Overheidsorganisatie | Stadsgewest Haaglanden |
---|---|
Officiële naam regeling | Verlof |
Citeertitel | Verlofregeling |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | personeel en organisatie |
Eigen onderwerp |
Geen
Ambtenarenwet, artikel 125
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-10-2012 | Onbekend | 13-06-2012 De Posthoorn d.d. 17-10-2012 e.a. |
In deze regeling wordt verstaan onder:
medewerker: de ambtenaar ingevolge artikel 1:1, eerste lid , onder a van de CAR uitgezonderd degene met wie een arbeidsovereenkomst is aangegaan ingevolge artikel 2:5 van de CAR.
werkgever: het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden.
De duur van het vakantieverlof bedraagt per kalenderjaar voor de medewerker ingedeeld in één der salarisschalen:
1 tot en met 8: 158,4 uren (bepaald in artikel 6:2, eerste lid 1 CAR);
9 en hoger: 165,6 uren.
Het aantal uren verlof genoemd in lid 2 van de CAR/HUWO wordt afhankelijk van de leeftijd, verhoogd zoals onderstaand is aangegeven.
Leeftijd | Verhoging jaarlijks verlof voor personeel in dienst getreden bij het Stadsgewest Haaglanden op of na 1-1-1997 | Verhoging jaarlijks verlof voor personeel in dienst getreden bij het Stadsgewest Haaglanden vóór 1-1-1997 |
18 jaar of jonger | 7,2 uren | n.v.t. |
19 jaar | -- | n.v.t. |
20 jaar | -- | n.v.t. |
van 30 t/m 34 jaar | -- | 7,2 uren |
van 35 t/m 39 jaar | -- | 14,4 uren |
van 40 t/m 44 jaar | 7,2 uren | 21,6 uren |
van 45 t/m 49 jaar | 14,4 uren | 28,8 uren |
van 50 t/m 54 jaar | 21,6 uren | 36 uren |
van 55 jaar en ouder | 28,8 uren | 43,2 uren |
De in lid 1 bedoelde verhoging van het aantal uren vakantieverlof vindt voor het eerst toepassing over het kalenderjaar waarin door de medewerker de vereiste leeftijd wordt bereikt.
Om praktische redenen wordt het aantal uren verlof, berekend op grond van artikel 2 eventueel verhoogd op grond van artikel 3, eerste lid, afgerond op hele uren naar boven.
Voor medewerkers die werkzaam zijn in een deeltijdbetrekking wordt het bepaalde in artikel 2 en 3 naar rato toegepast.
Een verzoek als bedoeld in artikel 6:2:6, onder a van de CAR/UWO kan achterwege blijven, indien de niet genoten vakantie in betreffend kalenderjaar 48 uren of minder bedraagt.
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid kan een verzoek als bedoeld in artikel 6:2:6 van de CAR/UWO eveneens achterwege blijven, indien de niet genoten vakantie niet meer bedraagt dan de helft van het normaal beschikbare aantal uren verlof en indien deze verlofuren ten minste vóór 1 april van het volgend jaar worden genoten met dien verstande dat na genoemde datum nog 36 verlofuren mogen resteren.
Voor medewerkers die werkzaam zijn in een deeltijdbetrekking wordt dit artikel naar rato toepast.
De medewerker heeft recht op betaald ouderschapsverlof als bedoeld in artikel 6:5, eerste lid van de CAR.
De medewerker heeft het recht om het uitwisselen van vakantie-uren tegen geld dan wel de uitwisseling van geld tegen vakantie-uren zoals omschreven in artikel 4a:1 respectievelijk 4a:2 van de CAR aan te vragen vòòr 1 april van het kalenderjaar waarop de uitwisseling betrekking heeft.
In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet kan het dagelijks bestuur een bijzondere voorziening treffen.
Deze regeling kan worden aangehaald als “Verlofregeling”.