Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Rijnwoude

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Rijnwoude
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van marktgelden 2012
Citeertitel“Marktgeldenverordening 2012 Rijnwoude”
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpMarktgelden

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, lid 1, aanhef en onderdeel a,

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201227-03-2013Nieuwe Regeling

15-12-2011

Rijnwoude Koerier, 21-12-2011

2011/XI/H

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2012

Agendapunt : 2011/XI/H

De raad van de gemeente Rijnwoude

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2012

(“Marktgeldenverordening 2012 Rijnwoude”).

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam “marktgeld” wordt een recht geheven voor het gebruik van een standplaats op de markt, zoals bedoeld in de “Marktenverordening gemeente Rijnwoude”, daaronder begrepen de diensten die met de standplaats verband houden.

Artikel 2 Belastingplicht

Het marktgeld wordt geheven van de aanvrager van het gebruik van de standplaats.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief

Het recht als bedoeld in artikel 1:

  • 1.

    Voor een standplaats, als bedoeld in de in artikel 1 genoemde verordening:

    • a.

      voor één kraam of één standplaats voor één standwerker voor één dag: € 8,-;

    • b.

      voor een verkoopwagen met een lengte tot en met 4 meter voor één dag: € 8,-;

    • c.

      voor een verkoopwagen langer dan 4 meter voor één dag: € 16, 25.

  • 2.

    Voor een vaste plaats, als bedoeld in de in artikel 1 genoemde verordening:

    • a.

      voor een kraam per kalenderkwartaal: € 93,75;

    • b.

      voor een verkoopwagen met een lengte tot en met 4 meter per kalenderkwartaal: € 93,75;

    • c.

      voor een verkoopwagen langer dan 4 meter per kalenderkwartaal: € 187,-.

  • 3.

    Voor de toepassing hiervan wordt een gedeelte van een dag en een gedeelte van een kalenderkwartaal gerekend voor respectievelijk een dag en een kalenderkwartaal.

Artikel 4 Wijze van heffing

  • 1. Het marktgeld voor losse plaatsen en standplaatsen voor standwerkers wordt geheven door middel van een gedagtekende nota of andere schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde

    bedrag is vermeld.

  • 2. Het marktgeld voor vaste plaatsen wordt per kalenderkwartaal geheven door middel van

    een aanslag.

Artikel 5 Belastingtijdvak

Met betrekking tot marktgelden die per kalenderkwartaal worden geheven, is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderkwartaal.

Artikel 6 Betaaltermijnen

  • 1. Het in artikel 4, lid 1 bedoelde marktgeld wordt verschuldigd en moet worden betaald op het tijdstip van het innemen van de standplaats.

  • 2. Het in artikel 4, lid 2 bedoelde aanslagen zijn invorderbaar in één termijn, welke vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. Het recht als bedoeld in artikel 3, tweede lid, is verschuldigd aan het begin van ieder kalenderkwartaal, of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is het recht verschuldigd voor zoveel derde gedeelte als er in dat belastingvak, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden in het belastingtijdvak overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat er aanspraak op ontheffing voor zoveel derde gedeelten van het belastingtijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden in het belastingtijdvak overblijven.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van het recht wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de marktgelden.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Marktgeldenverordening 2011 Rijnwoude” van 9 december 2010 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2012, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag, volgende op de dag van de bekendmaking ervan.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als “Marktgeldenverordening 2012 Rijnwoude”.

Ondertekening

Bij dit besluit heeft de raad zich gebaseerd op:

- Het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 1 november 2011;

- Behandeling in de commissie BMO d.d. 1 december 2011;

- Artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad van de gemeente Rijnwoude

d.d. 15 december 2011,

de griffier, de voorzitter,