop van Noord-Holland.

(In de afstemmingsverordening is bepaald in welke situaties een waarschuwing gegeven wordt of de uitkering wordt verlaagd)

Algemeen

In aanvulling op hoofdstuk 5 van Schulink geeft deze beleidsregel een richtlijn voor de gevolgen van het niet reageren op uitnodigingen en de termijn waarbinnen gegevens en bewijsstukken moeten worden ingeleverd.

Artikel 1 Niet reageren op uitnodiging voor gesprek in verband met arbeidsverplichtingen

  • 1 De uitnodiging voor een gesprek wordt tenminste een week voor de dag van de afspraak verstuurd.

  • 2 Belanghebbende kan – behoudens bijzondere situaties – tot uiterlijk op de dag voor het gesprek, de afspraak afzeggen. De nieuwe afspraak geldt als een eerste afspraak.

  • 3 Reageert belanghebbende niet op de uitnodiging, dan neemt de klantmanager telefonisch contact op met belanghebbende en maakt een nieuwe afspraak. De afspraak wordt schriftelijk bevestigd in een brief.

  • 4 Komt belanghebbende in het geheel niet op de afspraak en is het ook niet mogelijk om een nieuwe afspraak te maken dan wordt de uitkering opgeschort, omdat belanghebbende geen medewerking verleent aan het onderzoek en wordt er een nieuwe afspraak ingepland.

  • 5  

    Komt belanghebbende op de tweede afspraak dan wordt de opschorting ongedaan gemaakt en de uitkering weer betaalbaar gesteld, nadat het gesprek heeft plaats gevonden.

  • 6 Komt belanghebbende ook niet op de tweede afspraak dan blijft de uitkering opgeschort staan en wordt de zaak overgedragen aan de consulent voor een rechtmatigheidsonderzoek.

  • 7 Na onderzoek informeert de consulent de klantmanager over het resultaat van het onderzoek.

  • 8 Indien nodig wordt – gemotiveerd – afgeweken van de werkwijze genoemd onder 1 tot en met 7.

    Toelichting

    De CrvB heeft na inwerkingtreding van de WWB in vaste jurisprudentie steeds bepaald dat het niet meewerken aan de arbeidsverplichting geen reden kan zijn voor opschorting of beëindiging. Voor niet meewerken aan de arbeidsverplichting is het verlagen van de uitkering op grond van de Afstemmingsverordening de aangewezen weg. Er zijn er twee uitspaken waarin de CrvB een opschorting in verband met niet nakomen van arbeidsverplichting, goed heeft gevonden. Daarna is er weer een uitspraak gekomen waarin de CrvB dit niet goed vindt. In deze beleidsregel kiezen we er voor om de uitkering wel op te schorten naar aanleiding van het niet reageren, maar niet te beëindigen.

    Nadat belanghebbende heeft gereageerd, wordt de opschorting weer hersteld en wordt de uitkering weer uitbetaald. De eerste betaling is niet eerder dan dat belanghebbende gesproken is.

    In het geval belanghebbende te laat komt, kan hij alsnog gesproken worden of kan er een nieuwe afspraak gemaakt worden. Dit is afhankelijk van de agenda van de klantmanager en de situatie.

    Het is van belang om telefonische afspraken steeds schriftelijk te bevestigen. Het is dan voor iedereen duidelijk wat er afgesproken is.

Artikel 2 Leveren van gegevens en bewijsstukken voor het vaststellen van de arbeids- en reintegratieverplichting

  • 1 Voor het overige moet de belanghebbende op eerste verzoek binnen de daarvoor gestelde termijn van in de regel één week de gevraagde gegevens en bewijsstukken inleveren.

  • 2 Reageert belanghebbende niet binnen de gestelde termijn, dan neemt de klantmanager telefonisch contact op met belanghebbende en informeert over het verstrijken van de termijn en spreekt een haalbare termijn af. De afspraak wordt schriftelijk bevestigd in een brief.

  • 3 Levert belanghebbende ook na deze (wel of niet geslaagde poging) niets in dan wordt het recht op uitkering opgeschort en wordt een hersteltermijn gegeven van 5 werkdagen. Wordt binnen die hersteltermijn het verzuim niet hersteld dan volgt beëindiging van het recht op uitkering.

  • 4 Indien nodig wordt – gemotiveerd - afgeweken van de werkwijze genoemd onder 1 tot en met 4.

    Toelichting:

    Bij de uitvoering van deze regel is het belangrijk dat goed nagegaan wordt of de gevraagde gegevens inderdaad van belang zijn voor het vaststellen of vrijstellen van de arbeids- en of reintegratieverplichting. Het gaat dan dus bijvoorbeeld niet om het inleveren van bewijzen over het ingeschreven staan bij uitzendbureaus of bewijzen van sollicitaties. Wel om bijvoorbeeld het bezit van een bepaald diploma of bewijsstukken in verband met aanwezigheid van kinderopvang als het vaststellen van de arbeidsverplichting daarvan afhangt.

    In deze gevallen kan de uitkering wel worden beëindigd. Het moet dan wel gaan om het “verwijtbaar niet leveren van gegevens die nodig zijn voor de verlening van bijstand”.