Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Stadsgewest Haaglanden

Bezoldiging

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieStadsgewest Haaglanden
Officiële naam regelingBezoldiging
CiteertitelBezoldigingsregeling
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Het aanwijzen van de werkkosten wordt verwerkt in de regeling.

De kerstgratificatie en tevredenheidsgratificatie zijn aangewezen als werkkosten ten laste van de vrije ruimte.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Ambtenarenwet, art. 125

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2015art. 1, 16, 27

26-11-2014

Elektronisch Gemeenteblad, Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer, 04-12-2014

F15
18-10-201201-01-2015Onbekend

13-06-2012

De Posthoorn d.d. 17-10-2012 e.a.

Tekst van de regeling

Bezoldiging

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    medewerker: de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder a van de CAR;

  • b

    salaris: het salaris, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid, onder b van de CAR;

  • c

    uurloon: het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder o van de CAR;

  • d

    schaal: de schaal als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid, onder a van de CAR, opgenomen in bijlage IIa;

  • e

    maximumsalaris: het hoogste bedrag binnen een salarisschaal;

  • f

    bezoldiging: de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid, onder c, van de CAR;

  • g

    emolument of toelage: de vergoeding zoals de overwerkvergoeding, waarnemingstoelage, toelage onregelmatige dienst, de functioneringstoelage en de persoonlijke toelage.

  • h

    betrekking: de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder b, van de CAR;

  • i

    conversie: de vertaling van de gevonden functiewaardering naar salarisschalen;

  • j

    volledige betrekking: de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder k, van de CAR;

  • k

    overwerk: het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder l, van de CAR;

  • l

    aanloopschaal: de schaal voorafgaand aan de functieschaal;

  • m

    functieschaal: de schaal die op basis van het vigerende systeem van functiewaardering aan een functie is verbonden verklaard;

  • n

    uitloopschaal: de schaal direct gelegen boven de functieschaal;

  • o

    toelage: elke toelage waarop op grond van deze regeling aanspraak bestaat.

  • p

    bevoegd gezag: het dagelijks bestuur van het stadsgewest dan wel de secretaris.

  • q

    WKR: werkkostenregeling: als bedoeld in de uitvoeringsregeling loonbelasting 2011.

  • r

    Werkkosten: door werkgever aangewezen vergoedingen en verstrekkingen ten laste van de vrije ruimte als bedoeld in de uitvoeringsregeling loonbelasting 2011.

Artikel 2 Recht op bezoldiging

Het recht op bezoldiging begint op de dag waarop de aanstelling van de medewerker ingaat. Als in het aanstellingsbesluit geen ingangsdatum is vermeld, begint het recht op bezoldiging op de dag waarop de medewerker feitelijk in dienst is getreden.

Het recht op bezoldiging eindigt, bij ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

Artikel 3 Uitbetaling van de bezoldiging

De bezoldiging wordt aan de ambtenaren maandelijks uitbetaald, tenzij het Dagelijks Bestuur voor bepaalde ambtenaren of groepen van ambtenaren anders bepaalt.

Artikel 4 Inschaling bij aanstelling

Bij aanstelling van een medewerker wordt het salaris vastgesteld op basis van de inschaling op het minimum van de voor hem geldende salarisschaal (bijlage IIA CAR-UWO).

Het Dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden kan bij aanstelling een hogere salarisanciënniteit toekennen dan waarop op grond van het eerste lid aanspraak bestaat.

Artikel 5 Indeling

De indeling in één van deze schalen vindt plaats volgende de spelregels, zoals in de artikelen 6 t/m 8 is vastgelegd.

Artikel 6 Aanloopschaal

Aanstelling vindt meestal plaats in de aanloopschaal.

De aanloopschaal wordt beschouwd als schaal voor ambtenaren, die het werk nog moeten leren. Tijd, doorgebracht in een aanloopschaal, wordt zodoende beschouwd als leer- en inwerkperiode.

De aanloopschaal zal worden gebruikt voor ambtenaren:

  • a

    die in dienst treden en niet elders een soortgelijke functie vervulden;

  • b

    die overgeplaatst zijn naar een zwaardere functie;

  • c

    die beneden het "functieniveau" functioneren.

Onder functioneren beneden het “functieniveau” wordt verstaan het niet volledig en/ of onvoldoende vervullen van de functie, zoals vastgelegd in de functiebeschrijving.

Artikel 7 Functieschaal

Bevordering naar de functieschaal vindt plaats wanneer er sprake is van:

  • a

    een minimaal dienstverband van 1 jaar bij het stadsgewest en

  • b

    een volledige en voldoende functievervulling, zoals vastgelegd in het formulier functioneringsgesprek/beoordeling.

Een bevordering naar de functieschaal kan ook plaatsvinden indien het maximumsalaris van de aanloopschaal nog niet is bereikt.

Ambtenaren, die op basis van hun vorige werkkring geacht worden het werk in korte termijn te kunnen beheersen, kunnen bij aanstelling eveneens in de functieschaal worden geplaatst.

Bij een bevordering wordt de medewerker ingedeeld in een naast hogere salarisschaal en ontvangt vanaf de datum van bevordering een hoger salaris volgens de vaste indelingsafspraken.

Artikel 8 Uitloopschaal

De uitloopschaal is de hoogste aan de functie verbonden schaal. Deze schaal wordt toegekend bij het voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • a

    de medewerker dient minimaal gedurende één jaar het maximumsalaris, verbonden aan de functieschaal, te hebben bereikt.

  • b

    er dient van een volledige en voldoende functievervulling, zoals vastgelegd in het formulier functioneringsgesprek/beoordeling.

  • c

    bij hoge uitzondering kan bij aanstelling bij het volledig beheersen van de functie indeling in de uitloopschaal plaatsvinden indien het huidige inkomen van de toekomstig medewerker hiertoe aanleiding geeft.

Bij een bevordering wordt de medewerker ingedeeld in een hogere salarisschaal en ontvangt vanaf de datum van bevordering een hoger salaris volgens de vaste indelingsafspraken.

Artikel 9 Minimumloon

De medewerker voor wie de bezoldiging beneden het geldende minimumloon ligt, heeft recht op betaling van het minimumloon.

Artikel 10 Gebroken tijdvakken

Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Artikel 11 Onvolledige betrekking

Het salaris van de medewerker met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder k van de CAR-UWO.

Artikel 12 Salarisbedragen

De salarissen van de ambtenaren voor wie het salaris wettelijk is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage II of bijlage IIa (CAR-UWO).

Het Dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden bepaalt, met inachtneming van de resultaten van een functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de vastgestelde conversie, de voor de medewerker geldende salarisschaal.

Het Dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden kan nadere regels stellen voor de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te gebruiken methode.

Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid, of als disciplinaire straf, als bedoeld in de CAR-UWO, kan zonder voorafgaand ontslag voor een medewerker geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de al voor hem geldende salarisschaal.

Artikel 13 Periodieke verhoging van het salaris

Het salaris van de medewerker die voldoende functioneert, wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het naast hogere bedrag.

De periodieke verhogingen worden toegekend aan de medewerker die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, met ingang van de eerste dag van het nieuwe kalenderjaar en daarna steeds 12 maanden later.

Als diensttijd voor de toekenning van deze verhogingen komt in aanmerking de tijd die door de medewerker in dezelfde of een gelijkwaardige salarisschaal in vaste en tijdelijke aanstelling/ arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht in dienst van het stadsgewest is doorgebracht. De in tijdelijke dienst en in arbeidsovereenkomst doorgebrachte tijd zullen alleen worden meegeteld voor zover zij niet onderbroken zijn en als zij onmiddellijk aansluiten aan het tijdstip, waarop in dezelfde of de gelijkwaardige salarisschaal een vaste of tijdelijke aanstelling werd verleend.Een verhindering wegens ziekte als bedoeld in hoofdstuk 7 van de CAR-UWO is van invloed op het tijdstip van toekenning van periodieke salarisverhogingen indien de periode van volledige verhindering 9 maanden of langer onafgebroken heeft geduurd.

In de situatie zoals in het vierde lid is beschreven kan er gedurende een periode van langdurige volledige verhindering wegens ziekte slechts 1 maal een periodieke verhoging plaatsvinden.

Artikel 14 Geen periodieke verhoging

Als een medewerker onvoldoende functioneert, blijkend uit het formulier functioneringsgesprek/ beoordeling, kan worden bepaald dat voor hem de in artikel 13 bedoelde salarisverhoging niet wordt toegepast.

Op een later tijdstip kan worden bepaald dat de salarisverhoging, die met toepassing van het eerste lid niet is toegepast, al dan niet met terugwerkende kracht alsnog wordt toegekend.

Over een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de medewerker zo snel mogelijk, maar in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte gesteld.

Artikel 15 Salaris bij bevordering naar hogere schaal

Secretaris bepaalt op advies van de sectorhoofden de bevorderingen die per periodiekdatum zullen plaatsvinden.

Wanneer de medewerker wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt:

  • a

    voor de medewerker in de oude structuur (als bedoeld in artikel 3:1, derde lid, onder a van de CAR-UWO) het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eerst hogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe en het oude salaris van de medewerker tenminste het verschil bedraagt tussen het bedrag dat de medewerker het laatst ontving en het naast hogere bedrag in die oude schaal, of het naast lagere bedrag in die oude schaal, als het salaris in de oude schaal al overeenkwam met het maximumbedrag uit die schaal;

  • b

    voor de medewerker in en naar de nieuwe structuur (als bedoeld in artikel 3:1, derde lid, onder b van de CAR-UWO) het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eerst hogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe en het oude salaris van de medewerker tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de medewerker het laatst ontving en het naast hogere bedrag in die oude schaal, of het naast lagere bedrag in die oude schaal, als het salaris in de oude schaal al overeenkwam met het maximumbedrag uit die schaal. Een overzicht is weergegeven in de zgn. kruistabel;

  • c

    als de datum van bevordering samenvalt met de datum van de periodieke verhoging zoals bedoeld in artikel 13 wordt voor de toepassing van dit artikel uitgegaan van het oude salaris inclusief de periodieke verhoging.

Artikel 16 Gratificatie

Aan een medewerker kan wegens buitengewone toewijding of bijzonder loffelijke vervulling van de betrekking een gratificatie volgens artikel 15:1:28 van de CAR-UWO worden toegekend conform onderstaande richtlijnen: Het sectorhoofd doet via het sectorhoofd P & O een voorstel aan de secretaris van het stadsgewest over de toekenning van gratificaties aan medewerkers. De secretaris besluit over de toekenning van een gratificatie.

In aanvulling op artikel 15:1:28 lid b van bedoeld artikel gelden afhankelijk van de situatie nader omschreven richtlijnen. Deze zijn:

  • a

    Beloning in natura: een tevredenheidsbetuiging voor een eenmalige bijzondere prestatie door een medewerker of een groep medewerkers geleverd.

  • b

    Afhankelijk van de extra inspanning of prestatie: een gratificatie van minimaal € 200, - tot maximaal € 2000, -netto.

De gratificatie is aangewezen als werkkosten ten laste van de vrije ruimte.

Artikel 17 Toekennen extra regelnummer

Aan de medewerker die het maximumsalaris van de voor hem geldende uitloopschaal heeft bereikt, kan een extra salarisverhoging in de vorm van een extra regelnummer (s) worden toegekend op grond van zeer goede en volledige vervulling van de betrekking gedurende een langere periode, blijkend uit een functioneringsgesprek/beoordeling. Voorwaarde is dat de medewerker minimaal 12 maanden is ingedeeld op het maximum van de voor hem geldende uitloopschaal. Een 2de regelnummer kan worden toegekend met een minimaal tijdsverschil van een periode van 12 maanden. Toekenning geschiedt conform de procedure als benoemd in artikel 16, eerste lid.

De hoogte van de regelnummers wordt jaarlijks bepaald en is afhankelijk van de algemene salarisherziening. In onderstaand overzicht wordt de huidige mogelijkheden weergegeven.

Schaal 1e regelnummer (peil april 2012) 2e regelnummer (peil april 2012)
1 € 60,- € 119,-
2€ 61,-€ 122,-
3€ 58,-€ 115,-
4€ 59,-€ 117,-
5€ 57,-€ 113,-
6€ 60,-€ 121,-
7€ 62,-€ 124,-
8€ 56,-€ 112,-
9€ 55,- € 111,-
10€ 62,- € 124,-
10a€ 59,-€ 118,-
11€ 59,-€ 118,-
11a€ 60,-€ 119,-
12€ 74,-€ 148,-
13€ 74,-€ 148,-
14€ 99,-€ 198,-
15€ 109,-€ 218,-
16 € 119,- € 239,-
Artikel 18 Tijdelijke persoonlijke toelage

. Aan een medewerker die naast het reguliere werk een bijzondere taak op zich neemt, kan een tijdelijke persoonlijke toelage volgens artikel 3:7:8 van de CAR-UWO worden toegekend. Toekenning geschiedt conform de procedure als benoemd in artikel 16, eerste lid.

De hoogte van de in lid 1 bedoelde tijdelijke toelage is afhankelijk van de volgende voorwaarden:

  • a

    De tijd die de bijzondere taak gaat kosten;

  • b

    Het niveau van het werk;

  • c

    Het huidige salaris van de medewerker;

  • d

    De eventuele extra verzwarende omstandigheden.

De in het eerste lid bedoelde toelage wordt ingetrokken, als de reden voor de toelage niet meer aanwezig is, tenzij het Dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden van mening is dat er omstandigheden zijn om de toelage geheel of gedeeltelijk te handhaven.

Artikel 19 Arbeidsmarkttoelage

Aan de medewerker kan om redenen van werving of behoud gedurende een van te voren vastgestelde periode van maximaal drie jaren een toelage worden toegekend. De toelage eindigt op de vastgestelde vervaldatum. Indien de arbeidsmarktsituatie waarop de toelage is gebaseerd is nog steeds bestaat kan de toelage opnieuw met een periode van maximaal 3 jaren worden toegekend.

Indien de medewerker aan wie een arbeidsmarkttoelage is toegekend een andere functie gaat bekleden vervalt de arbeidsmarkttoelage.

Bij het beëindigen van de in het eerste lid bedoelde toelage wordt geen afbouwregeling toegepast.

Artikel 20 Extra verlof

Een medewerker kan extra verlof worden toegekend als beloning bij een beoordeling of indien de medewerker een uitstekende individuele prestatie als bedoeld in artikel 15:1:28 van de CAR-UWO heeft geleverd.

Artikel 21 Beslismoment

Een besluit voor toekenning van een (flexibele) arbeidsvoorwaarde wordt jaarlijks in de maand oktober door de secretaris genomen.

Artikel 22 Waarnemingstoelage

Aan de daarvoor in aanmerking komende medewerker wordt een waarnemingstoelage toegekend als bedoeld in artikel 3:1:2 van de CAR-UWO.

Artikel 23 Toelage onregelmatige dienst

In aanvulling op het gestelde in artikel 3:3 van de CAR-UWO komt de medewerker onder de navolgende voorwaarden in aanmerking voor bedoelde toelage.

  • 1

    Aan de medewerker voor wie een salarisschaal geldt tot en met schaal 9, vermeld in bijlage II van de CAR-UWO, die anders dan door overwerk, geregeld of vrij geregeld werkt op andere tijden dan op maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 en 18.00 uur, wordt een toelage onregelmatige dienst toegekend.

  • 2

    Geen recht op TOD bestaat indien in een week slechts op één aaneengesloten periode van ten hoogste drie uur werktijd is vastgelegd buiten de in het eerste lid genoemde tijden of op zaterdag. Wanneer meer dan drie uur werktijd is vastgesteld op de hiervoor genoemde tijden wordt de toelage tevens over de eerste drie uur uitbetaald.

  • 3

    De toelage bedraagt per uur:

    Dag:

    Tijdstip:

    Percentage:

    maandag t/m vrijdag

    06.00 - 08.00 uur

    20%

    maandag t/m vrijdag

    18.00 - 22.00 uur

    20%

    maandag t/m zaterdag

    00.00 - 06.00 uur

    40%

    maandag t/m zaterdag

    22.00 - 24.00 uur

    40%

    zaterdag

    06.00 - 22.00 uur

    40%

    zondag

    00.00 - 24.00 uur

    65%

    feestdag

    00.00 - 24.00 uur

    65%

  • 4

    De toelage wordt berekend over ten hoogste het uursalaris van het maximumsalaris van schaal 6.

  • 5

    Voor de ochtend- en avonduren op maandag t/m vrijdag krijgt de medewerker alleen de 20% toeslag als de werkzaamheden voor 07.00 uur zijn begonnen, respectievelijk na 19.00 uur zijn beëindigd.

  • 6

    De toelage vervalt indien en wanneer de medewerker werkzaamheden enkel tussen 8.00 en 18.00 uur gaat verrichten.

  • 7

    Indien de toelage anders dan op eigen verzoek wordt beëindigd, komt de medewerker in aanmerking voor een afbouwtoelage.

  • 8

    De afbouw vindt plaats overenkomstig de vigerende regeling zoals de gemeente Zoetermeer deze toepast.

Artikel 24 Ambtsjubileumgratificatie

Aan de daarvoor in aanmerking komende medewerker wordt een ambtsjubileumgratificatie toegekend volgens artikel 3:5 en 3:5:1 van de CAR-UWO.

Aanvullend op het gestelde in artikel 3:5:1 van de CAR/UWO wordt aan de medewerker ook bij een 12,5 jarig ambtsjubileum een gratificatie toegekend overeenkomende met een kwart van de bezoldiging en van de vakantietoelage waarop de medewerker in de maand van zijn jubileum aanspraak heeft.

Hetgeen in artikel 3:5:1 van de CAR/UWO is bepaald over de proportionele gratificatie bij (gedeeltelijk) ontslag is op de in lid 2 bedoelde gratificatie van overeenkomstige toepassing.

Over de in lid 1 bedoelde gratificaties wordt in beginsel geen loonbelasting ingehouden. Gedurende de ambtelijke loopbaan mag echter slechts twee maal een gratificatie belastingvrij worden uitgekeerd.

Over de in lid 2 bedoelde gratificatie wordt altijd loonbelasting ingehouden.

Afwijkend van het gestelde in artikel 3:5:1 van de CAR/UWO ontvangt de medewerker die gedurende 25 jaar een betrekking bij de overheid heeft vervuld een gratificatie van 70 % van de bezoldiging en van de vakantietoelage waarop de medewerker in de maand van zijn jubileum aanspraak heeft.

Artikel 25 Geen afbouwregeling

Bij het beëindigen van instrumenten als bedoeld in de artikelen 18 tot en met 20 en artikel 22 wordt geen afbouwregeling toegepast.

Artikel 26 Overwerkvergoeding

Aan de medewerker met een salaris dat lager is dan salarisschaal 11 wordt bij overwerk een overwerkvergoeding toegekend volgens artikel 3:2 en artikel 3:2:1 van de CAR-UWO.

Aan de medewerker voor wie een salarisschaal 11 of hoger geldt, wordt enkel de in artikel 3:2:1, eerste lid van de CAR-UWO genoemde verlofcompensatie toegekend.

Artikel 27 Kerstgratificatie

In de maand december van het kalenderjaar keert het stadsgewest een kerstgratificatie uit. De uitkering bestaat uit een eenmalig netto bedrag dat jaarlijks op basis van het CBS inflatiecijfer van het voorgaande jaar wordt geïndexeerd. Om in aanmerking te komen voor bedoelde gratificatie gelden de navolgende voorwaarden:

  • 1

    De medewerker dient per 31 december minimaal zes maanden in dienst te zijn;

  • 2

    De bij het stadsgewest gedetacheerde medewerker is gelijkgesteld aan de medewerker;

  • 3

    Overige personen komen niet in aanmerking voor bedoelde gratificatie;

  • 4

    De in het eerste en tweede lid bedoelde personen werken minimaal 10 uur per week bij het stadsgewest.

De gratificatie is aangewezen als werkkosten ten laste van de vrije ruimte.

Artikel 28 BHV- vergoeding

De medewerker, die verplicht is om naast zijn normale werkzaamheden voorkomend BHV-werk te verrichten of die om andere reden daarvoor is aangewezen, heeft, mits hij in het bezit is van een geldig BHV-diploma, recht op een jaarlijkse bruto vergoeding. Deze hoogte van deze vergoeding wordt jaarlijks vastgesteld. Het vergoedingsbedrag wordt jaarlijks geïndexeerd met het CBS inflatiecijfer.

Artikel 29 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet kan het Dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 30 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als “Bezoldigingsregeling”.

Ondertekening